Gemeenteblad van Leudal
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leudal | Gemeenteblad 2021, 469436 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Leudal | Gemeenteblad 2021, 469436 | ander besluit van algemene strekking |
Besluit beschermd wonen en opvang Leudal 2022
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
Alle begrippen die in dit besluit worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wmo 2015 (in het bijzonder artikel 1.1.1), het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (in het bijzonder artikel 1.1) en de Verordening (in het bijzonder artikel 1.1).
Artikel 2 Toegang tot beschermd wonen en opvang
wordt een melding voor beschermd wonen en opvang gezien als een aanvraag en organiseert het college overleg met aanbieders onverwijld de inzet van een tijdelijke (maatwerk-)voorziening voor beschermd wonen en opvang, in afwachting van de uitkomst van het onderzoek en op grond van artikel 2.3.2 Wmo 2015;
Tijdens het (keukentafel-)gesprek worden alle voor het onderzoek van belang zijnde aspecten over onder andere de mogelijkheden, de persoonlijke situatie en leefomgeving van de cliënt, zijn gezin en/of mantelzorger besproken, zoals bedoeld in artikel 2.3.2 lid 4 Wmo 2015, om te komen tot een afweging voor de noodzaak, omvang en duur van de ondersteuning.
Een cliënt (of zijn vertegenwoordiger) stelt het college uit eigen beweging dan wel na een verzoek van het college, zo spoedig mogelijk op de hoogte van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing, zoals bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de Wmo 2015.
Artikel 8 Criteria voor de toekenning van een maatwerkvoorziening maatschappelijke opvang
Artikel 9 Eigen Bijdrage verblijf maatschappelijke opvang
Bij de bepaling van de hoogte van de eigen bijdrage gelden de volgende uitgangspunten:
In de vaststelling van de eigen bijdrage voor opvang wordt er vanuit gegaan dat cliënten binnen de MO zelf voor voeding zorgen. Dit past binnen de huidige ontwikkelingen van de Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang waarbij behoud en bevorderen van zelfredzaamheid en zelfstandigheid een belangrijke waarde vormen.
Indien de instelling wel voeding aan de cliënt verstrekt, mag de instelling hier een vergoeding voor vragen zoals het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD) die berekent als gemiddelde voedingskosten. Externe link: https://www.nibud.nl/consumenten/wat-geeft-u-uit-aan-voeding/
Artikel 10 Criteria voor de toekenning van een maatwerkvoorziening beschermd wonen
Een cliënt kan, in aanvulling op de criteria uit de Wmo 2015, in aanmerking komen voor een maatwerkvoorziening beschermd wonen onder de volgende voorwaarden (zie ook bijlage 1 – Afwegingskader beschermd wonen):
De indicatiestelling voor een jeugdige vanaf 17 jaar wordt gezamenlijk gedaan door een jeugdconsulent en een consulent beschermd wonen. Zij zoeken samen naar een geschikte plek. De jeugdconsulent voert de regie tot 18 jaar. Vanaf 18 jaar wordt de indicatiestelling gedaan door een consulent beschermd wonen. De regie ligt vanaf 18 jaar bij de consulent beschermd wonen, en;
De cliënt kan zich niet zelfstandig handhaven in de samenleving door een tekort aan zelfregie, zelfregulatie en/of zelfredzaamheid en dit is niet op te lossen met eigen kracht, met een algemeen gebruikelijke voorziening, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit het sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen, en;
Artikel 12 Maatwerkvoorziening beschermd wonen
De inzet van de maatwerkvoorziening beschermd wonen heeft tot doel het aanleren van vaardigheden die noodzakelijk zijn om op termijn zelfstandig(er) te kunnen wonen en leven. Voor cliënten voor wie dit geen optie is, heeft de maatwerkvoorziening tot doel het zo mogelijk stabiliseren van de cliënt. De ondersteuning richt zich op het realiseren van de doelen en afspraken uit het ondersteuningsplan.
Artikel 13 Persoonsgebonden budget beschermd wonen
Artikel 14 Hoogte en besteding van het pgb beschermd wonen
Artikel 15 Verantwoording van het pgb beschermd wonen
Indien blijkt dat het pgb geheel of gedeeltelijk onterecht is betaald vanwege een foutieve declaratie dan kan dit, naast wat is bepaald bij artikel 2.4.1 Wmo 2015, indien mogelijk worden verrekend met het beschikbaar gestelde budget, of teruggevorderd bij de cliënt die de declaratie heeft ingediend. Het niet-geaccepteerde deel van de verantwoording wordt verrekend met het beschikbaar gestelde budget waarna de cliënt of zijn vertegenwoordiger binnen acht weken na verantwoording een besluit tot verrekening ontvangt.
Artikel 16 Overgangsperiode beschermd wonen
Wanneer een cliënt voor beschermd wonen tijdelijk geen gebruik kan maken van het Beschermd Wonen, omdat andere problematiek (tijdelijk) op de voorgrond staat, kan de cliënt terugkeren naar het Beschermd Wonen, zonder een nieuwe indicatie aan te hoeven vragen bij het college. Hierbij geldt een overbruggingsperiode van maximaal 6 weken.
Artikel 19 Bevoegdheden toezichthouder
De toezichthouder kwaliteit Wmo en de toezichthouder rechtmatigheid Jeugdwet en Wmo zijn bevoegd om met gebruikmaking van de aan hen toegekende bevoegdheden ingevolge de artikelen 5:15 t/m 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 6.1 van de Wmo, onafhankelijk onderzoek te doen naar de kwaliteit en de rechtmatigheid van de ondersteuning. Zij kunnen onderzoek doen op basis van signalen, meldingen of klachten, dan wel proactief, op basis van een steekproefsgewijze aanpak.
Indien het onderzoek als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft op een aanbieder die namens de gemeente door de Modulaire gemeenschappelijke regeling sociaal domein Limburg-Noord, hierna te noemen MGR, is gecontracteerd voor de levering van voorzieningen in het kader van de Wmo of de Jeugdwet, adviseert de toezichthouder ook aan de MGR.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 14 december 2021,
Burgemeester en wethouders van Leudal,
De gemeentesecretaris, De burgemeester,
mr. drs. J.J.Th.L. Geraedts D.H. Schmalschläger
Bijlage 1 Afwegingskader Beschermd wonen 2022
Algemeen afwegingskader voor de prestatie Beschermd Wonen:
Een cliënt komt in aanmerking voor Beschermd Wonen als wordt voldaan aan alle onderstaande criteria.
De indicatiestelling voor een jeugdige vanaf 17 jaar wordt gezamenlijk gedaan door een jeugdconsulent en een BW-consulent. Zij zoeken samen naar een geschikte plek. De jeugdconsulent voert de regie tot 18 jaar. Vanaf 18 jaar wordt de indicatiestelling gedaan door een BW-consulent. De regie ligt vanaf 18 jaar bij de BW-consulent, en;
De cliënt kan zich niet zelfstandig handhaven in de samenleving door een tekort aan zelfregie, zelfregulatie en/of zelfredzaamheid en dit is niet op te lossen met eigen kracht, met een algemeen gebruikelijke voorziening, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit het sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen, en;
De verwachte tijdsduur van de hulpvraag is minimaal 6 maanden, waarbij er altijd bij de doelen van begeleiding en ondersteuning sprake is van perspectief op uitstroom uit beschermd wonen c.q. uitzicht op uitstroom uit beschermd wonen naar zelfstandig wonen (al dan niet met ondersteuning).
Binnen 2 jaar na het verstrekken van de indicatie wordt er gekeken of beschermd wonen als voorziening bijdraagt aan het vergroten van het herstel, de zelfredzaamheid en participatie van een cliënt op de diverse leefgebieden. Als er binnen 2 jaar geen sprake is van (voldoende) herstel, het vergroten van de zelfredzaamheid en participatie is, wordt er een afweging gemaakt welk zorgkader het beste aansluit bij de ondersteuningsvraag van de cliënt;
Een bevoegde zorgprofessional heeft door middel van diagnostisch onderzoek de psychiatrische, psychische of psychosociale en de daaruit voortvloeiende beperkingen van de cliënt op zijn eigen regievoering vastgesteld. Indien er vooraf geen diagnose beschikbaar is mag een cliënt, in afwachting van de uitslag van het onderzoek, gebruik maken van een beschermd wonen-voorziening. Dit gebeurt op basis van het onderzoeksverslag van een BW-consulent.
Bijlage 2 Kwaliteitseisen aanbieders beschermd wonen
Kwaliteitseisen voor alle aanbieders (zorginstellingen, zpp’er en sociaal netwerk)
Eisen voor de professionele aanbieders (zorginstellingen en zzp’er).
Aanbieders dienen te beschikken over een aantoonbaar werkzaam kwaliteitssysteem te beschikken. Dit kan bijvoorbeeld blijken uit een certificaat gebaseerd op de volgende keurmerken; ISO 9001, EN 15224 HKZ, KIWA (ZZP en kleine ondernemers), Prezo of vergelijkbaar. Zorgdienstverleners die niet over een certificaat beschikken moeten op een andere manier aantonen dat zij een werkend systeem hebben voor het beheersen, bewaken, borgen en verbeteren van de kwaliteit van ondersteuning.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-469436.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.