Besluit aanwezigheid medewerker diploma sociale hygiëne passagiersvaart gemeente Amsterdam

De burgemeester van Amsterdam

 

Gelet op artikel 2.17B van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV).

 

Overwegende dat:

 

  • De gemeente in het belang van de volksgezondheid, openbare orde en leefbaarheid verschillende maatregelen neemt om problematisch alcoholgebruik te verminderen onder andere beschreven in het Preventie- en Handhavingsplan alcohol dat eens in de vier jaar door de gemeenteraad wordt vastgesteld;

  • Bewoners de afgelopen jaren meer overlast ervaren vanaf het water, zoals geluidsoverlast en ongepast of aanstootgevend gedrag;

  • Uit verschillende onderzoeken blijkt dat (problematisch) alcoholgebruik samenhangt met agressie, vandalisme, overlast en (verkeers)ongevallen;

  • De gemeente verschillende maatregelen neemt om overlast op het water te verminderen, zoals handhaving op de exploitatievergunning, de 12+ maatregel, aanpak van overlastgevend gedrag en het preventief verwijderen van advertenties van aanbieders van illegale passagiersvaart;

  • Op grond van artikel 1, derde lid, onderdeel a, van de Alcoholwet geen vergunningplicht geldt voor passagiersvaartuigen waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcohol wordt verstrekt, terwijl ook hier risico’s zijn voor de volksgezondheid, openbare orde en leefbaarheid;

  • Het wenselijk is te verplichten dat op passagiersvaartuigen waar bedrijfsmatig of anders dan om niet alcohol wordt verstrekt een medewerker aanwezig is met een diploma sociale hygiëne;

 

Brengt ter algemene kennis dat zij op 20 december 2021 heeft besloten dat indien op vergunde passagiersvaartuigen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Verordening op het binnenwater bedrijfsmatig of anders dan om niet alcoholhoudende drank wordt verstrekt, een medewerker aanwezig dient te zijn die voldoet aan de eis gesteld in artikel 8, derde lid van de Alcoholwet. Dit besluit gaat in op 1 april 2022 en geldt voor onbepaalde tijd voor de hele gemeente Amsterdam. Dit besluit wordt gepubliceerd in het Gemeenteblad en op de website van de gemeente Amsterdam.

20 december 2021

Burgemeester van Amsterdam voornoemd,

Femke Halsema

 

Bezwaar

Tegen dit besluit kunnen belanghebbenden ingevolge de Algemene wet bestuursrecht een bezwaarschriftindienen bij de burgemeester, t.a.v. de Directie Juridische Zaken, Postbus 202, 1000 AE Amsterdam.

 

De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken. De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze bekend is gemaakt. Belanghebbenden kunnen in afwachting van de behandeling van het bezwaarschrift een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening indienen bij de voorzieningenrechter van de rechtbank te Amsterdam (Rechtbank Amsterdam, sector Bestuursrecht, afdeling voorlopige voorzieningen, Postbus 75850, 1070AW Amsterdam).

Naar boven