Titel 2.1
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
|
2.1.1
|
voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
2.1.1.1
|
aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in titel 2 onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
2.1.1.2
|
bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, als bedoeld in het normblad NEN 2699:2017 (publicatiedatum 1 maart 2017), waarbij de inhoud van het bouwwerk wordt berekend conform NEN 2580:2007+C1:2008 (publicatiedatum 1 mei 2007 en C1 op 1 december 2008) en welke bouwkosten door het college van burgemeester en wethouders worden genormeerd en gepubliceerd. De normbladen NEN 2699:2017 en 2580:2007+C1:2008 liggen voor ieder kosteloos ter inzage in het gemeentehuis. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in dit hoofdstuk onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.
|
|
2.1.1.3
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
|
|
2.1.2
|
De in titel 2 voorkomende begrippen, die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
2.1.3
|
De in titel 2 voorkomende begrippen, die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
|
|
Titel 2.2
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag (schetsplan)
|
|
2.2
|
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag:
|
|
2.2.1
|
om beoordeling van een principeverzoek zonder tekening
|
€97,75
|
2.2.2
|
om beoordeling van een conceptaanvraag (schetsplan) met tekening om een omgevingsvergunning: 25% van de leges zoals deze bij een daadwerkelijke aanvraag om een omgevingsvergunning voor het project zouden worden vastgesteld
|
|
|
|
|
Titel 2.3
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
Titel 2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.1.1.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen:
|
%2,87
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€165,80
|
2.3.1.1.2
|
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:
|
%2,61
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€5.740,00
|
2.3.1.1.3
|
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:
|
%2,41
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€13.050,00
|
2.3.1.1.4
|
indien de bouwkosten € 1.000.000 tot € 2.000.000 bedragen:
|
%2,21
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€24.100,00
|
2.3.1.1.5
|
indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:
|
%2,08
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€44.200,00
|
2.3.1.1.6
|
indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:
|
%1,91
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€104.000,00
|
|
en een maximum van:
|
€212.100,00
|
|
|
|
Titel 2.3.1.2
|
Buiten behandeling laten van een aanvraag
|
|
2.3.1.2.1
|
Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning zoals bedoeld in titel 2.3 op grond van artikel 4:5 van de algemene wet bestuursrecht (Awb) buiten behandeling wordt gelaten, worden geen leges geheven
|
|
2.3.1.2.2
|
In afwijking van onderdeel 2.3.1.2.1 wordt voor het buiten behandeling laten van de aanvraag op grond van artikel 4:5 lid 1 onder c van de Awb een bedrag geheven van:
|
€165,80
|
|
|
|
Titel 2.3.1.3
|
Gecertificeerde bouwbesluittoetsing
|
|
2.3.1.3
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief verlaagd met 30% indien een aanvraag als bedoeld in 2.3.1.1 wordt ingediend met een begeleidende gecertificeerde bouwbesluittoetsing waaruit blijkt dat de aanvraag voldoet aan het Bouwbesluit. Deze bouwbesluittoetsing dient te voldoen aan de vereisten zoals deze zijn vastgelegd in de Beoordelingsrichtlijn “Bouwplantoetsingen aan het bouwbesluit” (BRL 5019).
|
|
|
|
|
Titel 2.3.1.4
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
2.3.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit: 150% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
Titel 2.3.1.5
|
Compleet ingediende aanvraag omgevingsvergunning
|
|
2.3.1.5
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief verlaagd met 5% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, indien voor de aanvraag om de omgevingsvergunning (activiteit bouwen) geen aanvullende gegevens moeten worden opgevraagd c.q. ingediend, met een maximum van € 500
|
|
|
|
|
Titel 2.3.1.6
|
Aanvraag omgevingsvergunning volledig vergunningsvrij
|
|
2.3.1.6
|
Indien blijkt dat een aanvraag om een omgevingsvergunning volledig vergunningsvrij is worden hiervoor geen leges geheven
|
|
|
|
|
Titel 2.3.1.7
|
Pilot Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (WKB)
|
|
2.3.1.7
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief verlaagd met 60% indien een aanvraag als bedoeld in 2.3.1.1 wordt ingediend waarbij gebruik wordt gemaakt van de pilot WKB.
|
|
|
|
|
Titel 2.3.1.8
|
Bouwactiviteit van tijdelijke aard
|
|
2.3.1.8
|
Indien een aanvraag betrekking heeft op een bouwactiviteit van tijdelijke aard als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief
|
|
2.3.1.8.1
|
als het oppervlak kleiner of gelijk is aan 30 m²
|
€98,80
|
2.3.1.8.2
|
als het oppervlak groter dan 30 m² en kleiner dan of gelijk aan 100 m² is
|
€197,60
|
2.3.1.8.3
|
als het oppervlak groter is dan 100 m²
|
€329,35
|
2.3.1.8.4
|
Indien de instandhoudingtermijn van het tijdelijke bouwwerk langer dan 1 jaar is, worden de bovenstaande bedragen als volgt verhoogd:
|
|
2.3.1.8.4.1
|
instandhoudingtermijn van maximaal 4 jaar: 25%
|
|
2.3.1.8.4.2
|
instandhoudingtermijn meer dan 4 jaar en maximaal 6 jaar: 50%
|
|
2.3.1.8.4.3
|
instandhoudingtermijn meer dan 6 jaar en maximaal 8 jaar: 75%
|
|
2.3.1.8.4.4
|
instandhoudingtermijn meer dan 8 jaar en maximaal 10 jaar: 100%
|
|
2.3.1.8.4.5
|
Indien de aanvrager schriftelijk melding maakt van het verwijderen van het tijdelijke bouwwerk binnen de vergunde periode, wordt een teruggave van de leges verstrekt dat gelijk is aan de genoemde verhoging. Bij verlenging van de instandhoudingtermijn (tot maximaal 10 jaar) wordt het verschil in het verhogingspercentage in rekening gebracht.
|
|
|
|
|
Titel 2.3.1.9
|
Beleidsregel Hogere Grenswaarde geluidsbelasting
|
|
2.3.1.9.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verkrijging van een besluit tot het vaststellen van een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder
|
€625,75
|
2.3.1.9.2
|
Het tarief genoemd in onderdeel 2.3.1.9.1 wordt - voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag - via een aan de aanvrager mee te delen door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting verhoogd met de begrote kosten van:
|
|
2.3.1.9.2.1
|
de eventuele noodzakelijke advieskosten van een externe deskundige
|
|
2.3.1.9.2.2
|
de kosten voor het eventueel plaatsen van één of meerdere – wettelijk vereiste – bekendmakingen.
|
|
2.3.1.9.3
|
Voor de toepassing van de onderdelen 2.3.1.9.1 en 2.3.1.9.2 wordt de aanvraag geacht in behandeling te zijn genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht.
|
|
|
|
|
Titel 2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten: 10%
|
|
|
van de aanlegkosten, met een minimum van:
|
€285,45
|
|
en een maximum van:
|
€564,85
|
2.3.2.2
|
Als de aanvraag betrekking heeft op werken of werkzaamheden van tijdelijke aard waarvoor een aanlegvergunning met toepassing van artikel 3.17 van de Wet ruimtelijke ordening moet worden verleend, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.3.2.1 berekende bedrag verhoogd met
|
€234,80
|
2.3.2.3
|
Leges als bedoeld in 2.3.2.1 worden niet geheven indien de aanvraag aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo uitsluitend werkzaamheden betreffen ten behoeve van het vellen en rooien van bomen.
|
|
|
|
|
Titel 2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.3.3
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)
|
€152,20
|
2.3.3.2.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)
|
€393,05
|
2.3.3.2.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast voor het plaatsen van een erfafscheiding of indien de leges van de bouwactiviteit op grond van onderdeel 2.3.1.1.1 niet boven het minimumbedrag uitstijgen, bedraagt het tarief in afwijking van onderdeel 2.3.3.2.1
|
€96,60
|
2.3.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking - projectbesluit), waarbij de aanvraag valt binnen de door de gemeenteraad aangewezen categorie van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenking noodzakelijk is
|
€393,05
|
2.3.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking - projectbesluit)
|
€1.537,25
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) voor een tijdelijke omgevingsvergunning:
|
€113,05
|
2.3.3.5
|
afwijking exploitatieplan (niet van toepassing)
|
|
2.3.3.6
|
afwijking van provinciale regelgeving (niet van toepassing)
|
|
2.3.3.7
|
afwijking van nationale regelgeving (niet van toepassing)
|
|
2.3.3.8
|
afwijking van voorbereidingsbesluit (niet van toepassing)
|
|
2.3.3.9.1
|
Het tarief genoemd in het onderdeel 2.3.3.3.2 wordt - voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag - via een aan de aanvrager mee te delen door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting verhoogd met de begrote kosten van:
|
|
|
- de eventuele noodzakelijk advieskosten en/of onderzoekskosten van een externe deskundige
|
|
|
- de interne kosten van de gemeente ter verkrijging en beoordeling van de in dit onderdeel genoemde adviezen van een externe deskundige, en het opstellen c.q. het voorbereiden van het besluit, ad. € 113,66 per uur
|
|
|
- de kosten voor het plaatsen van één of meerdere - wettelijk vereiste - bekendmakingen
|
|
2.3.3.9.2
|
Voor de toepassing van het onderdeel 2.3.3.9.1 wordt de aanvraag geacht in behandeling te zijn genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht.
|
|
|
|
|
Titel 2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.3.4
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)
|
€152,20
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)
|
€592,90
|
2.3.4.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking - projectbesluit), waarbij de aanvraag valt binnen de door de gemeenteraad aangewezen categorie van gevallen waarvoor geen verklaring van geen bedenking noodzakelijk is
|
€393,05
|
2.3.4.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking - projectbesluit)
|
€1.537,25
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) voor een tijdelijke omgevingsvergunning:
|
€447,95
|
2.3.4.5
|
afwijking exploitatieplan (niet van toepassing)
|
|
2.3.4.6
|
afwijking van provinciale regelgeving (niet van toepassing)
|
|
2.3.4.7
|
afwijking van nationale regelgeving (niet van toepassing)
|
|
2.3.4.8
|
afwijking van voorbereidingsbesluit (niet van toepassing)
|
|
2.3.4.9.1
|
Het tarief genoemd in het onderdeel 2.3.4.3.2 wordt - voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag - via een aan de aanvrager mee te delen door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting verhoogd met de begrote kosten van:
|
|
|
- de eventuele noodzakelijk advieskosten en/of onderzoekskosten van een externe deskundige
|
|
|
- de interne kosten van de gemeente ter verkrijging en beoordeling van de in dit onderdeel genoemde adviezen van een externe deskundige, en het opstellen c.q. het voorbereiden van het besluit, ad. € 113,66 per uur
|
|
|
- de kosten voor het plaatsen van één of meerdere - wettelijk vereiste - bekendmakingen
|
|
2.3.4.9.2
|
Voor de toepassing van het onderdeel 2.3.4.9.1 wordt de aanvraag geacht in behandeling te zijn genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht.
|
|
|
|
|
Titel 2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.5
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.5.1
|
tot het verlenen van een vergunning voor het in gebruik hebben of houden van werken zoals bedoeld in hoofdstuk 7 van het Bouwbesluit 2012 :
|
|
|
Categorie en gebruiksoppervlakte:
|
|
2.3.5.1.1
|
categorie 1 0 t/m 100 m²
|
€554,50
|
2.3.5.1.2
|
categorie 2 101 t/m 500 m²
|
€413,65
|
|
vermeerderd met een tarief per m² van
|
€1,65
|
2.3.5.1.3
|
categorie 3 501 t/m 2.000 m²
|
€959,90
|
|
vermeerderd met een tarief per m² van
|
€0,61
|
2.3.5.1.4
|
categorie 4 2.001 t/m 5.000 m²
|
€1.949,25
|
|
vermeerderd met een tarief per m² van
|
€0,13
|
2.3.5.1.5
|
categorie 5 5.001 t/m 50.000 m²
|
€2.569,10
|
|
vermeerderd met een tarief per m² van
|
€0,03
|
2.3.5.1.6
|
categorie 6 meer dan 50.000 m²
|
€3.917,25
|
|
vermeerderd met een tarief per m² van
|
€0,01
|
2.3.5.2
|
tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.5.1 welke betrekking heeft op een vergunning tot wijziging, dan wel uitbreiding van een vergunning, indien het betreft:
|
|
2.3.5.2.1
|
uitbreiding van de gebruiksoppervlakte, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat: het legestarief vermeld in onderdeel 2.3.5.1, met dien verstande dat de leges uitsluitend worden berekend over de oppervlakte van de uitbreiding van de gebruiksoppervlakte;
|
|
2.3.5.2.2
|
herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van de gehele in onderdeel 2.3.5.1 bedoelde werken, dan wel een deel van die werken, met dien verstande dat deze herindeling, interne verbouwing of het gewijzigd gebruik tenminste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat: 50% van het legestarief vermeld in onderdeel 2.3.5.1, met dien verstande dat de leges uitsluitend worden berekend over de gebruiksoppervlakte van de herindeling, interne verbouwing of het gewijzigd gebruik.
|
|
|
|
|
Titel 2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€192,10
|
2.3.6.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de gemeentelijke Monumentenverordening 2002 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 9 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€96,60
|
|
|
|
Titel 2.3.7
|
Sloopactiviteiten
|
|
2.3.7
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€175,60
|
|
|
|
Titel 2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg (niet van toepassing)
|
|
|
|
|
Titel 2.3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
2.3.9
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€145,75
|
|
|
|
Titel 2.3.10
|
Kappen
|
|
2.3.10
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2 van de Bomenverordening Hof van Twente 2015 (kapvergunning) een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€108,65
|
2.3.10.1
|
Leges als bedoeld in 2.3.10 worden niet geheven indien blijkt dat een kapvergunning niet noodzakelijk is.
|
|
|
|
|
Titel 2.3.11
|
Opslag van roerende zaken (niet van toepassing)
|
|
|
|
|
Titel 2.3.12
|
Projecten of handeling in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (niet van toepassing)
|
|
|
|
|
Titel 2.3.13
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet (niet van toepassing)
|
|
|
|
|
Titel 2.3.14
|
Andere activiteiten (niet van toepassing)
|
|
|
|
|
Titel 2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
|
|
Titel 2.3.16
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
2.3.16
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.16.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€203,10
|
2.3.16.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€301,90
|
2.3.16.3
|
voor de beoordeling van een archeologisch vervolgonderzoek op het archeologisch bodemrapport als bedoeld in 2.3.16.2 wordt – voorafgaand aan de beoordeling daarvan – het tarief aan de aanvrager meegedeeld via een door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting van:
|
|
|
- de eventuele noodzakelijk advieskosten van een externe deskundige
|
|
|
de interne kosten van de gemeente ter verkrijging en beoordeling van de hiervoor genoemde adviezen van een externe deskundige ad. € 97,36 per uur
|
|
|
- de kosten voor het eventueel plaatsen van één of meerdere - wettelijk vereiste - bekendmakingen
|
|
2.3.16.4
|
Voor de toepassing van de onderdelen 2.3.16.2 en 2.3.16.3 wordt de aanvraag geacht in behandeling te zijn genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht.
|
|
|
|
|
Titel 2.3.17
|
Advies
|
|
2.3.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.17.2
|
indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
Titel 2.3.18
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.18.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€117,80
|
2.3.18.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.18.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
Titel 2.4
|
Hoofdstuk 4 Vermindering (niet van toepassing)
|
|
|
|
|
Titel 2.5
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
|
Titel 2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning
|
|
2.5.1
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project, als bedoeld in onderdelen 2.3.1 en 2.3.3 of hoofdstuk 2.8 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
2.5.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het indienen van de aanvraag en de aanvraag niet inhoudelijk is beoordeeld, anders dan het registreren van de ontvangst en het versturen van een ontvangstbevestiging, zijn er op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit geen leges verschuldigd;
|
|
2.5.1.2
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan, doch voor verlening van de vergunning, 85% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
2.5.1.3
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na de eerste 4 weken maar binnen een termijn van 6 weken na het in behandeling nemen ervan, doch voor verlening van de vergunning, 50% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
2.5.1.4
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken op een later tijdstip dan als bedoeld in onderdeel 2.5.1.3 na het in behandeling nemen ervan, doch voor verlening van de vergunning, 40% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
2.5.1.5
|
Indien de teruggaaf, bedoeld in de onderdelen 2.5.1.1 t/m 2.5.1.4, betrekking heeft op een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project bedoeld in hoofdstuk 2.8, dan wordt teruggaaf verleend tot het bedrag van de kosten welke op het moment van intrekking van de aanvraag door de gemeente zijn gemaakt dan wel nog moeten worden gemaakt in verband met de aanvraag.
|
|
|
|
|
Titel 2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten
|
|
2.5.2.1
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 18 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt 25% van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.2.2
|
Teruggaaf op grond van onderdeel 2.5.2.1 is niet van toepassing indien het intrekken van een omgevingsvergunning onder onderdeel 2.5.5.2 valt.
|
|
|
|
|
Titel 2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten
|
|
2.5.3.1
|
Indien de gemeente geen vergunning kan verlenen op een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1, en de aanvraag ingetrokken wordt voordat het besluit tot weigering van de vergunning is genomen, bedraagt de teruggaaf 75% van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.3.2
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 25% van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.5.3.3
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.2 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking, waarbij de vergunning is verleend, bij rechterlijke uitspraak.
|
|
2.5.3.4
|
Teruggaaf op grond van de onderdelen 2.5.3.1 en 2.5.3.2 is niet van toepassing indien het weigeren of intrekken van een omgevingsvergunning onder de onderdelen 2.5.5.4 en 2.5.5.5 valt.
|
|
|
|
|
Titel 2.5.4
|
Teruggaaf leges conceptaanvraag
|
|
2.5.4
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning (bedoeld in hoofdstuk 3) of een aanpassing bestemmingsplan (bedoeld in hoofdstuk 8) is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag of principeverzoek als bedoeld in de hoofdstukken 2 en 8, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, wordt teruggaaf verleend van de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag of het principeverzoek geheven leges
|
|
|
|
|
Titel 2.5.5
|
Teruggaaf leges omgevingsvergunning voor grootschalige productie van duurzame energie
|
|
2.5.5.1
|
Indien een omgevingsvergunning is verleend voor een bouwactiviteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1, voor de productie van duurzame energie van meer dan 1 megawatt vermogen waarvoor een rijkssubsidie is aangevraagd voor Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+), is er recht op teruggaaf indien:
|
|
2.5.5.1.1
|
de aanvraag voor de SDE+ subsidie niet is toegekend, en
|
|
2.5.5.1.2
|
binnen 24 maanden na verlening van de vergunning een verzoek tot intrekking van de omgevingsvergunning wordt ingediend door de vergunninghouder en van de vergunning geen gebruik is gemaakt.
|
|
2.5.5.2
|
Indien aan de onderdelen 2.5.5.1.1 en 2.5.5.1.2 wordt voldaan wordt, voor de op grond van onderdeel 2.3.1 verschuldigde leges, teruggaaf verleend voor dat deel dat uitkomt boven:
|
€2.772,55
|
2.5.5.3
|
Teruggaaf op grond van onderdeel 2.5.5.2 is niet van toepassing indien het intrekken van een omgevingsvergunning onder onderdeel 2.5.2.1 valt.
|
|
2.5.5.4
|
In afwijking van onderdeel 2.5.3.1 bestaat, indien de gemeente geen vergunning kan verlenen op een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1 voor de productie van duurzame energie van meer dan 1 megawatt vermogen, en de aanvraag ingetrokken wordt voordat het besluit tot weigering van de vergunning is genomen, recht op teruggaaf van 75% van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. Hierbij wordt in acht genomen dat het resterend verschuldigde bedrag aan leges, voor genoemd onderdeel, niet meer bedraagt dan:
|
€13.492,30
|
2.5.5.5
|
In afwijking van onderdeel 2.5.3.2 bestaat, voor het weigeren van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3.1 voor de productie van duurzame energie van meer dan 1 megawatt vermogen, recht op teruggaaf van 50% van de op grond van dat onderdeel voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. Hierbij wordt in acht genomen dat het resterend verschuldigde bedrag aan leges, voor genoemd onderdeel, niet meer bedraagt dan:
|
€53.969,35
|
2.5.5.6
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.5.5 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking, waarbij de vergunning is verleend, bij rechterlijke uitspraak.
|
|
2.5.5.7
|
Teruggaaf op grond van de onderdelen 2.5.5.4 en 2.5.5.5 is niet van toepassing indien het weigeren of intrekken van een omgevingsvergunning onder de onderdelen 2.5.3.1 en 2.5.3.2 valt.
|
|
|
|
|
Titel 2.6
|
Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning
|
|
2.6
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 en 2.5.5 van toepassing is:
|
€117,80
|
|
|
|
Titel 2.7
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
|
2.7
|
Indien een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan, waarvoor reeds een vergunning is verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in hoofdstuk 3, met dien verstande dat zij niet minder dan € 165,80 zullen bedragen. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat, naar de omstandigheden beoordeeld, van een nieuw bouwplan sprake is.
|
|
|
|
|
Titel 2.8
|
Hoofdstuk 8 Aanpassing bestemmingsplan
|
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een principeverzoek (zonder schetsplan als bedoeld in 2.2.1)
|
€32,10
|
2.8.2
|
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 eerste lid van de Wet ruimtelijke ordening
|
€1.060,55
|
2.8.3
|
Het tarief bedraagt terzake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot toepassing van de artikelen 3.1, 3.6 lid 1 sub a of b,of 3.38 van de Wet ruimtelijke ordening
Met dien verstande dat de aanvraag op grond van artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening uitsluitend van toepassing is indien daarbij uitvoering wordt gegeven aan een positief besluit op een principeverzoek als bedoeld in onderdeel 2.8.1
|
€97,35
|
2.8.4
|
Onderdeel 2.5.4 vindt overeenkomstige toepassing met betrekking tot teruggaaf van de leges als bedoeld in onderdeel 2.8.1
|
|
2.8.5
|
Het tarief genoemd in onderdelen 2.8.2 en 2.8.3 wordt - voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag - via een aan de aanvrager mee te delen door of vanwege het college van burgemeester en wethouders opgestelde begroting verhoogd met de begrote kosten van:
- de eventuele noodzakelijke advieskosten en/of onderzoekskosten van een externe deskundige
- de interne kosten van de gemeente ter verkrijging en beoordeling van de in hiervoor genoemde adviezen van een externe deskundige en het opstellen c.q. het voorbereiden van de procedure tot herziening, wijziging of uitwerking van het bestemmingsplan of het opstellen van een beheersverordening, ad.€ 113,66 per uur
- de kosten voor het plaatsen van één of meerdere - wettelijk vereiste - bekendmakingen
|
|
2.8.6
|
Voor de toepassing van het onderdeel 2.8.5 wordt de aanvraag geacht in behandeling te zijn genomen op de viertiende werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze viertiende werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
Titel 2.9
|
Hoofdstuk 9 Sloopmelding (niet van toepassing)
|
|
|
|
|
Titel 2.10
|
Hoofdstuk 10 Overig
|
|
2.10
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in titel 2 een tarief is opgenomen
|
€36,15
|