Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Waadhoeke

De raad van de gemeente Waadhoeke

 

gezien het voorstel van college van burgemeesters en wethouders;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de volgende wijzigingen van de Algemene Plaatselijke Verordening Waadhoeke:

ARTIKEL I

Na artikel 2:5 wordt het volgende artikel ingevoegd:

 

Artikel 2:5a Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp

Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of voor het wegverkeer hinder of gevaar ontstaat.

ARTIKEL II

De titel van afdeling 6A wordt gewijzigd en luidt als volgt:

 

Bijzondere bepalingen over horecabedrijven als bedoeld in de Alcoholwet

ARTIKEL III

Artikel 2:14a wordt vervangen door het volgende artikel en komt te luiden:

 

Artikel 2:14a Begripsbepaling

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • -

    alcoholhoudende drank,

  • -

    bijeenkomsten van persoonlijke aard,

  • -

    horecabedrijf,

  • -

    horecalocaliteit,

  • -

    inrichting,

  • -

    paracommerciële rechtspersoon,

  • -

    sterke drank,

  • -

    slijtersbedrijf en

  • -

    zwak-alcoholhoudende drank,

dat wat daaronder wordt verstaan in de Alcoholwet

ARTIKEL IV

Artikel 2:22 wordt vervangen door het volgende artikel en komt te luiden:

 

Artikel 2:22 Verboden drankgebruik

  • 1.

    Het is verboden op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben.

  • 2.

    Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor:

    • a.

      een terras behorend bij een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet;

    • b.

      de plaats, niet zijnde een horecabedrijf, als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van de Alcoholwet.

ARTIKEL V

Na artikel 2:24 wordt het volgende artikel ingevoegd:

 

Artikel 2:24a Neerzetten van fietsen of bromfietsen

Het is verboden op een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw of in de ingang van een portiek als dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of dat portiek of als daardoor die ingang versperd wordt.

ARTIKEL VI

Na artikel 2:27 wordt het volgende artikel ingevoegd:

 

Artikel 2:27a Opruimmiddel

  • 1.

    Degene die zich met een hond op een openbare plaats begeeft, is verplicht om een opruimmiddel mee te nemen tijdens het meevoeren dan wel begeleiden van zijn hond in die gebieden waarvoor op grond van artikel 2.27 van deze verordening een zorgplicht geldt.

  • 2.

    Degene die zich met een hond op een openbare plaats begeeft, is verplicht het in het eerste lid bedoelde opruimmiddel aan een opsporingsambtenaar op diens eerste vordering terstond te tonen.

ARTIKEL VII

Na artikel 2:33 wordt het volgende artikel ingevoegd:

 

Artikel 2:33a Openlijk drugsgebruik

Het is verboden op of aan de weg, op een andere openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 of 3 van de Opiumwet of daarop gelijkende waar te gebruiken, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.

ARTIKEL VIII

Artikel 5:5 wordt vervangen door het volgende artikel en komt te luiden:

 

Artikel 5:5 Voertuigwrakken

  • 1.

    Het is verboden een voertuig dat rij technisch in onvoldoende staat van onderhoud en tevens in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeert op de weg te parkeren.

  • 2.

    Het is verboden een voertuig dat niet is voorzien van een voor het rijden met een zodanig voertuig geldig wettelijk verplicht kenteken, op de openbare weg te parkeren

  • 3.

    Het is verboden om een voertuig, dat bestemd is voor andere dan verkeersdoeleinden, te parkeren of geparkeerd te hebben op de openbare weg voor een tijdsduur langer dan 3 dagen.

  • 4.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet milieubeheer.

ARTIKEL IX

Na artikel 5:10 wordt het volgende artikel ingevoegd:

 

Artikel 5:10a Overlast van fiets of bromfiets

  • 1.

    Het is in het belang van het uiterlijk aanzien van de gemeente en/of ter voorkoming van overlast dan wel hinder of gevaarzetting dan wel ter voorkoming van schade verboden op door het college aangewezen plaatsen, fietsen of bromfietsen onbeheerd buiten de daarvoor bestemde ruimten of plaatsen te laten staan.

  • 2.

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid is het verboden op of aan een openbare plaats, dan wel in of buiten de openbare fietsparkeervoorzieningen, (brom)fietsen of vergelijkbare vervoermiddelen:

    • a.

      langer dan veertien dagen onafgebroken te laten staan;

    • b.

      die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een kennelijk verwaarloosde toestand verkeren langer dan drie achtereenvolgende dagen te laten staan.

ARTIKEL X

Artikel 5:12 wordt vervangen door het volgende artikel en komt te luiden:

 

Artikel 5:12 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben.

  • 2.

    Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van standplaatsen.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in artikel 1:7 kan de vergunning worden geweigerd:

    • a.

      als de standplaats op zichzelf of wegens de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand;

    • b.

      als door bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel van de gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning voor een standplaats voor het verkopen van goederen een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt;

    • c.

      als er sprake is van strijd met een geldend bestemmingsplan.

  • 4.

    Het verbod van het eerste lid geldt niet voor zover daarin al wordt voorzien door de Wet Milieubeheer, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het Provinciaal wegenreglement.

  • 5.

    De weigeringsgrond genoemd in het tweede lid onder a, geldt niet voor bouwwerken.

ARTIKEL XI

Na afdeling 8 van Hoofdstuk 5 van de Algemene Plaatselijke Verordening Waadhoeke wordt een afdeling ingevoegd, luidend: Afdeling 9. Asverstrooiing.

 

Artikel 5:23 Begripsomschrijving

In deze afdeling wordt verstaan onder incidentele asverstrooiing: het verstrooien van as als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging op een door de overledene of nabestaande(n) gewenste plek buiten een permanent daartoe bestemd terrein.

 

Artikel 5:24 Verboden plaatsen

  • 1.

    Incidentele asverstrooiing is verboden op:

    • a.

      verharde delen van de weg;

    • b.

      gemeentelijke begraafplaatsen en crematoriumterreinen;

    • c.

      de waddenkwelder gedurende de periode van 15 mei tot en met 15 september

    • d.

      speel- en ligweiden en sportvelden;

    • e.

      kinderspeelplaatsen.

  • 2.

    Het college kan bij besluit voor een bepaalde termijn andere plaatsen aanwijzen dan genoemd in het eerste lid waarop incidentele asverstrooiing verboden is.

  • 3.

    Het college kan op verzoek van de nabestaande die zorgdraagt voor de asbus op grond van bijzondere omstandigheden ontheffing verlenen van het verbod uit het eerste en tweede lid, behoudens de gemeentelijke begraafplaatsen en crematoriumterreinen.

Artikel 5:25 Hinder of overlast

Incidentele asverstrooiing is verboden als daardoor hinder of overlast wordt veroorzaakt voor derden.

ARTIKEL XII

Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt op de website

www.officielebekendmakingen.nl.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 december 2021.

De voorzitter,

De griffier,

Naar boven