|
2022
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
2.3.3.1.
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo van toepassing is (binnenplanse afwijking):
|
€ 869,85
|
2.3.3.1.1
|
in afwijking van artikel 2.3.3.1 worden geen leges in rekening gebracht voor een binnenplanse ontheffing(afwijking) ten behoeve van de realisatie van landschappelijke inpassing bij uitbreiding bebouwing.
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
|
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo van toepassing is (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 869,85
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
|
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo van toepassing is (buitenplanse afwijking):
|
€ 13.047,85
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
|
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo van toepassing is (tijdelijke afwijking):
|
€ 869,85
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo van toepassing is (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 869,85
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
|
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van toepassing is (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 869,85
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
|
|
2.3.3.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en van artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo van toepassing is (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 869,85
|
|
van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag;
|
|
2.3.3.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo van toepassing is (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 869,85
|
2.3.4
|
Tijdelijke bewoning
|
|
|
Het tarief voor een verzoek om toestemming voor tijdelijke bewoning bedraagt:
|
|
2.3.4.1
|
indien toestemming is verleend
|
€ 3.912,85
|
2.3.4.2
|
indien uiterlijk twee jaar na verlenen omgevingsvergunning voor bouw/verbouw woning, het gebouw niet meer in gebruik is als woning, wordt op verzoek van de melder, teruggestort
|
€ 3.209,45
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
voor een gebouw met een gebruiksoppervlakte:
|
|
|
a. tot 100 m2
|
€ 412,85
|
|
b. van meer dan 100 m2 tot en met 500 m2:
|
€ 412,85
|
|
vermeerderd per m2, boven 100 m2 met
|
€ 1,05
|
|
c. van meer dan 500 m2 tot en met 2.000 m2:
|
€ 717,50
|
|
vermeerderd per m2, boven 500 m2 met
|
€ 0,30
|
|
d. van meer dan 2.000 m2 tot en met 5.000 m2:
|
€ 1.032,75
|
|
vermeerderd per m2, boven 2000 m2 met
|
€ 0,05
|
|
e. van meer dan 5.000 m2 tot en met 50.000 m2
|
€ 1.032,75
|
|
vermeerderd per m2, boven 5.000 m2 met
|
€ 0,05
|
|
f van meer dan 50.000 m2:
|
€ 1.957,15
|
|
vermeerderd per m2, boven 50.000 m2 met
|
€ 0,05
|
|
Indien een aanvraag betrekking heeft op een inrichting met een tijdelijk karakter, zoals een tent, dan bedragen de leges 10% van het volgens dit onderdeel berekende bedrag.
|
|
2.3.5.2
|
Indien de aanvraag om een vergunning, als bedoeld in 2.3.5.1 wordt ingetrokken, voordat hierop een beslissing is genomen, wordt op verzoek 50% van de geheven leges terugbetaald.
|
|
2.3.5.3
|
Het tarief bedraagt, indien de aanvrager als bedoeld in 2.3.5.1 betrekking heeft op:
|
|
|
a. uitbreiding van een inrichting: het tarief vermeld onder 2.3.5.1, met dien verstande dat de toeslag per m2 uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding
|
|
|
b. gewijzigd gebruik van de gehele inrichting: 50% van de volgens onderdeel 2.3.5.1 berekende leges
|
|
|
c. gewijzigd gebruik een gedeelte van de inrichting: 50% van de volgens onderdeel 2.3.5.1 berekende leges, met dien verstande dat de toeslag per m2 uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het gewijzigde gedeelte
|
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot de Monumentenverordening 2011 Gemeente Gemert-Bakel aangewezen monument, waarvoor op grond van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
3,2% van de bouwkosten met een minimum van
|
€ 217,45
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief:
|
|
2.3.7.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo bedraagt het tarief:
|
€ 239,55
|
2.3.8
|
Kappen
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedraagt het tarief:
|
€ 152,25
|
2.3.9
|
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
|
|
2.3.9.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998, bedraagt het tarief:
|
€ 97,70
|
2.3.9.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998, bedraagt het tarief:
|
€ 97,70
|
2.3.10
|
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief:
|
€ 97,70
|
2.3.11
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.11.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.3.11.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
2.3.12
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.12.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 337,25
|
2.3.12.2
|
Indien de aanvraag uitsluitend een vooronderzoek betreft als bedoeld in de NEN 5740, uitgave 1991, naar het historisch gebruik en naar de bodemgesteldheid betreft
|
€ 173,55
|
2.3.13
|
Archeologie
|
|
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van:
|
|
2.3.13.1
|
een aanvraag voor het schriftelijk verstrekken van adviezen inzake archeologische waarden en verwachtingen
|
€ 1.631,60
|
2.3.13.2
|
de beoordeling, namens het bevoegde gezag, van aangeleverde Programma's van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, KNA 3.2
|
€ 1.087,30
|
2.3.13.3
|
de beoordeling, namens het bevoegde gezag, van aangeleverde Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek
|
€ 272,00
|
2.3.13.4
|
de beoordeling, namens het bevoegde gezag, van offertes tot het doen van archeologisch (voor)onderzoek
|
€ 272,00
|
2.3.13.5
|
de beoordeling, namens het bevoegde gezag, van rapporten die voortvloeien uit archeologisch
(voor)onderzoek, ex art. 39 lid 2 MW,
ex art. 40 lid 1,
ex art. 41, lid 1 (afhankelijk van het soort archeologisch onderzoek en rapportage)
|
€ 544,00
€ 815,25
€ 1.087,30
|
2.3.14
|
Advies
|
|
2.3.14.1
|
De in de voorgaande hoofdstukken genoemde bedragen van deze titel worden verhoogd met een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeelde externe advieskosten en advertentiekosten, blijkende uit een begroting die ter zake door of vanwege burgemeester en wethouders is opgesteld. Een zodanige aanvraag wordt in behandeling genomen op de zesde werkdag na die waarop de raming van de externe advieskosten ter kennis van de aanvrager is gebracht.
|
|
2.3.14.2
|
Indien de werkelijke advieskosten, zoals bedoeld in 2.3.14.1, minder bedragen dan het aan de hand van de begroting geraamde bedrag, wordt voor het verschil teruggaaf verleend.
|
|
2.3.15
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.15.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.15.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 761,75
|
2.3.15.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag dat aan de aanvrager wordt medegedeeld, blijkend uit een specificatie van bovengenoemde bestuursorganisatie of instantie.
|
|
2.3.15.2
|
Indien de specificatie als bedoeld in 2.3.15.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag (verder) in behandeling genomen. Indien de aanvrager voor de vijfde werkdag na mededeling de aanvraag schriftelijk intrekt wordt het bedrag volgend uit de specificatie als bedoeld in 2.3.14.1.2 niet in rekening gebracht.
|
|
2.3.16
|
Overige
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in deze titel een tarief is opgenomen 100% van de benodigde interne uren vermenigvuldigd met het uurtarief van de betreffende afdeling.
|
|
2.3.17
|
Indien de geheven leges voor het in behandeling nemen van een aanvraag zoals genoemd in titel 2 niet worden voldaan binnen de daarvoor gestelde termijn, is het college gemachtigd de afhandeling van de procedure op te schorten of af te breken.
|
|
2.3.18
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot voeren van een hogere waarde procedure
|
€ 787,90
|