Gemeente Haarlem - Verkeersbesluit instellen invaarverbod voor alle schepen Burgwal Haarlem

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

 

Gelet op de Scheepvaartverkeerswet (hierna:SVW), het Binnenvaartpolitiereglement (hierna: BPR), het Besluit Administratieve Bepalingen Scheepvaartverkeer (hierna: BABS) en de Richtlijnen Scheepvaarttekens (hierna: RDST 2008).

 

Overwegende:

dat de vaarweg Burgwal gelegen is binnen de bebouwde kom van Haarlem;

 

dat de vaarweg Burgwal in beheer is bij de gemeente Haarlem;

 

dat de Burgwal een vaarweg is als bedoeld in artikel 2, lid 1 onder a ten 3e van de SVW;

 

dat gelet op bovengenoemd artikel het college van burgemeester en wethouders van Haarlem bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze vaarweg;

 

dat de bevoegdheid voor het nemen van verkeersbesluiten door het college van burgemeester en wethouders van Haarlem is gemandateerd aan de afdelingsmanager Bedrijven;

 

dat de drukte op het water alsmede de diversiteit van de schepen en de verkeersdeelnemers aanmerkelijk is toegenomen, met name in het centrumgebied;

 

dat de Burgwal zowel aan de noordzijde als aan de zuidzijde aansluit op het Binnen Spaarne;

 

dat het Binnen Spaarne een onderdeel is van de hoofdvaarroute;

 

dat de Burgwal een zijvaart is van het Binnen Spaarne met hoofdzakelijk een recreatieve functie;

 

dat in verband met de vaarbewegingen op de Burgwal onoverzichtelijke situaties ontstaan voor de brugwachters en de scheepvaart op de hoofdvaarroute;

 

dat sprake is van een knooppunt van scheepvaartverkeer op het kruispunt van de vaarwegen Burgwal, Binnen Spaarne en Kampersingel;

 

dat op dit knooppunt het uitzicht op het waterverkeer beperkt wordt door de Eendjesbrug, de Langebrug en de Antoniebrug;

 

dat de brugwachter beperkt zicht heeft op deze vaarwegen waardoor het moeilijk in te schatten is om scheepvaart een veilige doorvaart te geven bij een brugopening;

 

dat schepen beperkt zijn in hun mogelijkheden tot snel uitwijken en manoeuvreren;

 

dat daardoor de kans op aanvaringen op en rondom dit knooppunt van vaarwegen aanzienlijk is;

 

dat het daarom gewenst is om de samenkomst van het scheepvaartverkeer uit al die verschillende richtingen te beperken, en daarmee het overzicht op het scheepvaartverkeer te verbeteren om zodoende de veiligheid op het water te verhogen;

 

dat hiermee wordt beoogd om tegelijkertijd de noodzakelijke voorwaarden te realiseren om de betrokken vaarwegen blijvend in stand te houden;

 

dat hiermee de duurzame bruikbaarheid van de vaarwegen wordt gewaarborgd;

 

dat schade door het scheepvaartverkeer aan de oevers, de waterkeringen of werken gelegen in, of over vaarwegen wordt voorkomen of zoveel mogelijk wordt beperkt;

 

dat die noodzaak in de toekomst alleen maar groter zal worden gelet op de verwachting dat het toerisme in Haarlem ook de komende jaren zal blijven toenemen en daarmee ook de pleziervaart;

 

dat daarom op de Burgwal eenrichtingsverkeer wordt ingesteld waarbij het voor het scheepvaartverkeer wordt verboden om in zuidelijke richting over de Burgwal te varen, in de richting van het bovengenoemd kruispunt van vaarwegen;

 

dat daardoor het scheepvaartverkeer verplicht wordt om in plaats daarvan het Binnen Spaarne in zuidelijke richting te volgen;

 

dat voor dat scheepvaartverkeer in zuidelijke richting via het Binnen Spaarne de ‘omvaarfactor’ ca. 1,5 keer de af te leggen afstand via de Burgwal is;

 

dat de maatregel gerealiseerd kan worden door het plaatsen van het verkeersteken A1uit de bijlage 7 van het BPR aan de zijde van de noordelijke aansluiting van de Burgwal op het Binnen Spaarne;

 

dat het voor het scheepvaartverkeer met dit verkeersteken verboden wordt om de Burgwal vanaf het Binnen Spaarne:

 

  • -

    vanuit noordelijke richting in te varen,

  • -

    van noord naar zuid door te varen,

  • -

    in zuidelijke richting uit te varen;

dat deze verboden gebaseerd zijn op de verbodsbepaling van artikel 5.01 van het BPR;

 

dat met het onderhavige besluit wordt beoogd om de veiligheid van de gebruikers van de betrokken vaarwegen blijvend te waarborgen en tevens omstandigheden te scheppen die bevorderlijk zijn voor een ongestoorde, vlotte en gelijkmatige doorstroming van het scheepvaartverkeer op die vaarwegen, zowel van de pleziervaart als van de beroepsvaart;

 

dat gelet op de artikelen 5, 6 en 7 van de SVW en mede gelet op artikel 2, sub a van het BABS voor het plaatsen van het verkeersbord A1 van bijlage 7 van het BPR een verkeersbesluit is vereist;

 

dat gelet op artikel 3 van de SVW de verkeersmaatregel strekt tot het verzekeren van de veiligheid en het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer;

 

dat gelet op artikel 3 van de SVW de verkeersmaatregel voorts strekt tot het in stand houden van scheepvaartwegen en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

 

dat gelet op artikel 3 van de SVW het zoveel mogelijk verzekeren het vlotte verloop van het scheepvaartverkeer in het geding komt bij het treffen van deze verkeersmaatregel;

 

dat gelet op voorgaande overwegingen het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het scheepvaartverkeer van ondergeschikt belang wordt geacht;

 

dat gelet op artikel 6 van het BABS overleg is gevoerd met de gemandateerde van de politie;

 

dat de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregel.

 

Het besluit:

 

Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem besluit:

 

  • -

    op de vaarweg de Burgwal nabij de noordelijke aansluiting daarvan op het Binnen Spaarne, eenrichtingsverkeer in te stellen, met dien verstande dat het voor het scheepvaartverkeer verboden is om de vaarweg de Burgwal vanuit noordelijke richting in te varen.

Situatieschets:

 

 

Aldus vastgesteld op 9 februari 2021 te Haarlem

Namens het college van burgemeester en wethouders van Haarlem,

W. Stoeckart

Hoofd afdeling Bedrijven

 

Dit besluit treedt in werking na bekendmaking in de Staatscourant. Belanghebbenden kunnen binnen zes weken na publicatie van dit besluit in de Staatscourant bezwaar maken bij burgemeester en wethouders van Haarlem, Postbus 511, 2003 PB te Haarlem. Het bezwaarschrift moet de naam en het adres vermelden van degene die bezwaar maakt, zijn ondertekend en de datum vermelden waarop het is opgesteld. In het bezwaarschrift moet ook worden aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom het bezwaar wordt gemaakt. Door het indienen van het bezwaarschrift wordt dit besluit niet opgeschort. Bij een spoedeisend belang kan degene die een bezwaarschrift heeft ingediend een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, sector bestuursrecht, postbus 1621, 2003 BR te Haarlem. Bij het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening moeten griffierechten worden betaald.

Naar boven