Verordening afvalstoffenheffing Ommen 2022

De raad van de gemeente Ommen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 november 2021, zaaknummer 258110;

gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing Ommen 2022

(Verordening afvalstoffenheffing Ommen 2022).

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

 

  • 1.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    G.F.T.-afval: groente-, fruit- en tuinafval;

  • b.

    P.M.D.-afval: plastic verpakkingen, metalen verpakkingen en drankenkartons;

  • c.

    Restafval: huishoudelijk afval niet zijnde G.F.T.-afval en P.M.D.-afval;

  • d.

    Mini-container: de vanwege de gemeente uitgezette ophaalbakken, waaronder city-bins, onderverdeeld in de verschillende volumes;

  • e.

    Verzamelcontainer: de vanwege de gemeente geplaatste verzamelcontainers, die kunnen worden ontsloten door middel van chipkaarten;

  • f.

    Grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen die met enige regelmaat in een huidhouden vrij komen, doch die te groot en/of te zwaar zijn om op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de verzameldienst te worden aangeboden;

  • g.

    ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33, van de wet milieubeheer;

  • h.

    GBLT: het openbaar lichaam GBLT.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam afvalstoffenheffing wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33, van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22, van de Wet milieubeheer een verplichting tot het in zamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

  • 3.

    De afvalstoffenheffing bestaat uit:

    • a.

      een vast bedrag per jaar;

    • b.

      vermeerderd met een gedifferentieerd bedrag per keer dat afvalstoffen ter inzameling worden aangeboden.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel wordt geheven bij de wege van aanslag, met dien verstande dat voor de belasting in hoofdstuk 2 van de tarieventabel geldt dat per belastbaar feit een afzonderlijke aanslag kan worden opgelegd.

  • 2.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel wordt geheven door middel van een mondelinge dan wel een schriftelijke gedagtekende kennisgeving. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 en 2 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel driehonderd vijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle etmalen overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing van de belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel voor zoveel driehonderd vijfenzestigste gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog etmalen dagen overblijven, tenzij het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.

  • 4.

    Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

  • 5.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel is verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening.

  • 6.

    Indien de belastingplicht eindigt na dagtekening van het aanslagbiljet, kan de belastingplichtige een aanvraag tot ontheffing indienen bij de ambtenaar belast met de heffing.

Artikel 8 Aanslaggrens

  • 1.

    De belasting wordt niet geheven, indien het totale belastingbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, minder dan € 1,00 bedraagt.

  • 2.

    Voor toepassing van het eerste lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen als één aanslag aangemerkt.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, lid 1, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen, zoals bedoeld in hoofdstuk 1 en 2 van de tarieventabel, dan wel op één aanslagbiljet verenigde aanslagen worden betaald in één termijn, die vervalt twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van lid 1 van dit artikel worden belastingaanslagen waarvoor de belastingschuldige een machtiging heeft afgegeven om deze af te schrijven door middel van automatische incasso, betaald in tien maandelijkse termijnen. Als de dagtekening van het aanslagbiljet is gelegen voor of op de 15de van een kalendermaand, vervalt de eerste incassotermijn nog in diezelfde kalendermaand. In alle andere gevallen vervalt de eerste incassotermijn aan het einde van de kalendermaand volgend op de kalendermaand waarin de dagtekening van het aanslagbiljet is gelegen.

  • 3.

    Indien het totaal te betalen bedrag zoals vermeld op het aanslagbiljet € 10,00 of minder bedraagt, wordt dit bedrag in afwijking van lid 2 van dit artikel in één termijn afgeschreven twee maanden na dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 4.

    De belasting bedoeld in hoofdstuk 3 van de tarieventabel:

    • a.

      Mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      Schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel ingeval toezending daarvan binnen veertien dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 5.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in dit artikel gestelde termijnen.

Artikel 10 Kwijtschelding

  • 1.

    Voor de invordering van de belasting als bedoeld in hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2 van de tarieventabel, kan kwijtschelding worden verleend. Voor de resterende belastingen wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Tegemoetkoming

1. Indien de belastingplichtige of personen die behoren tot zijn huishouden, extra afvalstoffen moeten aanbieden als gevolg van medische omstandigheden (incontinentiemateriaal en stomamateriaal) kan hiervoor per huishouden één verzoek tot tegemoetkoming in de kosten van de afvalstoffenheffing worden aangevraagd. Het verzoek moet samen met een bewijsdocument worden ingediend bij de heffingsambtenaar van GBLT. Uit het bewijsdocument moet blijken dat er als gevolg van medische omstandigheden substantieel meer afvalstoffen ontstaan door de medische hulpmiddelen. 

 

  • 2.

    Indien wordt voldaan aan de criteria genoemd in het tweede lid van dit artikel, wordt de grondslag van de afvalstoffenheffing bedoeld in hoofdstuk 2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel verminderd met:

    • a.

      Indien er belasting is verschuldigde op grond van hoofdstuk 2.1.1 van de bij deze verordening behorende tarieventabel: de helft van het aantal aanbiedingen met een maximum van 6 aanbiedingen per belastingjaar;

    • b.

      Indien er belasting is verschuldigde op grond van hoofdstuk 2.1.2 van de bij deze verordening behorende tarieventabel: de helft van het aantal aanbiedingen met een maximum van 10 aanbiedingen per belastingjaar;

    • c.

      Indien er belasting is verschuldigde op grond van hoofdstuk 2.1.3 van de bij deze verordening behorende tarieventabel: de helft van het aantal aanbiedingen met een maximum van 36 aanbiedingen per belastingjaar.

  • 3.

    Het aantal aanbiedingen, genoemd in het derde lid van dit artikel, waarmee de grondslag van de afvalstoffenheffing wordt verminderd, wordt in voorkomende gevallen naar boven afgerond op een geheel getal.

Artikel 12 Nadere regels

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 13 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening afvalstoffenheffing 2021’ van 26 november 2020 wordt ingetrokken met ingang van het in het derde lid bedoelde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 4.

    De verordening wordt aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing 2022’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Ommen d.d. 25 november 2021.

 

De raad voornoemd,

 

De griffier, De voorzitter,

R. Tenkink, mr. drs. J.M. Vroomen

Bijlage Tarieventabel bij de verordening afvalstoffenheffing 2022

Hoofdstuk 1

Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

 

1.1

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

€ 172,00

 

 

 

Hoofstuk 2

Afvalstoffenheffing, gedifferentieerde tarieven

 

2.1

De belasting bedraagt per lediging van:

 

2.1.1

een mini-container van 240 liter voor restafval

€ 10,60

2.1.2

een mini-container van 140 liter voor restafval

€ 6,50

2.1.3

de belasting bedraagt voor het gebruik van een (ondergrondse)

verzamelcontainer tot maximaal 40 liter restafval, per aanbieding

€ 1,80

 

 

 

Hoofstuk 3

Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing

 

3.1

Onverminderd het bepaalde in de hoofdstukken 1 en 2 van deze

tarieventabel bedraagt de belasting voor het op aanvraag inzamelen

van grof huishoudelijk afval

 

3.1.1

In geval van grof huishoudelijk afval gebracht wordt naar locatie Bovenvenveld

het daarvoor geldende poorttarief

€ 25,00

3.1.2

In geval het grof huishoudelijk afval gehaald wordt door de ROVA tot 1 m3

€ 40,00

 

 

 

Gewaarmerkt door de griffier van de gemeente Ommen

Als behorende bij het raadsbesluit van 25 november 2021

De griffier van de gemeente Ommen,

R. Tenkink

 

Naar boven