Gemeenteblad van Vijfheerenlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vijfheerenlanden | Gemeenteblad 2021, 466017 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vijfheerenlanden | Gemeenteblad 2021, 466017 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening Jeugdhulp Gemeente Vijfheerenlanden 2022
1.1.1 Wij vinden het belangrijk dat:
Jeugdigen gezond en veilig opgroeien en dat zij groeien naar zelfstandigheid, voldoende zelfredzaam zijn en naar vermogen in de maatschappij mee kunnen doen.
1.1.2 Het is de taak van de gemeente om de inwoners (in het vervolg de jeugdige en de ouder genoemd) met een woonplaats in de gemeente Vijfheerenlanden , daarbij te helpen
De wetgever heeft wetten gemaakt om dit te bereiken. Het gaat om de:
Deze wetten vormen de basis voor deze verordening. De regels in deze verordening vullen de wettelijke regels aan. Het zijn regels op hoofdlijnen die de gemeenteraad heeft vastgesteld. Soms zijn er nog extra regels nodig waarin bepaalde zaken worden uitgewerkt. Daarvoor stelt de gemeente dan beleid en/of nadere regels vast.
Waar in deze verordening ‘Gemeentewet’ als grondslag wordt genoemd, wordt de algemene regelingsbevoegdheid van de gemeenteraad bedoeld die het mogelijk maakt om aanvullende regels over bepaalde onderwerpen te maken. Bij een aantal artikelen wordt ook de Algemene wet bestuursrecht (Awb) genoemd. Deze wet bevat bepalingen over onder andere de aanvraag, beslistermijnen, bezwaar en klachten.
We spreken in deze verordening steeds over de jeugdige en de ouder. Als een jeugdige de leeftijd van 12 jaar nog niet heeft bereikt, wordt ook de ouder dan wel verzorger bedoeld. De jeugdige wordt dan zo veel als mogelijk betrokken.
Bij jeugdigen in de leeftijd van 12 tot 16 jaar bedoelen we ook de ouder, waarbij de jeugdige ook om instemming en ondertekening van het actieplan wordt gevraagd.
Als de jeugdige de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt, wordt enkel de jeugdige bedoeld. Met toestemming van de jeugdige kan de ouder of verzorger worden betrokken.
Daar waar de ouder wordt genoemd wordt ook de verantwoordelijke verzorger bedoeld.
Bij het toepassen van de regels uit deze verordening houdt de gemeente rekening met de doelen zoals vastgelegd in de Jeugdwet en deze verordening (artikel 1.1.1). De gemeente zorgt ervoor dat het resultaat van een besluit recht doet aan die doelen. De gemeente gaat daarbij uit van de volgende kernwaarden:
Per hoofdstuk wordt aangegeven welke kernwaarden de basis van de regels vormen.
De begrippen die in deze verordening worden gebruikt, worden toegelicht in hoofdstuk 8.
Hoofdstuk 2: Hulpvraag, aanmelding en toegang
Dit hoofdstuk gaat over de manier waarop een jeugdige en de ouder aan de gemeente hulp kunnen vragen. Deze hulpvraag kan gaan over gezond en veilig opgroeien, het groeien naar zelfstandigheid, voldoende zelfredzaam zijn en naar vermogen in de maatschappij mee kunnen doen (verder genoemd: gezond en veilig opgroeien). Beschreven wordt hoe een jeugdige en de ouder een hulpvraag kunnen stellen. Daarnaast beschrijft dit hoofdstuk de toegang tot (jeugd)hulp en welke basisprincipes leidend zijn bij het bieden van maatwerk.
Uitgangspunt is dat alle hulpvragen die de jeugdige en de ouder en de personen uit het (sociaal) netwerk hebben, in gesprek met een medewerker van het Sociaal Team kunnen worden gesteld. Dit noemen we een integrale intake. Op basis van de vraagstelling wordt samen met de jeugdige, zijn ouder en het sociaal netwerk de verdere procedure bepaald. We werken op basis van het principe “één gezin, één plan, één regisseur”.
Brieven en berichten kunnen op verzoek van de inwoner ook via elektronische weg worden verzonden of ontvangen.
2.1 Stap 1: Aanmelding bij de gemeente
De jeugdige en de ouder die hulp nodig hebben, kunnen contact opnemen met de gemeente. De jeugdige en de ouder kunnen dit op de volgende manieren doen:
Als de vraag van de jeugdige en de ouder niet onder één van de regelingen van de gemeente valt, dan verwijst de gemeente de jeugdige en de ouder meteen naar de juiste instantie. In dat geval leidt dit niet tot een aanmelding bij de gemeente. De gemeente kan dit contact registreren voor zover dit van belang is voor het dossier.
Als een hulpvraag mogelijk leidt tot de inzet van hulp vanuit de gemeente, dan registreert de gemeente de hulpvraag als een aanmelding. Het doel van de aanmelding is om de hulpvraag van de jeugdige en de ouder in behandeling te kunnen nemen. De gemeente bevestigt de aanmelding binnen drie (3) werkdagen per brief aan de jeugdige en de ouder. Deze bevestiging kan per e-mail worden verzonden als de jeugdige of de ouder hebben aangegeven via e-mail bereikbaar te zijn.
2.2 Stap 2: Gesprek na de aanmelding
2.2.1 Uitnodiging voor een gesprek
Een jeugdige of zijn ouder die zich heeft aangemeld bij de gemeente, krijgt binnen twee (2) weken een uitnodiging voor een gesprek met een medewerker van het Sociaal Team van de gemeente. In die uitnodiging maakt de gemeente duidelijk waar en wanneer het gesprek plaatsvindt en waarover het gesprek zal gaan. Ook geeft de gemeente informatie over de mogelijkheid om:
Het door de jeugdige en de ouder opgestelde plan wordt ook wel een familiegroepsplan genoemd.
De gemeente verzamelt alle gegevens over de situatie van de jeugdige en de ouder die nodig zijn voor het gesprek. Als het gaat om gegevens die de gemeente niet zelf kan inzien, dan vraagt de gemeente aan de jeugdige en de ouder om die gegevens aan te leveren. Bij de uitnodiging voor het gesprek of tijdens het onderzoek wordt duidelijk gemaakt welke gegevens dat zijn en binnen welke termijn die door de jeugdige en de ouder moeten worden aangeleverd bij de gemeente.
2.2.3 Doel en procedure gesprek
Het doel van het gesprek is om een goed beeld te krijgen van het resultaat dat de jeugdige en de ouder willen bereiken en van de persoonlijke situatie. Het gesprek kan in meerdere delen (meerdere gesprekken) plaatsvinden.
Het gesprek vindt zo snel mogelijk plaats en uiterlijk binnen zes (6) weken na de aanmelding. Als door de jeugdige en de ouder een familiegroepsplan is gemaakt, dan betrekt de medewerker van het Sociaal Team dit bij het gesprek.
2.3.2 Aanvraag voor een individuele voorziening
De gemeente kan een individuele voorziening weigeren als de jeugdige en de ouder de hulpvraag hadden kunnen voorzien en kunnen voorkomen. Maar als die weigering betekent dat de jeugdige en de ouder grote problemen zullen krijgen (onevenredig nadeel ervaart), dan kan de gemeente een individuele voorziening toekennen.
De gemeente zorgt ervoor dat de medewerker van het Sociaal Team die een aanmelding of aanvraag behandelt, de deskundigheid heeft die nodig is om deze aanmelding of aanvraag goed te kunnen behandelen. Als de medewerker van het Sociaal Team die deskundigheid niet heeft, zorgt de gemeente ervoor dat een externe deskundige een advies uitbrengt. Dit advies (deskundig oordeel) betrekt de gemeente bij de beoordeling van de aanvraag.
Om te bepalen of de gemeente hulp verleent, volgt de gemeente de volgende stappen:
Stap 1: De gemeente stelt eerst vast wat de hulpvraag van de jeugdige en de ouder is.
Stap 2: De gemeente stelt hierna vast welke problemen, beperkingen en stoornissen er precies zijn.
Stap 3: De gemeente bepaalt welke hulp nodig is en hoe veel.
Stap 4: De gemeente onderzoekt wat de jeugdige en de ouder zelf kunnen doen om het probleem op te lossen (eigen kracht), hulp van anderen uit het (sociaal) netwerk en van andere voorzieningen of organisaties in het voorliggend veld.
Stap 5: De gemeente bepaalt welke aanvullende hulp nodig is om het probleem op te lossen en het gewenste resultaat te bereiken.
De beslistermijn kan schriftelijk of per email worden opgeschoven als de jeugdige en de ouder niet voldoende gegevens hebben verstrekt of als de gemeente de aanvraag niet binnen de termijn kan behandelen. Als de gemeente een besluit niet binnen de vastgestelde termijn kan nemen, dan noemt de gemeente een nieuwe termijn waarbinnen het besluit alsnog zal worden genomen.
De gemeente stelt naar aanleiding van de aanvraag een besluit per brief vast en stuurt deze brief naar de jeugdige en de ouder. Het doel van dit besluit is dat de jeugdige en de ouder te weten komen of er wel of geen individuele voorziening wordt afgegeven. Het actieplan maakt onderdeel uit van het besluit.
Het recht op een individuele voorziening vervalt als de jeugdige en/of ouder niet binnen zes maanden na het besluit beginnen met het gebruikmaken of inkopen van de hulp, tenzij dit de jeugdige en de ouder niet te verwijten valt. Deze voorwaarde wordt ook in het besluit opgenomen.
Hoofdstuk 3: Gezond en veilig opgroeien
Jeugdigen in Nederland moeten zo gezond en veilig mogelijk kunnen opgroeien. Deze verantwoordelijkheid ligt allereerst bij de ouder(s) en het netwerk van de jeugdige zelf. Als zij daarbij hulp nodig hebben, dan kunnen zij een beroep doen op ondersteuning door de gemeente. Deze hulp wordt zo vroeg mogelijk aangeboden, om het beroep op dure, gespecialiseerde hulp te verminderen.
De gemeente zorgt ervoor dat jeugdigen zoveel mogelijk gezond, kansrijk en veilig kunnen opgroeien. Om dat te bereiken helpt de gemeente alle jeugdigen, hun ouders en hun (sociaal) netwerk met:
Deze hulp is vrij toegankelijk. De jeugdige en de ouder hebben hiervoor geen verwijzing van een huisarts, een medisch specialist of een jeugdarts nodig, en ook geen besluit van de gemeente.
De gemeente biedt als algemene voorziening: hulp geleverd door de medewerkers van het Sociaal Team en/of lokaal georganiseerde niet vrij toegankelijke hulp. Deze voorziening kan aan de jeugdige en de ouder worden verleend nadat een actieplan is opgesteld zoals genoemd in artikel 2.2.5 van deze verordening en dit door de jeugdige en de ouder voor akkoord is ondertekend.
3.5 Afstemming met andere vormen van hulp
De gemeente zorgt ervoor dat de hulp aansluit bij andere vormen van hulp die aan de jeugdige en de ouder wordt gegeven. Om dat te bereiken maakt de gemeente afspraken met hulpverleners, instellingen, zorgverzekeraars en andere personen of organisaties. Die afspraken gaan over:
Hoofdstuk 4: De vorm van de individuele voorziening
De individuele voorziening die de gemeente geeft is in principe een vorm van hulp, zorg of ondersteuning (verder hulp genoemd) ‘in natura’. Daarnaast kan de hulp ingezet worden met een persoonsgebonden budget (pgb). De gemeente legt de vorm van de individuele voorziening vast in de beschikking.
In dit hoofdstuk is geregeld op welke manier de gemeente de individuele voorziening geeft.
De jeugdige die hulp van de gemeente krijgt, ontvangt deze hulp in natura, tenzij in de Jeugdwet of in deze verordening anders is bepaald. De hulp in natura wordt door zorgaanbieders c.q. organisaties verleend die hiervoor een contract hebben met de gemeente.
In plaats van hulp in natura kunnen de jeugdige en de ouder een persoonsgebonden budget (verder: pgb) krijgen om de hulp zelf in te kopen. Hierbij moet worden voldaan aan de voorwaarden die de Jeugdwet hieraan stel en die in deze paragraaf genoemd worden.
Om in aanmerking te komen voor een pgb dienen de jeugdige en de ouder een gemotiveerde aanvraag in als onderdeel van het actieplan De jeugdige en de ouder maken dit tijdens het onderzoek kenbaar. De jeugdige en de ouder maken hiervoor dan gebruik van het door de gemeente beschikbaar gestelde begrotingsplan. In het begrotingsplan dienen de jeugdige en de ouder in ieder geval in te gaan op de volgende onderwerpen:
4.2.2 Pgb voor hulp uit het (sociaal) netwerk
De hoogte van het pgb wordt bepaald op basis van het laagst toepasselijk tarief wanneer deze voorziening in natura (zin) zou zijn verstrekt, of het door de gemeente vast te stellen tarief. Hiervoor gelden de volgende maximum percentages of tarieven:
Een in nadere regels vast te stellen tarief per uur als de hulp geleverd wordt door een persoon uit het sociaal netwerk. Dit bedrag is niet lager dan het minimum uurloon inclusief vakantietoeslag, zoals bedoeld in de Wet Minimumloon en minimumvakantiebijslag voor een persoon van 22 jaar of ouder met een 36-urige werkweek.
Als de jeugdige of zijn ouder hulp wil inzetten van een niet gecontracteerde zorgaanbieder of zzp-er, welke hogere kosten per eenheid in rekening brengt dan de maximaal vastgestelde pgb tarieven conform lid 2 van dit artikel, dan wordt het pgb slechts verleend als de jeugdige of zijn ouder aangeeft deze extra kosten voor eigen rekening te nemen. Dit wordt vastgelegd in het actieplan.
Hoofdstuk 5. Afspraken tussen jeugdige en de ouder en gemeente
Dit hoofdstuk gaat over de manier waarop de gemeente, de jeugdige en de ouder met elkaar omgaan. Het gaat over de manier waarop de gemeente zich moet gedragen en wat er van de jeugdige en de ouder wordt verwacht. Als de jeugdige en de ouder rechten hebben, dan staan daar vaak plichten tegenover. Houden de jeugdige en de ouder daar onvoldoende rekening mee, dan kan de gemeente de voorziening beëindigen, terugvorderen of verlagen.
5.1 Rol van de gemeente en de jeugdige en de ouder
De gemeente zoekt samen met de jeugdige, de ouder en het (sociaal) netwerk naar een oplossing voor zijn hulpvraag. Gemeente, de jeugdige en de ouder gaan daarbij op een gelijkwaardige manier met elkaar om. De gemeente zorgt voor het volgende:
De jeugdige en de ouder hebben, om hun probleem te bespreken, altijd recht op een gesprek met een medewerker van het Sociaal Team. Dat gesprek kan op het gemeentehuis, thuis bij de jeugdige en de ouder of ergens anders plaatsvinden. Er kan beargumenteerd gekozen worden voor het telefonisch voeren van het gesprek.
5.1.2 De rol van de jeugdige en de ouder
5.2 Weigeren, herzien, beëindigen en terugvordering
De gemeente kan een voorziening weigeren als de jeugdige of zijn ouder onvoldoende meewerken aan de voorwaarden genoemd in deze verordening.
5.2.2 Beëindiging of herzien voorziening
5.2.3 Terugvordering voorziening
De gemeente kan de voorziening of de waarde daarvan van de jeugdige en de ouder terugvorderen. Dat kan vanaf het moment waarop is voldaan aan één of meer van de redenen voor beëindiging die genoemd worden in artikel 5.2.2.
De gemeente doet onderzoek naar de rechtmatigheid van de individuele voorziening en kan daarvoor onder meer gebruik maken van huisbezoeken, risicoprofielen en bestandsvergelijkingen en de signalen die daaruit voortkomen. De gemeente kan daarnaast overige signalen en tips die relevant zijn voor de aanspraak op een individuele voorziening onderzoeken.
De gemeente kan een materiële controle en fraudeonderzoek doen bij zorgaanbieders die werken onder een contract van de gemeente of met een contract welke is aangegaan door een jeugdige of zijn ouder voor de uitvoering van een pgb om te bepalen of de door de zorgaanbieder in rekening gebrachte prestatie is geleverd.
De gemeente stelt voor onderzoeksmethoden die vaak worden toegepast protocollen op. Het gaat in ieder geval om protocollen voor de inzet van huisbezoeken. De protocollen moeten ervoor zorgen dat er geen ongeoorloofde inbreuk op het privé-leven van inwoners plaatsvindt. De gemeente maakt de protocollen openbaar bekend.
Hoofdstuk 6: Kwaliteit en aanbesteding
De voorzieningen die de gemeente levert, moeten van goede kwaliteit zijn. De voorzieningen moeten aansluiten bij de behoefte van de jeugdige en de ouder. De gemeente moet zich bij de inkoop van de voorzieningen aan bepaalde regels houden. Dit hoofdstuk gaat over de kwaliteit, de inkoop en de aanbesteding van voorzieningen.
6.3 Kwaliteitseisen formele hulp met pgb
6.3.1 Niet gecontracteerde zorgaanbieder
De kwaliteit van de met de pgb ingekochte hulp van een professionele zorgaanbieder zonder een contract met de gemeente voldoet minimaal aan de eisen die de gemeente stelt aan de gecontracteerde zorgaanbieders die vergelijkbare hulp leveren.
De kwaliteit van de met de pgb ingekochte hulp van een zzp-er voldoet minimaal aan de onderstaande eisen die de gemeente stelt aan de gecontracteerde zorgaanbieders die vergelijkbare ondersteuning leveren:
de zzp-er is geregistreerd in het BIG-register of bij SKJ (of voert de hulp uit onder verantwoordelijkheid van een geregistreerde professional) of beschikt (nog niet) over alle benodigde certificaten maar de medeweker van het Sociaal Team is van mening dat de beoogde hulpverlener wel de passende hulp kan bieden;
Hoofdstuk 7: Van oud naar nieuw
In dit hoofdstuk zijn de laatste bepalingen opgenomen. Hier wordt geregeld welke verordeningen vervangen worden door deze verordening en wanneer deze verordening ingaat. Hier is ook opgenomen dat de gemeente bepalingen uit deze verordening kan uitwerken of verder invullen, dat met regelmaat beoordeeld wordt of de verordening nog goed werkt, wat de officiële naam is van deze verordening en dat de gemeente van deze verordening kan afwijken als dit echt nodig is.
De gemeente onderzoekt met enige regelmaat of de verordening voldoende bijdraagt aan de doelen die de gemeente wil bereiken. Om dat te kunnen nagaan verzamelt de gemeente systematisch informatie over alles wat van belang is om tot een goede evaluatie te komen. De gemeente houdt zich daarbij aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).
De gemeente kan nadere regels vaststellen over de toegang, de kwaliteit de verstrekking, de hoogte, de vorm en de terugvordering van voorzieningen die op grond van deze verordening zijn verleend. Met de nadere regels worden bepaalde regels van de verordening verder uitgewerkt. De nadere regels worden begrensd door de wet.
7.3 Afwijken van de verordening (hardheidsclausule)
De gemeente kan afwijken van een bepaling uit deze verordening als toepassing van die bepaling een onredelijke uitkomst heeft voor de jeugdige en de ouder of voor een ander die direct bij het besluit betrokken is. Een uitkomst is in ieder geval onredelijk als de doelen van de in 1.1 genoemde wetten of de doelen van deze verordening door het toepassen van de regels juist niet worden gehaald.
7.4 Intrekken oude verordening
De Verordening Jeugdhulp gemeente Vijfheerenlanden 2020 wordt ingetrokken op de datum dat deze verordening in werking treedt.
Voor de voorziening die op grond van de ingetrokken verordening in de vorm van een pgb is verleend, en waarvoor op grond van deze verordening een lager tarief geldt, blijft het tarief van de oude verordening van kracht gedurende een periode van maximaal 3 maanden. Deze periode van 3 maanden vangt aan met ingang van de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin het nieuwe besluit over de voorziening is genomen.
In deze verordening worden allerlei begrippen gebruikt. Deze begrippen hebben dezelfde betekenis als in de wetten waarop deze verordening is gebaseerd. Waarom deze begrippenlijst?
Actieplan: is een weergave van het onderzoek en is opgesteld door een medewerker van het Sociaal Team samen met de jeugdige en de ouder. Dit plan kan leiden tot een aanvraag van een individuele voorziening.
Algemene voorziening: de voorzieningen, als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid van deze verordening, waarvoor geen besluit door de gemeente wordt afgegeven.
Andere voorziening: voorzieningen, anders dan voorzieningen in het kader van de Jeugdwet. Het kan hierbij gaan om voorzieningen op het gebied van welzijn, zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning of werk en inkomen.
Begrotingsplan: een plan van aanpak dat de jeugdige en de ouder opstellen over de hulp die zij nodig hebben en die zij met het pgb willen inkopen. In het plan geven de jeugdige en de ouder onder andere aan welke hulpverlener op welke manier en op welke momenten de noodzakelijke hulp gaat geven en hoe de kwaliteit en de continuïteit van die hulp wordt gewaarborgd.
Beschikking: een brief waarin het besluit van de gemeente staat beschreven over de voorziening.
Eenheid: een afgebakende tijdsperiode vastgesteld per soort zorg; eenheden die worden onderscheiden zijn uur, dagdeel (4 uur) en etmaal (24 uur).
Familiegroepsplan: hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouders, samen met bloedverwanten, aanverwanten of anderen die tot de sociale omgeving van de jeugdige behoren.
Gemeente: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vijfheerenlanden.
Hulpvraag: de behoefte aan ondersteuning die de jeugdige en de ouder bij de aanmelding hebben.
Individuele voorziening: een op de jeugdige of zijn ouder toegesneden niet vrij toegankelijke voorziening als bedoeld in artikel 3.3, tweede lid van deze verordening, waarvoor de gemeente een beschikking afgeeft.
ondersteuning van en hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, opvoedingsproblemen van de ouders of adoptiegerelateerde problemen;
het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van jeugdigen met een somatische, verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem en die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt, en
het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jeugdigen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking, die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt,
met dien verstande dat de leeftijdgrens van achttien jaar niet geldt voor jeugdhulp in het kader van jeugdstrafrecht.
Jeugdige: een kind en jongere tot 18 jaar, en de jongvolwassene van 18 tot 23 jaar die al jeugdhulp ontving voordat deze 18 jaar was en die deze hulp vanaf het 18e jaar nog nodig heeft.
Medewerker Sociaal Team: de persoon die namens het college van burgemeester en wethouders optreedt.
Netwerk: betrokkenen rondom de jeugdige en de ouder.
Onafhankelijke Cliëntondersteuning: hulp aan een jeugdige en de ouder door een onafhankelijke professional die informatie, advies en algemene ondersteuning biedt.
Ouder: de gezaghebbende ouder, adoptiefouder, stiefouder of een ander die een jeugdige als behorend tot zijn of haar gezin verzorgt en opvoedt, niet zijnde een pleegouder.
Persoonlijke situatie: alle omstandigheden, mogelijkheden en persoonskenmerken van de jeugdige en de ouder die van belang zijn, inclusief de behoefte van de jeugdige en de ouder en de godsdienstige en levensbeschouwelijke overtuiging.
Perspectiefplan: plan opgesteld, bij voorkeur door de zorgaanbieder, om jeugdigen goed voor te bereiden op het meerderjarig worden. Samen met de jeugdige wordt ruim op tijd aan een toekomstplan, het perspectiefplan, gewerkt. Dit plan gaat naast zorgcontinuïteit in op de vijf pijlers van volwassenheid: Support, Wonen, School & Werk, Inkomen en Welzijn
Pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet, zijnde een door de gemeente verstrekt budget aan een jeugdige om zelf een individuele voorziening in te kopen.
Pgb-beheerder: degene die namens de jeugdige en/of de ouder het pgb beheert.
Sociaal team: een op gebiedsniveau georganiseerd, multidisciplinair team dat de hulp-/ondersteuningsvraag voor inwoners als algemene voorziening afhandelt en indien nodig doorverwijst naar niet-vrij toegankelijke jeugdhulp.
Voorziening: de hulp, zorg of ondersteuning.
Als de jeugdige niet thuis verblijft, omdat hij/zij voor het verkrijgen van jeugdhulp op een andere plek intern moet verblijven (bijvoorbeeld: een jeugdzorginstelling of pleegzorg), dan wordt de plaats waar de jeugdige volgens De Basisregistratie Personen onmiddellijk voorafgaand aan deze andere plek stond ingeschreven, aangemerkt als het woonadres van de jeugdige.
Als op de bovengenoemde manier niet het woonadres van de jeugdige kan worden vastgesteld, dan geldt als woonplaats van de jeugdige, de gemeente waar de moeder van de jeugdige ten tijden van zijn/haar geboorte als ingezetene stond inschreven in de Basisregistratie personen of het briefadres van de moeder ten tijden van de geboorte van de jeugdige.
Zorgaanbieder: de aanbieder die door de gemeente is gecontracteerd voor het bieden van een individuele voorziening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-466017.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.