Vrijlating van giften niet-uitkeringsgerechtigden

Het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer heeft op 14 december 2021 besloten:

  • 1.

    Artikel 7 van de Beleidsregels bijzondere bijstand Participatiewet Zoetermeer 2016 aan te passen, door, onder vernummering van de overige leden, een nieuw lid 2 toe te voegen dat luidt:

     

    Indien een aanvraag nog te maken kosten betreft, wordt bij de vaststelling van het draagkrachtinkomen uitgegaan van het inkomen gedurende het jaar, beginnend op de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is ingediend.

 

Oud

Nieuw

Artikel 7 Vaststelling van het inkomen en de draagkracht

 

  • 1.

    Vrijlating van middelen, bedoeld in artikel 31, tweede lid, van de wet, is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    De verhoging van het kindgebonden budget voor de alleenstaande ouder (alo-kop) wordt niet in aanmerking genomen als draagkracht.

  • 3.

    Het deel van een particuliere oudedagsvoorziening, zoals bedoeld in artikel 33,vijfde lid, van de wet, wordt niet tot het inkomen gerekend.

  • 4.

    Bij de vaststelling van het draagkrachtinkomen wordt uitgegaan van het inkomen gedurende het jaar, beginnend op de eerste dag van de maand waarin de factuur is opgesteld.

  • 5.

    Indien een aanvraag nog te maken kosten betreft, wordt bij de vaststelling van het draagkrachtinkomen uitgegaan van het inkomen gedurende het jaar, beginnend op de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is ingediend.

Artikel 7 Vaststelling van het inkomen en de draagkracht

 

  • 1.

    Vrijlating van middelen, bedoeld in artikel 31, tweede lid, van de wet, is van overeenkomstige toepassing.

  • 2.

    Op de vrijlating van giften zijn de artikelen 1 tot en met 5 van de Beleidsregels Vrijlating Giften Participatiewet Zoetermeer 2021 van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    De verhoging van het kindgebonden budget voor de alleenstaande ouder (alo-kop) wordt niet in aanmerking genomen als draagkracht.

  • 4.

    Het deel van een particuliere oudedagsvoorziening, zoals bedoeld in artikel 33,vijfde lid, van de wet, wordt niet tot het inkomen gerekend.

  • 5.

    Bij de vaststelling van het draagkrachtinkomen wordt uitgegaan van het inkomen gedurende het jaar, beginnend op de eerste dag van de maand waarin de factuur is opgesteld.

  • 6.

    Indien een aanvraag nog te maken kosten betreft, wordt bij de vaststelling van het draagkrachtinkomen uitgegaan van het inkomen gedurende het jaar, beginnend op de eerste dag van de maand waarin de aanvraag is ingediend.

 

  • 2.

    De toelichting op artikel 7 van de beleidsregels bijzondere bijstand aan te passen, door toevoeging van de tekst:

     

    In navolging van de Beleidsregels Vrijlating Giften Participatiewet Zoetermeer is geregeld dat ook voor niet-uitkeringsgerechtigden, die bijzondere bijstand aanvragen, een vrijlating van giften met een waarde van (in totaal) € 1.200 per kalenderjaar geldt. Hiertoe zijn de artikelen 1 tot en met 5 van de Beleidsregels Vrijlating Giften Participatiewet Zoetermeer 2021 van overeenkomstige toepassing verklaard.

Naar boven