Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke verordening Wijchen

De raad van de gemeente Wijchen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 november 2021, iBabs nummer 3088;

gelet op artikel 147 en 149 Gemeentewet

besluit

 

vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening.

Artikel I Wijziging verordening

De Algemene plaatselijke verordening (Apv) wordt gewijzigd als volgt:

 

(In de ‘bestaande tekst’ zijn de woorden en leestekens waaraan iets verandert, cursief gezet. In de ‘nieuwe tekst’ zijn de nieuwe woorden en leestekens vet gedrukt.)

 

  • A.

    Artikel 2:10 (Voorwerpen op of aan een openbare plaats), zesde lid onder d wordt gewijzigd als volgt:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    d. situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, of de Omgevingsverordening Gelderland.

    d. situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren gemeente Wijchen 2019, of de Omgevingsverordening Gelderland.

  • B.

    Artikel 2:11 ((Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg), vierde lid wordt gewijzigd als volgt:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    4. Het verbod is voorts niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wegenwet, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Waterschapskeur, de Omgevingsverordening Gelderland, de Telecommunicatiewet of de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren gemeente Wijchen.

    4. Het verbod is voorts niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wegenwet, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Waterschapskeur, de Omgevingsverordening Gelderland, de Telecommunicatiewet of de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren gemeente Wijchen 2019.

  • C.

    Artikel 2:24 (Definities), eerste lid onder d wordt gewijzigd als volgt:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    d. het in een inrichting in de zin van de Drank- en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;

    d. het in een inrichting in de zin van de Alcoholwet gelegenheid geven tot dansen;

  • D.

    Artikel 2:26 (Ordeverstoring) wordt gewijzigd als volgt:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    Artikel 2:26 Ordeverstoring

    Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.

    Artikel 2:26 Ordeverstoring

    1. Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren.

    2. Het is verboden bij een evenement zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een doel of werkzaamheid in strijd met de openbare orde.

    3. Het verbod in het tweede lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

  • E.

    Artikel 2:28 (Exploitatie openbare inrichting), vijfde lid wordt gewijzigd als volgt:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    5. Geen vergunning is vereist voor openbare inrichtingen die horecabedrijf zijn als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet, als zich in de afgelopen zes maanden geen incidenten gepaard gaande met geweld, overlast op straat of drugsgebruik en -handel hebben voorgedaan in of bij de inrichting.

    5. Geen vergunning is vereist voor openbare inrichtingen die horecabedrijf zijn als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet, als zich in de afgelopen zes maanden geen incidenten gepaard gaande met geweld, overlast op straat of drugsgebruik en -handel hebben voorgedaan in of bij de inrichting.

  • F.

    Artikel 2:29 (Sluitingstijd), tweede lid wordt gewijzigd als volgt:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid zijn terrassen gedurende de maanden juni, juli en augustus gesloten tussen 01.00 uur en 9.00 uur en gedurende de overige maanden gesloten tussen 24.00 uur en 9.00 uur.

    2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid zijn terrassen gedurende de maanden mei, juni, juli, augustus en september gesloten tussen 01.00 uur en 9.00 uur en gedurende de overige maanden gesloten tussen 24.00 uur en 9.00 uur.

  • G.

    Titel Afdeling 5 wordt gewijzigd als volgt:

     

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    Afdeling 5.

    Regulering paracommerciële rechtspersonen en overige aangelegenheden uit de Drank- en Horecawet

    Afdeling 5.

    Regulering paracommerciële rechtspersonen en overige aangelegenheden uit de Alcoholwet

  • H.

    Artikel 2:34a (Definities), eerste lid wordt gewijzigd als volgt:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    1. In deze afdeling wordt verstaan onder:

    - alcoholhoudende drank;

    - horecabedrijf;

    - horecalokaliteit;

    - inrichting;

    - paracommerciële rechtspersoon;

    - sterke drank;

    - slijtersbedrijf;

    - zwak-alcoholhoudende drank;

    dat wat daaronder wordt verstaan in de Drank- en Horecawet.

    1. In deze afdeling wordt verstaan onder:

    - alcoholhoudende drank;

    - horecabedrijf;

    - horecalokaliteit;

    - inrichting;

    - paracommerciële rechtspersoon;

    - sterke drank;

    - slijtersbedrijf;

    - zwak-alcoholhoudende drank;

    dat wat daaronder wordt verstaan in de Alcoholwet.

  • I.

    Artikel 2:34c (Beperkingen voor horecabedrijven en slijtersbedrijven) wordt gewijzigd als volgt:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    Artikel 2:34c Beperkingen voor horecabedrijven en slijtersbedrijven

    De burgemeester kan in het belang van de handhaving van de openbare orde, de veiligheid, de zedelijkheid of de volksgezondheid aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet voorschriften verbinden en de vergunning beperken tot het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank.

    Artikel 2:34c Beperkingen voor horecabedrijven en slijtersbedrijven

    De burgemeester kan in het belang van de handhaving van de openbare orde, de veiligheid, de zedelijkheid of de volksgezondheid aan een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet voorschriften verbinden en de vergunning beperken tot het verstrekken van zwakalcoholhoudende drank.

  • J.

    Artikel 2:48 (Verboden drankgebruik), tweede lid wordt gewijzigd als volgt:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    2. Het verbod is niet van toepassing op:

    a. een terras dat behoort bij een horecabedrijf als bedoeld in artikel 1 van de Drank- en Horecawet;

    b. een andere plaats dan een horecabedrijf als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van de Drank- en Horecawet.

    2. Het verbod is niet van toepassing op:

    a. een terras dat behoort bij een horecabedrijf als bedoeld in artikel 1 van de Alcoholwet;

    b. een andere plaats dan een horecabedrijf als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van de Alcoholwet.

  • K.

    Artikel 2:48a (Lachgas) wordt gewijzigd als volgt:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    Artikel 2:48a Lachgas

    1. Het is verboden op een openbare plaats lachgas als genotsmiddel te gebruiken als daardoor hinder ontstaat voor personen of de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt.

    2. Het is verboden op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, lachgas te koop aan te bieden, te verkopen, te verstrekken of af te leveren, indien dit kennelijk bedoeld is om als genotsmiddel gebruikt te worden.

    3. Het is verboden in een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:27, lachgas te koop aan te bieden, te verkopen, te verstrekken of af te leveren, indien dit kennelijk bedoeld is om als genotsmiddel gebruikt te worden.

    Artikel 2:48a Verboden lachgasgebruik

    1. Het is verboden op een openbare plaats lachgas recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben, indien dit gepaard gaat met overlast of andere gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- of leefklimaat nadelig beïnvloeden of anderszins hinder veroorzaken.

    2. Het is verboden op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college ter bescherming van de openbare orde of het woon- en leefklimaat aangewezen gebied lachgas recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben.

    3. Het college kan in het aanwijzingsbesluit het in het tweede lid bedoelde verbod beperken tot bepaalde tijden.

    4. Het is verboden op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, lachgas te koop aan te bieden, te verkopen, te verstrekken of af te leveren, indien dit kennelijk bedoeld is om als genotsmiddel gebruikt te worden.

    5. Het is verboden in een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:27, lachgas te koop aan te bieden, te verkopen, te verstrekken of af te leveren, indien dit kennelijk bedoeld is om als genotsmiddel gebruikt te worden.

  • L.

    Na artikel 2:50 wordt het volgende artikel ingevoegd, luidende:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

     

    Artikel 2:50a Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties

    1. Het is verboden op openbare plaatsen of in voor het publiek toegankelijke openstaande gebouwen en daarbij behorende erven zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een werkzaamheid of doel in strijd met de openbare orde.

    2. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

  • M.

    Artikel 2:79 (Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet), eerste lid wordt gewijzigd als volgt:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    1. Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft aan een persoon die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen is ingeschreven, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

    1. Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt, of tegen betaling in gebruik geeft, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

  • N.

    Artikel 3:5 (Gedragseisen exploitant en beheerder), tweede lid onder c wordt gewijzigd als volgt:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    c. binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:

    - bepalingen gesteld bij of krachtens de Drank- en Horecawet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen;

    - de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 240b, 242 tot en met 249, 252, 250a (oud), 273a, 300 tot en met 303, 416, 417, 417bis, 426, 429quater en 453 van het Wetboek van Strafrecht;

    - de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 juncto artikel 8 of juncto artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994;

    - de artikelen 1, onder a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet op de kansspelen;

    - de artikelen 2 en 3 van de Wet op de weerkorpsen;

    - de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.

    c. binnen de laatste vijf jaar bij tenminste twee rechterlijke uitspraken onherroepelijk veroordeeld tot een onvoorwaardelijke geldboete van 500 euro of meer of tot een andere hoofdstraf als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder a van het Wetboek van Strafrecht, wegens dan wel mede wegens overtreding van:

    - bepalingen gesteld bij of krachtens de Alcoholwet, de Opiumwet, de Vreemdelingenwet en de Wet arbeid vreemdelingen;

    - de artikelen 137c tot en met 137g, 140, 240b, 242 tot en met 249, 252, 250a (oud), 273a, 300 tot en met 303, 416, 417, 417bis, 426, 429quater en 453 van het Wetboek van Strafrecht;

    - de artikelen 8 en 162, derde lid, alsmede artikel 6 juncto artikel 8 of juncto artikel 163 van de Wegenverkeerswet 1994;

    - de artikelen 1, onder a, b en d, 13, 14, 27 en 30b van de Wet op de kansspelen;

    - de artikelen 2 en 3 van de Wet op de weerkorpsen;

    - de artikelen 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.

  • O.

    Artikel 5:6 (Kampeermiddelen en andere voertuigen) wordt gewijzigd als volgt:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    Artikel 5:6 Kampeermiddelen en andere voertuigen

    1. Het is verboden een voertuig dat gebruikt wordt voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt:

    a. langer dan drie achtereenvolgende dagen op een openbare plaats te plaatsen of te hebben;

    b. op een openbare plaats te parkeren, waar dit naar het oordeel van het college schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

    2. Het verbod in het tweede lid geldt niet bij plaatsing door of namens overheden bij het uitvoeren van hun publieke taak.

    3. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder a.

    4. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door een provinciale verordening.

    5. Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing.

    Artikel 5:6 Kampeermiddelen en andere voertuigen

    1. Het is verboden een voertuig dat gebruikt wordt voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt:

    a. langer dan drie achtereenvolgende dagen op een openbare plaats te plaatsen of te hebben;

    b. op een openbare plaats te parkeren, waar dit naar het oordeel van het college schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente.

    2. Het verbod in het tweede lid geldt niet bij plaatsing door of namens overheden bij het uitvoeren van hun publieke taak.

    3. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door een provinciale verordening.

  • P.

    Artikel 5:24 (Voorwerpen op, in of boven openbaar water), tweede lid wordt gewijzigd als volgt:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Waterwet, een provinciale verordening of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

    2. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Scheepvaartverkeerswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, de Waterwet, een provinciale verordening, het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet of de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren gemeente Wijchen 2019.

  • Q.

    Artikel 5:28 (Beschadigen van waterstaatswerken), tweede lid wordt gewijzigd als volgt:

    Bestaande tekst

    Nieuwe tekst

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet of een provinciale verordening.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, een provinciale verordening of de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren gemeente Wijchen. 2019.

Artikel II Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2022.

 

Aldus vastgesteld door de gemeenteraad in de openbare raadsvergadering van 16 december 2021.

De voorzitter,

De griffier,

Naar boven