Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Sittard-Geleen 2022

Burgemeester en wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;

 

Overwegende dat het wenselijk is om een regeling vast te stellen met het oog op een zorgvuldige afdoening van eventuele aanvragen voor nadeelcompensatie als bedoeld in de “Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Sittard-Geleen 2022” (hierna aan te duiden als: “Avoi”);

 

Gelet op de artikelen 3:4 en 8:1 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 10, tweede lid van de Algemene Verordening ondergrondse infrastructuren Sittard-Geleen 2022;

 

Besluiten:

 

Vast te stellen de Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Sittard-Geleen 2022

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Paragraaf 1.1 Inleidende bepalingen

Artikel 1  

De begripsbepalingen van de Avoi zijn op deze regeling van toepassing, tenzij daarvan nadrukkelijk wordt afgeweken door het bepaalde in artikel 2.

Artikel 2  

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    belanghebbende: netbeheerder als bedoeld in artikel 1, onderdeel q van de Avoi met uitzondering van een aanbieder van een (al dan niet openbaar) elektronisch communicatienetwerk.

  • b.

    leidingen: leidingen en kabels, mantelbuizen daaronder begrepen, die dienen of kunnen dienen tot transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen dan wel van energie of informatie en waarmee het algemene belang wordt gediend, inclusief de daarbij horende onder- en bovengrondse onderdelen van het netwerk zoals kasten, afsluiters en trafohuisjes met uitzondering van kabels als bedoeld in de Telecommunicatiewet.

  • c.

    nadeelcompensatie: het bedrag dat op basis van deze regeling als schadevergoeding wordt toegekend aan de belanghebbende.

  • d.

    nemen van maatregelen ten aanzien van een leiding: het verleggen, aanpassen of verwijderen van een leiding.

  • e.

    schadebedrag: financieel nadeel dat de belanghebbende lijdt als gevolg van de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door of vanwege de gemeente (inclusief eventueel door belanghebbende aan derden verschuldigde btw).

  • f.

    vergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 1, onderdeel z. van de Avoi of een ander daarmee gelijk te stellen schriftelijke toestemming.

  • g.

    vitale transportleiding: een leiding of kabel als bedoeld in onderdeel b van dit artikel die gekwalificeerd kan worden als een gasleiding met een nominale druk van 1 bar en hoger, een waterleiding met een nominale diameter van 300 mm en groter, een stadsverwarmingsleiding nominale diameter van 150 mm en groter of een stadsverwarmingsleiding die is aangelegd via een gestuurde boring of zinkerconstructie en een elektriciteitskabel met een nominale spanning van 23 kV en hoger.

HOOFDSTUK 2 NADEELCOMPENSATIE

Paragraaf 2.1 Nadeelcompensatie algemeen

Artikel 3  

Indien een netbeheerder ingevolge artikel 10, tweede lid van de Avoi, schade lijdt of zal lijden die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico kan worden gerekend en waarvan een vergoeding niet of niet voldoende is verzekerd, kent het college hem op zijn verzoek een vergoeding toe.

Artikel 4  

Het schadebedrag wordt berekend overeenkomstig de bepalingen in hoofdstuk 2 van deze regeling. Bij die berekening worden uitsluitend de kosten van uit- en in bedrijf stellen, ontwerp en begeleiding, uitvoering en materiaal betrokken.

 

Paragraaf 2.2 Nadeelcompensatie voor het geval de leiding van belanghebbende in de openbare ruimte ligt

Artikel 5  

Indien de netbeheerder binnen vijf jaren na de datum van inwerkingtreding van de vergunning maatregelen moet nemen ten aanzien van een leiding op grond van een aanwijzing, bedraagt de nadeelcompensatie 100% van het schadebedrag.

Artikel 6  

  • 1.

    Indien de netbeheerder maatregelen moet nemen ten aanzien van een leiding op grond van een aanwijzing in de periode gelegen vanaf vijf tot en met vijftien jaren, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van de betrokken vergunning, zal de gemeente 80% van het schadebedrag vanaf het zesde jaar tot 0% vanaf het zestiende jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het schema weergegeven in bijlage 2.

  • 2.

    Indien de netbeheerder maatregelen moet nemen ten aanzien van een vitale transportleiding op grond van een aanwijzing in de periode gelegen vanaf vijf tot en met dertig jaren, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van de betrokken vergunning, zal de gemeente 80% van het schadebedrag vanaf het zesde jaar tot 0% vanaf het eenendertigste jaar (trapsgewijs) als nadeelcompensatie uitkeren volgens het schema weergegeven in bijlage 3.

Artikel 7  

Indien de netbeheerder maatregelen moet nemen ten aanzien van een leiding op grond van een aanwijzing na vijftien jaar dan wel in het geval van een vitale transportleiding na dertig jaar, gerekend vanaf de datum van de inwerkingtreding van de vergunning, wordt geen nadeelcompensatie uitgekeerd.

 

Paragraaf 2.3 Nadeelcompensatie ingeval de leiding van de belanghebbende niet in de openbare ruimte ligt

Artikel 8  

De nadeelcompensatie bedraagt 100% van het schadebedrag, indien:

  • a.

    de leiding van de netbeheerder is gelegen in of op de grond die hem krachtens het eigendomsrecht toebehoort;

  • b.

    de leiding ligt op basis van een ander zakelijk recht, of

  • c.

    op de leiding een gedoogplicht conform de Belemmeringenwet Privaatrecht rust.

Artikel 9  

Rusten op de leiding van de netbeheerder geen van de rechten bedoeld in artikel 8, dan is het bedrag van de nadeelcompensatie gelijk aan de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten. De materiaalkosten en de kosten voor het uit en in bedrijf stellen worden niet vergoed.

 

Paragraaf 2.4 Algemene bepalingen bij vaststelling van nadeelcompensatie

Artikel 10  

Het college en de netbeheerder zullen bij het nemen van maatregelen ten aanzien van leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken.

Artikel 11  

Indien in bijzondere omstandigheden gronden aanwezig zijn om te concluderen dat redelijkerwijs een groter of kleiner gedeelte van het schadebedrag ten laste van de netbeheerder moet blijven dan uit de toepassing van de paragrafen 2.2 of 2.3 voortvloeit, kan het college van de bepalingen van die paragrafen gemotiveerd afwijken.

Artikel 12  

Indien vanwege het werk sprake is van meerdere (tijdelijke) maatregelen ten aanzien van dezelfde leiding, is op de eerste maatregel deze regeling van toepassing en komen de kosten van de overige (tijdelijke)maatregelen ten laste van de gemeente.

HOOFDSTUK 3 BEPALINGEN VAN PROCEDURELE AARD

Paragraaf 3.1 Vooroverleg

Artikel 13  

Het college maakt zijn voornemen van een werk bekend met een concept-aanwijzing aan de netbeheerder op grond van artikel 10, tweede lid, onderdeel a van de Avoi. Hierin is een omschrijving van het werk opgenomen met vermelding van het nemen van noodzakelijke maatregelen ten aanzien van de leiding. Indien sprake is van aanwezige leidingen die niet noodzakelijk verlegd, aangepast of verwijderd moeten worden, zal de netbeheerder de gelegenheid krijgen om op eigen kosten die leidingen te vervangen of te verwijderen.

Artikel 14  

Het college streeft naar overeenstemming met de netbeheerder over het nemen van maatregelen ten aanzien van de leiding (een technisch adequate oplossing tegen de maatschappelijk laagste kosten), uitvoering en planning. Het college voert hiertoe vooroverleg met de netbeheerder.

Artikel 15  

  • 1.

    Indien tijdens het vooroverleg blijkt dat er sprake is van aanwezige leidingen die niet noodzakelijk verlegd moeten worden zal de netbeheerder de gelegenheid krijgen om op eigen kosten die leidingen te rijzen, te vervangen of te verwijderen.

  • 2.

    De in lid 1 bedoelde werkzaamheden worden zodanig ingepland en uitgevoerd dat de oprichting van gebouwen of de uitvoering van werken door de gemeente geen vertraging oplopen.

     

Paragraaf 3.2 Aanwijzing tot het nemen van maatregelen ten aanzien van de leiding

Artikel 16  

Het college neemt het definitieve besluit tot een schriftelijke aanwijzing tot het nemen van maatregelen ten aanzien van de leiding, zo mogelijk op basis van overeenstemming, bereikt in het vooroverleg als bedoeld in artikel 14.

 

Paragraaf 3.3 Verzoek om voorlopige vaststelling nadeelcompensatie

Artikel 17  

Belanghebbende dient zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen een termijn van één jaar nadat hij een aanwijzing heeft gekregen tot het nemen van maatregelen ten aanzien van een leiding, bij het college een verzoek in om voorlopige vaststelling van nadeelcompensatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het formulier, opgenomen in bijlage 1.

Artikel 18  

Het verzoek bevat, naast de gegevens bedoeld in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht, ten minste:

  • a.

    een verwijzing naar de aanwijzing van het college aan de netbeheerder tot het nemen van maatregelen ten aanzien van de leiding;

  • b.

    een kostenspecificatie volgens het formulier weergegeven in bijlage 1;

  • c.

    de hoogte van de nadeelcompensatie die naar mening van de belanghebbende voldaan dient te worden door de gemeente.

  • d.

    een kopie van de vergunning en

  • e.

    een accountantsverklaring, indien het college hierom heeft verzocht.

Artikel 19  

  • 1.

    De belanghebbende dient bij het indienen van een verzoek tot nadeelcompensatie aan te tonen op welke datum een vergunning is verleend voor het aanleggen van de desbetreffende leiding.

  • 2.

    Indien niet kan worden aangetoond op welke datum vergunning is verleend of op welke datum het leggen is aangevangen dan wel de leiding in bedrijf is genomen, wordt ervan uitgegaan dat de betreffende leiding langer dan 15 jaar of in het geval van een vitale transportleiding langer dan 30 jaar aanwezig is.

     

Paragraaf 3.4 Besluit

Artikel 20  

  • 1.

    Het college neemt binnen acht weken na indiening van het verzoek een besluit:

    • a.

      om het verzoek buiten behandeling te laten indien dit is ingediend na de termijn als genoemd in artikel 17.

    • b.

      om het verzoek buiten behandeling te laten indien dit naar het oordeel van het college niet of onvoldoende is onderbouwd en nadat de belanghebbende in de gelegenheid is gesteld dit verzuim te herstellen binnen een termijn van vier weken nadat het verzuim is kenbaar gemaakt aan de belanghebbende.

    • c.

      om het verzoek om nadeelcompensatie geheel of gedeeltelijk toe te kennen.

    • d.

      om het verzoek af te wijzen.

  • 2.

    Het college kan de termijn als genoemd in het eerste lid van dit artikel eenmalig met acht weken verlengen. Het college stelt verzoeker hiervan schriftelijk in kennis.

     

Paragraaf 3.5. Verzoek om definitieve vaststelling nadeelcompensatie

Artikel 21  

Het aanpassen van de leiding is gereed op het moment dat de werkzaamheden voor het nemen van maatregelen ten aanzien van de leiding geheel zijn afgerond. Zo spoedig mogelijk na dat moment doch uiterlijk binnen de termijn van één jaar genoemd in artikel 17 dient belanghebbende een verzoek in om definitieve vaststelling van de nadeelcompensatie bij het college.

Artikel 22  

Het verzoek bevat, naast de gegevens bedoeld in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht, ten minste:

  • a.

    een verwijzing naar het besluit van het college tot voorlopige vaststelling van nadeelcompensatie.

  • b.

    een naar kostensoort gespecificeerde opgave van het schadebedrag aan de hand van het model opgenomen in bijlage 1 van deze regeling.

Paragraaf 3.6 Besluit definitieve vaststelling nadeelcompensatie

Artikel 23  

  • 1.

    Het college neemt binnen acht weken na indiening van het verzoek een besluit:

    • a.

      om het verzoek buiten behandeling te laten indien dit is ingediend na de termijn genoemd in artikel 17.

    • b.

      om het verzoek buiten behandeling te laten indien dit naar het oordeel van het college niet of onvoldoende is onderbouwd en nadat de belanghebbende in de gelegenheid is gesteld het verzuim te herstellen binnen een termijn van vier weken nadat het verzuim kenbaar is gemaakt aan belanghebbende.

    • c.

      om het verzoek geheel of gedeeltelijk toe te kennen.

    • d.

      om het verzoek af te wijzen.

  • 2.

    Het college kan de termijn als genoemd in het eerste lid van dit artikel eenmalig met acht weken verlengen. Het college stelt verzoeker hiervan schriftelijk in kennis.

     

Paragraaf 3.7 Betaling nadeelcompensatie

Artikel 24  

  • 1.

    Indien nadeelcompensatie is bepaald op basis van een vaste prijs dient de belanghebbende na gereedkomen van de werkzaamheden een factuur in ten hoogte van het bedrag aan nadeelcompensatie. Uitbetaling vindt plaats binnen 30 dagen nadat de factuur is ingediend.

  • 2.

    Indien nadeelcompensatie is bepaald op basis van voor- en nacalculatie dient na vaststelling van de definitieve nadeelcompensatie en na gereedkomen van de werkzaamheden de belanghebbende een factuur in ter hoogte van het bedrag aan nadeelcompensatie. Uitbetaling vindt plaats binnen 30 dagen nadat de factuur is ingediend.

HOOFDSTUK 4 KOSTENTECHNISCHE BEPALINGEN

Paragraaf 4.1 Algemeen

Artikel 25  

De hoogte van de kosten voor het nemen van maatregelen ten aanzien van de leiding wordt vastgesteld op basis van de hierna volgende bepalingen. De kosten worden vastgesteld aan de hand van werkelijke kosten voor het nemen van de maatregelen. De kosten worden onderscheiden in:

  • a.

    kosten van ontwerp en begeleiding;

  • b.

    kosten van uit- en in bedrijfstellen;

  • c.

    kosten van uitvoering zonder toeslagen;

  • d.

    kosten van materiaal zonder toeslagen.

Paragraaf 4.2 Kosten van ontwerp en begeleiding

Artikel 26  

Onder kosten van ontwerp en begeleiding worden verstaan de kosten van werkzaamheden voorafgaand aan en tijdens de uitvoering.

Het gaat om kosten van:

  • a.

    overleg en correspondentie;

  • b.

    directievoering en toezicht houden;

  • c.

    detailengineering en daaruit voortvloeiende uitvoerende werkzaamheden;

  • d.

    verplichtingen vanuit wet- en regelgeving;

  • e.

    juridisch vrij maken van tracé;

  • f.

    kosten ten behoeve van aanbesteden werk;

  • g.

    kosten van benodigde vergunningen en leges.

Paragraaf 4.3 Kosten van uit- en in bedrijfstellen

Artikel 27  

Onder de kosten van het uit- en in bedrijfstellen worden verstaan:

  • a.

    kosten van het spannings- of productloos maken van de leiding;

  • b.

    de kosten van het weer in bedrijf stellen van de leiding;

  • c.

    kosten samenhangend met tijdelijke voorzieningen van operationele aard rechtstreeks verband houdende met het uit- en in bedrijfstellen.

Paragraaf 4.4 Uitvoeringskosten

Artikel 28  

Onder uitvoeringskosten worden verstaan:

  • a.

    kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden;

  • b.

    kosten samenhangend met het verwijderen van een verlaten leiding;

  • c.

    kosten van constructieve en bijzondere voorzieningen;

  • d.

    kosten van tijdelijke voorzieningen van fysieke aard.

Paragraaf 4.5 Materiaalkosten

Artikel 29  

Onder materiaalkosten worden verstaan de kosten van bedrijfseigen materialen die noodzakelijk zijn voor de instandhouding van de functie van de leiding en daarvoor noodzakelijke beschermingsconstructies.

 

Paragraaf 4.6 Bundeling werkzaamheden

Artikel 30  

Indien sprake is van het bundelen van werkzaamheden van verschillende netbeheerders geeft de belanghebbende het college inzicht in de verdeling van het gezamenlijke financiële nadeel.

HOOFDSTUK 5 OVERIGE EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 31  

Deze regeling is niet van toepassing op het gemeentelijke rioleringsnet, de gemeentelijke verkeerslichten en de gemeentelijke openbare verlichting.

Artikel 32  

Deze regeling treedt in werking na bekendmaking in het elektronisch gemeenteblad met ingang van 1 januari 2022.

Artikel 33  

De citeertitel van deze regeling luidt als volgt: “Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Sittard-Geleen 2022”.

Aldus besloten in de vergadering van 2 november 2021.

Het college voornoemd,

De burgemeester,

mr. J.Th.C.M. Verheijen

De secretaris,

G.J.C. Kusters

Bijlage 1 Kostenspecificatie (als bedoeld in de artikelen 17, 18, 22 van de Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Sittard-Geleen 2022

 

 

 

Opmerkingen bij deze tabel:

  • -

    Indien werkzaamheden voor meerdere leidingen van netbeheerders worden verricht, moet worden aangegeven welke verdeelsleutel voor de verdeling van kosten naar kostensoorten per leiding wordt gehanteerd.

  • -

    Ingeval sprake is van gecombineerde werkzaamheden dient de netbeheerder zijn deel van de geraamde kosten weer te geven in de kostenraming. De onderbouwing (verdeelsleutel tussen leidingbeheerders en het totaal geraamde bedrag dient te worden bijgevoegd bij de kostenraming).

  • -

    Indien de gemeente op verzoek van netbeheerder werkzaamheden verricht in het kader van de aanpassing, waarvan de kosten voor rekening van netbeheerder zijn (bijv. mechanisch grondonderzoek), dan dienen deze kosten zichtbaar te zijn verwerkt in deze raming / begroting.

Bijlage 2  

 

Schaderegeling voor leidingen (niet zijnde vitale transportleidingen) die liggen in openbaar gebied. Het bedrag van de nadeelcompensatie is dan gelijk aan (een percentage van) de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding, materiaalkosten, kosten voor het uit- en in bedrijf stellen en de uitvoeringskosten.

 

jaar

percentage

1

100%

2

100%

3

100%

4

100%

5

100%

6

80%

7

72%

8

64%

9

56%

10

48%

11

40%

12

32%

13

24%

14

16%

15

8%

16 >

0%

 

Bijlage 3  

 

Schaderegeling voor vitale transportleidingen die liggen de openbare ruimte. Het bedrag van de nadeelcompensatie is dan gelijk aan (een percentage van) de som van de kosten voor ontwerp en begeleiding, materiaalkosten, kosten voor het uit- en in bedrijf stellen en de uitvoeringskosten.

 

jaar

percentage

jaar

percentage

1

100%

17

44,8%

2

100%

18

41,6%

3

100%

19

38,4%

4

100%

20

35,2%

5

100%

21

32,0%

6

80%

22

28,8%

7

76,8%

23

25,6%

8

73,6%

24

22,4%

9

70,4%

25

19,2%

10

67,2%

26

16,0%

11

64,0%

27

12,8%

12

60,8%

28

9,6%

13

57,6%

29

6,4%

14

54,4%

30

3.2%

15

51,2%

31>

0%

16

48,0%

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Toelichting Nadeelcompensatieregeling kabels en leidingen Sittard-Geleen 2022

ALGEMEEN

Met enige regelmaat komt het voor dat de gemeente bij de uitvoering van haar taken ter behartiging van het algemeen belang besluiten neemt, dan wel werken uitvoert of doet uitvoeren, waardoor een of meer burgers of bedrijven onevenredig zwaar worden benadeeld. Deze besluiten of feitelijke handelingen zijn rechtmatig. Toch kan er onder omstandigheden een verplichting tot vergoeden van schade ontstaan. Deze verplichting is gebaseerd op het rechtsbeginsel van "égalité devant les charges publiques" (gelijkheid van openbare lasten).

 

Het college is krachtens artikel 4:81 Awb bevoegd tot het vaststellen van beleidsregels met betrekking tot een hem toekomende of onder hem verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid. Met het vaststellen van deze nadeelcompensatieregeling voor kabels en leidingen wordt beoogd een regeling in het leven te roepen op grond waarvan benadeelden voldoende zekerheid wordt verschaft op welke wijze een verzoek om nadeelcompensatie kan worden ingediend en volgens welke normen het eventuele nadeel dat niet ten laste van de benadeelde behoort te blijven, zal worden vergoed. De regeling roept geen nieuwe aansprakelijkheden in het leven, die naar de huidige stand van het recht niet reeds bestaan.

 

De gemeente zal alle binnen haar grondgebied aanwezige netbeheerders in een zo vroeg mogelijk stadium informeren over haar plannen. Daartoe worden op reguliere basis coördinatieoverleg kabels en leidingen gehouden, waarvoor alle netbeheerders worden uitgenodigd. Doel van deze (niet vrijblijvende) bijeenkomsten is elkaar te informeren over de (wederzijdse) plannen ten aanzien van werkzaamheden en projecten in de infrastructuur. De netbeheerders hebben dus ook een inspanningsverplichting om de gemeente te informeren. De planningen die onder andere besproken worden zijn meerjarenplannen, jaarplannen en plannen die op korte termijn worden gerealiseerd.

 

De regeling is gebaseerd op de binnen de gemeente te voorziene planningshorizon. De gemeente gaat ervan uit dat binnen vijf jaar na het verlenen van een vergunning voor het leggen van een leiding in de openbare ruimte de gemeente geen werkzaamheden uitvoert die verlegging, aanpassing of verwijdering van een conform een vergunning aangelegde leiding noodzakelijk maakt.

 

Na deze vijf jaar wordt voor een leiding een periode van zes t/m vijftien jaar gehanteerd, waarbij het bedrag van nadeelcompensatie trapsgewijs wordt afgebouwd van 80% naar 0%. Voor vitale transportleidingen wordt een andere termijn gehanteerd en wel van zes t/m dertig jaar, waarbij het bedrag van nadeelcompensatie trapsgewijs wordt afgebouwd van 80% naar 0%.

 

De voorliggende regeling is uitdrukkelijk niet van toepassing op Telecommunicatiekabels. Deze kabels vallen onder de Telecommunicatiewet die voor het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en de kosten daarvan een geheel eigen regeling kent. 

 

De regeling is eveneens niet van toepassing op het gemeentelijke rioleringsnet, de gemeentelijke verkeerslichten en de gemeentelijke openbare verlichting. Tenslotte is de regeling niet van toepassing, indien afzonderlijke overeenkomsten zijn gesloten met netbeheerders.

 

Voor meer informatie wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting.

 

HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

 

Artikel 1

Aangezien de nadeelcompensatieregeling is gebaseerd op de Avoi zijn de daar gedefinieerde begrippen ook hier van toepassing, tenzij daarvan nadrukkelijk in artikel 2 wordt afgeweken, zoals de begrippen belanghebbende en leidingen.

 

Artikel 2

Het centrale begrip in de nadeelcompensatieregeling is ‘schadebedrag’. Het schadebedrag omvat uitsluitend de kosten die gemaakt moeten worden bij het nemen van maatregelen ten aanzien van leidingen, waaronder het verleggen. Uitgangspunt bij de bepaling van het schadebedrag bij het nemen van maatregelen zijn de werkelijke kosten. De werkelijke kosten omvatten alle directe kosten die de belanghebbende moet maken. Vermogensschade en inkomensschade worden niet als uitgangspunt genomen. Van het schadebedrag wordt een bepaald percentage als nadeelcompensatie uitgekeerd. De nadeelcompensatie wordt bepaald aan de hand van het bepaalde in deze regeling.

 

HOOFDSTUK 2 NADEELCOMPENSATIE

 

Paragraaf 2.1 Nadeelcompensatie algemeen

 

Artikel 3

Als het college het besluit neemt om een aanwijzing te geven tot het nemen van maatregelen ten aanzien van leidingen – als gevolg van het voornemen tot uitvoering van een werk - en dit leidt voor een netbeheerder tot schade die redelijkerwijs niet of niet geheel tot het normale bedrijfsrisico mag worden gerekend, dan kan de netbeheerder om nadeelcompensatie verzoeken. Op basis van deze regeling wordt bepaald of nadeelcompensatie toegekend wordt of niet en hoe hoog het bedrag is dat wordt uitgekeerd.

 

Artikel 4

Voor de hoogte van eventuele nadeelcompensatie zijn de artikelen in hoofdstuk 2 van de nadeelcompensatieregeling bepalend. De omvang van de nadeelcompensatie is afhankelijk van het schadebedrag. Het schadebedrag dient inzichtelijk te worden gemaakt aan de hand van de verschillende kostenposten.

 

Paragraaf 2.2 Nadeelcompensatie voor het geval de leiding van belanghebbende in openbare ruimte ligt

 

Paragraaf 2.2 bepaalt de hoogte van de nadeelcompensatie als de te verleggen, aan te passen of te verwijderen leiding van de netbeheerder in de openbare ruimte ligt.

Voor de vaststelling van de periode waarover nog nadeelcompensatie plaatsvindt, is voor de overheid in beginsel de voorzienbaarheid het uitgangspunt. Welke periode kan worden overzien om te bepalen of een vergunning wordt afgegeven?

 

Voor vitale transportleidingen spelen, naast voorzienbaarheid nog andere uitgangspunten een rol. De netbeheerder heeft onder andere in verband met zijn leveringszekerheid extra bescherming nodig dat deze specifieke leidingen voor een langere periode ongestoord in de grond mogen blijven liggen. Projecten waarvoor verlegging, aanpassing of verwijdering van vitale transportleidingen toch noodzakelijk is, rechtvaardigen daarom het uitgangspunt dat de gemeente hiervoor over een periode van dertig jaar nadeelcompensatie verschuldigd is.

In bijlage 2 en bijlage 3 is met een tabel de schaderegeling opgenomen voor leidingen die onder de werkingssfeer van artikel 6 respectievelijk artikel 7 vallen.

 

Artikel 5

Nadeelcompensatie binnen vijf jaar na datum vergunningverlening.

De periode van vijf jaren is de periode waarin redelijkerwijs voor de gemeente voorzienbaar is dat werken in de openbare ruimte plaats zullen gaan vinden. De termijn begint vanaf het moment van inwerkingtreding van de vergunning, dit omdat het moment van vergunnen vaststaat.

 

Artikel 6

Nadeelcompensatie tussen zes jaar en vijftien jaar c.q. tussen zes en dertig jaar na datum vergunningverlening.

De termijn vanaf zes tot en met vijftien jaren is de periode waarin de voorzienbaarheid steeds minder wordt. Voor vitale transportleidingen is de termijn opgehoogd naar dertig jaar.

 

Artikel 7

Nadeelcompensatie vanaf zestien jaar c.q. vanaf eenendertig jaar na datum vergunningverlening.

Werkzaamheden binnen het openbare gebied van de gemeente Sittard-Geleen zijn niet te voorzien op een termijn van vijftien jaren of langer. Als een vergunning zestien jaar of langer geleden is afgegeven zal geen nadeelcompensatie meer worden uitgekeerd. Een uitzondering is gemaakt voor vitale transportleidingen. In die gevallen zal pas vanaf het eenendertigste jaar na aanleg geen nadeelcompensatie worden uitgekeerd. De kosten voor het nemen van maatregelen worden na de genoemde termijnen volledig tot het maatschappelijke risico van de netbeheerder gerekend.

 

Paragraaf 2.3 Nadeelcompensatieregeling ingeval de leiding van belanghebbende niet in de openbare ruimte ligt

Paragraaf 2.3 handelt over de hoogte van de nadeelcompensatie indien de leiding van de netbeheerder verlegd, aangepast of verwijderd moet worden en niet in de openbare ruimte ligt.

We onderscheiden de situaties dat sprake is van ligging van een leiding in grond die eigendom is van netbeheerder zelf, de leiding op basis van een zakelijk recht ligt en of dat een recht krachtens de Belemmeringenwet Privaatrecht rust op de leiding enerzijds en overige rechtsposities anderzijds. Bij het maken van dit onderscheid is aansluiting gezocht bij soortgelijke bepalingen in nadeelcompensatieregelingen op rijksniveau. Voor de goede orde, ingevolge de regels van het onteigeningsrecht kan aanspraak worden gemaakt op volledige schadeloosstelling in geval een leiding ligt in grond die eigendom is van de netbeheerder, ingeval er een zakelijk recht rust op deze leiding of er een gedoogplicht bestaat op grond van de Belemmeringenwet Privaatrecht.

 

Artikel 8

Voor de bepaling van de hoogte van de nadeelcompensatie is in dit artikel aangesloten bij hetgeen bepaald is in de Onteigeningswet. Dit betekent dat 100% van het schadebedrag vergoed zal worden met een aftrek nieuw voor oud. Bij nieuw voor oud is te denken is aan een afschrijving gebaseerd op de economische levensduur van de leiding.

 

Artikel 9

Indien de te verleggen, aan te passen of te verwijderen leiding niet in de openbare ruimte ligt en niet in grond van de netbeheerder, noch met een zakelijk recht of een gedoogplicht op basis van de Belemmeringenwet Privaatrecht is belast, dan bestaat de nadeelcompensatie uit de kosten van ontwerp en begeleiding en de uitvoeringskosten met een aftrek nieuw voor oud. De materiaalkosten en de kosten van uit- en in bedrijfstellen worden niet vergoed.

 

Paragraaf 2.4 Algemene bepalingen bij vaststelling van nadeelcompensatie

Deze paragraaf bevat een aantal artikelen, dat betrekking heeft op de vaststelling van het bedrag van de nadeelcompensatie.

 

Artikel 10

Partijen dienen, in het kader van de verlegging, aanpassing of verwijdering van een leiding schadebeperkend op te treden. Zij moeten rekening houden met de wederzijdse belangen bijvoorbeeld bij de technische oplossing of de keuze van het tracé. De te nemen maatregelen moeten gerealiseerd worden op basis van een technisch adequaat alternatief dat tegen de maatschappelijk laagste kosten gerealiseerd kan worden.

 

Artikel 11

Dit artikel betreft de zogenaamde hardheidsclausule. Indien de netbeheerder of het college kan aantonen dat door bijzondere omstandigheden toepassing van de paragrafen 2.2 of 2.3 van deze regeling tot een evident onredelijke nadeelcompensatie zou leiden, kan het college besluiten op basis van dit artikel de nadeelcompensatie aan te passen. Te denken valt aan omstandigheden, zoals voordeeltoerekening in verband met verbetering of van correctie van fouten. Of in het geval van risicoaanvaarding bij de netbeheerder.

 

Artikel 12

Indien vanwege het werk sprake is van meerdere (tijdelijke) maatregelen, is op de eerste tijdelijke maatregelen deze nadeelcompensatieregeling van toepassing en komen de kosten van de overige maatregelen ten laste van de gemeente. Bedoeld worden meerdere maatregelen op dezelfde locatie in een bepaalde periode betrekking hebbend op dezelfde leiding.

 

HOOFDSTUK 3 BEPALINGEN VAN PROCEDURELE AARD

 

Paragraaf 3.1  Vooroverleg

 

Artikel 13

Het college informeert de netbeheerder per brief (concept-aanwijzingsbesluit) over de plannen en de consequenties voor betrokken leiding(en).

 

Artikel 14

Het college voert vooroverleg met de netbeheerder.

Het college streeft ernaar in overleg tot overeenstemming te komen over de te nemen maatregelen ten aanzien van leidingen. Tijdens het vooroverleg worden aspecten met betrekking tot de technische oplossing en planning aan de orde gesteld en wordt gestreefd naar overeenstemming hierover.

 

Artikel 15

Behoeft geen nadere toelichting.

 

Paragraaf 3.2 Aanwijzing tot het nemen van maatregelen ten aanzien van leidingen

 

Artikel 16

Het college neemt het besluit tot het geven van een aanwijzing tot het nemen van maatregelen ten aanzien van leidingen. In het vooroverleg is overeenstemming bereikt of niet. Het aanwijzingsbesluit richt zich op de noodzaak tot het nemen van maatregelen en het tijdstip waarop dit gerealiseerd moet zijn. Het besluit handelt uitdrukkelijk niet over ontstane schade en nadeelcompensatie. Die aspecten komen aan de orde in het besluit dat genoemd is in artikel 19 en dat genomen kan worden nadat een verzoek om nadeelcompensatie is ingediend door de netbeheerder. De aanwijzing is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waardoor er mogelijkheden zijn voor bezwaar en beroep.

 

Paragraaf 3.3   Verzoek om voorlopige vaststelling nadeelcompensatie

 

Artikel 17

De datum waarop een netbeheerder een aanwijzing heeft gekregen tot het nemen van maatregelen ten aanzien van een leiding is bepalend voor het ingaan van de termijn waarbinnen belanghebbende een verzoek om nadeelcompensatie kan indienen. Hoewel de termijn voor het indienen van een verzoek om nadeelcompensatie één jaar bedraagt, verwacht de gemeente dat dit in de praktijk, zo spoedig mogelijk zal gebeuren.

 

Artikel 18

Om tot een beslissing te kunnen komen op het verzoek van netbeheerder, zijn meer gegevens noodzakelijk dan in artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht als minimum opgesomd is. De aanduiding van de aard en de omvang van de schade en de specificatie van het schadebedrag dienen bepaald te worden op basis van te onderscheiden kostenposten gebruikmakend van de bijlage 1.

 

Artikel 19

De netbeheerder zal zelf de periode moeten aantonen van de ligging van de betreffende leiding op die locatie. In beginsel zal dit plaatsvinden met een vergunning of een daarmee gelijk te stellen schriftelijke toestemming.

Indien niet kan worden aangetoond op welke datum de vergunning is verleend c.q. op welke datum het leggen is aangevangen dan wel de leiding in bedrijf is genomen, wordt er van uit gegaan dat de betreffende leiding langer dan 15 jaar aanwezig is of in het geval van een vitale transportleiding langer dan 30 jaar aanwezig is.

 

Paragraaf 3.4  Besluit

 

Artikel 20

Het college neemt binnen acht weken na indiening van het verzoek een besluit inhoudende één van de in dit artikel opgesomde mogelijkheden. Het verzoek om nadeelcompensatie wordt niet in behandeling genomen als deze meer dan één jaar nadat door het college een aanwijzing is gegeven aan de netbeheerder tot het nemen van maatregelen ten aanzien van een leiding wordt ingediend. Het verzoek kan kennelijk ongegrond verklaard worden als de verlegging, verwijdering of aanpassing aan de leiding van belanghebbende niet door de gemeente wordt veroorzaakt. Het verzoek kan geheel of gedeeltelijk toegekend worden of geheel afgewezen worden.

Indien de aanvraag onvoldoende gegevens bevat voor een beoordeling van het verzoek om nadeelcompensatie of voor de vaststelling van het schadebedrag zal belanghebbende 4 weken de gelegenheid krijgen om aanvullende informatie te verstrekken. De termijn van 8 weken na indiening van het verzoek om nadeelcompensatie, waarbinnen het college een besluit dient te nemen, wordt opgeschort met ingang van de dag waarop aanvullende informatie wordt gevraagd.

Het besluit tot vaststelling van de nadeelcompensatie is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waarvoor mogelijkheden van bezwaar en beroep bestaan.

De gemeente kan de termijn eenmalig met een redelijke termijn verlengen, met een maximum van acht weken. Dit zal schriftelijk aan de belanghebbende worden medegedeeld.

 

Paragraaf 3.5. Verzoek om definitieve vaststelling nadeelcompensatie

 

Artikel 21

De netbeheerder dient binnen de termijn van één jaar genoemd in artikel 17 nadat de werkzaamheden voor het nemen van maatregelen ten aanzien van de leiding zijn afgerond het verzoek in te dienen voor de definitieve vaststelling van de nadeelcompensatie. Die wordt bepaald op basis van werkelijk gemaakte kosten.

 

Artikel 22

Het verzoek moet in elk geval bevatten:

  • het aanwijzingsbesluit tot het nemen van maatregelen op basis van artikel 17,

  • het besluit over nadeelcompensatie op basis van artikel 20.

Paragraaf 3.6 Besluit definitieve vaststelling nadeelcompensatie

 

Artikel 23

Zie de toelichting bij artikel 20.

 

Paragraaf 3.7   Betaling nadeelcompensatie

 

Artikel 24

Is de nadeelcompensatie definitief vastgesteld dan dient de netbeheerder voor de betaling daarvan een factuur in te dienen. Uitbetaling vindt plaats binnen 30 dagen nadat de factuur is ingediend.

 

HOOFDSTUK 4 KOSTENTECHNISCHE BEPALINGEN

 

Paragraaf 4.1  Algemeen

 

Artikel 25

Bij de bepaling van de nadeelcompensatie is sprake van een berekening op basis van de werkelijke kosten. Dit zijn de kosten die direct toegerekend kunnen worden aan het nemen van de maatregelen. Tot slot is hierbij van belang dat de nemen maatregelen gerealiseerd moeten worden op basis van een technisch adequaat alternatief tegen de maatschappelijk laagste kosten ten opzichte van de meest voor de hand liggende variant.

 

Paragraaf 4.2  Kosten van ontwerp en begeleiding

 

Artikel 26

Bij de post ontwerp en begeleiding betekent dit dat de netbeheerder het aantal uren en de tarieven moet overleggen. De netbeheerder mag in principe pas kosten declareren vanaf het moment dat overeenstemming is bereikt over de oplossing. In de praktijk houdt dit in dat de eerste paar afstemmingsoverleggen niet kunnen worden gedeclareerd in verband met de maatschappelijke afstemmingsplicht.

 

Paragraaf 4.3  Kosten van uit- en in bedrijfstellen

 

Artikel 27

Tijdelijke voorzieningen van operationele aard zijn voorzieningen die benodigd zijn om de levering tijdens de uitvoering van een maatregel te waarborgen. Voorbeelden zijn extra kosten van personele aard ten behoeve van bedrijfsvoering en hulpmiddelen zoals watertanks, gasflessen en noodaggregaten.

 

Paragraaf 4.4 Uitvoeringskosten

 

Artikel 28

Kosten van civieltechnische, bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden zijn bijvoorbeeld werkputten en ondersteuningen. Alle tijdelijke voorzieningen van fysieke aard die nodig zijn tijdens de bouw vallen onder de uitvoeringskosten. Onder tijdelijke voorzieningen van fysieke aard worden alle tijdelijke fysieke leidingverbindingen verstaan die de netbeheerder moet aanleggen en later buiten bedrijf moet stellen. Deze kosten houden nauw verband met de noodzakelijke continuïteit van het bedrijfsproces van de betrokken netbeheerder. Het betreffen voorzieningen die worden opgeheven zodra de definitieve maatregelen zijn gerealiseerd. De kosten die de aannemer moet maken om de leiding uit de grond te halen vallen onder uitvoeringskosten. Ook het opslaan in hanteerbare stukken en het transport op de bouwlocatie zijn uitvoeringskosten. De kosten samenhangend met de uitvoering van het verwijderen van verlaten leidingen vallen eveneens onder uitvoeringskosten. De kosten voor de afvoer van vrijgekomen materialen naar een tijdelijk werkterrein behoren tot de uitvoeringskosten.

 

Paragraaf 4.5  Materiaalkosten

 

Artikel 29

Onder materiaalkosten worden in elk geval verstaan kosten van leidingcomponenten, kosten van elektrotechnische, werktuigbouwkundige en civieltechnische materialen, alsmede kosten van bouwmaterialen, alsmede kosten van bouwmaterialen bestemd voor gebouwen waarin delen van leidingsystemen worden ondergebracht. Transportkosten en stortkosten van vrijgekomen leidingen vanaf de bouwlocatie naar de stort of verwerkingslocatie behoren tot de materiaalkosten (behalve de stortkosten ingeval de leiding asbesthoudende stoffen bevat. Hierbij is in aanmerking genomen dat deze kosten bij vervanging van de leiding op eigen initiatief ook ten laste komen van netbeheerder). De materiaalkosten van constructieve en/of bijzondere voorzieningen die worden veroorzaakt door eisen van derden (en niet door gemeente) vallen onder de materiaalkosten.

NB: De materiaalkosten van constructieve en/of bijzondere voorzieningen die worden veroorzaakt door eisen van de gemeente vallen onder de uitvoeringskosten.

 

Paragraaf 4.6  Bundeling werkzaamheden

 

Artikel 30

In geval van bundeling van werkzaamheden van verschillende netbeheerders moeten de kosten worden verdeeld over de netbeheerders. De projectkosten worden verdeeld in direct aan de netbeheerders toe te delen kosten en gezamenlijke kosten. De direct toe te delen kosten zijn kosten van in en uit bedrijf stellen en materiaalkosten exclusief de extra materialen die nodig zijn voor de gezamenlijke kruising. De gezamenlijke kosten zijn de uitvoeringskosten, ontwerp en begeleiding en de extra materialen die nodig zijn om gezamenlijk te kruisen. De verdeelsleutel voor de gezamenlijke kosten wordt bepaald op basis van de afzonderlijke fictieve kosten van uitvoering en ontwerp en begeleiding die zouden moeten worden gemaakt als elke netbeheerder afzonderlijk zou kruisen.

 

HOOFDSTUK 5 OVERIGE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 31

Deze bepaling bevat het overgangsrecht. Deze nadeelcompensatieregeling is uitsluitend van toepassing op werken waarvoor op het moment van in werking treden nog geen (schriftelijke) afspraken zijn. Daarnaast is deze regeling niet van toepassing op het gemeentelijke leidingennet, zoals het gemeentelijk rioleringsnet, de gemeentelijke verkeerslichten, enzovoorts.

 

Artikel 30

Behoeft geen nadere toelichting.

 

Artikel 32

Behoeft geen nadere toelichting.

Naar boven