De raad van de gemeente Nieuwegein;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 1 december 2020;
gelet op artikel 4a, derde lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening beslistermijn schuldhulpverlening Nieuwegein 2021
Artikel 1. Beslistermijn schuldhulpverlening
De beschikking tot schuldhulpverlening of de afwijzing ervan, bedoeld in artikel 4a, eerste lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, wordt genomen binnen een termijn van acht weken na de dag waarop het eerste gesprek, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van die wet, heeft plaatsgevonden.
Artikel 2. Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2021.
- 2.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening beslistermijn schuldhulpverlening Nieuwegein.
Toelichting
Algemeen
De Verordening beslistermijn schuldhulpverlening geeft uitvoering aan artikel 4a, derde lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (hierna: wet), zoals deze met ingang van 1 januari 2021 zal gelden. Artikel 4a van de wet is ingevoerd bij Wet van 24 juni 2020 tot wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens (Stb. 239).
Artikelsgewijs
Artikel 1. Beslistermijn schuldhulpverlening
De wet regelt dat inwoners met problematische schulden bij gemeenten terecht kunnen voor onder meer advies, schuldbemiddeling of een saneringskrediet. Het uitgangspunt is dat schuldhulpverlening breed toegankelijk is. Daarbij is van belang dat het voor de inwoner duidelijk is binnen welke termijn na het eerste gesprek over de hulpvraag wordt besloten of diegene voor een schuldenregeling in aanmerking komt.
Om deze reden is bij de genoemde wetswijziging in navolging van het advies van de Nationale Ombudsman besloten een wettelijke termijn op te nemen waarbinnen de gemeente na het eerste gesprek over de hulpvraag moet besluiten of iemand voor een schuldenregeling in aanmerking komt. Niet alleen burgers dienen zich aan wettelijke termijnen te houden. Ook van een dienende overheid mag verwacht worden dat zij op een verzoek van een burger binnen een redelijke, door de raad in een gemeentelijke verordening vastgestelde, termijn reageert.
Deze termijn mag volgens artikel 4a, derde lid, van de wet niet langer zijn dan acht weken. Dit is gelijk aan de maximale redelijke termijn die in artikel 4:13, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt gesteld. Een kortere beslistermijn vaststellen is wel toegestaan.
De beslistermijn is bepaald op acht weken, vanwege het feit dat deze wettelijke termijn soms nodig is om na het eerste gesprek over de hulpvraag te besluiten of iemand voor een schuldenregeling in aanmerking komt. De gemeente streeft ernaar om de aanvraag sneller af te handelen. In zijn algemeenheid lukt het om binnen deze termijn te blijven.
Artikel 2. Inwerkingtreding en citeertitel
De datum van inwerkingtreding valt samen met de inwerkingtreding van artikel 4a van de wet.