Gemeenteblad van Purmerend
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Purmerend | Gemeenteblad 2021, 463909 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Purmerend | Gemeenteblad 2021, 463909 | beleidsregel |
Nota Parkeernormen gemeente Purmerend 2016 - wijziging
Eerste alinea paragraaf 1.2 komt te luiden:
De doelstelling van deze nota is tweeledig. Allereerst is het doel van deze nota om de toepassing van de parkeernormen inzichtelijker te maken, zodat het voor burgers, bedrijven en ontwikkelaars duidelijk is welke normen gehanteerd worden bij een bouwaanvraag. Hiervoor wordt een handzaam stappenplan aangewend (zie hoofdstuk 2).
Eerste alinea paragraaf 1.3.3 komt te luiden:
De gemeente Purmerend hanteert ten behoeve van de toetsing de volgende beleidsuitgangspunten:
Paragraaf 1.3.3 beleidsregel 3 komt te luiden:
3.Salderen wordt in beginsel toegestaan bij sloop en leegstand.
Bij de berekening van de parkeereis van een ontwikkeling mag de parkeerbehoefte van een bestaand pand verrekend worden (salderen) met de parkeerbehoefte van het nieuwe plan. Het bestaande pand hoeft in principe niet in gebruik te zijn. Daarbij is het wel van belang dat de parkeerbehoefte van het bestaande pand een ‘reële parkeerbehoefte’ is. Als een pand enige tijd leeg staat of geruime tijd geleden gesloopt is, is het de vraag of er nog sprake is van een reële salderingsmogelijkheid. De beoordeling hiervan is aan het college.
Paragraaf 1.3.3 beleidsregel 7 komt te luiden:
7.In het voetgangersgebied geldt uitsluitend een parkeereis voor bezoek (afdracht Nota GKP).
Voor bouwplannen die gerealiseerd worden in het voetgangersgebied geldt dat zij in principe niet aan de parkeereis kunnen voldoen omdat er eenvoudigweg geen ruimte beschikbaar is om parkeren te faciliteren. Het is immers een voetgangersgebied waar motorvoertuigen niet mogen komen. Om die reden maakt het voetgangersgebied op grond van de Parkeerverordening deel uit van het zogeheten nulvergunningengebied. Deze regeling stelt dat nieuwe ontwikkelingen niet in aanmerking komen voor een parkeervergunning. De desbetreffende adressen worden geregistreerd op de Nulvergunningenadressenlijst die onderdeel uitmaakt van het Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening.
Deze vrijstelling van de parkeereis voor het vast gebruik (bv bewoner) geldt niet voor het bezoekersdeel. De bezoekersparkeereis van een initiatief dient gerealiseerd te worden in de vorm van een financiële bijdrage aan een alternatieve parkeerlocatie buiten het voetgangersgebied. Deze financiële regeling is geborgd in de Nota Gebiedsoverstijgende Kosten Purmerend (GKP). Waar onderhavige nota de hoeveelheid benodigde parkeerplekken voor het bezoekersdeel van een bouwinitiatief bepaalt, stelt de Nota GKP de financiële bijdrage hiervan vast.
In bijlage I staat de bezoekersparkeernorm per functie vermeld. Verder is in bijlage V een kaart geplaatst van het voetgangersgebied. Een pand valt binnen het voetgangersgebied wanneer dit pand met een motorvoertuig uitsluitend via het voetgangersgebied bereikt kan worden.
Paragraaf 1.3.3 beleidsregel 9 komt te luiden:
Om parkeervoorzieningen goed te kunnen gebruiken dienen deze aan bepaalde maten te voldoen. De maatvoering en de ontsluiting van de parkeervakken dienen te voldoen aan de richtlijnen zoals beschreven in het vigerende ASVV van het CROW.
Tot slot dient rekening gehouden te worden met de eisen voor gehandicaptenparkeerplaatsen conform het vigerende ASVV van het CROW.
Paragraaf 1.3.3. laatste alinea van beleidsregel 10 komt te luiden:
Verder heeft het CROW een systematiek ontwikkeld om de parkeerbehoefte van het halen en brengen te berekenen. In de CROW publicatie 182 1 wordt de systematiek toegelicht (zie ook bijlage VI). #_ftnref1
Paragraaf 1.3.3. beleidsregel 11 komt te luiden:
11.Reductie parkeereis mogelijk in de vorm van beschikbaarheid deelauto in parkeergereguleerd gebied.
De beschikbaarheid van deelauto’s kan de parkeervraag doen afnemen. Succesvol gebruik van deelauto’s is veelal afhankelijk van het gebied (stedelijk en gereguleerd) en de doelgroep. Bij de beoordeling van een bouwinitiatief kan een reductie van de parkeereis worden toegepast in de vorm van 1 deelauto incl. gereserveerde parkeerplaats faciliteert een parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen. Deze reductiefactor kan alleen toegepast worden in parkeergereguleerd gebied met de aanvullende voorwaarde dat de gebruikers (bv bewoners) van het bouwinitiatief nooit in aanmerking komen voor een parkeervergunning. De beoordeling of een deelautoconcept als reductiefactor toegepast kan worden is aan het college.
Paragraaf 1.3.4. Afwijken van de parkeeropgaaf komt te luiden:
Rekening houdend met parkeerkencijfers van het CROW (par. 1.3.2) en de gemeentelijke beleidsuitgangspunten (par. 1.3.3) wordt een parkeerbehoefte van een bouwplan berekend. Echter, kan in een aantal gevallen hiervan afgeweken worden. Hierbij is het van belang of het gebied waarin het bouwplan gerealiseerd wordt, gereguleerd is of niet. De gemeente Purmerend hanteert de volgende 2 afwijkingsmogelijkheden:
Toepassing van de afwijkingsmogelijkheden is ter beoordeling van het college. Hieronder de regelingen nader toegelicht.
Voor ontwikkelingen in niet-gereguleerde gebieden is het mogelijk om parkeergelegenheid in de openbare ruimte te gebruiken voor het deel van de parkeereis waarvoor de oplossing niet op eigen terrein past.
Voorwaarde hierbij is dat die parkeerruimte aanwezig is op de voor de functie relevante momenten, en dat de bezettingsgraad in de nabije omgeving – inclusief de toename ten gevolge van het bouwplan - niet boven de 85% uitkomt. Dit dient onderzocht te worden door het uitzetten van een parkeeronderzoek. De indiener van het bouwplan dient dit parkeeronderzoek uit te laten voeren bij een gerenommeerd verkeersonderzoeksbureau. Bij het bepalen van de grootte van het onderzoeksgebied dient rekening gehouden te worden met de acceptabele loopafstanden, aangegeven in tabel 3 (zie bijlage IV). Voorts is het van belang dat op de juiste tijdstippen gemeten wordt. De functie(s) van het bouwplan zijn bepalend voor de tijdstippen waarop het beste gemeten kan worden. In bijlage II staan de dagdelen vermeld waarop een functie de hoogste parkeerbehoefte genereert. Omdat bij deze tabel geen concrete tijdstippen zijn gemeld kan globaal de volgende richtlijnen aangehouden worden:
Om een goed beeld te krijgen van de parkeersituatie in een gebied dienen er minimaal vier metingen in twee opeenvolgende weken en op verschillende dagen uitgevoerd te worden.
De nulvergunningregeling is bedoeld voor de ontwikkeling van functies in een parkeervergunninggebied, waarbij niet (volledig) wordt voorzien in de parkeerbehoefte op eigen terrein. De regeling houdt in dat als bij een nieuwe ontwikkeling niet (volledig) in de parkeerbehoefte voor eigen gebruik wordt voorzien, er géén aanspraak kan worden gemaakt op parkeervergunningen voor straatparkeren. Hierdoor wordt de omgeving van de bouwontwikkeling beschermd tegen een extra parkeerdruk.
De ontwikkelaar heeft dan ook de informatieplicht deze voorwaarde mee te delen aan het toekomstige huurders/kopers opdat zij een degelijke beslissing kunnen nemen.
Om te voorkomen dat functies die beschikken over eigen parkeergelegenheid in geval van parkeerregulering aanspraak kunnen maken op parkeervergunningen voor op straat, houdt de gemeente een ‘Nulvergunningenadressenlijst’(NAL) bij. Het doel van dit overzicht is dat wordt voorkomen dat vaste gebruikers en/of bezoekers van dergelijke functies parkeren in het openbare gebied dat primair voor anderen bestemd is.
Het verlenen van parkeervergunningen aan functies die op de Nulvergunningenadressenlijst staan is daarmee uitgesloten of beperkt. Het overzicht is opgenomen in het ‘Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening’ en is te raadplegen via de website van de gemeente of overheid.nl.
Sinds juni 2019 is de historische binnenstad op grond van de Parkeerverordening aangemerkt als nulvergunningengebied. Dit houdt in dat alle ontwikkelingen in dit gebied nooit in aanmerking komen voor een parkeervergunning. Dit geldt voor parkeervergunningen voor vast gebruik zoals bijvoorbeeld bewoners en bedrijven maar ook bezoekersvergunningen.
Paragraaf 1.4 Leeswijzer komt te luiden:
Om de parkeeropgaaf van een bouwplan te berekenen is een flink aantal factoren van belang. Vooral in het geval van een functieverandering zijn er verschillende aspecten waarmee rekening gehouden moeten worden in de berekening. Om deze berekening te vereenvoudigen is de parkeertoets in een stappenplan omschreven. Dit stappenplan is weergegeven in hoofdstuk 2. In dit hoofdstuk wordt per stap uitgelegd hoe men tot de uiteindelijke parkeereis van een bouwplan komt.
Voorts zijn in de bijlagen verschillende naslagwerken geplaatst. Zo zijn in bijlage I de parkeernormen per functie weergegeven. Bijlage II bevat een tabel met aanwezigheidspercentages en bijlage III bevat een tabel met omrekenwaardes voor parkeervoorzieningen bij woningen. Verder is in bijlage IV een tabel met acceptabele loopafstanden weergegeven. Deze drie tabellen zijn overgenomen uit de CROW publicatie 317.
Bijlage V visualiseert het voetgangersgebied van de binnenstad van Purmerend. Tot slot is in bijlage VI een tekstdeel van de CROWpublicatie 182 inzake het halen en brengen van kinderen bij basisscholen en kinderdagverblijven geplaatst.
Inleidende tekst Hoofdstuk 2 komt te luiden:
Met behulp van het stappenplan in dit hoofdstuk kan de parkeeropgaaf van een bouwplan worden berekend. Hierdoor is rekening gehouden met de behoefte van de vergunningaanvrager om zelf –eventueel voorafgaand aan de officiële aanvraag- de parkeerbehoefte van zijn bouwplan te berekenen.
Om tot de parkeerbehoefte van een bouwinitiatief te komen dienen de volgende onderdelen met bijbehorend stappen doorlopen te worden:
Per stap wordt nauwgezet uitgelegd wat gedaan moet worden om tot de uiteindelijke parkeereis te komen. Een eventuele toelichting is onderaan de stap geplaatst. Voorts zijn in de bijlagen vier tabellen geplaatst die als hulpmiddel dienen voor een aantal berekeningen.
Inleidende tekst onder ‘Onderdeel A: toetsingskader: bestemmingsplan of Nota Parkeernormen?’ komt te luiden:
Wanneer een bouwplan wordt ingediend wordt allereerst gekeken of het bestemmingsplan parkeernormen hanteert voor de desbetreffende locatie. Deze parkeernormen zijn leidend. Indien het bestemmingsplan geen concrete parkeernormen noemt, zijn onderhavige beleidsregels van toepassing.
NB Voor sommige ontwikkelingen dient een nieuw bestemmingsplan opgesteld te worden. Er kan dan besloten worden om ten aanzien van het parkeren maatwerk te leveren mits goed gemotiveerd of de Nota Parkeernormen van toepassing te verklaren.
Stap 10: Wordt de parkeerbehoefte -volgens de richtlijnen-op eigen terrein gefaciliteerd? 4
Stap 11: Bevindt het bouwplan zich in een parkeergereguleerd gebied waarvoor parkeervergunningen worden verstrekt?
Bij een positieve beantwoording kan de nulvergunningenregeling toegepast worden. Deze regeling kan alleen toegepast worden in parkeergereguleerd gebied waar parkeervergunningen aan belanghebbenden worden verleend. Zie vigerend Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening voor de meest recente kaart van de parkeervergunninggebieden.
Stap 12: Bevindt het bouwplan zich in ongereguleerd gebied?
Bij een positieve beantwoording kan de restcapaciteitsregeling toegepast worden. Deze regeling geldt alleen in ongereguleerde gebieden. Hiervoor dient de ontwikkelaar een parkeerdrukonderzoek te laten uitvoeren door een gerenommeerd onderzoeksbureau. Indien de bezettingsgraad in de nabije omgeving – inclusief de toename ten gevolge van het bouwplan - niet boven de 85% uitkomt, kan afgeweken worden van de parkeereis.
Uitgangspunten voor het parkeeronderzoek zijn:
Stap 13: Wordt de parkeerbehoefte op een alternatieve parkeervoorziening op loopafstand gefaciliteerd?
Bijlage I parkeernormen per functie voor voetgangersgebied komt te luiden:
Aan bijlage I onder ‘6 Wonen wordt in de eerste kolom onderstaande functies als volgt omschreven:
Titel van Bijlage VIII komt te luiden:
Titel van Bijlage VIV komt te luiden:
Bijlage VI: Halen en brengen bij basisscholen en kinderdagverblijven
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-463909.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.