Nota Parkeernormen gemeente Purmerend 2016 - wijziging

De raad van de gemeente Purmerend,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 oktober 2021,

 

overwegende dat de Nota Parkeernormen Purmerend 2016 geactualiseerd dient te worden,

 

B E S L U I T:

 

  • 1.

    De Nota Parkeernormen gemeente Purmerend 2016 te wijzigen als volgt:

     

Artikel I

Inhoudspagina komt te luiden:

 

Pag.

1

Nota Parkeernormen Purmerend 2016

1

1.1 Aanleiding

1

1.2 Doelstelling

1

1.3 Parkeertoets

2

1.3.1 Wanneer toetsen?

3

1.3.2 De parkeernorm

3

1.3.3 beleidsuitgangspunten

4

1.3.4 afwijken van de parkeeropgaaf

7

1.3.5 afwijken van de beleidsregels (Nota Parkeernormen)

9

1.4 leeswijzer

9

2

Stappenplan parkeertoets

10

Onderdeel A: Toetsingskader

11

Onderdeel B: Parkeerbehoefte

11

Onderdeel C: Eigen terrein

14

BIJLAGEN

I

Parkeernormen per functie

17

II

Tabel aanwezigheidspercentages

21

III

Tabel omrekenwaardes parkeervoorzieningen woningen

23

IV

Tabel acceptabele loopafstanden

24

V

Voetgangersgebied binnenstad Purmerend

25

VI

Halen en brengen bij basisscholen en kinderdagverblijven

26

 

Artikel II

Eerste alinea paragraaf 1.2 komt te luiden:

 

De doelstelling van deze nota is tweeledig. Allereerst is het doel van deze nota om de toepassing van de parkeernormen inzichtelijker te maken, zodat het voor burgers, bedrijven en ontwikkelaars duidelijk is welke normen gehanteerd worden bij een bouwaanvraag. Hiervoor wordt een handzaam stappenplan aangewend (zie hoofdstuk 2).

 

Artikel III

Eerste alinea paragraaf 1.3.3 komt te luiden:

 

De gemeente Purmerend hanteert ten behoeve van de toetsing de volgende beleidsuitgangspunten:

 

Artikel IV

Paragraaf 1.3.3 beleidsregel 3 komt te luiden:

 

3.Salderen wordt in beginsel toegestaan bij sloop en leegstand.

Bij de berekening van de parkeereis van een ontwikkeling mag de parkeerbehoefte van een bestaand pand verrekend worden (salderen) met de parkeerbehoefte van het nieuwe plan. Het bestaande pand hoeft in principe niet in gebruik te zijn. Daarbij is het wel van belang dat de parkeerbehoefte van het bestaande pand een ‘reële parkeerbehoefte’ is. Als een pand enige tijd leeg staat of geruime tijd geleden gesloopt is, is het de vraag of er nog sprake is van een reële salderingsmogelijkheid. De beoordeling hiervan is aan het college.

 

Artikel V

Paragraaf 1.3.3 beleidsregel 7 komt te luiden:

 

7.In het voetgangersgebied geldt uitsluitend een parkeereis voor bezoek (afdracht Nota GKP).

Voor bouwplannen die gerealiseerd worden in het voetgangersgebied geldt dat zij in principe niet aan de parkeereis kunnen voldoen omdat er eenvoudigweg geen ruimte beschikbaar is om parkeren te faciliteren. Het is immers een voetgangersgebied waar motorvoertuigen niet mogen komen. Om die reden maakt het voetgangersgebied op grond van de Parkeerverordening deel uit van het zogeheten nulvergunningengebied. Deze regeling stelt dat nieuwe ontwikkelingen niet in aanmerking komen voor een parkeervergunning. De desbetreffende adressen worden geregistreerd op de Nulvergunningenadressenlijst die onderdeel uitmaakt van het Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening.

 

Deze vrijstelling van de parkeereis voor het vast gebruik (bv bewoner) geldt niet voor het bezoekersdeel. De bezoekersparkeereis van een initiatief dient gerealiseerd te worden in de vorm van een financiële bijdrage aan een alternatieve parkeerlocatie buiten het voetgangersgebied. Deze financiële regeling is geborgd in de Nota Gebiedsoverstijgende Kosten Purmerend (GKP). Waar onderhavige nota de hoeveelheid benodigde parkeerplekken voor het bezoekersdeel van een bouwinitiatief bepaalt, stelt de Nota GKP de financiële bijdrage hiervan vast.

 

In bijlage I staat de bezoekersparkeernorm per functie vermeld. Verder is in bijlage V een kaart geplaatst van het voetgangersgebied. Een pand valt binnen het voetgangersgebied wanneer dit pand met een motorvoertuig uitsluitend via het voetgangersgebied bereikt kan worden.

 

Artikel VI

Paragraaf 1.3.3 beleidsregel 9 komt te luiden:

 

Om parkeervoorzieningen goed te kunnen gebruiken dienen deze aan bepaalde maten te voldoen. De maatvoering en de ontsluiting van de parkeervakken dienen te voldoen aan de richtlijnen zoals beschreven in het vigerende ASVV van het CROW.

Tot slot dient rekening gehouden te worden met de eisen voor gehandicaptenparkeerplaatsen conform het vigerende ASVV van het CROW.

 

Artikel VII

Paragraaf 1.3.3. laatste alinea van beleidsregel 10 komt te luiden:

 

Verder heeft het CROW een systematiek ontwikkeld om de parkeerbehoefte van het halen en brengen te berekenen. In de CROW publicatie 182 1 wordt de systematiek toegelicht (zie ook bijlage VI). #_ftnref1

 

Artikel VIII

Paragraaf 1.3.3. beleidsregel 11 komt te luiden:

 

11.Reductie parkeereis mogelijk in de vorm van beschikbaarheid deelauto in parkeergereguleerd gebied.

De beschikbaarheid van deelauto’s kan de parkeervraag doen afnemen. Succesvol gebruik van deelauto’s is veelal afhankelijk van het gebied (stedelijk en gereguleerd) en de doelgroep. Bij de beoordeling van een bouwinitiatief kan een reductie van de parkeereis worden toegepast in de vorm van 1 deelauto incl. gereserveerde parkeerplaats faciliteert een parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen. Deze reductiefactor kan alleen toegepast worden in parkeergereguleerd gebied met de aanvullende voorwaarde dat de gebruikers (bv bewoners) van het bouwinitiatief nooit in aanmerking komen voor een parkeervergunning. De beoordeling of een deelautoconcept als reductiefactor toegepast kan worden is aan het college.

 

Artikel IX

Paragraaf 1.3.4. Afwijken van de parkeeropgaaf komt te luiden:

 

Rekening houdend met parkeerkencijfers van het CROW (par. 1.3.2) en de gemeentelijke beleidsuitgangspunten (par. 1.3.3) wordt een parkeerbehoefte van een bouwplan berekend. Echter, kan in een aantal gevallen hiervan afgeweken worden. Hierbij is het van belang of het gebied waarin het bouwplan gerealiseerd wordt, gereguleerd is of niet. De gemeente Purmerend hanteert de volgende 2 afwijkingsmogelijkheden:

Regeling

toepassingsgebied

1

Restcapaciteitsregeling

ongereguleerde gebieden

2

Nulvergunningenregeling

parkeervergunninggebieden

 

Toepassing van de afwijkingsmogelijkheden is ter beoordeling van het college. Hieronder de regelingen nader toegelicht.

 

1. Restcapaciteitsregeling

Voor ontwikkelingen in niet-gereguleerde gebieden is het mogelijk om parkeergelegenheid in de openbare ruimte te gebruiken voor het deel van de parkeereis waarvoor de oplossing niet op eigen terrein past.

 

Voorwaarde hierbij is dat die parkeerruimte aanwezig is op de voor de functie relevante momenten, en dat de bezettingsgraad in de nabije omgeving – inclusief de toename ten gevolge van het bouwplan - niet boven de 85% uitkomt. Dit dient onderzocht te worden door het uitzetten van een parkeeronderzoek. De indiener van het bouwplan dient dit parkeeronderzoek uit te laten voeren bij een gerenommeerd verkeersonderzoeksbureau. Bij het bepalen van de grootte van het onderzoeksgebied dient rekening gehouden te worden met de acceptabele loopafstanden, aangegeven in tabel 3 (zie bijlage IV). Voorts is het van belang dat op de juiste tijdstippen gemeten wordt. De functie(s) van het bouwplan zijn bepalend voor de tijdstippen waarop het beste gemeten kan worden. In bijlage II staan de dagdelen vermeld waarop een functie de hoogste parkeerbehoefte genereert. Omdat bij deze tabel geen concrete tijdstippen zijn gemeld kan globaal de volgende richtlijnen aangehouden worden:

 

Meetmomenten parkeerdruk

Ochtend

Tussen 07:00-10:00

Middag

Tussen 12:00-16:00

Avond

Tussen 20:00-23:00

Nacht

Tussen 00:00-05:00

Koopavond

Tussen 19:00-21:00

 

Om een goed beeld te krijgen van de parkeersituatie in een gebied dienen er minimaal vier metingen in twee opeenvolgende weken en op verschillende dagen uitgevoerd te worden.

 

2. Nulvergunningenregeling

De nulvergunningregeling is bedoeld voor de ontwikkeling van functies in een parkeervergunninggebied, waarbij niet (volledig) wordt voorzien in de parkeerbehoefte op eigen terrein. De regeling houdt in dat als bij een nieuwe ontwikkeling niet (volledig) in de parkeerbehoefte voor eigen gebruik wordt voorzien, er géén aanspraak kan worden gemaakt op parkeervergunningen voor straatparkeren. Hierdoor wordt de omgeving van de bouwontwikkeling beschermd tegen een extra parkeerdruk.

De ontwikkelaar heeft dan ook de informatieplicht deze voorwaarde mee te delen aan het toekomstige huurders/kopers opdat zij een degelijke beslissing kunnen nemen.

 

Om te voorkomen dat functies die beschikken over eigen parkeergelegenheid in geval van parkeerregulering aanspraak kunnen maken op parkeervergunningen voor op straat, houdt de gemeente een ‘Nulvergunningenadressenlijst’(NAL) bij. Het doel van dit overzicht is dat wordt voorkomen dat vaste gebruikers en/of bezoekers van dergelijke functies parkeren in het openbare gebied dat primair voor anderen bestemd is.

 

Het verlenen van parkeervergunningen aan functies die op de Nulvergunningenadressenlijst staan is daarmee uitgesloten of beperkt. Het overzicht is opgenomen in het ‘Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening’ en is te raadplegen via de website van de gemeente of overheid.nl.

 

Sinds juni 2019 is de historische binnenstad op grond van de Parkeerverordening aangemerkt als nulvergunningengebied. Dit houdt in dat alle ontwikkelingen in dit gebied nooit in aanmerking komen voor een parkeervergunning. Dit geldt voor parkeervergunningen voor vast gebruik zoals bijvoorbeeld bewoners en bedrijven maar ook bezoekersvergunningen.

 

Artikel X

Paragraaf 1.4 Leeswijzer komt te luiden:

 

Om de parkeeropgaaf van een bouwplan te berekenen is een flink aantal factoren van belang. Vooral in het geval van een functieverandering zijn er verschillende aspecten waarmee rekening gehouden moeten worden in de berekening. Om deze berekening te vereenvoudigen is de parkeertoets in een stappenplan omschreven. Dit stappenplan is weergegeven in hoofdstuk 2. In dit hoofdstuk wordt per stap uitgelegd hoe men tot de uiteindelijke parkeereis van een bouwplan komt.

 

Voorts zijn in de bijlagen verschillende naslagwerken geplaatst. Zo zijn in bijlage I de parkeernormen per functie weergegeven. Bijlage II bevat een tabel met aanwezigheidspercentages en bijlage III bevat een tabel met omrekenwaardes voor parkeervoorzieningen bij woningen. Verder is in bijlage IV een tabel met acceptabele loopafstanden weergegeven. Deze drie tabellen zijn overgenomen uit de CROW publicatie 317.

 

Bijlage V visualiseert het voetgangersgebied van de binnenstad van Purmerend. Tot slot is in bijlage VI een tekstdeel van de CROWpublicatie 182 inzake het halen en brengen van kinderen bij basisscholen en kinderdagverblijven geplaatst.

 

Artikel XI

Inleidende tekst Hoofdstuk 2 komt te luiden:

 

Met behulp van het stappenplan in dit hoofdstuk kan de parkeeropgaaf van een bouwplan worden berekend. Hierdoor is rekening gehouden met de behoefte van de vergunningaanvrager om zelf –eventueel voorafgaand aan de officiële aanvraag- de parkeerbehoefte van zijn bouwplan te berekenen.

 

Onderdelen stappenplan

Om tot de parkeerbehoefte van een bouwinitiatief te komen dienen de volgende onderdelen met bijbehorend stappen doorlopen te worden:

  • A.

    Wat is het toetsingskader van het bouwplan: bestemmingsplan of Nota Parkeernormen? (stap 1)

  • B.

    Wat is de parkeerbehoefte? (stap 2-9)

  • C.

    Wordt de parkeerbehoefte op eigen terrein gefaciliteerd? (stap 10-13)

     

Per stap wordt nauwgezet uitgelegd wat gedaan moet worden om tot de uiteindelijke parkeereis te komen. Een eventuele toelichting is onderaan de stap geplaatst. Voorts zijn in de bijlagen vier tabellen geplaatst die als hulpmiddel dienen voor een aantal berekeningen.

 

Artikel XII

Inleidende tekst onder ‘Onderdeel A: toetsingskader: bestemmingsplan of Nota Parkeernormen?’ komt te luiden:

 

Wanneer een bouwplan wordt ingediend wordt allereerst gekeken of het bestemmingsplan parkeernormen hanteert voor de desbetreffende locatie. Deze parkeernormen zijn leidend. Indien het bestemmingsplan geen concrete parkeernormen noemt, zijn onderhavige beleidsregels van toepassing.

 

NB Voor sommige ontwikkelingen dient een nieuw bestemmingsplan opgesteld te worden. Er kan dan besloten worden om ten aanzien van het parkeren maatwerk te leveren mits goed gemotiveerd of de Nota Parkeernormen van toepassing te verklaren.

 

Artikel XIII

Stap 3 komt te luiden:

 

ja

Er hoeven geen parkeerplaatsen gerealiseerd te worden ten behoeve van vast gebruik van dit bouwplan aangezien parkeren op eigen terrein niet mogelijk/wenselijk is in het voetgangersgebied. Wel dienen er parkeerplaatsen buiten het voetgangersgebied gerealiseerd te worden ten behoeve van bezoek. Bepaal aan de hand van bijlage I de totale bezoekersparkeereis van de functie(s). Zie vigerende Nota GKP voor financiële compensatie alternatieve parkeerlocatie. Financiële bijdrage aan alternatieve parkeerlocatie op grond van Nota GKP is vereist om goedkeuring te krijgen op de omgevingsvergunning.

nee

Ga naar stap 4.

Artikel XIV

Stap 10 vervalt.

 

Artikel XV

Stap 11 vervalt.

 

Artikel XVI

Stap 12 komt te luiden:

Stap 10: Wordt de parkeerbehoefte -volgens de richtlijnen-op eigen terrein gefaciliteerd? 4

ja

Er kan akkoord gegeven worden op het onderdeel ‘parkeren’ van het bouwplan.

nee

Ga naar stap 11

Houd bij parkeren op eigen terrein rekening met de volgende punten:

  • 1)

    tabel 2 ‘omrekenwaardes parkeervoorzieningen bij woningen’ (bijlage III)

  • 2)

    tabel 3 ‘acceptabele loopafstanden’ (bijlage IV)

  • 3)

    uitvoeringseisen parkeervakken (paragraaf 1.3.3)

 

Artikel XVII

Stap 13 komt te luiden:

 

Stap 11: Bevindt het bouwplan zich in een parkeergereguleerd gebied waarvoor parkeervergunningen worden verstrekt?

ja

De ontwikkelaar kan in aanmerking komen voor de nulvergunningenregeling .

nee

Ga naar stap 12.

Bij een positieve beantwoording kan de nulvergunningenregeling toegepast worden. Deze regeling kan alleen toegepast worden in parkeergereguleerd gebied waar parkeervergunningen aan belanghebbenden worden verleend. Zie vigerend Uitvoeringsbesluit Parkeerverordening voor de meest recente kaart van de parkeervergunninggebieden.

 

Artikel XVIII

Stap 14 komt te luiden:

 

Stap 12: Bevindt het bouwplan zich in ongereguleerd gebied?

ja

De ontwikkelaar kan in aanmerking komen voor de restcapaciteitsregeling.

nee

Ga naar stap 13.

Bij een positieve beantwoording kan de restcapaciteitsregeling toegepast worden. Deze regeling geldt alleen in ongereguleerde gebieden. Hiervoor dient de ontwikkelaar een parkeerdrukonderzoek te laten uitvoeren door een gerenommeerd onderzoeksbureau. Indien de bezettingsgraad in de nabije omgeving – inclusief de toename ten gevolge van het bouwplan - niet boven de 85% uitkomt, kan afgeweken worden van de parkeereis.

Uitgangspunten voor het parkeeronderzoek zijn:

  • >

    Grootte van het onderzoeksgebied wordt bepaald door de functies en de bijbehorende acceptabele loopafstanden (zie tabel 3 in bijlage IV).

  • >

    Tijdstip van het onderzoek is afhankelijk van de functie en waarop piekbelasting kan worden verwacht. Richtlijn hiervoor is tabel 1 in bijlage II (zie ook paragraaf 1.3.4)

     

Artikel XIX

Titel stap 15 komt te luiden:

Stap 13: Wordt de parkeerbehoefte op een alternatieve parkeervoorziening op loopafstand gefaciliteerd?

 

Artikel XX

Bijlage I parkeernormen per functie voor voetgangersgebied komt te luiden:

 

voetgangersgebied

1. Winkelen en boodschappen

p.p. per eenheid

bouwmarkt

100 m2 bvo

tuincentrum

100 m2 bvo

groencentrum

100 m2 bvo

bruin- en witgoedzaken

100 m2 bvo

3,4

woonwarenhuis (zeer groot)

100 m2 bvo

kringloopwinkel

100 m2 bvo

woonwarenhuis/woonwinkel

100 m2 bvo

1,1

meubelboulevard/woonboulevard

100 m2 bvo

winkelboulevard

100 m2 bvo

outletcentrum

100 m2 bvo

buurtsupermarkt

100 m2 bvo

1,7

discountsupermarkt

100 m2 bvo

3,2

fullservice supermarkt (laag en middellaag prijsniveau)

100 m2 bvo

2,9

fullservice supermarkten (middelhoog en hoog prijsniveau)

100 m2 bvo

3,3

grote supermarkt

100 m2 bvo

5

groothandel in levensmiddelen

100 m2 bvo

binnenstad of hoofdwinkel (stads)centrum 20.000-30.000 inwoners

100 m2 bvo

2,7

binnenstad of hoofdwinkel (stads)centrum 30.000-50.000 inwoners

100 m2 bvo

3

binnenstad of hoofdwinkel (stads)centrum 50.000-100.000 inwoners

100 m2 bvo

3,5

binnenstad of hoofdwinkel (stads)centrum 100.000-175.000 inwoners

100 m2 bvo

3,7

binnenstad of hoofdwinkel (stads)centrum > 175.000 inwoners

100 m2 bvo

3,6

buurt- en dorpscentrum

100 m2 bvo

wijkcentrum (klein)

100 m2 bvo

wijkcentrum (gemiddeld)

100 m2 bvo

wijkcentrum (groot)

100 m2 bvo

stadsdeelcentrum

100 m2 bvo

weekmarkt (wijkcentra gemiddeld en klein en buurt-en dorpscentra)

1m2 kraam

0,2

2. Sport, cultuur en ontspanning

p.p. per eenheid

voetgangersgebied

bowlingcentrum

baan

1,4

biljartcentrum

tafel

0,7

fitnessstudio/sportschool

100 m2 bvo

1,2

fitnesscentrum

100 m2 bvo

1,5

dansstudio

100 m2 bvo

1,4

golfbaan (18 holes)

18 holes, 60 ha

golfoefencentrum

centrum

sporthal

100 m2 bvo

1,4

sportzaal

100 m2 bvo

1

kunstijsbaan (kleiner dan 400 meter)

100 m2 bvo

1,1

kunstijsbaan (400 meter)

100 m2 bvo

indoorspeeltuin (kinderspeelhal), gemiddeld en kleiner

100 m2 bvo

2,8

indoorspeeltuin (kinderspeelhal), groot

100 m2 bvo

3,4

indoorspeeltuin (kinderspeelhal), zeer groot

100 m2 bvo

3,6

tennishal

100 m2 bvo

0,3

squashhal

100 m2 bvo

1,3

zwembad overdekt

100 m2 bassin

zwembad openlucht

100 m2 bassin

wellnesscentrum (thermen, kuurcentrum, beautycentrum)

100 m2 bvo

sauna, hammam

100 m2 bvo

2,5

bibliotheek

100 m2 bvo

0,4

bioscoop

100 m2 bvo

3

filmtheater/filmhuis

100 m2 bvo

2,5

theater/schouwburg

100 m2 bvo

6,4

musicaltheater

100 m2 bvo

2,5

casino

100 m2 bvo

4,9

volkstuin

10 tuinen

attractie- en pretpark

per ha netto terrein

7,9

dierenpark

ha netto terrein

7,9

jachthaven

ligplaats

0,6

manege (paardenhouderij)

box

museum

100 m2 bvo

0,4

stadion

zitplaats

0,1

sportveld

hectare netto terrein

19

3. Horeca en (verblijfs)recreatie

p.p. per eenheid

voetgangersgebied

bungalowpark (huisjescomplex)

bungalow

camping (kampeerterrein)

standplaats

1* hotel

10 kamers

0,3

2* hotel

10 kamers

1,1

3* hotel

10 kamers

1,5

4* hotel

10 kamers

2,3

5* hotel

10 kamers

3,3

discotheek

100 m2 bvo

6

café/bar/cafetaria

100 m2 bvo

4,5

restaurant

100 m2 bvo

7,2

evenementenhal/beursgebouw/congresgebouw

100 m2 bvo

4

4. Gezondheid en (sociale) voorzieningen

p.p. per eenheid

voetgangersgebied

huisartsenpraktijk (-centrum)

behandelkamer

1,2

fysiotherapiepraktijk (-centrum)

behandelkamer

0,7

consultatiebureau

behandelkamer

0,6

gezondheidscentrum

behandelkamer

0,9

consultatiebureau voor ouderen

behandelkamer

0,5

tandartsenpraktijk (-centrum)

behandelkamer

0,7

apotheek

apotheek

1

ziekenhuis

100 m2 bvo

0,4

crematorium

gelijktijdige plechtigheid

begraafplaats

gelijktijdige plechtigheid

penitentiaire inrichting

10 cellen

0,6

religiegebouw

zitplaats

verpleeg- en verzorgingstehuis

wooneenheid

0,4

5. Onderwijs

p.p. per eenheid

voetgangersgebied

kinderdagverblijf (crèche)

100 m2 bvo

basisschool

leslokaal

middelbare school

100 leerlingen

0,4

ROC

100 leerlingen

0,3

hogeschool

100 studenten

6

universiteit

100 studenten

6

avondonderwijs

10 studenten

3,8

6. Wonen

woning tot 40 m2 bvo

woning

0,3

woning 40-80 m2 bvo niet gestapeld/woning 40-65m2 bvo gestapeld

woning

0,3

woning 80-150m2 bvo niet gestapeld/woning 65-120m2 bvo gestapeld

woning

0,3

woning > 150 m2 bvo niet gestapeld/woning >120 m2 bvo gestapeld

woning

0,3

sociale huurwoning

woning

0,3

kamerverhuur studenten

kamer

0,3

aanleunwoning

woning

0,3

7. Werken

p.p. per eenheid

voetgangersgebied

kantoor (zonder baliefunctie)

100 m2 bvo

0,1

commerciële dienstverlening (kantoor met baliefunctie)

100 m2 bvo

0,3

bedrijf arbeidsintensief/bezoekersextensief (industrie, laboratorium, werkplaats)

100 m2 bvo

0,1

bedrijf arbeidsextensief/bezoekersextensief (loods, opslag, transportbedrijf)

100 m2 bvo

0,1

bedrijfsverzamelgebouw

100 m2 bvo

Artikel XXI

Aan bijlage I onder ‘6. Wonen’ wordt de volgende functie toegevoegd:

 

6.Wonen

p.p. per eenheid

Voetgangersgebied

Rest binnenstad

Schil

Rest bebouwde kom

Aandeel bezoekers

Sociale huurwoning

Woning

0,3

1,1

1,2

1,2

0,3 pp/woning

Artikel XXII

Aan bijlage I onder ‘6 Wonen wordt in de eerste kolom onderstaande functies als volgt omschreven:

 

6. Wonen

woning tot 40 m2 bvo

woning 40-80 m2 bvo niet gestapeld/woning 40-65m2 bvo gestapeld

woning 80-150m2 bvo niet gestapeld/woning 65-120m2 bvo gestapeld

woning > 150 m2 bvo niet gestapeld/woning >120 m2 bvo gestapeld

Artikel XXIII

Zin onder bijlage II komt te luiden:

Toepassing stap 6 en 12

 

Artikel XXIV

Zin onder bijlage III komt te luiden:

Toepassing: stap 8 en 10

 

Artikel XXV

Zin onder bijlage IV komt te luiden:

Toepassing: stap 10 en 12

 

Artikel XXVI

Bijlage V, VI en VII vervallen

 

Artikel XXVII

Titel van Bijlage VIII komt te luiden:

BIJLAGE V: Voetgangersgebied binnenstad Purmerend

 

Artikel XXVIII

Titel van Bijlage VIV komt te luiden:

Bijlage VI: Halen en brengen bij basisscholen en kinderdagverblijven

 

Artikel XXIX

Overgangsrecht

De vóór de inwerkingtreding van dit besluit geldende Nota Parkeernormen Purmerend 2016 (versie 26 mei 2016) blijft bij de toetsing van ruimtelijke activiteiten van toepassing voor zover:

:

  • 1.

    reeds een aanvraag omgevingsvergunning is ingediend vóór de inwerkingtreding van dit besluit;

  • 2.

    met de gemeente overeenkomsten zijn gesloten of afspraken zijn gemaakt over ruimtelijke uitgangspunten (zoals parkeernormen) vóór de inwerkingtreding van dit besluit of;

  • 3.

    het college van burgemeester en wethouders van mening is dat er met de gemeente afspraken zijn gemaakt over ruimtelijke uitgangspunten (zoals parkeernormen) vóór de inwerkingtreding van dit besluit of;

  • 4.

    door het college van burgemeester en wethouders of door de gemeenteraad vóór de inwerkingtreding van dit besluit een nota van uitgangspunten is vastgesteld.

 

 

  • 2.

    Dit besluit treedt inwerking op 1 januari 2022. Indien dit besluit niet voor of op 1 januari 2022 gepubliceerd is, treedt dit besluit in werking op de dag na die waarop het is bekendgemaakt en werkt terug tot 1 januari 2022.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering d.d. 11 november 2021

de griffier,

R.J.C.van der Laan

de voorzitter,

D. Bijl

Naar boven