Beheersverordening Begraafplaatsen Bernheze 2021

De raad van de gemeente Bernheze;

 

gezien het bijbehorende voorstel van burgemeester en wethouders van 24 augustus 2021;

 

gelet op artikel 35 van de Wet op de Lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de volgende Beheersverordening Begraafplaatsen Bernheze 2021

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

 

 

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

A asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

B begraafplaatsen: de algemene openbare begraafplaats Loo, de Rooms-katholieke begraafplaats Petrus Emmaus Parochie, de Rooms-katholieke begraafplaats Parochie H. Willibrordus, de Rooms-katholieke begraafplaats Sint Servatius Parochie, Parochieel Kerkhof Sint-Lambertus en de Rooms-katholieke begraafplaats Loosbroek

C beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

D graf: een zandgraf;

E grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

F kerkgenootschap: kerkelijke gemeenschap van godsdienstig gelijkgezinden.

G particuliere gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend om overledenen te gedenken;

H particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

1.het doen begraven en begraven houden van lijken;

2.het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

3.het doen verstrooien van as.

I particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

1.het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

2.het doen verstrooien van as.

J particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon hetuitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

K rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleendop een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

L. urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

M. verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid.

Artikel 2 Uitbreiding begrip particulier graf

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder ‘particulier graf’ mede verstaan: particulier urnengraf, particuliere urnennis en particuliere gedenkplaats.

Hoofdstuk 2 Openstelling, orde en rust op de begraafplaatsen

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor eenieder dagelijks toegankelijk gedurende door het college van burgemeester en wethouders bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar bekend.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 4 Ordemaatregelen

  • 1.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    De beheerder kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaatsen verwijderen of laten verwijderen.

  • 3.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

  • a elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

  • b. sneller dan 10 km per uur.

  • 4.

    Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid.

 

Artikel 5 Plechtigheden

  • 1.

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaatsen kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste zes werkdagen tevoren zijn gemeld aan de beheerder. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de beheerder vastgesteld.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

 

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de beheerder met deze werkzaamheden zijn belast.

 

Hoofdstuk 3 Voorschriften voor lijkbezorging

 

 

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

  • 1.

    Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na het overlijden te begraven moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten vaneen graf, alsmede het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaatsen op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder geheel of gedeeltelijkzelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

  •  

Artikel 8 Gebouwen en muziekinstallatie

Op de begraafplaatsen is geen ontvangstruimte of een muziekinstallatie voorhanden.

Artikel 9 Over te leggen stukken

  • 1.

    Tot begraving wordt niet overgegaan dan nadat het verlof tot begraven is overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een particulier graf zal plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien die is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3.

    Begraving of bijzetting in een particulier graf waarvan de uitgiftetermijn biimen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn van 10 jaar. De verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren

  • 5.

    De beheerder onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn.

 

Artikel 10 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijd van begraven en het bezorgen van as is: op werkdagen van 09.00 uur tot 16.00 uur; op zaterdag van 09.00 tot 16.00 uur;

  • 2.

    Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

 

Hoofdstuk 4 Indeling en uitgifte van de graven

 

 

Artikel 11 Indeling graven en asbezorging

1. Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven;

a. particuliere graven en particuliere urnengraven;

b. particuliere urnennissen;

c. particuliere gedenkplaatsen

2. Het college bepaalt bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen worden bijgezet in de particuliere graven en hoeveel verstrooiingen van as er op de particuliere graven kunnen plaatshebben. Het college bepaalt tevens de afmetingen en de uitgifteduur van de particuliere graven. De uitgifte duur kan niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de lijkbezorging.

 

Artikel 12 Volgorde van uitgifte

1. De particuliere graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

2. Het college kan een particulier graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is.

 

 

 

 

Artikel 13 Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

 

Artikel 14 Termijnen particuliere graven

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimten van de begraafplaatsen dat toelaten, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van tenminste twintig jaren recht op een particulier graf. De termijn begint te lopen op de datum waarop het particuliere graf is uitgegeven.

  • 2.

    Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens voor niet langer dan tien jaren, mits de aanvraag voor het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

 

Artikel 15 Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een particulier graf kan op aanvraag van de rechthebbende worden overgeschreven op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon, indien de aanvraag daartoe wordt gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende. Indien de overleden rechthebbende in het graf dient te worden begraven, of indien de asbus met zijn resten in het graf dient te worden bijgezet, dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van zes maanden kan het college het particuliere graf alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking heeft op een particulier graf dat inmiddels is geruimd.

 

Artikel 16 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf van de ontvangst van zodanige verklaring doen burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

 

Hoofdstuk 5 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

Artikel 17 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden per brief aan de rechthebbende bekend gemaakt. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord bekend.

  • 2.

    De beheerder draagt er zorg voor dat met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met menselijke resten worden geconfronteerd.

  • 3.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige menselijke resten worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats.

  • 4.

    De rechthebbende op een particulier graf kan bij de beheerder een aanvraag indienen om de menselijke resten te doen verzamelen om deze opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze te cremeren of elders opnieuw te doen begraven. De rechthebbende op een particulier urnengraf of particuliere urnennis kan bij de beheerder een aanvraag indienende asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen verstrooien.

 

Hoofdstuk 6 Gedeelte voor kerkgenootschap

 

 

Artikel 18 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van graven

  • 1.

    Het college kan na overleg met het bestuur van het kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 3, eerste lid, 11, tweede lid, 13 van deze verordening en artikel 5.1.2 van de Verordening Fysieke Leefomgeving Bernheze 2021.

  • 2.

    Het college stelt het bestuur van het kerkgenootschap schriftelijk ervan in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven onderhoud en herstel behoeft, wanneer het kerkgenootschap schriftelijk om een dergelijke kennisgeving heeft verzocht.

  •  

Hoofdstuk 7 In stand houden historische graven en opvallende grafbedekking

 

 

Artikel 19 Lijst

  • 1.

    Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3.

    De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

 

Hoofdstuk 8 Inrichting register

 

 

Artikel 20 Voorschriften

  • 1.

    Het college stelt voorschriften vast voor het register van het begraven van lijken.

  • 2.

    Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

 

Hoofdstuk 9 Slotbepalingen

 

 

Artikel 21 Intrekking oude regeling

De Beheersverordening Begraafplaatsen gemeente Bernheze 2011 in te trekken.

 

Artikel 22 Overgangsbepaling

  • 1.

    Besluiten van het college die genomen zijn krachtens de Beheersverordening Begraafplaatsen gemeente Bernheze 2011 gelden als besluiten genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de Beheersverordening BegraafpIaatsen gemeente Bernheze 2011 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

 

Artikel 23 Strafbepaling

  • 1.

    Hij die handelt in strijd met de artikelen 3 en 4 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2.

    Overtreding van artikel 3 en 4 van de verordening kan worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

 

Artikel 24 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 november 2021.

 

Artikel 25 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als; Beheersverordening Begraafplaatsen Bernheze 2021.

 

 

 

 

Naar boven