Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
|
2021
|
2022
|
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
|
|
|
2.1.1
|
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
|
|
|
2.1.1.1
|
bouwkosten:
|
|
|
|
Het bedrag waarvoor de aannemer zich heeft verbonden het werk tot stand te brengen (de aannemingssom), de omzetbelasting daarin niet begrepen, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, de omzetbelasting daarin niet begrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft, de omzetbelasting daarin niet begrepen;
|
|
|
2.1.1.2
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
|
2.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
|
2.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
Hoofdstuk 2 Vooroverleg
of principeverzoek
|
|
|
2.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het houden van vooroverleg of principeverzoek in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van Wabo vergunbaar is, inclusief 3 adviezen van de Commissie voor ruimtelijke kwaliteit en erfgoed Vijfheerenlanden (welstand)
|
€ 153,60
|
€ 155,75
|
Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning
|
|
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. Het moment van indienen van de aanvraag is bepalend voor de hoogte van de leges.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
3,28%
|
3,33%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 300,00
|
€ 300,00
|
|
en een maximum van:
|
€ 328.000
|
€ 333,000
|
2.3.1.1.1
|
Indien een aanvrager deelneemt aan het proefproject in het kader van de Wet kwaliteitsborging, en voldoet aan de gestelde eisen, wordt het bedrag dat verschuldigd is aan leges, die voortvloeien uit artikel 2.3.1.1, verlaagd met:
met een maximum van € 50.000,00
De toepassing van dit artikel geldt voor maximaal 5 proefprojecten/aanvragen per jaar.
|
30%
|
30%
|
|
|
|
|
2.3.1.2
2.3.1.2.1
|
Welstand
|
|
|
Indien voor de behandeling van een aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning uit het oogpunt van welstand advies nodig is van de Commissie voor ruimtelijke kwaliteit en erfgoed Vijfheerenlanden, wordt het onder 2.3.1.1 en 2.3.4 bedoelde leges verhoogd met het volgende percentage van de bouwkosten
|
0,18%
|
0,2%
|
|
Met een minimum van
|
€ 45,00
|
€ 50,00
|
|
Met een maximum van
|
€ 2.250,00
|
€ 4.000,00
|
|
Het bedrag wordt naar boven afgerond op € 5,00
|
|
|
2.3.1.2.2
|
Bij een advies handhaving of een exces met het volgende bedrag per behandeling:
|
€ 103,00
|
€ 105,00
|
2.3.1.2.3
|
Indien voor de behandeling van een aanvraag tot het houden van vooroverleg of principeverzoek, als bedoeld in artikel 2.2 vaker dan 3 keer advies nodig is van de Commissie voor ruimtelijke kwaliteit en erfgoed Vijfheerenlanden, wordt het onder 2.2 bedoelde leges verhoogd met het onder 2.3.1.2.1 genoemde legestarief.
|
|
|
|
|
|
|
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
|
2.3.1.3
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat subonderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld voor:
|
|
|
2.3.1.3.1
|
bouwen op een agrarisch bouwperceel
|
€ 655,00
|
€ 680,00
|
2.3.1.3.2
|
bouwen met overschrijding grenzen bestaand bouwperceel
|
€ 732,00
|
€ 760,00
|
2.3.1.3.3
|
Bouwen op niet-bouwperceel (starters), verzoek tot bedrijfsverplaatsing
|
€ 855,00
|
€ 890,00
|
2.3.1.3.4
|
Meerkosten per extra gebouw
|
€ 118,00
|
€ 125,00
|
2.3.1.3.5
|
Aanvullen doelmatigheidsadvies binnen 1 jaar na eerste advies
|
nihil
|
Nihil
|
2.3.1.3.6
|
Overige aanvullende adviezen, per uur
|
€ 102,00
|
€ 102,00
|
2.3.1.3.7
|
Advies regeling hobbyboer
|
€ 492,00
|
€ 510,00
|
2.3.1.3.8
|
Advies onttrekken aan agrarische bestemming
|
€ 543,00
|
€ 560,00
|
|
|
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
2.3.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in hoofdstuk 3 wordt het tarief, indien de aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouw-, aanleg-, sloop-, reclame, gebruiks- of kapactiviteit, verhoogd met:
|
10%
|
10%
|
|
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een maximum per activiteit van
|
€1.000,00
|
€1.000,00
|
|
|
|
|
|
Landschaps- stedebouw- of andere externe deskundigen
|
|
|
2.3.1.5
|
Onverminderd het bepaalde in subonderdeel 2.3.1.1, bedraagt het tarief, indien krachtens enig voorschrift voor de bedoelde aanvraag een advies van een landschapsdeskundige of andere externe adviseur nodig is en wordt beoordeeld
|
€ 358,40
|
€ 363,40
|
|
|
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
2.3.2.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 153,60
|
€ 155,75
|
2.3.2.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten
|
€ 358,40
|
€ 363,40
|
2.3.2.3
|
Het bedrag van artikel 2.3.2.1 en 2.3.2.2 wordt verhoogd indien de aanvraag betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan
|
|
|
|
artikel 3.10 (projectbesluit) van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast
|
€2.048,00
|
€ 2.076,65
|
|
artikel 3.6 eerste lid onder a of c, wordt toegepast
|
€ 358,40
|
€ 363,40
|
|
|
|
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo,, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 358,40
|
€ 363,40
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):
|
€ 358,40
|
€ 363,40
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) voor uitsluitend de wijziging van het gebruik van een gebouw of een perceel met een oppervlakte van maximaal 1.000 m²:
|
€5.632,00
|
€4.932,10
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) voor de bouw van één woning, al dan niet met bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt; of de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van maximaal 200 m²:
|
|
€7.008,75
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) voor de bouw van minimaal twee en maximaal vier woningen, al dan niet met bijbehorende bouwwerken;
of de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van meer dan 200 m² en maximaal 800 m² mogelijk maakt;
of uitsluitend de wijziging van het gebruik van een perceel met een oppervlakte van meer dan 1.000 m² en maximaal 5.000 m² betreft:
|
|
€9.085,45
|
2.3.3.6
|
Indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) voor de bouw van vijf of meer woningen, al dan niet met bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt;
of de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van meer dan 800 m² mogelijk maakt;
of uitsluitend de wijziging van het gebruik van een perceel met een oppervlakte van meer dan 5.000 m² betreft:
|
|
€10.902,55
|
2.3.3.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 358,40
|
€ 363,40
|
2.3.3.8
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 358,40
|
€ 363,40
|
2.3.3.9
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 358,40
|
€ 363,40
|
|
|
|
|
2.3.4
|
Handelsreclame
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h en i, van de Wabo en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
€ 155,75
|
|
|
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder d van de Wabo, bedraagt het tarief
|
€ 358,40
|
€ 363,40
|
|
|
|
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale of gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
2.3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
|
€ 266,24
|
€ 269,95
|
|
|
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten op basis van bestemmingplan
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 153,60
|
€ 155,75
|
2.3.8
|
Uitweg/inrit
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 76,80
|
€ 77,90
|
|
|
|
|
2.3.9
|
Kappen
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de provinciale bomenverordening of de Algemene plaatselijke verordening of bomenverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten per boom (voor de eerste 5 bomen):
|
€ 76,80
|
€ 77,90
|
|
Voor elke extra boom boven de 5:
|
€ 35,84
|
€ 36,35
|
|
|
|
|
2.3.10
|
Omgevingsvergunning in fasen
|
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief; voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteit(en) waarop de aanvraag voor die fase betrekking heeft.
|
|
|
|
|
|
|
2.3.11
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
|
2.3.11.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 245,76
|
€ 259,60
|
2.3.11.2
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 870,40
|
€ 882,60
|
2.3.11.6
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport
|
€ 256,00
|
€ 259,60
|
|
|
|
|
2.3.12
|
Advies
|
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning:
|
€ 358,40
|
€ 363,40
|
|
|
|
|
2.3.13
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
2.3.13.1
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
|
2.3.13.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 358,40
|
€ 363,40
|
2.3.13.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 358,40
|
€ 363,40
|
Hoofdstuk 4 Vermindering
|
|
|
2.4.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of principeverzoek als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de geheven leges als bedoeld in onderdeel 2.2 in mindering gebracht op de leges voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.
|
|
|
|
|
|
|
2.4.2
|
Minimumbedrag voor vermindering
|
|
|
|
Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
|
|
|
2.5.1
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten.
|
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, reclame- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.4, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
|
2.5.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan
|
60%
|
80%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
|
2.5.1.2
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken na het in behandeling nemen ervan
|
40%
|
50%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
|
|
|
|
|
2.5.2
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
|
|
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, reclame- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.4, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 24 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
40%
|
40%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
|
|
2.5.3
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg
-, reclame-
of sloopactiviteiten
|
|
|
2.5.3.1
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg-, reclame- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.4, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
50%
|
50%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
|
|
2.5.5
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.1.2, 2.3.1.3 en 2.3.11 tot en met 2.3.13 of andere door derden in rekening gebrachte kosten volgens deze titel wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
|
|
|
|
2.5.6
|
Verminderingen of teruggaaf als bedoeld in deze titel kunnen op verzoek of ambtshalve worden gedaan.
|
|
|
|
|
|
|
2.5.7
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
|
Een bedrag minder dan € 100,00 wordt niet teruggegeven.
|
|
|
Hoofdstuk 6 Intrekken omgevingsvergunning
|
|
|
|
Vervallen
|
|
|
Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
|
|
|
Vervallen
|
|
|
Hoofdstuk 8 Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
|
|
2.8.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1. eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening (vaststellen bestemmingsplan), indien het verzoek:
|
|
|
2.8.1.1
|
uitsluitend de wijziging van het gebruik van een gebouw of een perceel met een oppervlakte van maximaal 1.000 m² betreft
|
€4.864,00
|
€ 4.932,10
|
2.8.1.2
|
de bouw van één woning, al dan niet met bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt; of de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van maximaal 200 m² mogelijk maakt
|
€6.912,00
|
€ 7.008,75
|
2.8.1.3
|
de bouw van minimaal twee en maximaal vier woningen, al dan niet met bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt;
of de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van meer dan 200 m² en maximaal 800 m² mogelijk maakt;
of uitsluitend de wijziging van het gebruik van een perceel met een oppervlakte van meer dan 1.000 m² en maximaal 5.000 m² betreft
|
€8.960,00
|
€ 9.085,45
|
2.8.1.4
|
de bouw van vijf of meer woningen, al dan niet met bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt;
of de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van meer dan 800 m² mogelijk maakt;
of uitsluitend de wijziging van het gebruik van een perceel met een oppervlakte van meer dan 5.000 m² betreft
|
€10.752,00
|
€10.902,55
|
2.8.2.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en b, van de Wet ruimtelijke ordening (wijziging en uitwerking) bedraagt indien het verzoek:
|
|
|
2.8.2.1.
|
de bouw van één woning, al dan niet met bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt; of de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van maximaal 200 m² mogelijk maakt;
of uitsluitend de wijziging van het gebruik van een perceel met een oppervlakte van maximaal 1.000 m² betreft
|
€ 2.918,40
|
€ 2.959,25
|
|
de bouw van minimaal twee en maximaal vier woningen, al dan niet met bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt;
of de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van meer dan 200 m² en maximaal 800 m² mogelijk maakt;
of uitsluitend de wijziging van het gebruik van een perceel met een oppervlakte van meer dan 1.000 m² en maximaal 5.000 m² betreft
|
€ 4.608,00
|
€ 4.672,50
|
|
de bouw van vijf of meer woningen, al dan niet met bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt;
of de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van meer dan 800 m² mogelijk maakt;
of uitsluitend de wijziging van het gebruik van een perceel met een oppervlakte van meer dan 5.000 m² betreft
|
€ 6.912,00
|
€ 7.008,75
|
Hoofdstuk 9 Vervallen
|
|
|
|
Vervallen
|
|
|
Hoofdstuk 10 In deze titel niet benoemde beschikking
|
|
|
2.10
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 102,40
|
€ 103,85
|
2.10.1
|
Indien voor een aanvraag intern werkzaamheden moeten worden verricht op verzoek die niet behoren tot wettelijk verplichte dienstverlening, bedragen de kosten per uur
|
€ 76,80
|
€ 77,90
|
2.10.2
|
Indien voor een aanvraag extern werkzaamheden moeten worden verricht of advies ingewonnen, worden de verschuldigde leges verhoogd met het bedrag van de advieskosten.
|
|
|
2.10.3
|
De kosten worden aan aanvrager schriftelijk medegedeeld (begroting) en de opdracht niet verstrekt tot na de vijfde werkdag na de dag waarop de kosten aan aanvrager ter kennis zijn gebracht.
|
|
|