Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen
|
2.1.1
|
Onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan de aannemingssom, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen voor de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken, met dien verstande dat hierbij de omzetbelasting is inbegrepen, en indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. Voor het bepalen van de hoogte van de bouwkosten wordt gebruik gemaakt van het programma Bouwkostencheck van Calcsoft BV.
|
|
2.1.1.1
|
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
|
|
2.1.1.2
|
In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
|
|
2.1.1.3
|
In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
|
|
|
|
|
Hoofdstuk 2 Omgevingsvergunning
|
2.2.2.1
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
2.2.2.1.1
|
Onder het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning wordt verstaan:
|
|
|
het registreren / inboeken van de aanvraag in het vergunningenregistratiesysteem.
|
|
|
|
|
2.2.2.2.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.2.2.2.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.2.2.2.1.1.1
|
indien de bouwkosten minder bedragen dan € 11.300,00:
|
€ 266,45
|
|
3,58% van die bouwkosten met een minimum van:
|
|
|
|
|
2.2.2.2.1.1.2
|
indien de bouwkosten € 11.300,00 bedragen of meer, maar minder dan € 70.300,00:
|
€ 404,55
|
|
vermeerderd met 2,57% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 11.300,00 te boven gaan;
|
|
|
|
|
2.2.2.2.1.1.3
|
indien de bouwkosten € 70.300,00 bedragen of meer:
|
€ 1.920,85
|
|
vermeerderd met 1,67% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 70.300,00 te boven gaan;
|
|
|
|
|
|
Extra welstandstoets
|
|
2.2.2.2.2
|
In het overeenkomstig onderdeel 2.2.2.2.1 berekende bedrag zijn maximaal twee welstandsbeoordelingen inbegrepen. Per extra welstandsbeoordeling wordt het overeenkomstig onderdeel 2.2.2.2.1 berekende bedrag verhoogd met:
|
€ 69,00
|
|
|
|
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
2.2.2.2.3
|
Indien voor het toetsen van een aanvraag om een omgevingsvergunning een advies van de Agrarische Adviescommissie Zeeland is vereist, wordt het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag betrekking heeft verhoogd met:
|
€ 1.014,20
|
|
|
|
|
Toets veiligheidsplan
|
|
2.2.2.2.4
|
Indien voor het toetsen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit een veiligheidsplan als bedoeld in artikel 8.7 van het Bouwbesluit 2012 is vereist, wordt het overeenkomstig onderdeel 2.2.2.2.1 berekende bedrag verhoogd met:
|
€ 163,55
|
|
|
|
2.2.3
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.2.3.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 266,45
|
|
|
|
2.2.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.2.4.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.2.2.2.1:
|
|
2.2.4.1.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 299,80
|
2.2.4.1.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 299,80
|
2.2.4.1.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 1.356,15
|
2.2.4.1.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 299,80
|
2.2.4.1.5
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 1.356,15
|
2.2.4.1.6
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 1.356,15
|
2.2.4.1.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 299,80
|
|
|
|
2.2.5
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.2.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.2.5.1.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 299,80
|
2.2.5.1.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
€ 299,80
|
2.2.5.1.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€ 1.356,15
|
2.2.5.1.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 299,80
|
2.2.5.1.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 1.356,15
|
2.2.5.1.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 1.356,15
|
2.2.5.1.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 299,80
|
|
|
|
2.2.6
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.2.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 361,10
|
2.2.6.2
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk of inrichting, waarin bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf wordt verschaft, wordt het in 2.2.6.1 genoemde bedrag verhoogd met:
|
|
|
- in het geval het betreft een bouwwerk of inrichting, geschikt voor 10 of meer doch minder dan 25 personen:
- in het geval het betreft een bouwwerk of inrichting, geschikt voor 25 of meer doch minder dan 50 personen:
- in het geval het betreft een bouwwerk of inrichting, geschikt voor 50 of meer personen:
|
€ 724,10
€ 1.454,20
€ 2.282,00
|
2.2.6.3
|
Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk of inrichting ten behoeve van een dagverblijf voor meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar en/of meer dan 10 personen lichamelijk of geestelijk gehandicapt, wordt het in 2.2.6.1 genoemde bedrag verhoogd met:
|
|
|
- in het geval het betreft een bouwwerk of inrichting, geschikt voor 10 of meer doch minder dan 25 personen:
- in het geval het betreft een bouwwerk of inrichting, geschikt voor 25 of meer doch minder dan 50 personen:
- in het geval het betreft een bouwwerk of inrichting, geschikt voor 50 of meer personen:
|
€ 724,10
€ 1.454,20
€ 2.282,00
|
2.2.6.4
|
Indien de vergunning dient te worden aangepast ten gevolge van interne/externe (ver)bouw, wijziging van het aantal personen of anderszins het gebruik beïnvloedende zaken, wordt het in 2.2.6.1 genoemde bedrag verhoogd met:
|
€ 361,10
|
2.2.6.5
|
Indien meerdere bepalingen uit dit hoofdstuk tegelijkertijd op een bouwwerk of inrichting van toepassing zijn, dan wordt het in 2.2.6.1 genoemde bedrag met slechts het hoogste bedrag verhoogd.
|
|
|
|
|
2.2.7
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.2.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 14 van de Erfgoedverordening gemeente Goes, bedraagt het tarief:
|
|
2.2.7.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
|
€ 266,45
|
2.2.7.1.2
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 266,45
|
2.2.7.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of artikel 20 van de Erfgoedverordening gemeente Goes, bedraagt het tarief:
|
€ 78,50
|
|
|
|
2.2.8
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.2.8.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
€ 78,50
|
|
|
|
2.2.9
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
2.2.9.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief:
|
€ 155,50
|
|
|
|
2.2.10
|
Uitweg/inrit
|
|
2.2.10.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief:
|
€ 155,50
|
|
|
|
2.2.11
|
Kappen
|
|
2.2.11.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met de provinciale bomenverordening of artikel 4:12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief:
|
€ 155,50
|
|
|
|
2.2.12
|
Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming
|
|
2.2.12.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit), bedraagt het tarief:
|
€ 554,40
|
2.2.12.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit), bedraagt het tarief:
|
€ 554,40
|
|
|
|
2.2.13
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
2.2.13.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.2.13.1.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.2.13.1.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
|
|
2.2.14
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
2.2.14.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.2.14.1.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 353,85
|
2.2.14.1.2
|
van advisering en onderzoek van het bureau SCEZ of er archeologisch onderzoek plaats moet vinden
|
€ 284,60
|
2.2.14.1.3
|
voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
|
€ 661,20
|
|
|
|
2.2.15
|
Advies
|
|
2.2.15.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.2.15.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.2.15.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
2.2.16
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.2.16.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.2.16.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 554,40
|
2.2.16.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.2.16.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.2.16.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
2.2.17
|
Vermeerdering
|
|
|
Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
2.2.17.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens als bedoeld in artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning in behandeling is genomen:
|
€ 92,35
|
|
|
|
2.2.18
|
Teruggaaf
|
|
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning
|
|
2.2.18.1
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
2.2.18.1.1
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 2 weken na het in behandeling nemen ervan
|
80%
|
|
van de op grond van de voorgaande onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
2.2.18.1.2
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na een termijn van 2 weken, maar binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan
|
70%
|
2.2.18.1.3
|
indien de aanvraag wordt ingetrokken na een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan
|
60%
|
|
van de op grond van de voorgaande onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
|
|
|
|
|
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning
|
|
2.2.18.2
|
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 3 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
|
50%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning
|
|
2.2.18.3
|
Als de gemeente een omgevingsvergunning weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
10%
|
|
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
|
|
2.2.18.4
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.2.18.3 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
|
|
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
2.2.18.5
|
Een bedrag minder dan € 84,- wordt niet teruggegeven.
|
|
|
|
|
|
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.2.18.6
|
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.2.15 en 2.2.16 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
|
|
2.2.19
|
Intrekking omgevingsvergunning
|
|
2.2.19.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.2.18.5 van toepassing is:
|
€ 102,25
|
|
|
|
2.2.20
|
Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project
|
|
2.2.20.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
|
€ 207,10
|
|
|
|
2.2.21
|
Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
|
|
2.2.21.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening:
|
€ 4.418,05
|
2.2.21.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening:
|
€ 1.150,60
|
|
|
|
2.2.22
|
In deze titel niet benoemde beschikking
|
|
2.2.22.1
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
|
€ 207,10
|
2.2.22.2
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 2.25, tweede lid, van de Wabo dat een omgevingsvergunning zal gaan gelden voor een ander dan de aanvrager of de vergunninghouder:
|
€ 64,10
|
2.2.22.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek tot verlenging van een bij een omgevingsvergunning aangegeven termijn als bedoeld in de artikelen 2.23 en 2.23a van de Wabo:
|
€ 64,10
|