Hoofdstuk
|
Omschrijving
|
€
|
Tarief 2022
|
2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
Indien de bouwkosten naar de mening van de behandelend ambtenaar te laag zijn aangegeven, kunnen de leges worden berekend over de ambtelijk vastgestelde bouwkosten.
|
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
|
2.3.1.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, waarbij de plannen voorgelegd moeten worden aan de commissie ruimtelijke kwaliteit (welstandsbeleid) bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.1.1.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen:
|
|
2,37 %
|
van die bouwkosten met een minimum van
|
“
|
199,00
|
2.3.1.1.2
|
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:
|
|
1,84 %
|
van die bouwkosten met een minimum van
|
“
|
4.740,00
|
2.3.1.1.3
|
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:
|
|
1,82 %
|
van die bouwkosten met een minimum van
|
“
|
9.200,00
|
2.3.1.1.4
|
indien de bouwkosten € 1.000.000,00 tot € 2.000.000,00 bedragen:
|
|
1,75 %
|
|
van die bouwkosten met een minimum van
|
“
|
18.200,00
|
2.3.1.1.5
|
indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:
|
|
1,71 %
|
van die bouwkosten met een minimum van
|
“
|
35.000,00
|
2.3.1.1.6
|
indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:
|
|
1,67 %
|
van die bouwkosten met een minimum van
|
“
|
85.500,00
|
2.3.1.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, waarbij de plannen niet aan de commissie ruimtelijke kwaliteit voorgelegd hoeven te worden (welstandsvrij gebied) bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.1.2.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 200.000 bedragen:
|
|
2,18 %
|
van die bouwkosten met een minimum van
|
“
|
148,00
|
2.3.1.2.2
|
indien de bouwkosten € 200.000 tot € 500.000 bedragen:
|
|
1,65 %
|
van die bouwkosten met een minimum van
|
“
|
4.360,00
|
2.3.1.2.3
|
indien de bouwkosten € 500.000 tot € 1.000.000 bedragen:
|
|
1,64 %
|
van die bouwkosten met een minimum van
|
“
|
8.200,00
|
2.3.1.2.4
|
indien de bouwkosten € 1.000.000,00 tot € 2.000.000,00 bedragen:
|
|
1,63 %
|
|
van die bouwkosten met een minimum van
|
“
|
16.400,00
|
2.3.1.2.5
|
indien de bouwkosten € 2.000.000 tot € 5.000.000 bedragen:
|
|
1,62 %
|
van die bouwkosten met een minimum van
|
“
|
32.600,00
|
2.3.1.2.6
|
indien de bouwkosten € 5.000.000 of meer bedragen:
|
|
1,61 %
|
van die bouwkosten met een minimum van
|
“
|
81.000,00
|
|
Statiegeldregeling
|
|
|
2.3.1.3
|
De bedragen van de artikelen 2.3.1.1.1 t/m 2.3.1.1.6 en 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.6 worden verhoogd met € 100,00.
Als minimaal 2 dagen voor de aanvang van de bouwactiviteiten meldingskaartje 1 door de gemeente is ontvangen, wordt € 50,00 terugbetaald. Als minimaal 1 dag voor de voltooiing van de bouwactiviteiten meldingskaartje 2 door de gemeente is ontvangen, wordt de resterende
€ 50,00 terugbetaald.
|
|
|
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
2.3.1.4
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 en 2.3.1.2 wordt het tarief, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan of bouwwerk waarvan de bouw zonder vergunning is aangevangen of voltooid verhoogd met 50% van het overeenkomstige onderdeel 2.3.1.1.1. t/m 2.3.1.1.6 of 2.3.1.2.1 t/m 2.3.1.2.6 berekende bedrag.
|
|
|
2.3.2
|
Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde of van werkzaamheden (aanlegactiviteiten)
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
“
|
224,00
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
|
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
“
|
142,00
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) met ruimtelijke advies:
|
“
|
184,00
|
2.3.3.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
“
|
163,00
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) met ruimtelijke onderbouwing:
|
“
|
|
|
Indien de bouwkosten minder dan € 10.000,- bedragen, van die bouwkosten:
|
|
3% met minimum van
€ 185,00
|
|
Indien de bouwkosten € 10.000 tot € 50.000 bedragen, van die bouwkosten:
|
|
1,5% met minimum van
€ 300,00
|
|
Indien de bouwkosten € 50.000 tot € 250.000 bedragen, van die bouwkosten:
|
|
0,7% met minimum van
€ 750,00
|
|
Indien de bouwkosten meer dan € 250.000, van die bouwkosten:
|
|
0,5% met minimum van
€ 1.750,00 en maximum van
€ 4.000,00
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (projectafwijking): indien de activiteit:
|
|
|
2.3.3.4.1
|
de bouw van één woning, al dan niet met bijhorende bouwwerken, mogelijk maakt, of
|
|
|
|
de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van maximaal 200 m² mogelijk maakt:
|
“
|
5.406,00
|
2.3.3.4.2
|
de bouw van minimaal twee en maximaal vier woningen, al dan niet met bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt, of
|
|
|
|
de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van meer dan 200 m² en maximaal 800 m² mogelijk maakt:
|
“
|
7.762,00
|
2.3.3.4.3
|
de bouw van vijf of meer woningen, al dan niet met bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt, of
|
|
|
|
de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van meer dan 800 m² mogelijk maakt:
|
“
|
10.120,00
|
2.3.3.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (projectafwijking): indien een verklaring van geen bedenkingen door de gemeenteraad dient te worden afgegeven, worden de in 2.3.3.4 genoemde bedragen verhoogd met:
|
“
|
1.649,00
|
2.3.3.6
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
“
|
600,00
|
2.3.3.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
“
|
223,00
|
2.3.3.8
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
“
|
340,00
|
2.3.3.9
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
“
|
340,00
|
2.3.3.10
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
“
|
340,00
|
2.3.4.
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
“
|
184,00
|
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) met ruimtelijk advies:
|
“
|
224,00
|
2.3.4.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
|
“
|
216,00
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) met ruimtelijke onderbouwing:
|
“
|
378,00
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (projectafwijking): indien de activiteit:
|
|
|
2.3.4.4.1
|
uitsluitend de wijziging van het gebruik van een gebouw of een perceel met een oppervlakte van maximaal 1.000 m² betreft:
|
“
|
4.080,00
|
2.3.4.4.2
|
- de bouw van één woning, al dan niet met bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt of
- de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van maximaal 200 m² mogelijk maakt of
- uitsluitend de wijziging van het gebruik van een perceel met een oppervlakte van meer dan 1.000 m² en maximaal 2.000 m² betreft:
|
“
|
5.408,00
|
2.3.4.4.3
|
- de bouw van minimaal twee en maximaal vier woningen, al dan niet met bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt of
- de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van meer dan 200 m² en maximaal 800 m² mogelijk maakt of
- uitsluitend de wijziging van het gebruik van een perceel met een oppervlakte van meer dan 2.000 m² en maximaal 10.000 m² betreft:
|
“
|
7.764,00
|
2.3.4.4.4
|
- de bouw van vijf of meer woningen, al dan niet met bijbehorende bouwwerken, mogelijk maakt of
- de bouw van overige gebouwen met een oppervlakte van meer dan 800 m² mogelijk maakt of
- uitsluitend de wijziging van het gebruik van een perceel met een oppervlakte van meer dan 10.000 m² betreft:
|
“
|
10.120,00
|
2.3.4.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (projectafwijking): indien een verklaring van geen bedenkingen door de gemeenteraad dient te worden afgegeven, worden de in 2.3.4.4 genoemde bedragen verhoogd met:
|
“
|
1.649,00
|
2.3.4.6
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)
|
“
|
379,00
|
2.3.4.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
“
|
223,00
|
2.3.4.8
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van de provinciale regelgeving):
|
“
|
340,00
|
2.3.4.9
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
“
|
340,00
|
2.3.4.10
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
“
|
340,00
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
“
|
428,00
|
2.3.5.2
|
Het bedrag genoemd onder 2.3.5.1 wordt nadat het brandveiligheidsonderzoek is gehouden vermeerderd met een oppervlaktetoeslag per m² van:
|
“
|
0,57
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
2.3.6.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening gemeente Oost Gelre aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.6.1.1
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
|
“
|
163,85
|
2.3.6.1.2
|
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
“
|
163,85
|
2.3.6.2
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Erfgoedverordening gemeente Oost Gelre aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 18 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
“
|
163,85
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
|
2.3.7.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo
|
“
|
135,65
|
2.3.8
|
Uitweg/inrit
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
“
|
73,40
|
2.3.9
|
Kappen
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
“
|
70,38
|
2.3.10
|
Opslag van roerende zaken
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:10A van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
|
|
|
2.3.10.1
|
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo:
|
“
|
276,80
|
2.3.10.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo:
|
“
|
276,80
|
2.3.11
|
Andere activiteiten
|
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een hogere grenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder
|
“
|
288,35
|
2.3.12
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
“
|
|
2.3.12.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
|
2.3.12.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
|
2.3.13
|
Advies
|
|
|
2.3.13.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.13.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.13.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
2.3.14
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
|
2.3.14.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
Indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag aan de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
|
2.3.14.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.14.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|