Verzamelbesluit nadere regels en beleidsregels Participatiewet, aanverwante regelingen en Sociaal Vangnet, 2e wijziging

[Deze bekendmaking is slechts een tekstplaatsing. De oorspronkelijke publicatie is op 19 mei 2021 bekendgemaakt, beschikbaar via Gemeenteblad2021, 155768.]

 

Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Apeldoorn,

 

gelezen het voorstel d.d. 20 april 2021, nummer 1741;

 

besluit: vast te stellen de volgende wijziging van het Verzamelbesluit nadere regels en beleidsregels Participatiewet, aanverwante regelingen en Sociaal Vangnet, 2e wijziging

Artikel I Wijziging Verzamelbesluit nadere regels en beleidsregels Participatiewet, aanverwante regelingen en Sociaal Vangnet

Leeswijzer: In de ‘bestaande tekst’ zijn tekstgedeeltes die worden gewijzigd of verwijderd cursief onderstreept. In de ‘nieuwe tekst’ zijn de tekstwijzigingen dikgedrukt onderstreept. De vermelding (…) betekent dat de bestaande tekst niet wijzigt en de vermelding -/- geeft aan dat het bestaande tekstonderdeel wordt verwijderd.

 

A. Artikel 4.3 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4.3 Aanvullende begripsbepalingen

In aanvulling op artikel 1.1, tweede lid, van dit verzamelbesluit wordt in deze paragraaf verstaan onder:

  • -

    bijstandsnorm: de van toepassing zijnde bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5, onder c, van de PW. Hierbij wordt geen rekening gehouden met de kostendelersnorm;

     

  • -

    draagkracht: het gedeelte van het inkomen en het vermogen dat de belanghebbende moet aanwenden om in de kosten te voorzien;

     

  • -

    inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 31 en 32 van de PW zonder vakantietoeslag. De uitkering op grond van de PW wordt ook tot het inkomen gerekend.

     

  • -

    vermogen: het vermogen als bedoeld in artikel 34, eerste lid, onder a, van de PW;

     

  • -

    vermogensgrens: de vermogensgrens als bedoeld in artikel 34, derde lid, van de PW.

Artikel 4.3 Aanvullende begripsbepalingen

(…)

  • -

    (…)

     

     

  • -

    (…)

     

 

  • -

    inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 31 en 32 van de PW inclusief vakantietoeslag. De uitkering op grond van de PW wordt ook tot het inkomen gerekend; 

  • -

    (…)

  • -

    (…)

  •  

 

B. Artikel 4.12 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4.12 Algemene bepalingen over aanvraag en verstrekking

  • 1.

    Het college verstrekt op aanvraag een participatievoorziening aan de inwoner of het kind.

  • 2.

    De aanvraag om een participatievoorziening wordt ingediend door:

    • a.

      de inwoner die een voorziening aanvraagt voor zichzelf, zijn partner of zijn kind;

    • b.

      de ouder met een laag of laag besteedbaar inkomen die een voorziening aanvraagt voor het kind;

    • c.

      de tekenbevoegde vertegenwoordiger van een instelling indien het gaat om een kind in een instelling.

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid kan het college een participatievoorziening ambtshalve verstrekken indien:

    • a.

      sprake is van een aanvraag om een tegoed voor sportieve, culturele, recreatieve en andere maatschappelijke activiteiten en de inwoner een uitkering ontvangt of wanneer deze participatievoorziening in het voorgaande jaar ook aan de inwoner of het kind is verstrekt;

    • b.

      het gaat om een kidstegoed en het kind in hetzelfde jaar een tegoed voor sportieve, culturele, recreatieve en andere maatschappelijke activiteiten is toegekend en op de peildatum aan de voorwaarden voldoet.

  • 4.

    De beoordeling of de inwoner, zijn partner of het kind aan de voorwaarden van de participatievoorziening voldoet vindt plaats op de datum van aanvraag. De leeftijd van het kind wordt bepaald aan de hand van de peildatum. Het inkomen wordt vastgesteld op het gemiddelde inkomen over twee maanden voorafgaand aan de maand van aanvraag.

Artikel 4.12 Algemene bepalingen over aanvraag en verstrekking

  • 1.

    (…)

     

  • 2.

    (…)

     

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  • 3.

    (…)

  •  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

  • 4.

    (…)

 

 

 

 

 

 

 

  • 5.

    Het college kan aan de inwoner met een uitkering op grond van de verlengde Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) in 2021 op grond van dit inkomen een participatievoorziening toekennen indien:

    • a.

      de inwoner:

      • -

        de aanvraag om de betreffende participatievoorziening tijdig heeft ingediend;

      • -

        in 2021 al dan niet onderbroken gedurende twee maanden een Tozo 3- of een Tozo 4-uitkering heeft ontvangen en deze uitkering ook rechtmatig is verstrekt; en

      • -

        ook voldoet aan de overige voorwaarden zoals genoemd in artikel 4.11, eerste lid.

    • b.

      Onder een Tozo-uitkering als bedoeld in onderdeel a wordt voor de toepassing van dit artikel verstaan: een uitkering voor levenshoud op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers die in 2021 is verleend en waarbij de partnerinkomenstoets deel uitmaakt van de beoordeling. Daarbij heeft Tozo 3 betrekking op de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2021 en Tozo 4 beslaat de periode van 1 april 2021 tot en met 30 juni 2021 .

 

C. Artikel 5.1 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5.1 Aanvullende begripsbepalingen

In aanvulling op artikel 1.1, tweede lid, van dit verzamelbesluit wordt in dit hoofdstuk verstaan onder:

 

 

 

 

 

 

 

  • -

    schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;

  • -

    traject integrale schuldhulpverlening: het totaal van dienstverlening vanaf aanvraag schuldhulpverlening tot en met de afronding van de minnelijke schuldregeling, inclusief het opstellen van een aanvraag voor de wet schuldsanering natuurlijke personen en de nazorg;

  • -

    verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening .

Artikel 5.1 Aanvullende begripsbepalingen

(…)

  • -

    cliënt: persoon aan wie op grond van de Wgs schuldhulpverlening wordt gegeven;

  • -

    inwoner: degene die als ingezetene in de basisregistratie personen is ingeschreven;

  • -

    (…)

 

 

  • -

    (…)

     

 

 

  • -

    -/-

 

D. Artikel 5.2 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5.2 Doelgroep en toegang

  • 1.

    Iedere inwoner van 18 jaar en ouder kan bij het college een verzoek indien om toegelaten te worden tot de schuldhulpverlening.

  • 2.

    Onder de inwoner als bedoeld in het eerste lid, wordt mede verstaan de vreemdeling die als ingezetenen rechtmatig verblijf houdt in Nederland.

  • 3.

    Het college verleent aan de inwoner schuldhulpverlening indien de noodzaak hiervoor door het college aanwezig wordt geacht.

  • .

    De toegang tot schuldhulpverlening wordt aan de ex-zelfstandige verleend zodra het bedrijf volledig beëindigd is, de schuldenpositie duidelijk is en de administratie op orde is.

Artikel 5.2 Doelgroep en toegang

  • 1.

    (…)

  • 2.

    Onder de inwoner als bedoeld in het eerste lid, wordt mede verstaan de vreemdeling die als ingezetene rechtmatig verblijf houdt in Nederland.

  • 3.

    (…)

  • 4.

    -/-

 

E. Artikel 5.3 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5.3 Vorm van ondersteuning

  • 1.

    Het college verleent aan verzoeker schuldhulpverlening, gebaseerd op de uitgangspunten zoals neergelegd in de kaderstelling schuldhulpverlening.

  • 2.

    Of en in welke vorm het college schuldhulpverlening aanbiedt, is van meerdere factoren afhankelijk en kan dus per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

    • a.

      de aard en omvang van de schulden;

    • b.

      de financiële situatie van de verzoeker, waaronder verstaan de inkomsten, uitgaven en het recht op inkomensondersteunende voorzieningen;

    • c.

      de achterliggende problematiek in relatie tot de oorzaak van de financiële problemen;

    • d.

      de afstemming met en benutting van dienstverlening buiten de werking van de Wgs;

    • e.

      een eventueel eerder gebruik van (een deel van de) integrale schuldhulpverlening;

    • f.

      de behoeften en vaardigheden van de verzoeker in relatie tot de kosten van de schuldhulpverlening en de hoogst mogelijke opbrengst voor de schuldeisers.

Artikel 5.3 Vorm van ondersteuning

  • 1.

    Het college verleent aan de inwoner schuldhulpverlening, gebaseerd op de uitgangspunten zoals neergelegd in de kaderstelling schuldhulpverlening.

  • 2.

    (…)

    • a.

      (…)

    • b.

      de financiële situatie van de inwoner, waaronder verstaan de inkomsten, uitgaven en het recht op inkomensondersteunende voorzieningen;

    • c.

      (…)

    • d.

      (…)

    • e.

      (…)

    • f.

      de behoeften en vaardigheden van de inwoner in relatie tot de kosten van de schuldhulpverlening en de hoogst mogelijke opbrengst voor de schuldeisers.

 

F. Artikel 5.4 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5.4 Weigeren en beëindigen

  • 1.

    De toegang tot de integrale schuldhulpverlening kan worden geweigerd of beëindigd, indien de verzoeker of belanghebbende:

    • a.

      niet of niet langer behoort tot de doelgroep als bedoeld in artikel 5.1 van dit hoofdstuk;

    • b.

      de verplichtingen van de Wgs niet of niet voldoende nakomt;

    • c.

      het traject integrale schuldhulpverlening (succesvol) is afgerond;

    • d.

      zijn beschikbare aflossingscapaciteit of vermogen niet wil gebruiken voor de aflossing van schulden;

    • e.

      op grond van, zo later is gebleken, onjuiste gegevens heeft verstrekt, terwijl als dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

    • f.

      zich ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het traject integrale schuldhulpverlening, ernstig misdraagt;

    • g.

      zelf uitdrukkelijk verzoekt om de toegang tot de integrale schuldhulpverlening te beëindigen;

    • h.

      zich niet naar vermogen inspant om de onderliggende oorzaak van de schulden te willen oplossen;

    • i.

      is komen te overlijden;

    • j.

      schulden heeft die zijn ontstaan door fraude, als bedoeld in artikel 3, derde lid van de Wgs;

  • 2.

    De toegang tot de integrale schuldhulpverlening kan tevens worden geweigerd of beëindigd indien de integrale schuldhulpverlening door het college niet (langer) noodzakelijk of passend wordt geacht, dan wel één van de factoren van artikel 5.3, tweede lid een belemmerende rol voor de schudhulpverlening spelen.

  • 3.

    Alvorens te besluiten tot weigering of beëindiging, wordt verzoeker of belanghebbende een hersteltermijn geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

Artikel 5.4 Weigeren en beëindigen

  • 1.

    De toegang tot de integrale schuldhulpverlening kan worden geweigerd of beëindigd, indien de inwoner of cliënt:

    • a.

      (…)

    • b.

      (…)

    • c.

      (…)

    • d.

      (…)

    • e.

      (…)

    • f.

      (…)

    • h.

      (…)

    • i.

      (…)

    • j.

      (…)

    • l.

      (…)

       

       

 

 

 

 

 

 

  • 2.

    (…)

  •  

  •  

  •  

  •  

  •  

  •  

  • 3.

    Alvorens te besluiten tot weigering of beëindiging, wordt de inwoner of cliënt een hersteltermijn geboden om alsnog de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

 

G. De toelichting op artikel 4.12 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 4.12 Algemene bepalingen over aanvraag en verstrekking

Hoofdregel is dat de participatievoorziening op aanvraag wordt verstrekt. Anders dan een aantal andere participatievoorzieningen wordt het tegoed voor sportieve, culturele, recreatieve en andere maatschappelijke activiteiten en het kidstegoed jaarlijks verstrekt. Deze participatievoorzieningen kunnen ambtshalve worden verstrekt aan de inwoner die een uitkering van de eenheid Activering en Inkomen ontvangt. De relevante gegevens over het inkomen e.d. zijn al bekend en hoeven niet opnieuw opgevraagd te worden.

 

Ambtshalve verstrekking is ook mogelijk indien sprake is van een laag inkomen waarvan verwacht wordt dat daarin geen wijzigingen volgen. Dit geldt met name voor de inwoner met een AOW-pensioen. Als het tegoed voor sportieve, culturele, recreatieve en andere maatschappelijke activiteiten eerder op aanvraag is toegekend worden de vervolgaanspraken (jaarlijks) ambtshalve verstrekt. Deze inwoner zal echter altijd een eerste aanvraag moeten indienen.

 

Heeft het kind van de inwoner met een laag inkomen (dus tot maximaal 120% van de bijstandsnorm) in het betreffende jaar al een tegoed voor sportieve, culturele, recreatieve en andere maatschappelijke activiteiten ontvangen, dan geeft dat automatisch recht op een Kidstegoed. Daarvoor is wel vereist dat het kind op de peildatum van het betreffende tegoed ook nog aan de voorwaarden voldoet. In die situaties wordt het kidstegoed ambtshalve verstrekt (´automatisch toegekend`).

Artikel 4.12 Algemene bepalingen over aanvraag en verstrekking

(…)

 

 

 

 

Deze participatievoorzieningen kunnen ambtshalve worden verstrekt aan de inwoner die een uitkering ontvangt op grond van de PW, IOAW, IOAZ of het Bbz 2004. De relevante gegevens over het inkomen e.d. zijn al bekend en hoeven niet opnieuw opgevraagd te worden.

 

 

 

 

(…)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(…)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Veel zelfstandig ondernemers, waaronder de zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers), zijn financieel al langere tijd getroffen door de coronacrisis. De Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) is een van de maatregelen waarmee de overheid ondernemers ondersteunt om in de kosten van levensonderhoud en eventueel bedrijfskapitaal te voorzien. De regeling bestaat sinds maart 2020 en is inmiddels een aantal malen verlengd. Hierdoor heeft de regeling inmiddels ook een nummeraanduiding. Vanaf 1 juli 2020 (Tozo 2) is een partnerinkomenstoets van toepassing. Naar alle waarschijnlijkheid stopt de regeling per 1 juli 2021.

Het inkomen van een zelfstandig ondernemer wordt normaliter vastgesteld op basis van financiële (jaar)stukken van het voorgaande (boek)jaar. Bij een aantal ondernemers zal aan de hand daarvan al vastgesteld kunnen worden dat sprake is van een laag inkomen waardoor aanspraak bestaat op participatievoorzieningen. Er zijn echter ook ondernemers die in voorgaande jaren een hoger inkomen hadden, maar nu als gevolg van de coronacrisis al langere tijd (blijvend) over een minimuminkomen beschikken. Door het weggevallen inkomen vanwege de coronacrisis, in veel gevallen dus al vanaf maart 2020, is het ook voor hen moeilijk om te participeren. Dit terwijl zij op grond van de jaarcijfers van vorig jaar mogelijk geen aanspraak kunnen maken op participatievoorzieningen. Om de ondernemers tegemoet te komen en hen financieel in staat te stellen om te (blijven) participeren wordt ook in 2021 een versoepelde inkomensvaststelling gehanteerd voor wat betreft de aanspraak op de participatievoorzieningen.

 

H. De toelichting op artikel 5.2 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5.2 Doelgroep en toegang

Conform de visie zoals neergelegd in de kaderstelling schuldhulpverlening staat schuldhulpverlening in beginsel open voor alle inwoners van Apeldoorn van 18 jaar en ouder. Omdat de gemeente er in beginsel is voor haar eigen inwoners, is de toegang tot integrale schuldhulpverlening ook beperkt tot Nederlanders, en de daaraan gelijkgestelden die in Apeldoorn wonen. Ook de dak- en thuislozen komen in aanmerking voor schuldhulpverlening aangezien Apeldoorn een centrumgemeente is. Verder heeft het college de toegang beperkt tot personen die 18 jaar of ouder zijn.

 

In de memorie van toelichting van de Wgs wordt uitdrukkelijk vermeld dat de regering van mening is dat gemeentelijke schuldhulpverlening niet toegankelijk kan zijn voor zelfstandigen met een nog functionerende onderneming. Indien het voortbestaan van de onderneming in gevaar is in verband met te hoog oplopende schulden, dan zal de zelfstandige veelal bij een bank aankloppen voor extra krediet. Mogelijk kan de zelfstandige een beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 of is er hulpverlening mogelijk die gericht is op zelfstandig ondernemers met schulden (zoals Zuidweg & Partners en Overrood). Is de onderneming niet levensvatbaar en heeft de ondernemer zijn onderneming feitelijk gestaakt en zich uit laten schrijven bij de Kamer van Koophandel, dan kan hij toegang krijgen tot integrale schuldhulpverlening als de schuldensituatie bekend is en bovendien de boekhouding en administratie op orde.

Artikel 5.2 Doelgroep en toegang

(…)

 

 

 

 

 

-/-

 

I. De toelichting op artikel 5.3 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5.3 Vorm van ondersteuning

Een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening vraagt om maatwerk. Of een aanbod schuldhulpverlening zal worden gedaan en vervolgens welk product of combinatie van producten kan worden ingezet, hangt onder meer af van de situatie van de verzoeker, de doelstelling van de schuldhulpverlening en de voorwaarden van het betreffende product. De inzet van producten kan per situatie verschillen. Er worden enkele factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt. Voor een deel is dit een nadere invulling van de kaderstelling schuldhulpverlening 2016-2019. Afhankelijk van de persoonlijke situatie wordt de voor de verzoeker geschikte dienstverlening ingezet.

Artikel 5.3 Vorm van ondersteuning

(…)

 

 

 

Voor een deel is dit een nadere invulling van de kaderstelling schuldhulpverlening 2016-2019 en het vervolgplan 2020-2021.

(…)

 

J. De toelichting op artikel 5.5 wordt als volgt gewijzigd:

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5.5 Herhaalde aanvraag

Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van een aanbod schuldhulpverlening in relatie tot eerdere trajecten en/of contacten van schuldhulpverlening, zijn in dit artikel regels gesteld. Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Naast een beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid leidt het recidivebeleid er ook toe dat de beschikbare formatie en tijd efficiënt wordt ingezet. Er wordt voorkomen dat dienstverlening opnieuw wordt geboden terwijl er niet of nauwelijks uitzicht is op verbetering. Voor gezinnen met inwonende, minderjarige kinderen kan een uitzondering op deze weigeringsgrond worden gemaakt. Zij kunnen opnieuw toegang krijgen tot de integrale schuldhulpverlening, mits naar het oordeel van het college de oorzaak van de tussentijdse beëindiging door middel van reguliere hulpverlening is weggenomen.

Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening c.q. de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee.

Artikel 5.5 Herhaalde aanvraag

(…)

 

 

 

 

 

 

 

 

-/-

 

K. De verstrekkingenlijst in de bijlage wordt als volgt gewijzigd:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Bijlage

Verstrekkingenlijst

Bedragen geldend vanaf 1 januari 2020

 

Bijzondere bijstand

Hoofdstuk 4, paragraaf 2, artikel 4.7

Maximaal te verlenen bijzondere bijstand

  • -

    Complete woninginrichting 1

  • -

    Alleenstaande (kamerbewoner) € 1.930 

  • -

    Alleenstaande (zelfstandige huisvesting) € 2.570 

  • -

    Gezin van 2 personen € 3.000

  • -

    Iedere persoon extra € 375

  • -

    Maaltijdvoorziening € 5,60 per maaltijd

  • -

    Eigen bijdrage rechtsbijstand

  • -

    De opgelegde bijdrage volgens de toevoeging van de Raad voor Rechtsbijstand onder aftrek van de korting ad € 54 via het Juridisch Loket2

Participatievoorzieningen Sociaal Vangnet - Financiële tegemoetkoming Zwemdiploma-A

Hoofdstuk 4, paragraaf 3, artikel 4.15

 

Maximale tegemoetkoming voor het kind in de leeftijd van 4,5 tot 12 jaar:

  • -

    Hoogte inkomen tot 110% van de bijstandsnorm: € 523,65

  • -

    Hoogte inkomen tussen 110% en 120% van de bijstandsnorm: € 392,75

     

Maximale tegemoetkoming voor het kind in de leeftijd van 12 tot 18 jaar:

  • -

    Hoogte inkomen tot 110% van de bijstandsnorm: € 392,75

  • -

    Hoogte inkomen tussen 110% en 120% van de bijstandsnorm: € 196,25

Bijlage

Verstrekkingenlijst

Bedragen geldend vanaf 1 januari 2021

 

 

(…)

(…)

  • -

    Complete woninginrichting:

  • -

    Alleenstaande (kamerbewoner) € 1.988

  • -

    Alleenstaande (zelfstandige huisvesting) € 2647 

  • -

    Gezin van 2 personen € 3.090

  • -

    Iedere persoon extra € 386

  • -

    Maaltijdvoorziening € 5,77 per maaltijd

  • -

    Eigen bijdrage rechtsbijstand

  • -

    De opgelegde bijdrage volgens de toevoeging van de Raad voor Rechtsbijstand onder aftrek van de korting ad € 56 via het Juridisch Loket

Participatievoorzieningen Sociaal Vangnet - Financiële tegemoetkoming Zwemdiploma-A

(…)

(…)

 

  • -

    Hoogte inkomen tot 110% van de bijstandsnorm: € 538,15

  • -

    Hoogte inkomen tussen 110% en 120% van de bijstandsnorm: € 403,60

     

(…)

  • -

    Hoogte inkomen tot 110% van de bijstandsnorm: € 403,60

  • -

    Hoogte inkomen tussen 110% en 120% van de bijstandsnorm: € 201,80

 

  

Artikel II Inwerkingtreding gewijzigd Verzamelbesluit nadere regels en beleidsregels Participatiewet, aanverwante regelingen en Sociaal Vangnet

  • 1.

    De wijziging treedt in werking met ingang van de eerste dag na bekendmaking, met dien verstande dat de geïndexeerde bedragen zoals vermeld op de verstrekkingenlijst (onderdeel K van artikel I) terugwerken tot en met 1 januari 2021.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid wordt artikel 4.12, vijfde lid (onderdeel B van artikel I) met ingang van 1 januari 2022 ingetrokken.

Artikel III Citeertitel

Dit wijzigingsbesluit wordt aangehaald als: Besluit tot wijziging van de Verzamelbesluit nadere regels en beleidsregels Participatiewet, aanverwante regelingen en Sociaal Vangnet, 2e wijziging.

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van Apeldoorn op 11 mei 2021

de secretaris,

T.J.H.M. Berben

de burgemeester

A.J.M. Heerts

Naar boven