Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2022

De raad van de gemeente Gouda;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 16 november 2021, nummer 5366;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de Gemeentewet;

besluit tot vaststelling van:

 

 

Verordening op de heffing en de invordering van havengelden 2022

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd is of geschikt is voor het vervoer te water van persoon of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen;

  • b.

    meetbrief: het document als bedoeld in artikel 347, eerste lid, van het Wetboek van Koophandel;

  • c.

    woonschip: schip dat uitsluitend of in hoofdzaak gebezigd wordt of bestemd is voor bewoning;

  • d.

    bedrijfsvaartuig: elk vaartuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als of te oordelen naar zijn constructie of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak bestemd is voor bedrijfs- of kantoorwerkzaamheden (zie verordening fysieke leefomgeving Gouda Bijlage I – begrippen onder Vaartuigen);

  • e.

    gemeentewater: water en openbare werken, ten behoeve van de scheepvaart gemaakt, die hetzij direct, hetzij indirect voor rekening van de gemeente Gouda worden onderhouden, beheerd of door de gemeente Gouda in stand worden gehouden;

  • f.

    dag: periode van 24 uur of korter;

  • g.

    maand: het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'havengeld' worden rechten geheven voor alle vaartuigen, welke in gemeentewater aanleggen, verblijven of zich op welke wijze dan ook aldaar bevinden.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de schipper, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene die het vaartuig heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van deze optreedt.

Artikel 4 Vrijstellingen

Het havengeld wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    doorvarende vaartuigen, die in de gemeente niet laden/lossen en niet langer verblijven dan voor de doorvaart noodzakelijk is;

  • b.

    roeiboten behorende tot vaartuigen, waarvoor havengeld verschuldigd is, mits zij daaraan zijn bevestigd;

  • c.

    vaartuigen die uitsluitend ten behoeve van de gemeente worden gebruikt;

  • d.

    politievaartuigen;

  • e.

    vaartuigen die de reis niet kunnen voortzetten doordat de doorgang door gesloten water, of als gevolg van een andere onverwachtse omstandigheid, is gestremd;

  • f.

    vaartuigen, welke ingevolge een wettelijk voorschrift, een overeenkomst of anderszins rechtens moeten worden gedoogd;

  • g.

    vaartuigen die niet op een aanlegplaats liggen en korter zijn dan 4 meter.

Artikel 5 Tarieven

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    De grondslag voor de berekening van het havengeld is de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in strekkende meters (m1), zoals deze blijkt uit de meetbrief en indien deze ontbreekt of de vereiste gegevens niet bevat, ambtshalve wordt vastgesteld.

  • 3.

    Voor de berekening van het havengeld wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid (lengte, tijdsduur) als volle eenheid aangemerkt.

  • 4.

    Belastingaanslagen van € 5,-- of minder worden niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op één aanslag verschuldigde bedragen voor belastingen of andere heffingen aangemerkt als één belastingaanslag.

Artikel 6 Wijze van heffing

Het havengeld wordt geheven door middel vaneen mondelinge kennisgeving, een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, een zegel, een nota of andere schriftuur, of een kennisgeving langs elektronische weg.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, door toezending of uitreiking van een schriftelijke kennisgeving of langs elektronische weg aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan: op het moment van het uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen één maand na de dagtekening van de kennisgeving.2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten welke bij wege van aanslag worden geheven, worden betaald binnen één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 8 Kwijtschelding

Bij de invordering van de havengelden wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Overgangsrecht

De ‘Verordening havengelden 2021’ van 9 december 2020 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 10, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 10 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening havengelden 2022'.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 9 december 2021.

De raad der gemeente voornoemd,

griffier

mr. drs. E.J. Karman-Moerman

voorzitter

mr. drs. P. Verhoeve

Bijlage 1: Tarieventabel behorende bij de Verordening havengelden 2022

 

  • I.

    Zone indeling gemeentewater.

     

    ZONE

    Omvat

    I

    Goudkade; Gouwe buiten de singels; Jaagpad

    II

    Gouwe binnen de singels; Oost-en Westhaven; Turfmarkt

    III

    Kattensingel; Nieuwe Veerstal: Turfsingel; IJsselkade; Overig gemeentewater

    NB. deze zoneverdeling is niet van toepassing op woonschepen.

     

  • II.

    Havengeld

    De rechten, als bedoeld in artikel 2, bedragen:

     

    • A)

      voor vaartuigen, met uitzondering van woonschepen, voor:

       

      Zone I, met uitzondering van bedrijfsvaartuigen (niet zijnde rondvaartboten):

      Per m1 lengte, met een maximum van 20 m1:

      per dag:

      € 1,29

      tot maximaal per maand:

      € 4,57

       

      Zone I, voor bedrijfsvaartuigen (niet zijnde rondvaartboten):

      Per m1 lengte, per dag:

      < 50m1:

      € 0,38

      ≥ 50m1:

      € 0,75

       

      Zone II, met uitzondering van bedrijfsvaartuigen (niet zijnde rondvaartboten):

      Per m1 lengte, met een maximum van 12 m1:

      per dag:

      € 1,63

      tot maximaal per maand:

      € 5,81

       

      Zone II, voor bedrijfsvaartuigen (niet zijnde rondvaartboten):

      Per m1 lengte, per dag:

      < 50m1:

      € 0,48

      ≥ 50m1:

      € 0,94

       

      Zone III, met uitzondering van bedrijfsvaartuigen (niet zijnde rondvaartboten):

      Per m1 lengte, met een maximum van 12 m1:

      per dag:

      € 1,96

      tot maximaal per maand:

      € 6,97

       

      Zone III, voor bedrijfsvaartuigen (niet zijnde rondvaartboten):

      Per m1 lengte, per dag:

      < 50m1:

      € 0,57

      ≥ 50m1:

      € 1,13

       

    • B)

      voor woonschepen:

       

      * met een lengte ≤ 15 m1

      € 385,00 per jaar

      * voor iedere m1 boven de 15 meter wordt € 50,45 per jaar extra in rekening gebracht

       

Naar boven