Verordening op de heffing en de invordering van binnenhavengelden 2022 en de bijbehorende tarieventabel

De raad van de gemeente Beverwijk;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 oktober 2021, nummer INT-21-61058;

 

gehoord de Raadscommissie;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef, en onder a en b, van de

Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en de invordering van binnenhavengelden 2022 en de bijbehorende tarieventabel (Verordening binnenhavengelden 2022).

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    haven: de wateren van zijkanaal A van het Noordzeekanaal voor zover die binnen de gemeente Beverwijk liggen en openstaan voor de scheepvaart.

  • b.

    vaartuig: een drijvend lichaam dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen of goederen of voor het dragen of vervoeren van al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende voorwerpen;

  • c.

    meetbrief: de meetbrief als bedoeld in artikel 24 van de Meetbrievenwet 1981;

  • d.

    schip:

    • 1.

      elk drijvend lichaam, dat wegens zijn drijfvermogen wordt gebezigd dan wel bestemd of geschikt is voor het vervoer te water van personen, koopwaren, grondstoffen, producten en voorwerpen van allerlei aard, al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende;

    • 2.

      elk ander drijvend lichaam zoals een werk- en aanlegvlot, ponton, houtvlot, elevator, duikerklok, zandzuiger, baggermolen, drijvend werktuig, booreiland en elke andere drijvende inrichting ten dienste van de exploratie en/of exploitatie van olie- en gasvelden of het winnen van mineralen op zee

  • e.

    binnenschip: een vaartuig – niet zijnde een pleziervaartuig – dat uitsluitend wordt gebruikt voor de vaart op de binnenwateren;

  • f.

    vrachtschip: een binnenschip dat hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het vervoer van goederen;

  • g.

    passagiersschip: een binnenschip, dat middel van openbaar vervoer is of hoofdzakelijk gebezigd wordt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;

  • h.

    sleepboot: een binnenschip dat hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het slepen of duwen van andere vaartuigen;

  • i.

    pleziervaartuig: een vaartuig, dat hoofdzakelijk bestemd is voor het vervoer van personen, niet zijnde een passagiersschip;

  • j.

    drijvende inrichtingen: vaartuigen - niet zijnde drijvende werktuigen - bestemd voor of in gebruik als horecaruimte;

  • k.

    containerschip: een schip dat door zijn bouw en inrichting bestemd is voor het vervoer van containers;

  • l.

    laadvermogen: het in tonnen uitgedrukte verschil tussen de zoetwaterverplaatsing van het schip bij de grootst toegelaten diepgang en die van het ledige schip;

  • m.

    een ton: een massa van 1.000 kg;

  • n.

    gebruik van de haven: het in artikel 2 bedoelde gebruik van voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen die bij de gemeente in beheer of onderhoud zijn;

  • o.

    havenmeester: de havenmeester van de gemeente Beverwijk of diens plaatsvervanger;

  • p.

    inspecteur: de door burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaar belast met de heffing van de binnenhavengelden;

  • q.

    tabel: de bij deze verordening behorende en daarvan deeluitmakende tarieventabel;

  • r.

    termijn: een in de tabel genoemd tijdvak waarin het gebruik van de haven plaatsvindt:

    • 1 dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 0.00 uur, of een gedeelte daarvan;

    • 7 dagen: een aaneengesloten tijdvak van 7 dagen;

    • een maand: een kalendermaand;

    • een kwartaal: een tijdvak van drie aaneengesloten kalendermaanden;

    • een jaar: een kalenderjaar;

    • een termijn vangt aan op de eerste dag daarvan om 0.00 uur.

  • s.

    vletwerk: onder vletwerk wordt verstaan reizen binnen de gemeente Beverwijk en Velsen tot aan de zeesluizen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam binnenhavengelden wordt een recht geheven ter zake van het gebruik overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde gemeentewateren of van andere voor de openbare dienst bestemde werken of inrichtingen, die in beheer of onderhoud zijn bij de gemeente, met een schip of ander vaartuig en/of het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    Belastingplichtig is de eigenaar van het schip of drijvende inrichting, de kapitein, schipper, de reder, degene die het schip heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.

  • 2.

    De belastingplichtige moet uiterlijk voor vertrek opgave doen van alle voor de vaststelling van het verschuldigde binnenhavengeld relevante gegevens.

Artikel 4 Vrijstellingen

Binnenhavengelden worden niet geheven ter zake van:

  • 1.

    het gebruik van de haven ter zake waarvan zeehavengelden worden geheven;

  • 2.

    het gebruik van de haven met een vaartuig, uitsluitend voor het ontschepen van zieken of doden mits vooraf van het voornemen tot handelingen of werkzaamheden aan de havenmeester wordt kennisgegeven en onmiddellijk na afloop van de handelingen of werkzaamheden aan de havenmeester wordt kennis gegeven;

  • 3.

    het gebruik van de haven met reddingsvoertuigen:

  • 4.

    het gebruik van de haven met gemeentelijke, rijks- en provinciale vaartuigen;

  • 5.

    het gebruik van de haven om werkzaamheden uit te voeren in opdracht van de gemeente Beverwijk, mits deze werkzaamheden plaatsvinden ten behoeve van de aanleg, verbetering of instandhouding van de haven.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De heffingsmaatstaven voor de berekening van de binnenhavengelden zijn:

    • a.

      het laadvermogen van het vaartuig, uitgedrukt in tonnen;

    • b.

      de oppervlakte van het vaartuig, uitgedrukt in vierkante meters;

    • c.

      de lengte van het vaartuig, uitgedrukt in meters; zoals deze blijken uit de meetbrief of ambtshalve worden vastgesteld.

  • 2.

    In de tabel is per soort vaartuig aangegeven welke maatstaf van heffing van toepassing is.

  • 3.

    De binnenhavengelden worden geheven naar de tarieven, die zijn opgenomen in de tabel, zulks met inachtneming van daarin gegeven aanwijzingen en van het bepaalde in artikel 6.

Artikel 6 Tariefstoepassing

Voor de toepassing van de tarieven:

  • 1.

    geldt als het laadvermogen in tonnen van een vaartuig, het aantal tonnen zoals dat blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • 2.

    wordt de oppervlakte van een vaartuig gesteld op het product van de lengte over alles en de grootste breedte, mits deze blijken uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • 3.

    wordt de lengte van een vaartuig gesteld op de lengte over alles, zoals die blijkt uit de bij het vaartuig behorende meetbrief;

  • 4.

    wordt, in afwijking van het in de onderdelen a, b en c bepaalde, het laadvermogen in tonnen dan wel de grootste breedte en/of de lengte over alles ambtshalve vastgesteld indien de in de onderdelen a, b en c bedoelde meetbrief niet wordt overgelegd of indien deze de vereiste gegevens niet vermeldt;

  • 5.

    wordt een gedeelte van een eenheid van inhoud, van massa, van oppervlakte of van lengte voor een volle eenheid gerekend;

  • 6.

    wordt het te betalen bedrag berekend door het aantal eenheden te vermenigvuldigen met het tarief per eenheid. Over dit totaalbedrag wordt het percentage btw geheven dat vermeld is in de tarieventabel;

  • 7.

    wordt het te betalen bedrag aan binnenhavengelden op gehele euro’s naar beneden afgerond;

  • 8.

    wordt de termijn steeds op de kortste van de in de tabel voor het betreffende soort vaartuig genoemde termijnen gesteld, tenzij voor een langere termijn aangifte is gedaan.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1.

    De binnenhavengelden worden geheven bij wege van aanslag of een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt

  • 2.

    Voor belastingbedragen tot €10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen binnenhavengelden of andere heffingen aangemerkt als één belastingbedrag.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

De binnenhavengelden zijn verschuldigd zodra het gebruik van de haven begint.

Artikel 9 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald binnen twee maanden na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid geldt, in geval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan €100,00 en minder is dan €5.000,00 en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, moeten de aanslagen worden betaald in negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de tweede maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens één maand later.

  • 3.

    De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 10 Beëindiging van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    Van de binnenhavengelden die worden betaald naar een termijn van een jaar wordt, indien het gebruik van de haven is beëindigd voor het verstrijken van de termijn, op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige, restitutie verleend voor zoveel vierden van het betaalde bedrag als er in dat jaar na de beëindiging van het gebruik van de haven nog volle kwartalen overblijven.

  • 2.

    Indien een vaartuig wordt vervangen door een ander vaartuig, worden de voor het vervangen vaartuig over de nog niet verstreken maanden van de lopende termijn betaalde binnenhavengelden, op verzoek van de belastingplichtige, verrekend met de verschuldigde binnenhavengelden over die maanden voor het vervangende vaartuig, met dien verstande dat, indien de laatstgenoemde binnenhavengelden lager zijn dan de betaalde, teruggaaf van het verschil niet plaatsvindt.

Artikel 11 Overgangsrecht

De Verordening binnenhavengelden 2021 van 12 november 2020 INT-20-56244 (en de bijbehorende ”Tarieventabel Binnenhavengelden 2021” van 12 november 2020 INT-20-56244) wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 3.

    Deze verordening wordt aangehaald als de “Verordening binnenhavengelden 2022”.

Beverwijk,

de raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

Bijlage 1 TARIEVENTABEL BINNENHAVENGELDEN 2022 behorende bij raadsbesluitnummer, INT-21-61058 nummer en INT-21-61082

Tarieventabel, behorende bij en deeluitmakende van de "Verordening Binnenhavengelden 2022.

 

Soort vaartuig

Heffings-maatstaf

Eenheid

Termijn *

Tarief per eenheid excl. BTW

BTW %

1. Vrachtschip

laadvermogen

ton

1 dag

n.v.t.

2 dagen (vletwerk)

€0,11

21%

7 dagen

€0,11

21%

1 kwartaal (abonnement)

€1,48

21%

1 jaar (abonnement)

€4,94

21%

2. Containerschip

laadvermogen

ton

1 dag

n.v.t.

2 dagen

€0,04

21%

1 kwartaal (abonnement)

n.v.t.

1 jaar (abonnement)

n.v.t.

3. Pleziervaartuig

lengte over all.

m

1 dag

n.v.t.

21%

7 dagen

n.v.t.

1 maand (abonnement)

n.v.t.

1 kwartaal (abonnement)

n.v.t.

1 jaar (abonnement)

n.v.t.

4. Drijvende inrichtingen

lengte over all.

m

1 dag

n.v.t.

7 dagen

n.v.t.

1 maand (abonnement)

€12,63

21%

1 kwartaal (abonnement)

n.v.t.

1 jaar (abonnement)

n.v.t.

5. Overige vaartuigen

oppervlakte

m2

1 dag

€0,11

21%

7 dagen

n.v.t.

1 kwartaal (abonnement)

n.v.t.

1 jaar (abonnement)

n.v.t.

6. Gebruik walstroom-voorziening Noorderkade

verbruik

kWh

1kWh

€0,25

21%

 

* Zie voor de omschrijving van de termijnen artikel 1, onderdeel r. De aanduiding “n.v.t.” betekent dat de betreffende termijn niet van toepassing is voor het betreffende soort vaartuig.

 

Beverwijk,

de raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

Naar boven