Wijzigingsverordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Amsterdam 2021

De raad van de gemeente Amsterdam,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 26 oktober 2021;

gelet op artikel 36 van de Participatiewet;

gelet op artikel 2 aanhef en onder c, op grond waarvan is afgezien van het verlenen van inspraak;

besluit:

Artikel I

De Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Amsterdam 2017 als volgt te wijzigen:

• a. De titel van de te wijzigen verordening gewijzigd in: Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Amsterdam 2017 wordt vervangen door: Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Amsterdam 2021.

• b. Art 4: Als rechthebbende wordt gehuwde vervangen door partner

• c. Art 5: Het college stelt de hoogte van de individuele inkomenstoeslag jaarlijks en uiterlijk voor het einde van het loopjaar vast en dat met een minimumbedrag van €85,-.

Artikel II

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na publicatie met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021.

Artikel III

Deze verordening wordt aangehaald als Wijzigingsverordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Amsterdam 2021.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 1 december 2021.

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Bijlage

Toelichting

Algemeen deel

Op grond van artikel 2, aanhef en onder c van de Algemene inspraakverordening Amsterdam is afgezien van het verlenen van inspraak, waarbij in aanmerking is genomen dat het niet gaat om een inhoudelijke wijziging, maar om het mandateren van de bevoegdheid de hoogte van de Individuele Inkomens Toeslag vast te stellen aan het college.

Artikelsgewijze toelichting

Op grond van artikel 5 wordt het college gemandateerd om het minimumbedrag van €85,- te verhogen wanneer zij dit nodig acht. Dit biedt de mogelijkheid voor het college om sneller op veranderende omstandigheden te anticiperen, middels een extra hoog bedrag van de Individuele Inkomenstoeslag.