Verordening op de heffing en de invordering van de leges 2022

De raad van de gemeente Wageningen;

 

Gelezen:

het voorstel aan de raad, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 12 oktober 2021;

 

gelet op:

de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet en de artikelen 2, tweede lid, en 7 van de Paspoortwet;

 

 

Besluit

 

 

De Verordening op de heffing en de invordering van de leges 2022 vast te stellen

Artikel 1 – Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    'maand': het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand, met dien verstande dat als de ne dag in een kalendermaand 30 of 31 januari is, de (n-1)e dag in de volgende kalendermaand altijd de laatste dag van de maand februari is;

  • d.

    'jaar': het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;

  • e.

    'kalenderjaar': de periode van 1 januari tot en met 31 december;

  • f.

    'APV': de Algemene Plaatselijke Verordening;

  • g.

    'zonne-energiesysteem': een installatie waarmee energie van de zon rechtstreeks wordt omgezet in warmte en/of elektriciteit en de eventueel bijbehorende bouwwerken niet zijnde een gebouw

Artikel 2 – Belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

    • a.

      Het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

    • b.

      het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

    een en ander zoals genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

  • 2.

    Hetgeen in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel is bepaald over een Nederlandse identiteitskaart voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is van overeenkomstige toepassing op een vervangende Nederlandse identiteitskaart voor personen met een uitreisverbod, ongeacht de leeftijd van de betrokken persoon.

Artikel 3 – Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst, de Nederlandse identiteitskaart of het reisdocument, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht.

Artikel 4 – Vrijstellingen

Leges worden, voor zover daarin niet reeds op andere plaatsen van deze verordening is voorzien, niet geheven voor:

  • a.

    het afgeven van bewijzen van onvermogen of verklaringen afgegeven op grond van artikel 21 van de Uitvoeringswet Rechtsvorderingsverdrag 1954;

  • b.

    het afgeven van stukken in verband met pensioenen en/of wachtgelden;

  • c.

    het afgeven van beschikkingen op verzoekschriften en bezwaarschriften ter zake van plaatselijke belastingen;

  • d.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende aanstelling, bevordering, ontslag, toekenning van bezoldiging, vergoeding of toelage, dan wel verhoging hiervan, betreffende enige gemeentelijke functie of dienstverrichting jegens de gemeente;

  • e.

    de aan belanghebbende uitgereikt wordende beschikkingen of afschriften daarvan, houdende beslissing op een verzoek om subsidie uit de gemeentekas;

  • f.

    stukken of verrichtingen, bestemd voor een wetenschappelijk of filantropisch doel, behoudens het bepaalde in titel 1, hoofdstuk 4 van de tarieventabel, onder 1.4.4;

  • g.

    stukken, welke krachtens besluit van het college van burgemeester en wethouders ten behoeve van de pers worden afgegeven ter publicatie in het algemeen belang;

  • h.

    stukken, welke krachtens een besluit van het college van burgemeester en wethouders worden afgegeven aan personen of groepen van personen die zich bezighouden met activiteiten in het kader van inspraakprocedures en/of met het geven van commentaar of aanvulling op bij de gemeente in het voornemen liggende plannen;

  • i.

    diensten, waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald;

  • j.

    diensten die ingevolge wettelijk voorschrift zijn vrijgesteld van rechtenheffing of kosteloos moeten worden verleend, onder dergelijke diensten dient in ieder geval te worden verstaan;

    • -

      diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

    • -

      het in behandeling nemen van een aanvraag tot verlening van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover het een activiteit betreft bedoeld in artikel 2.2a van het Besluit omgevingsrecht (omgevingsvergunning beperkte milieutoets);

  • k.

    de in titel 2 van de bij deze verordening horende tarieventabel omschreven diensten, voor zover deze betrekking hebben op een zonne-energiesysteem achter de eigen elektriciteitsaansluiting, welke op eigen terrein wordt geplaatst en een maximaal vermogen heeft van 15 kWp (kiloWattpiek).

Artikel 5 – Maatstaven van heffing en tarieven

  • 1.

    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet .

  • 3.

    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6 – Wijze van heffing

De leges worden geheven door middel van een mondelinge, dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

 

Artikel 7 – Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges worden betaald in geval de kennisgeving, als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan op het moment van uitreiken van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen acht dagen na de dagtekening van de kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

  • 3.

    Indien de legeskosten niet, niet geheel dan wel niet tijdig worden voldaan, kan de aanvraag buiten behandeling worden gesteld. Het buiten behandeling laten, geschiedt niet dan nadat de aanvrager schriftelijk op de hoogte is gesteld en in de gelegenheid is gesteld alsnog aan zijn verplichtingen ter zake van de aanvraag te voldoen.

Artikel 8 – Kwijtschelding

Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend, voor zover in andere verordeningen van de raad niet anders is bepaald.

Artikel 9 – Vermindering of teruggaaf

Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de tarieventabel opgenomen bepaling.

Artikel 10 – Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgermeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant en het de volgende hoofdstukken of onderdelen van titel 1 van de tarieventabel betreft:

    • 1.

      onderdeel 1.1.6 (akten burgerlijke stand);

    • 2.

      hoofdstuk 2 (reisdocumenten);

    • 3.

      hoofdstuk 3 (rijbewijzen);

    • 4.

      onderdeel 1.4.5 (papieren verstrekking uit de basisregistratie personen);

    • 5.

      onderdeel 1.9.1 (verklaring omtrent het gedrag);

    • 6.

      hoofdstuk 16 (kansspelen);

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 11- Overgangsrecht

De legesverordening Wageningen 2021 wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 12, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

Artikel 12 – Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022, maar is voor hoofdstuk 2 van de tarieventabel, zo dit later is, de datum waarop de Omgevingswet in werking treedt.

  • 3.

    In afwijking van het vierde lid treden de onderdelen 2.3.12 en 2.3.13 van de bij deze verordening behorende tarieventabel in werking op de dag waarop artikel 10.8, onderdeel B, van de Wet natuurbescherming in werking treedt.

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Legesverordening Wageningen 2022.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 8 november 2021

De voorzitter,

De griffier,

Bijlage 1 Tarieventabel, behorende bij de Legesverordening 2022

 

Titel 1 Algemene dienstverlening

 

Hoofdstuk 1 Burgerlijke stand

1.1.1

Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk, registratie van een partnerschap, het omzetten van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk dan wel een huwelijk in een geregistreerd partnerschap indien daarbij gebruik gemaakt wordt van de trouwzaal of een andere door de gemeente hiertoe aangewezen ruimte overigens voor zover die niet ingevolge een wettelijke bepaling voor kosteloze voltrekking is aangewezen, op:

1.1.1.1

maandag tot en met vrijdag tussen 09.00 en 17.00 uur

489,60

1.1.1.2

indien dit plaatsvindt op maandag tot en met vrijdag tussen 00.00 uur en 09.00 uur en tussen 17.00 en 24.00 uur, alsmede op een zaterdag, zondag of daarmee gelijk te stellen feestdagen

704,10

1.1.1.3

indien de voltrekking plaatsvindt op een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen locatie, niet zijnde de trouwzaal in het gemeentehuis

704,10

1.1.2

Het tarief bedraagt ter zake van de voltrekking van een kosteloos huwelijk of kosteloze registratie van een partnerschap, met faciliteiten, zoals bedoeld in het Reglement burgerlijke stand van de gemeente Wageningen

173,40

1.1.3

Het tarief bedraagt ter zake van het verstrekken van:

1.1.3.1

een trouw- of samenlevingsboekje in standaarduitvoering of een duplicaat daarvan

15,70

1.1.3.2

een trouwboekje in luxe uitvoering

37,70

1.1.4

Het tarief bedraagt ter zake van het van gemeentewege beschikbaar stellen van getuigen:

1.1.4.1

per getuige

14,60

1.1.5

Het tarief bedraagt ter zake van het ten behoeve van belanghebbende aanvragen van inlichtingen en stukken, betrekking hebbende op de burgerlijke stand in gemeenten en plaatsen buiten Nederland gelegen:

1.1.5.1

per inlichting, of aangevraagd stuk

10,90

1.1.6

Ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand:

1.1.6.1

voor elk afschrift van een akte van de burgerlijke stand

1.1.6.2

voor elk uittreksel van een akte van geboorte, van huwelijk, van registratie van een partnerschap of van overlijden

1.1.6.3

voor elke verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 49a van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

1.1.6.4

voor elke attestatie de vita, als bedoeld in artikel 19k van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek

1.1.6.5

voor elk meertalig uittreksel uit een akte van de burgerlijke stand

 

Hoofdstuk 2 Reisdocumenten

1.2

Het tarief bedraagt voor het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag:

1.2.1

van een nationaal paspoort:

1.2.1.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

1.2.1.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

1.2.2

van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):

1.2.2.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

1.2.2.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

1.2.3

van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):

1.2.3.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

1.2.3.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

1.2.4

van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen

1.2.5

van een Nederlandse identiteitskaart:

1.2.5.1

voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is

1.2.5.2

voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt

1.2.6

voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van

 

Hoofdstuk 3 Rijbewijzen

1.3.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs

1.3.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven van een verklaring voor vermissing van een rijbewijs

€ 18,20

1.3.3

De tarieven als genoemd in de onderdelen 1.3.1. en 1.3.2 worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

 

Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Basisregistratie personen

1.4.1

Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder een verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent een persoon waarvoor de basisregistratie personen moet worden geraadpleegd.

1.4.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking

20,10

1.4.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.4.3.1

een uittreksel uit de basisregistratie personen:

1.4.3.1.1

ten name van één persoon

20,10

1.4.3.2

een verklaring van Nederlanderschap, niet bestemd tot reispapier

20,10

1.4.3.3

voor echt verklaren (waarmerken) van kopieën

6,50

1.4.4

Verstrekkingen uit de basisregistratie anders dan in 1.4.7 en 1.4.9 bedoeld en voor zover niet bij wettelijke regeling verboden:

1.4.4.1

zonder abonnement, voor elke verstrekking

0,40

1.4.4.2

bij abonnement, dat op elk gewenst tijdstip kan ingaan en een geldigheidsduur heeft van twaalf maanden, aanvangende met de dag van ingang:

1.4.4.2.1

voor 50 verstrekkingen

18,80

1.4.4.2.2

voor 100 verstrekkingen

38,30

1.4.4.2.3

voor 500 verstrekkingen

175,50

1.4.4.2.4

voor 1.000 verstrekkingen

348,10

1.4.4.2.5

voor 5.000 verstrekkingen

1569,00

1.4.4.2.6

voor 10.000 verstrekkingen

2950,20

1.4.5

In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het schriftelijk verstrekken van gegevens, als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van het Besluit basisregistratie personen

1.4.6

De onder 1.4.4 genoemde tarieven worden geheven indien de verstrekkingen zijn bestemd voor:

1.4.6.1

een kerkgenootschap, een zelfstandig onderdeel van een kerkgenootschap of een rechtspersoonlijkheid bezittend genootschap op geestelijke grondslag, niet zijnde een kerkgenootschap, een en ander voor zover de inlichtingen worden verstrekt ten dienste van een geestelijke zorg

1.4.6.2

een wetenschappelijk of filantropisch doel

1.4.6.3

bedrijven van openbare lichamen, met uitzondering van de bedrijven van de gemeente Wageningen, van welke laatste geen leges worden geheven

1.4.6.4

naar de vorm privaatrechtelijke bedrijven, welke zich geheel of nagenoeg geheel in handen van de overheid bevinden

1.4.6.5

instellingen, die ten algemene nutte werkzaam zijn.

1.4.7

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot schriftelijke verstrekkingen uit de basisregistratie personen:

1.4.7.1

selecties (per 1.000 inwoners vermeerderd met € 0,10 voor ieder uitgeselecteerde persoon)

4,00

1.4.7.2

een afschrift van eerder geselecteerde gegevens

141,90

1.4.7.3

stand- of stroomstatistieken per 1.000 inwoners

19,90

1.4.7.4

een afschrift van een eerder gedraaide selectie

202,80

1.4.8

De in 1.4.7 gestelde tarieven zullen voor de in 1.4.6 genoemde gevallen worden geheven tot het bedrag dat ingevolge de Wet basisregistratie personen toelaatbaar is.

1.4.9

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van:

1.4.9.1

een aanvraag tot het verstrekken van een gewaarmerkt afschrift van zijn of haar persoonslijst, als bedoeld in de Wet basisregistratie personen

20,10

1.4.10.1

Voor het verrichten van onderzoek door medewerkers

per kwartier of gedeelte daarvan:

17,50

met een maximum van

140,10

 

Hoofdstuk 5 Verstrekkingen uit het Kiezersregister

VERVALLEN

 

Hoofdstuk 6 Verstrekkingen op grond van Wet bescherming persoonsgegevens

VERVALLEN

 

Hoofdstuk 7 Bestuursstukken

1.7.1

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot verstrekking van:

1.7.1.1

een exemplaar van de programmabegroting

20,10

1.7.1.2

een exemplaar van de productenraming

31,50

1.7.1.3

een exemplaar van de programmajaarrekening

20,10

1.7.1.4

een exemplaar van de productenjaarrekening

31,50

1.7.1.5

een exemplaar van de concernbegroting, concernrekening, meerjarenbeleidsplan, sectorbegroting, sectorjaarrekening

20,10

1.7.2

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot verstrekking van:

1.7.2.1

een abonnement op toezenden van de agenda en de uitgebrachte adviezen en voorstellen voor de raadscommissies, per jaargang

364,90

1.7.2.2

een abonnement op toezenden van de agenda en de uitgebrachte adviezen en voorstellen voor de raadsvergaderingen, per jaargang

364,90

1.7.3

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot verstrekking van:

1.7.3.1

een abonnement op de besluitenlijst van de vergaderingen van het college van burgemeester en wethouders

26,70

1.7.3.2

idem ingeval van toezending en per jaargang

75,30

1.7.4

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot verstrekking van:

1.7.4.1

een exemplaar van de APV van de gemeente

26,70

1.7.4.2

een exemplaar van de bouwverordening met toelichting en nadere regelen

65,70

1.7.4.3

een exemplaar van een andere dan onder 1.7.4.1 en 1.7.4.2 genoemde verordening van de gemeente

5,30

1.7.4.4

een abonnement op de aanvullingen c.q. wijzigingen van de onder 1.7.4.1 tot en met 1.7.4.3 bedoelde verordeningen per pagina

2,00

1.7.5

Het tarief bedraagt - behoudens het bepaalde in de artikelen A6 en A7 van het Algemeen Ambtenarenreglement van deze gemeente – ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.7.5.1

een volledige bundel, bevattende de rechtspositieregelingen voor het gemeentepersoneel

18,20

1.7.5.2

een abonnement op de aanvullingen c.q. wijzigingen van de onder 1.7.5.1 bedoelde bundel, per pagina

2,00

 

Hoofdstuk 8 Vastgoedinformatie

1.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

1.8.1.1

een exemplaar van een al dan niet in procedure zijnd bestemmingsplan, uitwerkingsplan, wijzigingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, structuurvisie of ruimtelijke onderbouwing behorende bij een besluit als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht met een maximum aantal pagina's van 25, inclusief plankaart(en)

25,90

1.8.1.2

een exemplaar van een al dan niet in procedure zijnd bestemmingsplan, uitwerkingsplan, wijzigingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, structuurvisie of ruimtelijke onderbouwing behorende bij een besluit als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht met een aantal pagina's van 26 tot en met 50, inclusief plankaart(en)

32,50

1.8.1.3

een exemplaar van een al dan niet in procedure zijnd bestemmingsplan, uitwerkingsplan, wijzigingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, structuurvisie of ruimtelijke onderbouwing behorende bij een besluit als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht met meer dan 50 pagina's, inclusief plankaart(en)

45,20

 

Hoofdstuk 9 Overige publiekszaken

1.9

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.9.1

tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

1.9.2

tot het verkrijgen van een bewijs van in leven zijn

20,10

1.9.3

tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening

13,30

 

Hoofdstuk 10 Gemeentearchief

Reproducties

1.10.1

Voor het doen vervaardigen van kopieën of scans van een bladzijde of afbeelding uit de archieven en verzamelingen van het Gemeentearchief gelden de volgende tarieven:

Kopieën

1.10.1.1

zwart-wit kopie d.m.v. een kopieerapparaat

0,25

1.10.1.2

zwart-wit kopie d.m.v. een reader-printer

0,50

1.10.1.3

kleurenkopie d.m.v. een kopieerapparaat

1,00

Digitale reproducties

1.10.1.4

gescande afbeelding, 300 dpi, max. A4

4,00

Afschriften

1.10.2.1

Voor het vervaardigen van gewaarmerkte afschriften van akten van de burgerlijke stand, per akte

Onderzoek

1.10.3.1

Voor het verrichten van onderzoek door archiefmedewerkers in de archieven en verzamelingen per kwartier of gedeelte daarvan:

17,50

met een maximum van

140,10

 

Hoofdstuk 11 Huisvestingswet 2014

1.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.11.1

tot indeling in een urgentiecategorie als bedoeld in artikel 13, tweede lid, van de Huisvestingswet 2014

50,00

 

Hoofdstuk 12 Leegstandwet

1.12

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.12.1

tot het verlenen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van leegstaande woonruimte als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Leegstandwet (de zogenoemde vergunning voor tijdelijke verhuur)

115,50

1.12.2

tot het verlengen van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, negende lid, van de Leegstandwet

72,60

 

Hoofdstuk 13 Gemeentegarantie

VERVALLEN

 

Hoofdstuk 14 Marktstandplaatsen

VERVALLEN

 

Hoofdstuk 15 Winkeltijdenwet

VERVALLEN

 

Hoofdstuk 16 Kansspelen

1.16.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:

1.16.1.1

voor een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat

1.16.1.2

voor een periode van twaalf maanden voor twee of meer kansspelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat

en voor iedere volgende kansspelautomaat

1.16.1.3

voor één kansspelautomaat, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd

1.16.1.4

voor twee of meer kansspelautomaten, welke vergunning geldt voor een periode van meer dan vier jaar of voor onbepaalde tijd, voor de eerste kansspelautomaat

en voor iedere volgende kansspelautomaat

1.16.2

De subonderdelen 1.16.1.1 en 1.16.1.2 zijn van overeenkomstige toepassing, indien de vergunning geldt voor een tijdvak, korter dan twaalf maanden of langer dan twaalf maanden maar ten hoogste vier jaar, met dien verstande dat de daar genoemde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning verlaagd onderscheidenlijk verhoogd worden.

1.16.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

23,10

 

Hoofdstuk 17 Kinderopvang

VERVALLEN

 

Hoofdstuk 18 Telecommunicatie en AVOI

1.18.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 4 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Wageningen 2013, indien de totale lengte van de sleuf (al dan niet onderbroken) tussen de 25 – 100 strekkende meter bedraagt en de totale oppervlakte van de werkzaamheden niet meer dan 100m2 bedraagt:

328,50

1.18.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent plaats, tijdstip en wijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 4 van de Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuur Wageningen 2013, indien de totale lengte van de sleuf (al dan niet onderbroken) meer dan 100 strekkende meters bedraagt of de totale oppervlakte van de werkzaamheden meer dan 100m2 bedraagt:

574,80

1.18.3

Indien met betrekking tot een melding op grond van dit hoofdstuk overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond, de aanbieder van het netwerk en andere exploitanten van kabels en leidingen worden de in 1.18.1 en 1.18.2 genoemde tarieven verhoogd met:

219,80

 

Hoofdstuk 19 Verkeer en vervoer

1. 19.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

1.19.1.1

een ontheffing, ingevolge de Wegenverkeerswet of een daarop steunende regeling

40,60

1.19.1.2

Indien een beschikking, als bedoeld onder 1.19.1.1, niet kan worden afgegeven, wordt teruggaaf van de geheven leges voor het volle bedrag verleend.

1.19.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

1.19.2.1

een ontheffing, ingevolge de Wegenverkeerswet, uitsluitend benodigd voor het bereiken van de woning waarvan de aanvrager in de basisregistratie personen als bewoner staat ingeschreven

11,30

1.19.2.2

een ontheffing, ingevolge de Wegenverkeerswet, uitsluitend benodigd in verband met de voltrekking van een huwelijk

11,30

1.19.2.3

een ontheffing, ingevolge de Wegenverkeerswet, uitsluitend benodigd voor het bereiken van eigendommen van de aanvrager voor uit te voeren bedrijfsmatige activiteiten aan deze eigendommen

11,30

1.19.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

1.19.3.1

legitimatie en controle van kentekendelen en motorvoertuigen in verband met vermissing kentekenbewijs

26,30

1.19.4

Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van inlichtingen inzake ongevallen en overige inlichtingen van allerlei aard:

1.19.4.1

inlichtingen - al dan niet schriftelijk - in het bijzonder belang van de aanvrager inzake plaats gehad hebbende ongevallen en andere bijzondere gebeurtenissen per inlichting omvattende de gegevens inzake één ongeval of andere bijzondere gebeurtenis

17,40

1.19.4.2

inlichtingen uit gemeentelijke bescheiden van allerlei aard, voor zover daarvoor in deze verordening niet een ander tarief is bepaald, per inlichting

6,90

1.19.5

Het tarief bedraagt voor:

1.19.5.1

het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 52 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

57,80

1.19.5.2

het vervangen van de bebording bij een bestaande gehandicaptenparkeerplaats, indien dit het gevolg is van het wijzigen van een kenteken en de bebording in de twee voorafgaande jaren reeds vervangen of geplaatst is

86,40

1.19.6

vervallen

Ontheffing parkeerbelasting

1.19.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 3, lid 5 van de vigerende Verordening Parkeerbelastingen

11,30

 

Hoofdstuk 20 Diversen

1.20.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

1.20.1.1

tot het verstrekken van fotokopieën van stukken, voor zover in het vervolg van dit artikel of in een andere belastingverordening van deze gemeente, dan wel in andere rechtsregels niet afzonderlijk genoemd, per pagina

0,60

1.20.1.2

tot het verstrekken van getypte, gestencilde of gedrukte stukken voor zover zij in het vervolg van dit artikel of in andere rechtsregels niet afzonderlijk zijn genoemd, per pagina

4,70

1.20.1.3

tot het verstrekken van een vergunning, als bedoeld in artikel 5.13 van de APV (inzamelen van geld of goed)

23,10

1.20.1.4

tot het verstrekken van een vergunning, als bedoeld in artikel 6 van de vigerende Afvalstoffenverordening Wageningen, geldig voor een kalenderjaar

42,20

1.20.1.5

voor het verbranden van snoeihout (stookvergunning)

64,30

1.20.1.6

tot het verstrekken van een gunstige beschikking, een vergunning of ontheffing, of de schriftelijke bevestiging van een kennisgeving dan wel van enig ander stuk in het persoonlijk belang van de aanvrager opgemaakt, voor zover deze stukken niet afzonderlijk en met name in het vervolg van dit artikel of in een andere belastingverordening van deze gemeente, dan wel in andere rechtsregels zijn genoemd, per beschikking

27,00

met dien verstande, dat indien één beschikking meerdere vergunningen / ontheffingen omvat het tarief geldt per vergunning /ontheffing

 

 

Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning

Hoofdstuk 1 Definities

2.1.1

Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:

2.1.1.1

aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het aanleggen) van de werken of de werkzaamheden, exclusief omzetbelasting. Indien de werken of de werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;

2.1.1.2

bouwkosten: het product van de normkosten voor het uit te voeren werk en de bruto inhoud van het bouwwerk conform het (online) rekenprogramma ‘Basisbedragen Gebouwen’ van het Nederlands Bouwkosten Instituut. Voor bouwwerken die niet passen binnen het regime van vaststelling van normatieve bouwkosten geldt de door het bevoegd gezag vastgestelde aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012, Stcrt. 2012, 1567),[1] voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de kosten, exclusief omzetbelasting, die voortvloeien uit aangegane verplichtingen ten behoeve van de fysieke realisatie (het bouwen) van de bouwwerken. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft:

Om de hoogte van de bouwleges te bepalen, moeten de bouwkosten per bouwwerk berekend worden. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk met hergebruik van materialen plaatsvindt, wordt bij het bepalen van de bouwkosten uitgegaan van de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor nieuwe materialen. Voor het bepalen van de bouwkosten is de datum van indiening van de aanvraag leidend.

2.1.1.3

Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

2.1.2

In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de bedoeld.

2.1.3

In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.

2.1.4

Onder extra bouwcapaciteit wordt verstaan de vermeerdering van de bouwmassa (aantal kubieke meters) welke door een aanvraag als bedoeld in hoofdstuk 3 mogelijk wordt gemaakt. De extra bouwcapaciteit dient te worden vastgesteld bij de indiening van een aanvraag als bedoeld in hoofdstuk 3.

 

Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

2.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

2.2.1

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

185,63

2.2.2

vervallen

2.2.3

om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 van de Wabo (buitenplanse afwijking) vergunbaar is

610,01

2.3.1

Voor het verrichten van onderzoeken en toesturen van digitale

bouwtekeningen uit de archieven van de gemeente bedraagt het

tarief per kwartier

17,20

2.3.2

Voor het aanvragen van bodeminformatie bedraagt het tarief per kwartier

17,20

 

Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

 

2.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

2.3.1

Bouwactiviteiten

2.3.1.1

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.1.1.1

indien de bouwkosten minder dan € 200.000,00 bedragen:

4,25%

van de bouwkosten, met een minimum van:

€ 185,63

2.3.1.1.2

indien de bouwkosten € 200.000,00 tot € 500.000,00 bedragen:

€ 8.506,21

vermeerderd met:

3,61%

van de bouwkosten boven de € 200.000,00;

2.3.1.1.3

indien de bouwkosten € 500.000,00 tot € 1.000.000,00 bedragen:

€ 19.336,06

vermeerderd met:

4,25%

van de bouwkosten boven de € 500.000,00;

2.3.1.1.4

indien de bouwkosten € 1.000.000,00 tot € 2.000.000,00 bedragen:

€ 40.601,58

vermeerderd met:

3,93%

van de bouwkosten boven de € 1.000.000,00;

2.3.1.1.5

indien de bouwkosten € 2.000.000,00 tot € 5.000.000,00 bedragen:

€ 79.916,85

vermeerderd met:

3,91%

van de bouwkosten boven de € 2.000.000,00;

2.3.1.1.6

indien de bouwkosten meer dan € 5.000.000,00 bedragen:

€197.240,26

vermeerderd met:

3,91%

Van de bouwkosten boven de € 5.000.000,00 met een maximum qua legesbedrag van € 450.206,54

2.3.1.2

De in dit hoofdstuk opgenomen tarieven worden verhoogd indien voorafgaand aan de aanvraag een uitnodiging tot het indienen van een omgevingsvergunning, een voorwaarschuwing dan wel een aanschrijving is verzonden naar aanleiding van de constatering dat zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning is of wordt gebouwd. De verhoging bedraagt 10% van de op grond van 2.3.1.1 . geheven leges.:

2.3.1.3

Indien de gevraagde omgevingsvergunning niet-ontvankelijk wordt verklaard , wordt 20% van de onder 2.3.1 genoemde leges in rekening gebracht met dien verstande dat minimaal verschuldigd is

€ 181,53

2.3.2

Aanlegactiviteiten

2.3.2.1

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten::

€ 812,65

2.3.2.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de verlenging van een vergunning als bedoeld in artikel 2.3.2.1 bedraagt het tarief::

€ 102,59

2.3.2.3

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning voor één en dezelfde activiteit zowel betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo als op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a van de Wabo of op het vellen of doen vellen van een houtopstand als bedoeld in artikel 2.2., eerste lid, onder g van de Wabo worden geen leges als bedoeld in artikel 2.3.2.1 in rekening gebracht.

€ 30,91

2.3.2.4

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b van de Wabo betrekking heeft op het uitvoeren van een voorschrift bij een omgevingsvergunning voor het vellen of doen vellen van een houtopstand als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g van de Wabo (herplantplicht), bedraagt het tarief:

€ 30,29

2.3.3

Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.3.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 403,73

2.3.3.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking):

€ 403,73

2.3.3.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):

2.3.3.3.1

wanneer de extra bouwcapaciteit kleiner is dan 500 m3, dan wel wanneer geen bouwcapaciteit wordt gecreëerd

€ 5.477,89

2.3.3.3.2

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 500 m3, doch minder is dan 750 m3

€ 9.521,97

2.3.3.3.3

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 750 m3, doch minder is dan 1.250 m3

€ 13.663,66

2.3.3.3.4

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 1.250 m3, doch minder dan 2.000 m3

€ 18.334,61

2.3.3.3.5

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 2.000 m3, doch minder dan 3.000 m3

€ 23.580,14

2.3.3.3.6

voor elke 1.000 m3 bouwcapaciteit meer dan de bovengrens genoemd in 2.3.3.3.5

€ 1.540,45

2.3.3.3.7

met dien verstande, dat het totale tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in 2.3.3.3 niet meer bedraagt dan

€ 36.527,21

2.3.3.4

vervallen

2.3.3.5

vervallen

2.3.3.6

vervallen

2.3.3.7

vervallen

2.3.3.8

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):

2.3.3.8.1

wanneer de extra bouwcapaciteit kleiner is dan 500 m3, dan wel wanneer geen bouwcapaciteit wordt gecreëerd

€ 5.477,89

2.3.3.8.2

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 500 m3, doch minder is dan 750 m3

€ 9.513,05

2.3.3.8.3

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 750 m3, doch minder is dan 1.250 m3

€ 13.663,66

2.3.3.8.4

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 1.250 m3, doch minder dan 2.000 m3

€ 18.334,61

2.3.3.8.5

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 2.000 m3, doch minder dan 3.000 m3

€ 23.580,14

2.3.3.8.6

voor elke 1.000 m3 bouwcapaciteit meer dan de bovengrens genoemd in 2.3.3.8.5

€ 1.540,56

2.3.3.8.7

met dien verstande, dat het totale tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in 2.3.3.8 niet meer bedraagt dan

€ 36.527,21

2.3.4

Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.4.1

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):

€ 403,73

2.3.4.2

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):

€ 403,73

2.3.4.3

indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) worden de artikelen 2.3.3.3.1 t/m 2.3.3.3.7 overeenkomstig toegepast, waarbij voor extra bouwcapaciteit de bestaande bouwcapaciteit moet worden gelezen.

2.3.4.4

indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) worden de artikelen 2.3.3.8.1 t/m 2.3.3.8.7 overeenkomstig toegepast, waarbij voor extra bouwcapaciteit de bestaande bouwcapaciteit moet worden gelezen.

€ 803,21

2.3.4.5

De in de onderdelen 2.3.4.1 en 2.3.4.2 opgenomen tarieven worden met 10% verhoogd indien voorafgaand aan de aanvraag een uitnodiging tot het indienen van een omgevingsvergunning, een voorwaarschuwing dan wel een aanschrijving is verzonden naar aanleiding van de constatering dat zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning is of wordt gebouwd.

2.3.5

In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.5.1

Voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte, overeenkomstig NEN 2580:

Categorie

Aantal m²

Basisbedrag

Toeslag per m²

1

0 t/m 100

€ 302,42

n.v.t.

2

101 t/m 500

€ 274,89

€ 0,63

3

501 t/m 2.000

€ 679,92

€ 0,49

4

2.001 t/m 5.000

€ 1.808,32

€ 0,23

5

5.001 t/m 50.000

€ 2.676,42

€ 0,07

6

> 50.000

€ 3.869,78

€ 0,06

2.3.5.2

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.3.5 betrekking heeft op een wijziging, dan wel uitbreiding van de omgevingsvergunning, bedraagt het legestarief:

2.3.5.2.1

Indien het een uitbreiding van het bouwwerk betreft, met dien verstande dat de uitbreiding maximaal 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat, het legestarief als vermeld onder 2.3.5.1, met dien verstande, dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding

2.3.5.2.2

Indien het een herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van het gehele, dan wel een deel van de inrichting betreft, met dien verstande dat deze herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik ten minste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat, 50% van het legestarief vermeld onder 2.3.5.1, met dien verstande, dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het heringedeelde, verbouwde of gewijzigde gebruik van de inrichting.

2.3.5.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het afgeven van een verklaring van een overdracht van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.3.5 aan de nieuwe eigenaar of gebruiker, zonder een wijziging van het bouwwerk of de inrichting bedraagt

€ 80,39

2.3.5.4

Indien een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.3.5 tijdens de behandeling van de aanvraag wordt ingetrokken, worden de op grond van artikel 2.3.5.1 berekende legeskosten met 50% verminderd.

2.3.5.5

Indien een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.3.5 wordt geweigerd, worden de op grond van artikel 2.3.5.1 berekende legeskosten met 50% verminderd.

2.3.6

vervallen

2.3.7

Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht

2.3.7.1

vervallen

2.3.8

Aanleggen of veranderen weg

vervallen

2.3.9

vervallen

2.3.10

Kappen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of de Bomenverordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.10.1

voor 1 tot en met 3 bomen

€ 58,25

2.3.10.2

voor ieder volgende boom extra

€ 12,55

met een maximum van

€ 309,49

2.3.11

vervallen

2.3.12

Projecten of handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van een Natura 2000-gebied)

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit ruimtelijke ordening (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, het tarief dat het bevoegd gezag ter zake van de vergunning als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de Wet natuurbescherming aan gedeputeerde staten verschuldigd is.

2.3.13

Handelingen in het kader van de Wet natuurbescherming (bescherming van soorten)

Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten, het tarief dat het bevoegd gezag ter zake van de ontheffing als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, artikel 3.8, eerste lid en/of artikel 3.10, tweede lid, jo. artikel 3.8, eerste lid, van de Wet natuurbescherming aan gedeputeerde staten verschuldigd is.

2.3.14

Andere activiteiten

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:

2.3.14.1

behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

€ 255,65

2.3.14.2

behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:

2.3.14.2.1

als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning;

2.3.14.2.2

als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

2.3.15

Omgevingsvergunning in twee fasen

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

2.3.15.1

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

2.3.15.2

voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

2.3.16

Advies

 

2.3.16.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.16.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.16.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken

 

 

 

 

2.3.17

Verklaring van geen bedenkingen

 

2.3.17.1

Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:

 

2.3.17.1.1

indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

 

2.3.17.1.2

Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken

 

 

Hoofdstuk 4 Vermindering

 

2.4.1

Indien volgend op vooroverleg als bedoeld in artikel 2.2.1 of 2.2.3 binnen een jaar, voor hetzelfde plan een aanvraag om omgevingsvergunning in behandeling wordt genomen, bestaat aanspraak op vermindering van de leges met het op grond van artikel 2.2.1, of 2.2.3 betaalde bedrag.

 

 

Hoofdstuk 5 Teruggaaf

 

2.5.1

Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw- , aanleg- of sloopactiviteiten

Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

2.5.1.1

indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van 4 weken na het in behandeling nemen ervan

50 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.1.2

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 4 weken en binnen 8 weken na het in behandeling nemen ervan

40 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;

2.5.1.3

indien de aanvraag wordt ingetrokken na 8 weken en binnen 32 weken na het in behandeling nemen ervan

30 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.1.4

indien de aanvraag om omgevingsvergunning op verzoek van de gemeente wordt ingetrokken, waarbij sprake is van het gelijktijdig indienen van een aanvraag om omgevingsvergunning voor dezelfde werkzaamheden dan wel het indienen van een aanvraag om vooroverleg als bedoeld in artikel 2.2.1 zal voor de in te trekken aanvraag geen leges in rekening worden gebracht.

2.5.1.5

Indien na de intrekking van de aanvraag binnen een half jaar een nieuwe aanvraag wordt ingediend voor hetzelfde plan, vindt verrekening plaats van de verschuldigde leges genoemd onder 2.5.1.1. t/m 2.5.1.3 met de nieuwe aanvraag.

2.5.2

Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- , aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- , aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1 en 2.3.2, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen zes maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:

30 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3

Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw -, aanleg- of sloopactiviteiten

2.5.3.1

Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw- , aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:

20 %

van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

2.5.3.2

Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.

2.5.4

Teruggaaf met betrekking tot een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.3.3 en 2.3.4

2.5.4.1

Op schriftelijke verzoek wordt aan de aanvrager van een in behandeling genomen aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.3 of 2.3.4 een teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend in de volgende gevallen:

2.5.4.1.1

indien het college van burgemeester en wethouders na het voeren van overleg als bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening de aanvrager schriftelijk meedeelt dat er geen planologische medewerking wordt verleend, mits het schriftelijke verzoek tot teruggaaf binnen 6 maanden na de mededeling van het college wordt ontvangen;

2.5.4.1.2

indien de aanvraag door de aanvrager schriftelijk wordt ingetrokken en op dat moment nog geen ontwerp- besluit ter visie is gelegd, mits het schriftelijke verzoek tot teruggaaf binnen 6 maanden na schriftelijke intrekking van het verzoek wordt ontvangen.

2.5.4.2

Op schriftelijke aanvraag wordt aan de aanvrager van een in behandeling genomen aanvraag als bedoeld in artikel 2.3.3 of 2.3.4 een teruggaaf van 25% van de geheven leges verleend in de volgende gevallen:

2.5.4.2.1

indien na de tervisielegging van het ontwerp- besluit de aanvrager schriftelijk wordt meegedeeld dat de raad dan wel het college van burgemeester en wethouders heeft besloten om geen medewerking te verlenen aan de aanvraag, mits het schriftelijke verzoek tot teruggaaf binnen 6 maanden na de mededeling van de raad dan wel het college van burgemeester en wethouders wordt ontvangen;

2.5.4.2.2

indien de aanvraag door de aanvrager schriftelijk wordt ingetrokken en de raad dan wel het college van burgemeester en wethouders op het moment van het intrekken van de aanvraag na de tervisielegging van het ontwerp- besluit nog geen besluit heeft genomen, mits het schriftelijke verzoek tot teruggaaf binnen 6 maanden na schriftelijke intrekking van het verzoek wordt ontvangen.

2.5.5

Teruggaaf als gevolg van buiten behandeling laten aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten

Als de gemeente de aanvraag om een omgevingsvergunning buiten behandeling laat, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt 80% van het oorspronkelijke legesbedrag, met dien verstande dat ten minste wordt geheven een bedrag van:

€ 22,60

2.5.6

Teruggaaf als gevolg van hernieuwde vaststelling bouwkosten

Indien naderhand blijkt dat de werkelijke bouwkosten lager zijn dan de oorspronkelijk geraamde bouwkosten wordt het bedrag van die kosten op verzoek (artikel 242 Gemeentewet) opnieuw vastgesteld. In dat geval worden de te veel berekende leges terugbetaald, met dien verstande dat voor een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten tenminste wordt geheven een bedrag van:

€ 22,60

2.5.7

Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen

Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.16 en 2.3.17 wordt geen teruggaaf verleend.

 

Hoofdstuk 6 Intrekking omgevingsvergunning

 

Hoofdstuk 7 Wijziging omgevingsvergunning als gevolg van wijziging project 

 

2.7.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:

€ 230,39

 

Hoofdstuk 8 Bestemmingsplanwijzigingen

 

2.8.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening of om een uitwerking, dan wel een wijziging van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a en b van de Wet ruimtelijke ordening

 

2.8.1.1

wanneer de extra bouwcapaciteit kleiner is dan 500 m3, dan wel wanneer geen bouwcapaciteit wordt gecreëerd

€ 4.600,55

2.8.1.2

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 500 m3, doch minder is dan 750 m3

€ 4.600,55

2.8.1.3

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 750 m3, doch minder is dan 1.250 m3

€ 11.475,24

2.8.1.4

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 1.250 m3, doch minder dan 2.000 m3

€ 15.398,09

2.8.1.5

wanneer de extra bouwcapaciteit meer is dan 2.000 m3, doch minder dan 3.000 m3

€ 19.803,49

2.8.1.6

voor elke 1.000 m3 bouwcapaciteit meer dan de bovengrens genoemd in 2.8.1.5

€ 1.293,77

2.8.1.7

met dien verstande, dat het totale tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in 2.8.1 niet meer bedraagt dan

€ 30.676,86

 

2.8.2

Indien er bij een aanvraag als bedoeld in artikel 2.8.1 geen sprake is van extra bouwcapaciteit doch van een functiewijziging van de bestaande bouwcapaciteit, worden de artikelen 2.8.1.1 tot en met 2.8.1.7 overeenkomstig toegepast, waarbij voor extra bouwcapaciteit de bestaande bouwcapaciteit moet worden gelezen.

 

 

2.8.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 van de Wet ruimtelijke ordening

€ 577,44

2.8.3.1

De leges voor een aanvraag als bedoeld in 2.8.3 zijn inbegrepen bij leges voor een aanvraag als bedoeld in artikel 2.8.1 en worden derhalve niet afzonderlijk in rekening gebracht.

 

 

2.8.4

Teruggaaf met betrekking tot een aanvraag als bedoeld in artikel 2.8.1

 

2.8.4.1

Op schriftelijke verzoek wordt aan de aanvrager van een in behandeling genomen aanvraag als bedoeld in artikel 2.8.1 een teruggaaf van 50% van de geheven leges verleend in de volgende gevallen:

 

2.8.4.1.1

indien het college van burgemeester en wethouders na het voeren van overleg als bedoeld in artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening de aanvrager schriftelijk meedeelt dat er geen planologische medewerking wordt verleend, mits het schriftelijke verzoek tot teruggaaf binnen 6 maanden na de mededeling van het college wordt ontvangen;

 

2.8.4.1.2

indien de aanvraag door de aanvrager schriftelijk wordt ingetrokken en op dat moment nog geen ontwerp- besluit ter visie is gelegd, mits het schriftelijke verzoek tot teruggaaf binnen 6 maanden na schriftelijke intrekking van het verzoek wordt ontvangen.

 

2.8.4.2

Op schriftelijke aanvraag wordt aan de aanvrager van een in behandeling genomen aanvraag als bedoeld in artikel 2.8.1 een teruggaaf van 25% van de geheven leges verleend in de volgende gevallen:

 

2.8.4.2.1

indien na de tervisielegging van het ontwerp- besluit de aanvrager schriftelijk wordt meegedeeld dat de raad dan wel het college van burgemeester en wethouders heeft besloten om geen medewerking te verlenen aan de aanvraag, mits het schriftelijke verzoek tot teruggaaf binnen 6 maanden na de mededeling van de raad dan wel het college van burgemeester en wethouders wordt ontvangen;

 

2.8.4.2.2

indien de aanvraag door de aanvrager schriftelijk wordt ingetrokken en de raad dan wel het college van burgemeester en wethouders op het moment van het intrekken van de aanvraag na de tervisielegging van het ontwerp- besluit nog geen besluit heeft genomen, mits het schriftelijke verzoek tot teruggaaf binnen 6 maanden na schriftelijke intrekking van het verzoek wordt ontvangen.

 

 

 

Hoofdstuk 9 Vermindering zonne-energiesystemen

 

2.9.1

Indien de aanvraag waarvan op grond van deze titel van de tarieventabel van de legesverordening leges worden geheven uitsluitend betrekking heeft op een zonne-energiesysteem, worden de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges met 50% verminderd, waarbij het verschuldigde bedrag na vermindering maximaal € 10.000,00 bedraagt.

2.9.2

Indien de aanvraag op grond waarvan op grond van deze titel van de tarieventabel van de legesverordening leges worden geheven uitsluitend betrekking had op een zonne-energiesysteem en dat zonne-energiesysteem binnen 5 jaar na in behandeling neming van de aanvraag niet geplaatst is, dan wel de omgevingsvergunning waarop de aanvraag betrekking heeft niet verleend is, bestaat aanspraak op volledige vermindering van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.

 

Hoofdstuk 10 Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg

 

2.10

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg als bedoeld in artikel 2:11 van de APV, indien artikel 2.2, aanhef, en eerste lid, onder d, van de Wabo niet van toepassing is:

€ 255,70

2.10.1

indien het betreft werkzaamheden in tegel-, klinker- en sierbestratingen, alsmede gesloten verhardingen, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

€ 2,49

2.10.2

indien het betreft werkzaamheden in bermen, groenstroken en dergelijke, voor zover de werkzaamheden plaatsvinden in of op openbare gemeentegrond, per strekkende meter sleuf verhoogd met

€ 1,30

 

 

Hoofdstuk 11 In deze titel niet benoemde beschikking

 

2.11

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:

€ 26,97

 

Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn

 

 

Hoofdstuk 1 Horeca

 

3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van

3.1.1

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 1.028,84

3.1.2

een aanvraag voor een horeca -exploitatievergunning, als bedoeld in artikel 2.28 van de APV

€ 147,30

3.1.3

een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning ingevolge de artikelen 2.29 en 2.30 van de APV:

3.1.3.1

voor nachtvergunningen

€ 135,37

3.1.3.2

voor overige sluitingstijdenvergunningen

€ 76,04

3.1.4

een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

€ 344,40

3.1.5

een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 89,11

3.1.6

een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning in verband met uitsluitend een wijziging in de persoon van de leidinggevende(n)

€ 319,71

3.1.7

een aanvraag tot het verstrekken van een vergunning, als bedoeld in artikel 2.25 van de APV:

3.1.7.1

tot het met een commerciële doelstelling ten gehore brengen van muziek vanaf een podium op de openbare weg, waarbij deze muziek tevens de hoofdactiviteit vormt, per vergunningaanvraag

€ 781,84

3.1.7.2

tot het ten gehore brengen van muziek in horeca-inrichtingen ingevolge artikel 2.21 van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer en de in hoofdstuk 4 van de APV opgenomen festiviteitenregeling van de gemeente Wageningen, per keer

€ 203,22

 

Hoofdstuk 2 Organiseren evenementen of markten

 

3.2.1

Organiseren evenementen

3.2.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:25, eerste lid, van de APV (evenementenvergunning):

€ 26,97

3.2.2

Ventvergunning

3.2.2.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een ventvergunning, al dan niet met gebruikmaking van een voertuig, als bedoeld in artikel 5.15 van de APV

€ 26,97

3.2.3

Vergunning op grond van artikel 27 van de Havenverordening

3.2.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning op grond van artikel 27 van de Havenverordening inzake het houden van een roeiwedstrijd op het havenkanaal

€ 4,77

3.2.4

Straatartiest e.d.

3.2.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 2:9 van de APV

€ 26,97

 

Hoofdstuk 3 Seksbedrijven

 

3.3.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor de exploitatie van een seksinrichting of een escortbedrijf (artikel 3.4 APV)

€ 230,81

 

Hoofdstuk 4 Huisvestingswet 2014

 

3.4.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.4.1.1

tot het verlenen van een vergunning voor het onttrekken van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder a, van de Huisvestingswet 2014

€ 495,64

3.4.1.2

tot het verlenen van een vergunning voor het samenvoegen van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder b, van de Huisvestingswet 2014

€ 495,64

3.4.1.3

tot het verlenen van een vergunning voor het omzetten van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 21, aanhef en onder c, van de Huisvestingswet 2014

€ 495,64

3.4.1.4

tot het verlenen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet 2014

€ 1.927,02

Intrekking of weigering onttrekkings- of splitsingsvergunning

3.4.2

Indien van een verleende onttrekkings- of splitsingsvergunning geen gebruik gemaakt wordt en deze vergunning wordt ingetrokken, wordt een teruggaaf van 15 % van de geheven leges verleend.

3.4.3

Indien na het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een onttrekkings- of splitsingsvergunning doch voor het verlenen van de vergunning, deze aanvraag wordt ingetrokken, wordt een teruggaaf van 50 % van de geheven leges verleend.

3.4.4

Indien de gevraagde onttrekkings- of splitsingsvergunning niet wordt verleend, wordt een teruggaaf van 40 % van de geheven leges verleend.

 

Hoofdstuk 5 Brandbeveiligingsverordening

 

3.5.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een gebruiksvergunning, voor het in gebruik hebben of houden van inrichtingen (bouwwerken, geen gebouwen zijnde) als bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Brandbeveiligingsverordening Wageningen 2010, zoals in onderstaande tabel aangegeven.

3.5.1.1

Voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte, overeenkomstig NEN 2580:

Categorie

Aantal m²

Basisbedrag

Toeslag per m²

1

0 t/m 100

€ 253,99

n.v.t.

2

101 t/m 500

€ 230,86

€ 0,52

3

501 t/m 2.000

€ 571,01

€ 0,40

4

2.001 t/m 5.000

€ 1.518,67

€ 0,19

5

5.001 t/m 50.000

€ 2.247,82

€ 0,06

6

> 50.000

€ 3.249,99

€ 0,05

3.5.1.2

In afwijking van het bepaalde onder artikel 3.5.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verlenen van een gebruiksvergunning, voor het in gebruik hebben of houden van inrichtingen ter zake van voor mensen toegankelijke ruimtelijke begrensde plaatsen, geen bouwwerken zijnde (zoals tenten, terreinen)

€ 223,50

3.5.2

Indien de aanvraag voor een gebruiksvergunning betrekking heeft op een wijziging, dan wel uitbreiding van een gebruiksvergunning, bedraagt het legestarief:

3.5.2.1

Indien het een uitbreiding van het bouwwerk betreft, met dien verstande dat de uitbreiding ten minste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat, het legestarief als vermeld onder artikel 3.5.1, met dien verstande, dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding

3.5.2.2

Indien het een herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van het gehele, dan wel een deel van de inrichting betreft, met dien verstande dat deze herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik ten minste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat, 50% van het legestarief vermeld onder artikel 3.5.1, met dien verstande, dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het heringedeelde, verbouwde of gewijzigde gebruik van de inrichting.

3.5.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het afgeven van een verklaring van een overdracht van een gebruiksvergunning aan de nieuwe eigenaar of gebruiker, zonder een wijziging van het bouwwerk of de inrichting bedraagt

€ 717,94

3.5.4

Indien een aanvraag voor een gebruiksvergunning tijdens de behandeling van de aanvraag wordt ingetrokken, worden de op grond van artikel 3.5.1 berekende legeskosten met 50% verminderd.

3.5.5

Indien een aanvraag voor een gebruiksvergunning wordt geweigerd, worden de op grond van artikel 3.5.1 berekende legeskosten met 50% verminderd.

 

Hoofdstuk 6 Winkeltijdenwet

3.6

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

3.6.1

voor een ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet

€ 1.797,51

3.6.2

tot het verlenen van toestemming om een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

€ 23,08

3.6.3

tot het wijzigen van een in onderdeel 3.6.1 bedoelde ontheffing

€ 91,08

 

 

Hoofdstuk 7 In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

 

3.7

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking

€ 26,97

 

Geen tarief) wettelijk (gemaximeerd) tarief

Naar boven