Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen Nijkerk 2021

De raad van de gemeente Nijkerk;

 

gelezen het collegevoorstel van 14 september 2021;

 

gelet op

  • Artikel 149 van de Gemeentewet.

  • Artikelen 35, 56, 65 en 90 van de Wet op de lijkbezorging (Wlb).

  • Artikel 10 van het Besluit op de lijkbezorging.

met inachtneming van het door de raad aangenomen amendement 5.1 van 14 oktober 2021;

 

b e s l u i t :

vast te stellen de Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen Nijkerk 2021.

 

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

 

Algemeen graf

Een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van overledenen en het bijzetten van asbussen met of zonder urn. De houder van de begraafplaats bepaalt wie in het graf wordt begraven.

Asbus

Een bus ter berging van as van een overledene.

As uitstrooien

Het uitstrooien van as als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging op een daartoe aangewezen plaats op de gemeentelijke begraafplaats of op een andere daartoe aangewezen plaats buiten de begraafplaats.

Begraafplaats

De gemeentelijke begraafplaatsen in Nijkerk, Nijkerkerveen en Hoevelaken.

Beheerder

De ambtenaar die namens het college is belast met de dagelijkse leiding van de begraafplaats of degene die hem vervangt.

College

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijkerk.

Directe begraving

Het graf wordt direct in gebruik genomen.

Gebruiker

Natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf is verleend.

Gedenkplaat

Plaat die aangebracht kan worden op de herdenkingsplaats.

Gedenkteken

Een monument of voorwerp op een graf dat is bedoeld voor het aanbrengen van opschriften of figuren.

Graf

Een ruimte bestemd voor het begraven en begraven houden van overledenen of asbussen met of zonder urn.

Grafbedekking

Gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf.

Grafkelder

Een constructie waarin één of meerdere overledenen worden begraven of asbussen worden bijgezet. Grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand.

Grafbeplanting

Beplanting welke door de rechthebbende of gebruiker op een graf wordt/is aangebracht.

Herdenkingsplaats

Een plaats waar nabestaanden ter nagedachtenis van de overledene een gedenkplaat kunnen laten aanbrengen op de herdenkingszuil of in de gedenkboom voor prematuur geboren kinderen.

Nadere regels

Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen Nijkerk 2021.

Niet blijvende beplanting

Bloemen, één of twee jarige beplanting.

Particulier graf

Een graf, een particulier grafkelder of een particulier kindergraf daaronder begrepen, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • het doen begraven en begraven houden van overledenen;

  • het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • het uitstrooien van as.

De rechthebbende bepaalt wie in het graf wordt begraven dan wel bijgezet.

Particulier kindergraf

Een particulier graf voor overleden kinderen beneden de leeftijd van twaalf jaar.

Particulier urnengraf

Een urnenruimte, (gedeeltelijk) ondergronds, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen. De rechthebbende bepaalt wie in het urnengraf wordt bijgezet.

Particulier urnennis

Een urnenruimte, liggend, in een urnenmuur of columbarium waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen. De rechthebbende bepaalt wie in de urnennis wordt bijgezet.

Rechthebbende

Natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend tot gebruik van een particulier graf of een particuliere urnenruimte.

Strooiveld

Een speciaal ingericht veld voor het uitstrooien van crematie-as van overledene(n).

Urn

Een voorwerp bedoeld voor berging van één of meer asbussen.

Urnenruimte

Een particulier urnengraf of een particuliere urnennis, bedoeld voor het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen. De rechthebbende bepaalt wie in de urnenruimte wordt bijgezet.

Artikel 2 Beheer van de begraafplaatsen

  • 1.

    De gemeente Nijkerk is houder van, en beheert, de gemeentelijke begraafplaatsen in Nijkerk, Hoevelaken en Nijkerkerveen.

  • 2.

    Het beheer van de begraafplaatsen berust bij het college.

  • 3.

    Het beheer omvat het exploiteren van de begraafplaatsen, het onderhouden van de begraafplaatsen, faciliteren van de lijkbezorging, mogelijkheid geven voor het herdenken van overledenen en het voeren van de bijbehorende administratie.

  • 4.

    Een beheerder is verantwoordelijk om, onder toezicht van het college, het dagelijkse beheer van de begraafplaatsen uit te voeren.

Artikel 3 Administratie

  • 1.

    De administratie bevat:

    • a.

      De wettelijk verplichte openbare registratie van alle op de begraafplaats begraven overledenen met nauwkeurige aanduiding van de plaats waar zij begraven zijn en een register van bijgezette asbussen met gegevens.

    • b.

      Een niet-openbaar register van alle rechthebbenden en gebruikers van de graven en urnenruimten, met hun namen en adressen en aantekening van hun relatie tot de overledene.

    • c.

      Het register zoals bedoeld in lid b is niet openbaar. Alleen rechthebbenden en gebruikers of hun rechtsopvolgers kunnen een uittreksel krijgen van gegevens.

  • 2.

    De rechthebbenden en gebruikers zijn verplicht om wijzigingen van hun naam- en adresgegevens aan het de beheerder door te geven.

HOOFDSTUK 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 4 Openstelling begraafplaats

  • 1.

    De begraafplaatsen zijn voor iedereen dagelijks gedurende door het college vastgestelde tijden toegankelijk. Het college maakt de openingstijden openbaar bekend en stelt deze vast in de nadere regels.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

Artikel 5 Ordemaatregelen

  • 1.

    Bezoekers, deelnemers aan plechtigheden, personeel van uitvaartondernemingen en personen die op de begraafplaatsen werkzaamheden verrichten zijn verplicht om zich, in het belang van de orde, veiligheid, rust en netheid, te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

  • 2.

    Het is verboden om op de begraafplaats te zijn gedurende tijden waarop deze niet voor het publiek geopend is. Uitzondering geldt voor het bijwonen van een begrafenis of een bezorging van as.

  • 3.

    Het opgraven van overledenen en het ruimen van graven is slechts toegestaan indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met deze werkzaamheden zijn belast.

  • 4.

    Het is verboden om, zonder toestemming van de beheerder, met (motor)voertuigen buiten de paden te rijden.

  • 5.

    De maximum snelheid op de begraafplaats is 5 km per uur.

  • 6.

    Eventuele geluidsinstallatie op de begraafplaats mag maximaal 50 dB(A) aan geluid voortbrengen, gemeten bij de gevel van de dichtstbijzijnde woning.

  • 7.

    Onverminderd het bepaalde in andere verordeningen is het niet toegestaan om op de gemeentelijke begraafplaatsen:

    • a.

      goederen of diensten te verspreiden of te koop aan te bieden;

    • b.

      op enigerlei wijze reclame te maken voor handel of bedrijf;

    • c.

      op de graven te lopen of de begraafplaats te verontreinigen;

    • d.

      zich te gedragen in strijd met de eerbied aan de doden en nabestaanden.

  • 8.

    De beheerder is bevoegd om de toegang tot de begraafplaats te ontzeggen aan degene die handelt in strijd met hetgeen bepaald in het eerste tot en met zevende lid.

  • 9.

    De gemeente is in geen geval aansprakelijk voor schade of ontvreemding van voorwerpen, asbussen of urnen door anderen.

  • 10.

    Het college kan nadere regels vaststellen ter bescherming van de orde en rust op de begraafplaatsen.

HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 6 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijden van begraven en het bezorgen van as zijn:

    • a.

      van 1 februari tot en met 31 oktober: op werkdagen tussen 10.00 tot 16.00 uur;

    • b.

      van 1 november tot en met 31 januari: op werkdagen tussen 10.00 en 15.00 uur;

    • c.

      op zaterdagen tussen 10.00 en 15.00 uur.

  • 2.

    De datum, het tijdstip en de wijze van begraven en asbezorging worden in overleg met de beheerder vastgesteld.

  • 3.

    Het college kan in bijzondere omstandigheden van de in het eerste lid genoemde tijden afwijken.

  • 4.

    Het college brengt op zaterdag en buiten de in het eerste lid genoemde tijden een extra tarief in rekening.

Artikel 7 Begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf en urnenruimte

  • 1.

    Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of uitstrooien, vraagt dit schriftelijk aan bij de beheerder. Voorwaarde is dat dit gebeurt voor 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of uitstrooiing plaatsvindt. De zaterdag geldt voor deze bepaling niet als werkdag.

  • 2.

    Als de burgemeester toestemming heeft gegeven om de overledene binnen 36 uur na het overlijden te begraven, dan moet de kennisgeving aan de beheerder zo tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 3.

    Als de begraving of de bezorging van as in een particulier graf plaatsvindt, dan dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden overgelegd. Deze machtiging is door de rechthebbende ondertekend.

  • 4.

    Het openen en sluiten van een graf of een urnenruimte, en het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend op aanwijzingen van, en onder toezicht van, de beheerder plaatsvinden.

  • 5.

    De nabestaanden mogen zelf symbolische handelingen verrichten bij het sluiten van het graf, urnenruimte, of bij uitstrooien van as. Indien nabestaanden zelf handelingen willen verrichten, dan dienen zij dit te vermelden in de schriftelijke kennisgeving als bedoeld in het zesde lid van dit artikel. Nabestaanden dienen bij deze handelingen aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

  • 6.

    Schriftelijke kennisgeving of aanvraag zoals bedoeld dit artikel vindt plaats door middel van een aanvraagformulier. Het college kan het modelaanvraagformulier in de nadere regels vastleggen.

Artikel 8 Te overleggen stukken

  • 1.

    Tot begraven wordt niet eerder overgegaan dan na overleggen van het verlof tot begraven, het registratieformulier en het aanvraagformulier. Deze stukken worden overgelegd aan de beheerder.

  • 2.

    De beheerder beoordeelt of de stukken, zoals bedoeld in het eerste lid, toereikend zijn.

Artikel 9 Plechtigheden

  • 1.

    Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en andere plechtigheden dienen ten minste zes werkdagen voor aanvang bij de beheerder gemeld worden.

  • 2.

    Datum en tijdstip en de wijze waarop de herdenkingsbijeenkomst, onthulling of plechtigheid plaatsvindt, worden in overleg met de beheerder vastgesteld.

HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN

Artikel 10 Gemeentelijke begraafplaatsen

  • 1.

    Op de gemeentelijke begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      particulier graf;

    • b.

      particulier kindergraf;

    • c.

      particulier urnennis;

    • d.

      particulier urnengraf;

    • e.

      algemeen graf;

    • f.

      herdenkingsplaats op de herdenkingszuil bij het strooiveld;

    • g.

      herdenkingsplaats in de gedenkboom voor prematuur geboren kinderen.

  • 2.

    Het college stelt in de nadere regels indelingsplannen vast. In deze indelingsplannen wordt aangegeven: aanwezige voorzieningen, de nummering van de vakken op de begraafplaats, en de uit te geven graven en urnenruimten.

Artikel 11 Aantal overledenen in graven en urnenruimten

  • 1.

    Het college bepaalt in de nadere regels:

    • a.

      hoeveel overledenen en hoeveel asbussen, met of zonder urnen, bijgezet mogen worden in particuliere en algemene graven;

    • b.

      hoeveel uitstrooiingen van as op particuliere graven mogen plaatsvinden;

    • c.

      hoeveel asbussen in een urnenruimte bijgezet mogen worden.

Artikel 12 Volgorde van uitgifte

  • 1.

    De graven en urnenruimten worden uitgegeven voor directe begraving en in volgorde van ligging.

  • 2.

    Het college kan (op verzoek) een graf of urnenruimte buiten de volgorde van ligging toewijzen. Voorwaarde is dat dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is.

  • 3.

    Het college kan een extra tarief in rekening brengen voor begraven buiten de volgorde van ligging.

Artikel 13 Termijnen particuliere graven en urnenruimte

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats het toelaat, voor de termijn van 20, 30, 40 of 50 jaar, recht op een particulier graf.

  • 2.

    De rechthebbende kan de termijn, zoals bedoeld in het eerste lid, telkens met een termijn van 10, 20 of 30 jaar verlengen.

  • 3.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats het toelaat, voor termijn van 10 jaar, het recht op een urnenruimte.

  • 4.

    De rechthebbende kan de termijn, zoals bedoeld in het derde lid, telkens met een termijn van 10 jaar verlengen. Voorwaarde is dat de aanvraag vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 5.

    Bij een bijzetting in een particulier graf dient de termijn van uitgifte zodanig worden verlengd, dat voor de overledene die het laatst is bijgezet een termijn van 20 jaar in acht wordt genomen. De periode van verlenging wordt op hele jaren naar boven afgerond.

  • 6.

    De rechthebbende dient het recht op een graf of urnenruimte, of verlenging, schriftelijk aan te vragen.

  • 7.

    De termijn begint te lopen op de overeengekomen datum waarop het particuliere graf of de urnenruimte is uitgegeven.

Artikel 14 Termijnen algemene graven

  • 1.

    Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaats het toelaat, voor de termijn van 20 jaar, recht op het gebruik van een algemeen graf.

  • 2.

    Verlenging van de, in het eerste lid genoemde, termijn is niet mogelijk.

  • 3.

    De gebruiker dient het recht op een algemeen graf schriftelijk aan te vragen.

  • 4.

    De termijn begint te lopen op de overeengekomen datum waarop het algemene graf is uitgegeven.

Artikel 15 Termijnen gedenkplaten op herdenkingsplaats

  • 1.

    Overleden prematuur geboren kinderen kunnen herdacht worden door, voor een termijn van 50 jaar, een gedenkplaat te plaatsen in de speciaal daarvoor bestemde gedenkboom.

  • 2.

    De ruimte voor een gedenkplaat op de herdenkingszuil bij het strooiveld wordt ter beschikking gesteld voor een termijn van 10 jaar.

  • 3.

    De rechthebbende kan de termijn, zoals bedoeld in het eerste en tweede lid, telkens met een termijn van 10 jaar verlengen. Voorwaarde is dat de aanvraag vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

  • 4.

    De termijn begint te lopen op de overeengekomen datum waarop de gedenkplaat is aangebracht.

Artikel 16 Overschrijven van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op een particulier graf, algemeen graf of urnenruimte kan, op aanvraag van de rechthebbende of gebruiker, worden overgeschreven op naam van een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon.

  • 2.

    Na het overlijden van een gebruiker of de rechthebbende kan het recht op het graf of urnenruimte overgeschreven worden op naam van een ander natuurlijk persoon of rechtspersoon. Voorwaarde is dat de aanvraag binnen 6 maanden na het overlijden van de gebruiker of rechthebbende wordt gedaan. Als de overledene in het graf wordt begraven, of de asbus in het graf wordt bijgezet, dan dient het verzoek tot overschrijving daaraan voorafgaand te worden gedaan.

  • 3.

    Het college is bevoegd om het recht op het graf te doen vervallen, als de rechthebbende of gebruiker van een graf, urnenruimte of herdenkingsplaats is overleden en het recht niet binnen 6 maanden is overgeschreven.

  • 4.

    Na het verstrijken van de, in het tweede lid genoemde, termijn van 6 maanden kan het college het recht alsnog op naam stellen van een nieuwe rechthebbende of gebruiker, tenzij dit recht betrekking heeft op een graf dat inmiddels is geruimd.

Artikel 17 Afstand doen, vervallen raken en vervallen verklaren van rechten op graven, urnenruimten en herdenkingsplaatsen

  • 1.

    De rechten vervallen:

    • a.

      door het verlopen van de termijn;

    • b.

      indien de rechthebbende afstand doet van het recht op een graf, urnenruimte of herdenkingsplaats;

    • c.

      indien de begraafplaats wordt opgeheven;

    • d.

      indien het college de rechten als vervallen verklaart.

  • 2.

    Het college kan de rechten vervallen verklaren:

    • a.

      indien de betaling van het recht niet binnen 6 maanden na aanvang van de gestelde termijn is voldaan en/of andere (financiële) verplichtingen betreffende het graf, urnenruimte, herdenkingsplaats of de begraafplaatsen niet zijn voldaan binnen de gestelde termijnen;

    • b.

      indien de rechthebbende of gebruiker, ondanks een aanmaning, in verzuim blijft een op grond van deze verordening op hem rustende verplichting na te komen of daarmee in strijd handelt;

    • c.

      indien de rechthebbende of gebruiker van een graf, urnenruimte of herdenkingsplaats is overleden en het recht niet binnen 6 maanden is overgeschreven.

  • 3.

    In geen van de gevallen als bedoeld in het eerste of tweede lid vindt terugbetaling plaats van (een deel van) de kosten van het recht of van eventuele andere kosten. Evenmin kan aanspraak worden gemaakt op enige vergoeding, of ontslaat het de rechthebbende of gebruiker van de verplichting tot het betalen van de kosten voor de lopende termijn.

  • 4.

    Indien het recht is vervallen en geen andere bestemming voor de eventueel in het graf of urnenruimte aanwezige stoffelijke resten en/of as(-bussen) kenbaar is gemaakt, worden de resten op een daartoe bestemd gedeelte van de begraafplaatsen begraven. Dit gebeurt op een door de beheerder te bepalen tijdstip.

  • 5.

    Op het graf of urnenruimte aanwezige grafbedekking en/of gedenkplaat mogen vóór het vervallen van het recht worden verwijderd. Na het vervallen van het recht blijft de grafbedekking of gedenkplaat gedurende 13 weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker. Na 13 weken vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

HOOFDSTUK 5 GRAFBEDEKKING

Artikel 18 Aanbrengen van grafbedekking en gedenkplaat

  • 1.

    Een melding voor het houden en aanbrengen van een grafbedekking of gedenkplaat volstaat mits deze voldoet aan de aard en afmetingen zoals genoemd in door het college vastgestelde nadere regels.

  • 2.

    De rechthebbende of gebruiker dient een vergunning aan te vragen voor het houden en aanbrengen van een grafbedekking:

    • a.

      op de monumentale begraafplaats van Nijkerk (bijlage I);

    • b.

      indien de grafbedekking niet voldoet aan de aard en afmetingen zoals bedoeld in het eerste lid.

  • 3.

    Het college kan de vergunning weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door het college vastgestelde nadere regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het monumentale aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

  • 4.

    Het college stelt voorwaarden voor de melding en vergunning vast in de nadere regels.

Artikel 19 Onderhoud door de gemeente

  • 1.

    De gemeente draagt zorg voor het onderhoud van de algemene voorzieningen op de begraafplaats zoals paden en gebouwen.

  • 2.

    Onder algemene voorzieningen wordt niet het onderhoud aan individuele graven verstaan.

  • 3.

    Indien rechthebbenden in het verleden tegen voldoening van het daarvoor verschuldigde tarief het onderhoud aan de gemeente heeft opdragen, dan zorgt de gemeente voor:

    • a.

      het één keer per jaar reinigen van gedenkteken of gedenkplaat;

    • b.

      het rechtzetten van het gedenkteken als deze is verzakt als gevolg van inklinken van het graf, mits het gedenkteken is geplaatst conform de in de nadere regels gestelde voorwaarden;

    • c.

      het bijwerken van onleesbaar geworden letters, met uitzondering van bronzen opliggende, gouden letters en letters op glazen gedenktekens.

  • 4.

    De rechthebbende of de gebruiker is verplicht om voor, de looptijd van het recht, het onderhoud zoals bedoeld in het eerste en derde lid te betalen.

  • 5.

    Bij niet-betaling van het in het eerste en derde lid bedoelde onderhoud wordt de op het desbetreffende graf aanwezige grafbedekking verwijderd. Dit gebeurt niet eerder dan 6 maanden na aanvang van de gestelde termijn. De grafbedekking blijft gedurende 13 weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker. Na 13 weken vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

Artikel 20 Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

  • 1.

    De rechthebbende of de gebruiker is verplicht om het graf, de grafkelder, of de urnenruimte behoorlijk te onderhouden of te herstellen, conform de in de nadere regels gestelde voorwaarden.

  • 2.

    Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen van de grafbedekking of gedenkplaat geschiedt door, voor rekening van, en voor risico van, de rechthebbende of de gebruiker.

  • 3.

    Indien een beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of gevaar oplevert voor derden, dan kan het college de rechthebbende of de gebruiker aanschrijven en verplichten om deze, binnen een door het college gestelde termijn, te herstellen,

  • 4.

    Indien de rechthebbende of de gebruiker het nalaat om de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, dan kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of, zo nodig, de gehele grafbedekking verwijderen. De grafbedekking blijft gedurende 13 weken ter beschikking van de rechthebbende of de gebruiker en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 5.

    De verwijdering vindt niet eerder plaats dan nadat het college de rechthebbende of de gebruiker door middel van een brief schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van de grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college de verklaring bij de ingang van de begraafplaats op het informatiebord bekend. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

Artikel 21 Grafbeplanting

  • 1.

    Beplanting op een graf of urnenruimte die in een verwaarloosde staat verkeert of onveilige situatie(s) oplevert kunnen door de beheerder worden verwijderd, zonder dat aanspraak gemaakt kan worden op schadevergoeding.

  • 2.

    Losse bloemen, niet blijvende planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd, zonder dat aanspraak gemaakt kan worden op schadevergoeding.

  • 3.

    Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende 13 weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of gebruiker.

HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN EN URNENRUIMTEN

Artikel 22 Opgraven, schudden en ruimen van graven

  • 1.

    Opgraven om elders te kunnen cremeren of begraven, schudden of ruimen geschiedt niet eerder dan na het verstrijken van de termijn van de minimale wettelijke grafrust van 10 jaar.

  • 2.

    Een aanvraag voor het opgraven van een overledene, schudden of ruimen van een graf wordt door de rechthebbende of gebruiker bij het college ingediend.

  • 3.

    De kosten voor het opgraven, schudden, ruimen, en alle overige hiermee samenhangende kosten komen voor rekening van de aanvrager.

Artikel 23 Ruimen, bezorgen van stoffelijke resten en as

  • 1.

    Het college maakt het voornemen om een graf of urnenruimte te ruimen ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden, per brief, aan de rechthebbende of gebruiker bekend. Indien het adres van de rechthebbende of gebruiker niet bekend is, maakt het college het voornemen tot ruiming van het graf gedurende een jaar voorafgaande aan het tijdstip van ruiming bekend. Het college doet dit door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en mededeling op het informatiebord bij de ingang van de begraafplaats.

  • 2.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige stoffelijke resten worden onderin hetzelfde graf of in een daartoe bestemd verzamelgraf begraven. De bij ruiming aanwezige as wordt in een daartoe bestemd verzamelgraf begraven.

  • 3.

    Rechthebbenden of gebruikers kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen voor het verzamelen van de stoffelijke resten, om deze vervolgens opnieuw in dezelfde grafruimte te doen plaatsen, te cremeren of elders opnieuw te begraven.

  • 4.

    Rechthebbenden van een particuliere urnenruimte kunnen bij de beheerder een aanvraag indienen de asbus ter beschikking te houden om elders bij te zetten of om de as te doen uitstrooien.

  • 5.

    De beheerder zorgt ervoor voor dat respectvol wordt omgegaan met de bij de ruiming van het graf nog aanwezige, stoffelijke resten. Daarnaast zorgt de beheerder ervoor dat bezoekers van de begraafplaats niet met stoffelijke resten geconfronteerd worden.

HOOFDSTUK 7 IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 24 Lijst historische graven

  • 1.

    Het college stelt een lijst vast van graven en gedeelten van de begraafplaats die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Voordat tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3.

    De gemeenteraad beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

HOOFDSTUK 8 SLOTBEPALINGEN

Artikel 25 Intrekken oude regeling

De Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Nijkerk, inwerking getreden op 1 januari 2014, wordt ingetrokken.

Artikel 26 Overgangsbepaling

  • 1.

    De op de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden rechten van rechthebbenden en gebruikers gerespecteerd.

  • 2.

    De rechten en verplichtingen met betrekking tot graven die zijn uitgegeven door de Nederlands Hervormde Gemeente te Hoevelaken blijven bestaan. Bij wijziging van de rechthebbende gelden de bepalingen van de geldende beheersverordening.

  • 3.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een melding of vergunning op grond van de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Nijkerk is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt deze verordening toegepast.

Artikel 27 Strafbepaling

Overtreding van enige bepaling van deze verordening of van een krachtens enige bepaling van deze verordening gegeven voorschrift wordt, voor zover niet reeds bij of krachtens de wet strafbaar gesteld, gestraft met een geldboete van de eerste categorie, en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

Artikel 28 Hardheidsclausule

Als toepassing van deze verordening tot onbillijkheden leidt, dan kan het college in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 29 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van de bekendmaking in het Elektronisch Gemeenteblad.

Artikel 30 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen Nijkerk 2021”.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nijkerk d.d. 14 oktober 2021,

de griffier,

mevrouw A.G. VERHOEF-FRANKEN

de voorzitter,

de heer mr. drs. G.D. RENKEMA

Bijlage I: Gemeentelijk monument begraafplaats Nijkerk.

 

 

 

Toelichting bij de Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen 2021.

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

 

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In dit artikel worden de gebruikte begrippen gedefinieerd. De gemeente sluit aan bij de begrippen onder andere aan bij de Wet op de lijkbezorging en reguliere bewoordingen. Bij de begrippen en in het taalgebruik probeert de gemeente aanstootgevende woorden te vermijden. Bijvoorbeeld gebruikt de gemeente zoveel mogelijk het woord overledene in plaats van lijk. Desondanks kan het lezen van de tekst emoties of weerstand oproepen.

 

Artikel 2 Beheer van de begraafplaatsen

Naast de verordening zijn de afspraken over de uitvoering en technische voorschriften voor het beheer vastgelegd in de Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen Nijkerk 2021. De tarieven zijn opgenomen in de Verordening lijkbezorgingsrechten. Deze worden jaarlijks door de gemeenteraad vastgesteld.

 

Artikel 3 Administratie

In het kader van privacy van gegevens zijn niet alle gegevens openbaar.

 

De verantwoordelijkheid voor wijzigen en opgeven van juiste naam- en adresgegevens ligt uitdrukkelijk bij de rechthebbende of gebruiker. Indien deze persoon een Burger Service Nummer (BSN) heeft opgegeven, dan kan de gemeente deze via de Basis Registratie Personen (BRP) koppelen aan de interne administratie. Van de gemeente wordt echter niet meer verlangd dan, dat hij het adres uit zijn eigen administratie gebruikt. Dit ontslaat de gemeente van de plicht het BRP te (doen) raadplegen.

 

De gemeente schrijft rechthebbenden en gebruikers aan op het adres dat bij de gemeente bekend is. Reageert deze niet binnen drie maanden na de verzenddatum van de brief dan maakt de gemeente de mededeling bekend. Dit doet de gemeente onder andere bij het graf en op het informatiebord bij de ingang van de begraafplaats. Dit doet de gemeente voor een periode van een jaar. Als niemand zich meldt dan vervalt het graf aan de gemeente.

 

HOOFDSTUK 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

 

Artikel 4 Openstelling begraafplaats

Dit artikel is opgenomen om de rust op de begraafplaats garanderen. Tijdens de uitvaarten worden andere bezoekers, anders dan die voor de uitvaart komen, gedoogd wanneer zij met respect omgaan met de familie, rouwstoet en/of andere belangstellenden die voor de uitvaart van hun dierbare komen.

 

Artikel 5 Ordemaatregelen

In dit artikel staan ordemaatregelen genoemd. Deze regels zijn ingesteld om het belang van veiligheid, orde, rust en netheid.

 

De bevoegdheid van de beheerder om personen weg te sturen als zij zich niet aan zijn aanwijzingen houden biedt, samen met de verbodsbepalingen, voldoende mogelijkheden om tegen ongewenste activiteiten op te treden. De politie kan in geval van een ordeverstoringen optreden en zo nodig proces verbaal opmaken.

Het beeld van een geopend graf en/of een opgraving kan voor sommige mensen een (zware) psychische belasting zijn. Om deze reden worden tijdens deze werkzaamheden alleen mensen toegelaten die werkzaamheden uitvoeren of om andere reden aanwezig moeten zijn. De beheerder beslist hierover.

 

HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

 

Artikel 6 Tijden van begraven en asbezorging

De Wet op de lijkbezorging (artikel 35, Wlb) verplicht tot de mogelijkheid van begraven op iedere dag gedurende een bij gemeentelijke verordening te bepalen tijd. Uitzonderingen zijn zon- en feestdagen.

 

In bijzondere situaties is het mogelijkheden om op zon- en feestdagen, of buiten de genoemde tijden te begraven. Hierover beslist het college. Een voorbeeld van een bijzondere situatie is als de burgemeester toestemming geeft om een overledene binnen 36 uur te begraven.

 

Indien begraven of bezorgen van as op zaterdag of buiten de reguliere tijden uit het eerste lid plaatsvindt dan geldt het extra tarief. Reden hiervoor is dat op deze dag ook extra tarieven worden gerekend voor het uitvoeren werkzaamheden. De tarieven staan in de Verordening op de lijkbezorgingsrechten.

 

Artikel 7 Begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf en urnenruimte

Voorafgaande aan een begrafenis, bijzetten of uitstrooien van as maakt de gemeente met rechthebbenden of gebruikers afspraken over de uitvaart. Deze afspraken legt de gemeente vast in een aanvraagformulier zodat duidelijk is wat (persoonlijke) wensen zijn, welke afspraken zijn gemaakt over het grafrecht, wie contactpersoon is en wie er wordt begraven, uitgestrooid of bijgezet. Deze gegevens gebruikt de gemeente voor de administratie van de begraafplaats. Hiermee wordt ook de machtiging bedoeld als omschreven in het derde lid.

 

De gemeente begrijpt dat sommige nabestaanden alle of bepaalde symbolische handelingen zelf willen verrichten. Om redenen van veiligheid mag dit plaatsvinden onder toezicht en aanwijzing van de beheerder. Nabestaanden en het personeel van de begraafplaats kunnen de werkzaamheden eventueel samen verrichten. Zo kunnen de nabestaanden bijvoorbeeld een begin maken. Vervolgens kan het personeel de handelingen verrichten waar ervaring voor nodig is of die van de nabestaanden te zware lichamelijke inspanning vragen.

 

Sommige handelingen, zoals het openen en sluiten van het graf, worden uitsluitend door personeel van de begraafplaats uitgevoerd. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor het aanbrengen van de grafranden ter stutting van de rand om het geopende graf en het verwijderen van die randen voor het sluiten van het graf.

 

Artikel 8 Te overleggen stukken

Voordat de gemeente kan begraven, bijzetten of uitstrooien is het nodig om een aantal documenten in te vullen en te controleren. Deze documenten worden voorafgaande aan de begrafenis aan de beheerder overhandigd. Deze documenten zijn:

 

Verlof tot begraven

In de Wet op de lijkbezorging (artikel 11, Wlb) staat dat voor begraving of crematie van een overledene een schriftelijk verlof van de ambtenaar van de burgerlijke stand noodzakelijk is. Dit verlof kan via de website worden aangevraagd, en wordt kosteloos afgegeven. Het formulier voor dit verlof wordt door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties vastgesteld.

 

Registratieformulier

Op de kist of op een ander omhulsel van de overledene wordt een registratienummer aangebracht. Dit nummer correspondeert met het nummer zoals vermeld op een registratieformulier. Het registratieformulier bevat tevens de namen, de data van geboorte en overlijden van de overledene. De beheerder kan controleren of het registratieformulier overeenkomt met het aangevraagde graf, de naam van de overledene en het verlof tot begraven.

In de Wet op de lijkbezorging (artikel 8, Wlb) staat dat de begraving of crematie pas start nadat de houder van de begraafplaats of van het crematorium de overeenkomst heeft vastgesteld tussen het op de kist of het omhulsel vermelde registratienummer en het nummer, vermeld op het registratieformulier.

 

Aanvraagformulier

De rechthebbende of gebruiker dient door middel van een aanvraagformulier aan te geven voor welk graf en welke termijn recht wordt verleend. Hierop staan tevens de gegevens vermeldt van de rechthebbende of gebruiker en eventuele wensen voor de uitvaart. Het college kan het format van het aanvraagformulier vastleggen in nadere regels.

 

Controle van de formulieren

Het verlof, het registratieformulier en aanvraagformulier dienen te worden overlegd aan de beheerder. De beheerder is vervolgens bevoegd om medewerking te verlenen, of te ontzeggen indien de gegevens onvolledig of incorrect zijn.

 

Artikel 9 Plechtigheden

De gemeente vindt het belangrijk dat de rust op de begraafplaats wordt gewaarborgd. Initiatiefnemers van een plechtigheid melden een herdenkingsbijeenkomst daarom zes werkdagen voor aanvang en spreken met de beheerder een passende datum en tijdstip af. Hierdoor voorkomt de gemeente dat de plechtigheid samenvalt met andere activiteiten of een begrafenis. De gemeente maakt dan tevens afspraken over de plaats, voorbereiding, aantal bezoekers, eventueel geluidniveau, en andere voorwaarden die belangrijk zijn om de rust op de begraafplaats te waarborgen.

 

Het kan zijn dat een plechtigheid het karakter heeft van een openbare manifestatie. Er is sprake van een openbare manifestatie wanneer er meerdere personen zijn die in het openbaar een mening uiten en waarbij het uiten van deze mening centraal staat. Hiervan moet vooraf kennisgeving worden gedaan aan de burgemeester volgens de Wet openbare manifestaties en APV-bepalingen.

 

HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN

 

Artikel 10 Gemeentelijke begraafplaatsen

In dit artikel staat omschreven welke begraafplaatsen er zijn, en mogelijkheden van graven, urnenruimten en herdenkingsplaatsen. De gemeente kent twee soorten herdenkingsplaatsen: de herdenkingszuil en de gedenkboom. Op de herdenkingszuil worden bijvoorbeeld vermisten herdacht of als de persoon in het buitenland is overleden en de stoffelijke resten niet naar Nederland zijn vervoerd.

 

Onder prematuur geboren kinderen verstaat de gemeente: een vrucht die na een zwangerschapsduur van minder dan 24 weken levenloos ter wereld is gekomen. Een vrucht jonger dan 24 weken valt niet onder de Wet op de lijkbezorging. Volgens de Wet op de lijkbezorging is het niet verplicht om deze te begraven of te cremeren. De gemeente begrijpt dat het verliezen van een kind verdrietig is. Daarom biedt de gedenkboom nabestaanden gelegenheid om deze prematuur geboren kinderen te herdenken. Ouders die dat willen kunnen hier hun prematuur geboren kind begraven en herdenken. Bij begraven van het kind moeten de ouders een verklaring van een behandelend arts overleggen, waaruit blijkt dat het een menselijke vrucht betreft die is overleden na een zwangerschap van minder dan 24 weken. Model van deze verklaring is opgenomen in het Besluit op de lijkbezorging.

 

Artikel 11 Aantal overledenen in graven en urnenruimte

In de Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen Nijkerk 2021 zijn de uitvoeringsafspraken voor de begraafplaatsen in de gemeente Nijkerk vastgelegd. Voor begraven en bijzetten zijn een aantal basisafspraken gemaakt. Het gaat dan bijvoorbeeld over de inrichting van het graf en afstand tot de graven. Deze afspraken liggen onder andere vast in het Besluit op de lijkbezorging.

 

Artikel 12 Volgorde van uitgifte

Een graf zal alleen buiten de volgorde van ligging worden toegewezen als dit niet bezwaarlijk is voor de situatie op de begraafplaats. Hierbij kan worden gedacht aan het aanzien van de begraafplaats of technische uitvoeringsredenen. De gemeente kan ook het initiatief nemen om een graf uit te geven buiten de volgorde van ligging. Bijvoorbeeld om planningsredenen.

 

Artikel 13 Termijnen particuliere graven en urnenruimte

De Wet op de lijkbezorging (artikel 28, Wlb) verplicht dat het recht op een graf voor ten minste 10 jaar wordt verleend. Om reden van de bodemgesteldheid is de minimale termijn voor een graf bij de gemeente Nijkerk 20 jaar.

 

Het is voorgekomen dat in particuliere graven begravingen of bijzettingen betrekkelijk kort voor het aflopen van de uitgiftetermijn plaatsvonden. In deze situatie kan daarom begraving of bijzetting alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn. De gemeente hanteert hierbij de voorwaarde dat voor de overledene die het laatste is bijgezet de termijn van 20 jaar in acht wordt gehouden.

 

De Wet op de lijkbezorging (artikel 28, Wlb) bepaalt dat vanaf twee jaar voor het verstrijken van de lopende termijn, verlenging van de termijn kan worden aangevraagd. Binnen een jaar voor het verstrijken van de termijn moet, volgens het tweede lid van genoemd wetsartikel, het college de rechthebbende schriftelijk meedelen dat de termijn afloopt.

 

Artikel 14 Termijnen algemene graven

De termijn voor een algemeen graf kan niet worden verlengd. De gebruiker ontvangt ten minste zes maanden en ten hoogste twaalf maanden voor het einde van de termijn een mededeling dat de termijn afloopt.

 

Artikel 15 Termijnen gedenkplaten op herdenkingsplaats

De gebruiker ontvangt ten minste zes maanden voor het einde van de termijn een mededeling dat de termijn afloopt. Indien gewenst kan de gebruiker de termijn vervolgens verlengen of laten vervallen. Vervalt het recht van het graf aan de gemeente, dan wordt de herdenkingsplaat verwijderd. Deze blijft voor een periode van 13 weken ter beschikking van de gebruiker. Hierna vervalt deze aan de gemeente.

 

Artikel 16 Overschrijven van verleende rechten

De eigenaar kan zijn recht niet verkopen. Het recht op een particulier graf wordt verleend door een beschikking van het college. Hierin wordt aan de aanvrager het uitsluitend recht gegeven om overledenen in een bepaald graf te doen begraven.

 

Het recht kan op verzoek van de rechthebbende worden overgeschreven op een andere natuurlijk persoon of rechtspersoon. Het is gewenst dat er na overlijden van een rechthebbende of gebruiker een ander persoon wordt aangewezen die de verantwoordelijkheid voor de grafruimte en de daaraan verbonden kosten op zich neemt. De termijn, waarbinnen de aanvraag tot overschrijving kan worden gedaan, is gesteld op zes maanden na het overlijden van de rechthebbende of gebruiker. Er is geen reden een langere termijn aan te houden. Het vierde lid van dit artikel geeft het college de mogelijkheid om van de genoemde termijn af te wijken.

 

Worden de stoffelijke resten van de rechthebbende in het graf bijgezet, dan dient het verzoek tot overschrijving voor de bijzetting te worden gedaan. Wanneer nabestaanden ontbreken heeft de rechthebbende de mogelijkheid om de rechten over te schrijven op naam van de notaris die de nalatenschap beheert, of op naam van de Stichting Grafzorg Nederland.

 

Artikel 17 Afstand doen, vervallen raken en vervallen verklaren van graven, urnenruimten en herdenkingsplaatsen

Er zijn verschillende redenen op basis waarvan grafrechten (kunnen) vervallen. Bijvoorbeeld kan een rechthebbende of gebruiker schriftelijk afstand doen van het graf. Als rechthebbenden het grafrecht of onderhoudsrecht niet betalen dan kan het college de rechten als vervallen verklaren. Dit betekent dat het grafrecht aan de gemeente vervalt, deze kan het graf op termijn ruimen en opnieuw uitgeven. Vanzelfsprekend wordt wel afgesproken wat er met het stoffelijke resten van de overledene gebeurd. Is er sprake van het sluiten van een begraafplaats, dan bespreekt de gemeente ook met rechthebbenden welke beslissingen er ten aanzien van de graven worden genomen. Tot slot kan er sprake zijn van verwaarlozing van het onderhoud van een particulier graf. In dit geval gelden de termijnen zoals deze in de Wet op de lijkbezorging (artikel 28, Wlb) zijn omschreven.

 

Rechten voor algemene en particuliere graven worden voor een bepaald termijn afgesproken.

In de Wet op de lijkbezorging (artikelen 27 en 28, Wlb) is vastgelegd dat rechthebbenden en gebruikers op de hoogte worden gesteld van het verstrijken van de termijn van uitgifte.

 

HOOFDSTUK 5 GRAFBEDEKKING

 

Artikel 18 Aanbrengen grafbedekking en gedenkplaat

De vergunnings- en meldingseis geldt voor de grafbedekkingen op algemene en particuliere graven, urnenruimtes en gedenkplaten. Het omvat zowel het gedenkteken (monument) als de winterharde beplantingen (zoals bomen).

 

De gemeente geeft rechthebbenden en gebruikers vrijheid om graven en urnenruimte persoonlijk in te richten. Voor het behoud van het aanzien van de begraafplaats en de veiligheid te borgen heeft de gemeente hierover wel wat afspraken vastgelegd. Deze staan verwoord in de Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen Nijkerk 2021. Hierin staan de minimumeisen voor de afmetingen, constructie en materiaalkeuze waaraan de grafbedekking moet voldoen. Past een grafbedekking binnen deze afspraken dan volstaat een melding. Is dit niet het geval, dan vraagt de gemeente de rechthebbende of gebruiker om een vergunning aan te vragen. In het bijzonder geldt dit voor de monumentale begraafplaats in Njikerk.

 

Voor de monumentale begraafplaats (oude deel van begraafplaats in Nijkerk) geldt een strengere eis. De grafbedekking en -monument dient te passen binnen de redengevende omschrijving die bij het gemeentelijk monument hoort. Tot het gemeentelijk monument behoren onder andere het baarhuis, de padenstructuur, beplanting en sobere uitstraling van de begraafplaats.

 

Artikel 19 Onderhoud door de gemeente

In dit artikel zijn de verantwoordelijkheden voor de gemeente omschreven. Onder algemene voorzieningen verstaat de gemeente bijvoorbeeld meubilair, paden, beplanting en gebouwen die de gemeente aanlegt en onderhoudt. Aanleg en onderhoud op individuele graven is een verantwoordelijkheid van de rechthebbende, deze vallen niet onder algemene voorzieningen. De rechthebbende of gebruiker betaalt voor het onderhoud aan de algemene voorzieningen of als er in het verleden andere afspraken zijn gemaakt. De tarieven worden jaarlijks vastgesteld en gepubliceerd in de Verordening lijkbezorgingsrechten.

 

In het verleden is met een aantal rechthebbenden afgesproken dat de gemeente ook het onderhoud van het graf op zich neemt. In dit artikel staat omschreven wat de gemeente hiervoor doet. De letters op het gedenkteken worden door de gemeente bijgewerkt indien deze voor minder dan 40% leesbaar zijn. Bij het stellen van het gedenkteken dient de rechthebbende of gebruiker een deugdelijke fundering aan te brengen, één en ander conform de in de nadere regels omschreven voorwaarden. Het kan voorkomen dat het gedenkteken naar verloop van tijd verzakt. Als gevolg van de grondomstandigheden kan de grond verder inklinken. Dat is een normaal risico. In dit geval stelt de gemeente het gedenkteken.

 

Een grafkelder kan eigendom zijn van rechthebbende of van de gemeente. De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud aan de constructie van de grafkelders die zij in eigendom heeft (rechthebbende heeft gebruiksrecht). De grafbedekking is in deze situatie verantwoordelijkheid van de rechthebbende.

 

Artikel 20 Onderhoud door rechthebbende of gebruiker

In dit artikel worden de rechten en de plichten van de rechthebbende of de gebruiker omschreven. Indien er sprake is van verwaarlozing van de grafbedekking of gedenkplaat dan kan de beheerder de rechthebbende of de gebruiker aanspreken en sommeren tot het verrichten van herstelwerkzaamheden. De rechthebbende is verantwoordelijk voor het onderhoud aan grafkelders waarvan zij eigenaar zijn.

 

In de Wet op de lijkbezorging (artikel 28, Wlb) staat dat het recht op het graf vervalt wanneer vijf jaar na constatering en bekendmaking van de verwaarlozing niet in het onderhoud is voorzien. Hierbij wordt rekening gehouden met de termijn van grafrust en de uitgiftetermijn van het graf.

 

Artikel 21 Grafbeplanting

Op de graven kunnen beplantingen worden aangebracht, zoals rozen, coniferen en buxushagen. Deze beplanting is toegestaan mits deze voldoet aan nadere regels. De zorg voor deze blijvende beplantingen, zoals snoeien, is een verantwoordelijkheid van de rechthebbende of gebruiker van het graf.

 

In de dagelijkse praktijk rijzen er nog wel eens problemen over verwijderde bloemen en eenjarige planten. Omdat de bloemen en planten van emotionele waarde zijn is een kennisgeving vooraf op zijn plaats. Het komt echter erg vaak voor dat bloemen of niet blijvende planten blijven liggen en verwelken. Daarom is het erg arbeidsintensief om genoemde personen steeds per brief in kennis te stellen. Om deze reden mag de beheerder deze, wanneer zij verwelkt zijn, verwijderen.

 

HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN EN URNENRUIMTEN

 

Artikel 22 Opgraven, schudden en ruimen van graven

Het schudden van een graf houdt in dat de stoffelijke resten in een graf dieper in een graf worden herbegraven. Ruimen betekent dat de gemeente of de rechthebbende het monument en grafbedekking verwijdert. Vervolgens maakt de gemeente het graf leeg, zodat er weer plek is voor een nieuwe kist. Zijn er nog stoffelijke resten in het graf aanwezig, dan worden deze op de begraafplaats in het verzamelgraf begraven. De rechthebbende mag deze ook opnieuw begraven, of cremeren.

 

In de Wet op de lijkbezorging (artikel 31, Wlb) staat omschreven dat een particulier graf alleen geruimd kan worden met toestemming van de rechthebbende. Het recht op een graf kan echter vervallen, bijvoorbeeld na het verstrijken van de termijn, of omdat er na het overlijden van de rechthebbende niet tijdig een nieuwe rechthebbende is aangewezen.

 

Opgraven, schudden en ruimen kunnen emotionele onderwerpen zijn. De beheerder zorgt ervoor dat respectvol wordt omgegaan met de stoffelijke resten die in het graf worden aangetroffen. Er worden bovendien maatregelen getroffen zodat bezoekers van de begraafplaats niet met deze werkzaamheden geconfronteerd worden.

 

Artikel 23 Ruimen, bezorgen van stoffelijke resten en as

De mededeling dat het college voornemens is om de graven te ruimen wordt gedaan zowel aan de rechthebbenden op particuliere graven als gebruikers van een algemeen graf.

 

HOOFDSTUK 7 IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

 

Artikel 24 Lijst historische graven

Dit artikel is op genomen om te voorkomen dat graven die van bijzondere waarde zijn ondoordacht worden geruimd. Een graf kan bijvoorbeeld van betekenis zijn vanwege de persoon die er is begraven. De overledene kan voor de plaatselijke gemeenschap van betekenis zijn geweest. Daarnaast kan het gedenkteken, de symboliek van bijzondere waarde zijn. Het gedenkteken kan opvallen door zijn vormgeving en door het gebruikte materiaal. De beheerder raadpleegt een deskundige bij twijfel over de monumentale betekenis en waarde.

 

HOOFDSTUK 8 SLOTBEPALINGEN

 

Artikel 25 Intrekken oude regeling

De datum waarop de oude regeling vervalt, is de datum waarop de nieuwe verordening in werking treedt.

 

Artikel 26 Overgangsbepaling

De gemeente Nijkerk heeft op 19 augustus 1971 een gedeelte van de begraafplaats in Hoevelaken van de Nederlands Hervormde Gemeente te Hoevelaken. De gemeente doet recht aan de afspraken die destijds zijn gemaakt.

 

Artikel 27 Strafbepaling

De Verordening beheer gemeentelijke begraafplaatsen Nijkerk 2021 is een besluit van het gemeentebestuur op overtreding waarvan straf is gesteld. Een dergelijk besluit wordt op dezelfde wijze bekend gemaakt als alle overige besluiten van het gemeentebestuur die algemeen verbindende voorschriften inhouden (Artikel 139, Gemeentewet). Voorts is de gemeente gehouden dit besluit mede te delen aan het parket van het arrondissement waarin de gemeente is gelegen (artikel 143, Gemeentewet).

 

Artikel 28 Hardheidsclausule

Een ieder mag verzoeken of vragen bij het college indienen.

 

Artikel 29 Inwerkingtreding

Hier geldt artikel 142 van de Gemeentewet.

 

Artikel 30 Citeerartikel

Dit is de officiële naam die de gemeente gebruikt voor het verwijzen naar deze verordening.

Naar boven