Verkeersbesluit verduidelijken éénrichtingsverkeer Schotlandlaan en Engelandlaan

Kenmerk: 21int02201

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BEEK

Overwegingen ten aanzien van het besluit

gelet op het bepaalde in de artikelen 15 en 18, 1e lid onder d van de Wegenverkeerswet 1994;

overwegende, dat de bebording t.b.v. het éénrichtingsverkeer op de Engelandlaan en de Schotlandlaan niet correct aangebracht is;

dat het éénrichtingsverkeer onduidelijk aangegeven wordt voor verkeer dat de diverse inritten verlaat;

dat dit resulteert een onduidelijke en daarmee onveilige situatie hetgeen onwenselijk is;

dat de situatie verbeterd kan worden door diverse aanvullende borden te plaatsen. Voor de exacte locaties van de bebording wordt verwezen naar tekening “BE3457-RHD-BE-XX-DR-C-0001 - Bebording eenrichtingsverkeer” in de bijlage van dit verkeersbesluit;

dat ter plaatse van reeds gerealiseerde inritten conform eerder genoemde tekening de borden C04L/C04R en OB54 geplaatst dienen te worden;

dat de locatie van bestaande inritten in de toekomst eventueel kan veranderen en er in de toekomst nog aanvullende inritten gerealiseerd moeten worden. Hierbij zal het principe van de borden C04L/C04R en OB54 ook toegepast worden;

dat het dubbelzijdig fietspad aan het zuidelijke deel van de Engelandlaan geen fietsdoorsteken heeft ter plaatse van de inritten. Gezien deze inritten momenteel niet gebruikt worden en in de toekomst waarschijnlijk van locatie veranderen worden bij aanleg van de definitieve inritten verbindingen gemaakt tussen het vrijliggend fietspad en de rijbaan. Hierbij worden ook de borden G12a en OB502 en de hiervoor benoemde C04L/C04R en OB54 geplaatst;

dat de Engelandlaan en Schotlandlaan niet bij de gemeente in beheer en onderhoud is maar dat de gemeente Beek wel het verkeersbesluit moet nemen als bedoeld in artikel 18, lid 1d van de Wegenverkeerswet 1994;

dat deze maatregel strekt tot het verzekeren van de veiligheid op de weg en het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer, als bedoeld in artikel 2 van de Wegenverkeerswet 1994;

dat overleg heeft plaatsgevonden met de Taakveldhouder Verkeer, politie basisteam Westelijke Mijnstreek en dat deze hierop positief heeft geadviseerd;

BESLUIT

Het aanbrengen van bebording conform de tekening in de bijlage.

Beek, 10-12-2021

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BEEK

Namens deze,

R.van Bergen

Senior beleidsadviseur Verkeer en Vervoer

Mededelingen

Bezwaar- of beroepsclausule

Bezwaar:

Belanghebbenden kunnen, tot uiterlijk 6 weken na publicatie van het besluit, schriftelijk bezwaar indienen bij burgemeester en wethouders, Postbus 20, 6190 AA Beek.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en bevat ten minste:

de naam en het adres van de indiener;

de dagtekening;

een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

de gronden van het bezwaar.

Het bezwaar schorst niet de werking van het besluit.

Wel kan een belanghebbende, met een spoedeisend belang, binnen dezelfde termijn een voorlopige voorziening vragen bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, postbus 1988, 6214 PA Maastricht.

Het verzoek om een voorlopige voorziening moet voldoen aan dezelfde eisen als een bezwaarschrift.

Naar boven