Wijzigingsbesluit van de Subsidieregeling Kinderopvang Brummen

Kenmerk Z065174 / D367943

 

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE BRUMMEN,

 

Heeft besloten:

 

  • 1.

    Het wijzigingsbesluit Subsidieregeling kinderopvang Brummen” vast te stellen (D367956.

 

 

 

 

Artikel I De subsidieregeling Kinderopvang Brummen wordt als volgt gewijzigd.

A. Artikel 1 lid 2 bullit 5 wordt als volgt gewijzigd:

 

Oude tekst

Nieuwe tekst

- VVE-doelgroepkind: Kinderen van 2,5 jaar tot 4 jaar* waarbij de jeugdarts of wijkverpleegkundige van Vérian een (risico) op taalachterstand heeft vastgesteld.

- VVE-doelgroepkind: Een kind van 2,5 jaar tot 4 jaar* waarbij de jeugdarts of jeugdverpleegkundige (Vérian) een (risico op) (taal/reken)achterstand heeft vastgesteld.

*Deze kinderen worden in groep 1 en 2 op de basisschool ook gezien als doelgroepkind.

 

Het gaat hier dan om:

1. Kinderen bij wie een achterstand in de taalontwikkeling wordt geconstateerd

 

2. Kinderen van wie (één van) de ouders een inburgeringscursus of een andere NT2/NT1 taalcursus volgen. De NT1 ouders krijgen ook extra aandacht bij het beleid laaggeletterdheid. Er hoeft dus nog geen sprake te zijn van een taalachterstand, maar alleen het risico erop doordat de ouders mogelijk een taalachterstand hebben.

 

3. Kinderen van arbeidsmigranten die niet inburgering plichtig zijn en korter dan 4 jaar in Nederland zijn

 

4. Kinderen die in hun ontwikkeling bedreigd worden door eigen aanleg, gezinsfactoren, omgevingsfactoren of een combinatie hiervan.

 

5. Kinderen waarvan is gesignaleerd dat dit kind (tijdelijk) iets extra’s nodig heeft voor de ontwikkeling van een sociaal emotionele achterstand (het gaat dus niet om kinderen met een medische oorzaak, zware achterstand of beperking), waardoor het niet ook nog een taalachterstand oploopt.

*Een VVE-doelgroepkind wordt in groep 1 en 2 op de basisschool ook gezien als doelgroepkind. Of indien nodig iets ouder als de achterstand eind groep 2 nog niet volledig is ingehaald.

 

Het gaat hier dan om:

1. Een kind bij wie een achterstand in de taal-rekenontwikkeling wordt geconstateerd

 

2. Een kind van wie (één van) de ouders een inburgeringscursus of een andere NT2/NT1 taalcursus volgen. De NT1 ouders krijgen ook extra aandacht bij het beleid laaggeletterdheid. Er hoeft dus nog geen sprake te zijn van een taalachterstand, maar alleen het risico erop doordat de ouders mogelijk een taalachterstand hebben.

 

3. Een kind van arbeidsmigranten die niet inburgering plichtig zijn en korter dan 4 jaar in Nederland zijn

 

4. Een kind dat in zijn/haarontwikkeling bedreigd wordt door eigen aanleg, gezinsfactoren, omgevingsfactoren of een combinatie hiervan.

 

5. Een kind waarvan is gesignaleerd dat dit kind (tijdelijk) iets extra’s nodig heeft voor de ontwikkeling van een sociaal emotionele achterstand (het gaat dus niet om een kind met een medische oorzaak, zware achterstand of beperking), waardoor het niet ook nog een taal-rekenachterstand oploopt.

 

Artikel II Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 september 2021.

 

 

 

 

Dit besluit is genomen tijdens de vergadering van het College van Burgemeester en Wethouders van 30 november 2021.

N. Dusink A.J. van Hedel

Secretaris burgemeester

Naar boven