Verordening tot wijziging van de verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld Leiden 2021

De raad van de gemeente Leiden:

 

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders (Raadsvoorstel 21.0111 van 26 oktober 2021), mede gezien het advies van de commissie Werk en Middelen,

 

Gelet op de artikel 216 en 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

BESLUIT

 

  • 1.

    vast te stellen de navolgende Verordening tot wijziging van de verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld Leiden 2021

Artikel I  

Letter e. van de tarieventabel behorende bij de verordening op de heffing en invordering van binnenhavengeld 2021 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • e.

    voor bedrijfsvaartuigen waarvoor door het college van burgemeester en wethouders een vaste ligplaats is toegestaan, per kalenderjaar of gedeelte daarvan per box

    • 1.

      Indien het een door een fossiele of organische brandstofmotor aangedreven vaartuig of een vaartuig zonder eigen voortstuwing betreft € 508,09

    • 2.

      Indien het een elektrisch aangedreven vaartuig betreft € 116,64

    • 3.

      Indien het een aantoonbaar bij het Register Varend Erfgoed Nederland of in het Nationaal Register Mobiel Erfgoed ingeschreven vaartuig betreft € 132,07

Artikel II  

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2021.

Artikel III  

Deze verordening wordt aangehaald als “eerste wijziging verordening binnenhavengeld Leiden 2021”.

Gedaan in de openbare raadsvergadering van 2 december 2021,

de Griffier,

dhr. G.F.C. Van Leiden

de Voorzitter,

drs. H.J.J. Lenferink

Naar boven