Verordening tot wijziging van de Verordening commissie bezwaarschriften

De raad van de gemeente Nieuwegein;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 september 2021;

 

gelet op artikel 149 Gemeentewet en op de Algemene wet bestuursrecht;

 

besluit

 

vast te stellen

 

Verordening tot wijziging van de Verordening commissie bezwaarschriften.

Artikel I

De Verordening commissie bezwaarschriften wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

In artikel 2, lid 2 onder b, de toelichting bij artikel 2 en artikel 3a wordt telkens ‘Wet werk en bijstand’ vervangen door: Participatiewet.

 

B.

In artikel 5 na het derde lid een nieuw lid toegevoegd dat als volgt luidt:

 

  • 4.

    In bijzondere omstandigheden kan het college afwijken van de in het eerste lid genoemde termijn.

C.

In artikel 6 wordt een derde lid opgenomen dat als volgt luidt:

 

  • 3.

    Zodra een bezwaarschrift is ontvangen, zal door de secretaris -in overleg met alle partijen- eerst worden beoordeeld of deze via de informele behandeling kan worden opgepakt. Indien via de informele behandeling binnen 3 maanden geen overeenstemming wordt bereikt, zal het bezwaarschrift via de formele behandeling worden voorgelegd aan de leden van de bezwarencommissie. De informele behandeling kan langer worden voortgezet indien de bezwaarmakende partij en de verwerende partij daarmee beiden akkoord gaan.

D.

In artikel 9 wordt na het derde lid twee nieuwe leden ingevoegd die als volgt luiden:

 

  • 4.

    Indien door uitzonderlijke omstandigheden het niet mogelijk is om een bezwaarmaker, eventuele belanghebbenden en het verwerend orgaan gezamenlijk fysiek te horen, kan de voorzitter de betrokken personen telefonisch horen of horen via videobellen.

  • 5.

    Indien door uitzonderlijke omstandigheden met minder aanwezigen gehoord zal moeten worden, kan de voorzitter een ander lid of de secretaris aanwijzen om te horen.

E.

artikel 11 wordt aan het einde van de zin aangevuld met de woorden ‘of op de achtergrond mee adviseert.’

 

F.

Artikel 13 vierde lid komt te vervallen.

 

G.

De toelichting op artikel 3a komt te luiden:

 

In Nieuwegein was de commissie tot voor kort onderverdeeld in twee kamers, te weten een Personele kamer, belast met zaken betreffende rechtspositionele aangelegenheden, en een Algemene Kamer, belast met de behandeling van alle overige zaken. Vanaf 1 januari 2020 is de Wet Normalisering Rechtspositie Ambtenaren (Wnra) in werking getreden. Dit heeft tot gevolg dat vanaf 1 januari 2020 geen bezwaarschriften meer kunnen worden ingediend tegen rechtspositionele zaken. Op grond van de Wnra lopen rechtspositionele geschillen binnen overheidsorganisaties immers niet meer via het bestuursrecht, maar via het privaatrecht. Dit heeft tot gevolg dat de Personele kamer, na afronding in 2020 van de bezwaarschriften welke nog voor 1 januari 2020 waren binnen gekomen, is komen te vervallen.

 

Tot 1 mei 2013 bestond er ook een Sociale kamer, belast met zaken betreffende de sociale zekerheid. De bezwaarschriften met betrekking tot de Participatiewet en aanverwante regelingen, worden inmiddels afgehandeld door de organisatie Werk en Inkomen Lekstroom, waardoor de Sociale kamer per laatstgenoemde datum is komen te vervallen.

 

Ondanks dat -gezien het bovenstaande- enkel nog de Algemene Kamer is overgebleven, bestaat nog wel de wens om de mogelijkheid te hebben om eventueel in de toekomst de commissie in verschillende kamers onder te kunnen verdelen. Gedacht kan worden aan bepaalde overheidstaken die in de toekomst mogelijk overgeheveld zullen worden aan gemeenten, waarvoor een aparte kamer kan worden ingesteld.

 

H.

De toelichting op artikel 5 komt te luiden:

 

Het vierde lid is opgenomen om bij bijzondere omstandigheden van de zittingstermijn van 4 jaar af te kunnen wijken. Gedacht kan worden aan een commissielid die bij aanvang al heeft aangegeven korter dan deze termijn plaats te willen nemen in de commissie, maar ook aan een langere termijn indien geen geschikte vervanging van de zittende commissieleden kan worden gevonden.

 

I.

In de toelichting op artikel 6 wordt na de alinea ‘Wellicht ten overvloede (….) de te volgen procedure’ de volgende alinea ingevoegd:

 

In het derde lid is opgenomen dat de secretaris, na binnenkomst van een bezwaarschrift, zal beoordelen of het bezwaarschrift eerst via de informele behandeling opgepakt kan worden. Dat houdt in dat via informele gesprekken tussen bezwaarmaker en de afdeling die het besluit heeft genomen, wordt getracht tot een vergelijk te komen. Er kan bijvoorbeeld een middenweg worden gevonden waar alle partijen zich in kunnen vinden, maar ook een extra goede toelichting op het besluit kan bezwaarmakers doen besluiten het bezwaar niet verder voort te zetten. Indien partijen er na 3 maanden samen niet uit komen, zal het bezwaarschrift in principe worden voorgelegd aan de leden van de bezwarencommissie. De informele behandeling kan echter worden voortgezet indien zowel de bezwaarmakende als de verwerende partij daarmee akkoord gaan.

 

J.

In de toelichting op artikel 9 wordt na de laatste alinea de volgende tekst toegevoegd:

 

Tot slot zijn er nog twee leden toegevoegd aan dit artikel. Bij uitzonderlijke omstandigheden (denk aan een pandemie of barre weersomstandigheden) waarbij het niet mogelijk is dat de betrokken partijen fysiek gehoord kunnen worden, is het mogelijk dat de betrokken partijen telefonisch of digitaal gehoord worden door de voorzitter. Dit uiteraard in overleg met de betrokken partijen. De hoorzitting kan ook in overleg met de bezwaarmakende partij verzet worden naar een moment dat fysiek horen wel weer mogelijk is. Ook kan de voorzitter in uitzonderlijke omstandigheden, waarbij zo min mogelijk mensen tegelijkertijd aanwezig kunnen of mogen zijn, een ander lid of een secretaris aanwijzen om te horen (wegens bijvoorbeeld een pandemie of als wegens bepaalde weersomstandigheden enkel het meest dichtbij wonende commissielid/secretaris in staat is om een hoorzitting op locatie te organiseren).

 

K.

In de toelichting op artikel 13 komt de volgende tekst te vervallen:

 

Indien de bezwaarschriftencommissie adviseert over bezwaren op het gebied van rechtspositionele aangelegenheden is ervoor gekozen de zitting van de commissie achter gesloten deuren te laten plaatsvinden.

 

L.

In de toelichting op artikel 19, tweede alinea komt de volgende tekst te vervallen:

 

In verband met de inwerkingtreding van de Tijdelijke referendumwet (Trw) op 1 januari 2002 is gekozen voor een termijn van zes weken. De Trw bepaalt in artikel 22 dat een verordening (een algemeen verbindend voorschrift) niet eerder in werking treedt dan zes weken na de bekendmaking van het besluit. Deze termijn hangt hiermee samen: na bekendmaking van de verordening en de mededeling dat over deze verordening een referendum gehouden kan worden, kan een verzoek tot het houden van een referendum worden ingediend. Het college is op grond van de Trw gehouden tot het bekendmaken van deze besluiten. Op grond van de Trw is de gemeente verplicht om een referendum te organiseren over een verordening indien voldoende kiesgerechtigden een verzoek tot het houden van een referendum indienen. Door de inwerkingtreding van de Trw geldt artikel 142 Gemeentewet niet meer voor verordeningen. Zie voor meer informatie over de Trw de circulaires van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (CW2001/82554 en CW2001/82050) en de ledenbrieven van de VNG over dit onderwerp (nummer Lbr. 01/158 en nummer Lbr. 01/217)

Artikel II

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van bekendmaking.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 november 2021.

Jan Karens

griffier

Frans Backhuijs

voorzitter

Naar boven