Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2022

De raad van de gemeente Tilburg;

 

  • -

    gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

  • -

    gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening 2011;

Besluit

 

vast te stellen de “Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2022”.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • b.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • c.

    houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken, ten tijde van het parkeren, was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • d.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • e.

    centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Tilburg een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon;

  • f.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats, niet zijnde een parkeerapparatuurplaats, die is aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990 al dan niet voorzien van een onderbord, of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage I van het RVV 1990, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • g.

    vergunninghoudersplaats: een parkeerapparatuurplaats waarop het tevens is toegestaan om er met een vergunning te parkeren;

  • h.

    vergunning: een van gemeentewege verleende (parkeer)vergunning voor het parkeren op een vergunninghouderplaats of belanghebbendenplaats;

  • i.

    autodelen: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder;

  • j.

    hulpverlenersvergunning: speciale vergunning ten behoeve van personen die werkzaam zijn als huisarts of verloskundige in een in Tilburg gevestigde praktijk dan wel als hulpverlener bij een professionele zorg- of hulpverlenersinstelling zoals nader geregeld in de 'Beleidsregels parkeervergunningen Tilburg';

  • k.

    terreinvergunning: een parkeervergunning voor de parkeerapparatuurplaatsen gelegen op één van de parkeerterreinen zoals opgenomen in de beleidsregels parkeervergunningen;

  • l.

    5-daags zakelijke vergunning: een parkeervergunning voor uitsluitend overdag op werkdagen ten behoeve van voertuigen die worden ingezet voor met het bedrijf verbonden activiteiten;

  • m.

    bezoekersApp: een parkeerrecht bestaande uit een digitale aanmelding van een kenteken in de centrale computer dat is verkregen via de 'BezoekersApp';

  • n.

    cityring: de ring rondom het stadscentrum van Tilburg, gevormd door de straten Spoorlaan (deels), Heuvelring, Paleisring, Schouwburgring en Noordhoekring;

  • o.

    deelauto vergunning: vergunning ten behoeve van aanbieders van deelauto's;

  • p.

    maandvergunning: Een tijdelijke vergunning geldig voor een maand, waarmee op alle parkeerapparatuurplaatsen geparkeerd mag worden;

  • q.

    dagkaart: uit parkeerapparatuur, internet, belparkeren of via app verkregen parkeerrecht voor het parkeren voor de duur van een aaneengesloten periode van maximaal 24 uur voor het parkeren op een parkeerapparatuurplaats.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting terzake van het parkeren van een motorvoertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting terzake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:

      • 1e.

        indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

      • 2e.

        indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op voet van het tweede lid, onderdeel b als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door via het gebruik van een (stads)pas, een telefoon, webapplicatie of vergelijkbare producten, inloggen op de centrale computer;

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Artikel 7 Termijnen van betalen

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij aanvang van het parkeren.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, als het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door via het gebruik van een (stads)pas, een telefoon, webapplicatie of vergelijkbare producten inloggen op de centrale computer.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b moet overeenkomstig de aangifte worden betaald voorafgaand aan de verstrekking van de vergunning.

  • 4.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing van parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a en b, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9 Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling

  • 1.

    Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, kan aan het motorvoertuig ook een wielklem worden aangebracht, waardoor wordt verhinderd dat het motorvoertuig wordt weggereden.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.

Indien na het aanbrengen van de wielklem 48 uren zijn verstreken kan het motorvoertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

Artikel 10 Kosten

  • 1.

    De kosten van een naheffingsaanslag terzake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

  • 2.

    De kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van deze verordening zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

  • 3.

    De kosten voor de overbrenging en bewaring, als bedoeld in artikel 9, derde lid, van deze verordening zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

  • 4.

    Het bedrag van de ingevolge het tweede en derde lid in rekening te brengen kosten wordt bij beschikking vastgesteld.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 3.

    De 'Verordening parkeerbelasting 2021" met bijbehorende tarieventabel wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Verordening parkeerbelastingen 2022'.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 november 2021.

de griffier,

de voorzitter,

Bijlage 1 De tarieventabel zoals bedoeld in artikel 4 van de Verordening parkeerbelastingen 2022

 

Hoofdstuk 1 Parkeerapparatuur plaatsen

1.1

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van deze verordening voor het parkeren op parkeerapparatuur plaatsen in onderstaande tariefzones bedraagt:

 

Tariefzone

1

2

3

4

Uurtarief

€ 2,20 *1

€ 2,20

€ 1,00

€ 1,00 ( € 0,50 voor een half uur )

Dagkaart tarief

€ 16,50

€ 16,50

n.v.t.

€ 1,00

BezoekersApp tarief per uur

€ 0,20

€ 0,20

€ 0,20

n.v.t.

per uur, betalen per minuut

per uur, betalen per minuut

per uur, betalen per minuut

*1. Het tarief van € 2,20 is alleen van toepassing ingeval een naheffingsaanslag parkeerbelasting wordt opgelegd. Het parkeertarief op straat betreft een dagkaart tarief van € 16,50.

1.2

De parkeerplaatsen gelegen aan de Besterdring, Besterdplein, NS-Plein en Korvelseweg vallen in tariefzone 3, waarbij de eerste 15 minuten parkeren gratis zijn (Stop&shop).

1.3

Een uitbreiding van een parkeerrayon valt onder tariefzone 3, tenzij de gemeenteraad daarover middels separaat voorstel anders besluit.

Hoofdstuk 2 Parkeervergunningen

2.1

De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van deze verordening voor het parkeren met een vergunning of kaart bedraagt:

Parkeerrayon B

Overige parkeerrayons niet zijnde parkeerrayon B

Per kwartaal:

1e bewonersvergunning

€ 40,00

€ 12,00

Mantelzorgvergunning

€ 40,00

€ 12,00

2e bewonersvergunning

n.v.t.

€ 24,00

3e bewonersvergunning

n.v.t.

€ 48,00

1e volledig zakelijke vergunning

€ 90,00

€ 48,00

2e volledig zakelijke vergunning

n.v.t.

€ 65,00

5-daagse zakelijke vergunning

€ 168,00

€ 40,00

Per kwartaal:

Terreinvergunning

€ 96,00

Hulpverlenersvergunning

€ 30,00

Deelauto vergunning

€ 12,00

Maatschappelijke vergunning

€ 12,00

Per stuk:

Maandvergunning

€ 99,00

2.2

De bewonersvergunning en volledig zakelijke vergunning als bedoeld in hoofdstuk 2.1, met een toeslag van

€ 65,- per kwartaal, maakt het mogelijk om ieder willekeurig kenteken aan de vergunning te koppelen en/of onbeperkt het kenteken te wijzigen (voorheen betrof dit de 'vergunning op naam').

Hoofdstuk 3 Administratieve handelingen en restitutie

3.1

Bij opzegging van de vergunning wordt restitutie verleend over de volledige maand(en) die resteren na het moment van opzegging.

 

 

Hoofdstuk 4 Kosten naheffingsaanslag en wielklem-/wegsleepregeling

4.1

De kosten van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a en b, van deze verordening bedragen 2022: € 42,60 plus heffing van het geldende parkeertarief.

4.2

De kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem, als bedoeld in artikel 10, tweede lid, bedragen € 333,00

4.3

De kosten voor de overbrenging en bewaring van het voertuig (<3.500 kg), als bedoeld in artikel 10, derde lid, bedragen:

  • a.

    van het overbrengen van een voertuig naar het bewaarterrein van P1 bedragen € 185,-.

  • b.

    voor het bewaren van een voertuig op het bewaarterrein van P1 bedragen € 8,50 per dag.

  • c.

    In geval het voertuig niet naar de plaats van bewaring is overgebracht, worden de volgende werkzaamheden onderscheiden, waarvoor de volgende tarieven gelden:

    • I.

      als de sleepwagen reeds onderweg is en kan worden afgebeld: € 105,-.

    • II.

      als de sleepwagen is gearriveerd op de plaats van de overtreding en het voertuig nog niet is opgetakeld: € 105,-.

    • III.

      als de sleepwagen is gearriveerd en het optakelen van het voertuig al in gang is gezet: € 185,-.

 

Bijlage 2 Kostprijs Naheffingsaanslag

 

Kosten naheffingsaanslag parkeren 2022

begroot 2022

personele kosten (inclusief overhead)

* salarissen personeel

€ 784.989

* parkeertoezicht door derden; inclusief kosten handhaving parkeerconcrole (personeel en hardware&software), invordering naheffingen, bezwaarafhandeling, aanvraag, toetsing en uitgifte parkeerrechten, geldinzameling betaalautomaten, huisvesting, ICT, middelen en vervoer, management en adminstratie)

€ 2.038.942

Informatieverwerking (intern en extern)

€ 277.526

Afschrijvingen

€ 204.111

Overige

waaronder, onderhoud parkeerautomaten

€ 187.030

projectkosten uitbreidingsgebieden

€ 341.081

totaal

€ 3.833.679

aantal naheffingsaanslagen

90.000

kostprijs naheffingsaanslag

€42,60

Bijlage 3 Tariefzonekaart Centrum en Stappegoor 2022

 

 

Toelichting tariefzones Centrum en Stappegoor

 

Tariefzone 1

  • De straten gelegen binnen de Cityring (excl. parkeerterrein Noordhoekring);

  • De straten gelegen binnen de begrenzing van de volgende straten: Heuvelring, Spoorlaan, Professor Dondersstraat, Sint Josephstraat (t.h.v. huisnummer 107), Lanciersstraat (incl. deze straat), Piushaven, Koopvaardijstraat, Piusstraat en Piusplein (excl. parkeerterrein Schoenerstraat).

Tariefzone 2

  • Parkeerplaatsen gelegen aan de Cityring, inclusief het Mauritshof en de parkeerterreinen Louis Bouwmeesterplein, Noordhoekring en Spoorlaan Oost;

  • De straten: Anna Paulownahof, Bisschop Zwijsenstraat (ten noorden van Varkensmarkt), Gildebroedersstraat, Handbooghof, Kloosterstraat (ten oosten van Louis Bouwmeesterplein), Koningsplein, Koopvaardijstraat, Oude Dijk, Oude Kerkstraat, Piusplein (ten zuiden van Paleisring), Piusstraat (ten noorden van Stevenzandsestraat), Primus van Gilspark, Primus van Gilstraat, Sint Sebastiaanstraat, Stadstraat, Van Doorenstraat, Ververstraat, Vorstenhof, Zwijsenplein.

Tariefzone 3

Alle overige parkeerplaatsen die niet vallen onder tariefzone 1, 2, of 4, zoals opgenomen in het Aanwijzingsbesluit betaald parkeren.

Tariefzone 4

Gebied Stappegoor: Stappegoorweg (parkeerterrein voor Ireen Wüst IJsbaan) en Apennijnenweg.

Memorie van toelichting behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2022

 

Artikel 1 – begripsomschrijvingen

  • De term autodate is vervangen door autodelen;

  • De autodate vergunning is vervangen door deelauto vergunning en sluit aan aan op de begripswijzigingen en het vergunning product zoals opgenomen in de beleidsregel parkeervergunningen 2021.

  • De week- of maandkaart is vervangen door maandvergunning. De weekkaart wordt op basis van de beleidsregel parkeervergunningen 2021 niet meer verstrekt. Het product maandkaart heeft de productnaam maandvergunning gekregen.

  • Artikel 9 inzake de bevoegdheid tot gebruik van een wielklem en wegsleepregeling is toegevoegd aan deze belastingverordening. Dit betreft de mogelijkheid tot het aanbrengen van een wielklem in het kader van de invordering (administratief beslag door de deurwaarder), wat gevolgd kan worden door afslepen.

  • Door de mogelijkheden tot handhaving op betaling van parkeerbelasting uit te breiden, beperken we ongelijkheid tussen parkeerders in de stad.

  • Klemmen en slepen zijn naar verwachting effectieve middelen om betalingsgedrag te verbeteren.

  • Parkeerdienstverlener P1 ziet in gemeentes die klemmen en slepen, een algehele afname van ontduiken van betaling.

  • Het proces klemmen en slepen maakt handhaven op excessen mogelijk.

  • Het betreft een zwaar invorderingsmiddel. Daarom ligt de focus op excessen (recidivisten die een fors bedrag aan naheffingsaanslagen ‘open hebben staan’. Het volledige proces van klemmen en slepen wordt uitgewerkt, om in de loop van 2022 te implementeren.

Hoofdstuk 2

2.1

  • Het tarief voor de eerste bewonersvergunning (overige parkeerrayons), mantelzorgvergunning (overige parkeerrayons), deelautovergunning en maatschappelijke vergunning wordt verlaagd van € 15,- per kwartaal naar € 12,- per kwartaal.

  • Het tarief voor de twee bewonersvergunning (overige parkeerrayons) wordt verlaagd van € 30,- per kwartaal naar € 24,- per kwartaal.

  • Het tarief voor de hulpverlenersvergunning wordt verlaagd van € 56,- per kwartaal naar € 30,- per kwartaal.

  • Met de inwerkingtreding van de beleidsregel parkeervergunningen 2021 hebben we de ‘maatschappelijke parkeervergunning’ geïntroduceerd. Deze vergunning heeft een tarief gelijk aan de 1e bewonersvergunningen. In de tarieventabel is deze vergunning opgenomen (tarief: € 15,- per kwartaal).

  • De weekkaart is komen te vervallen.

  • De overige tarieven voor vergunningen worden ongewijzigd voorgezet.

Hoofdstuk 4

4.1.

Het tarief voor de naheffingsaanslag parkeerbelasting bedraagt in 2022 € 42,60 (=excl. de kosten voor één uur parkeren) blijkens de kostenberekening (zie bijlage Kostprijs naheffingsaanslag).

4.2/4.3

De kosten voor het aanbrengen en verwijderen van een wielklem, evenals de kosten voor de overbrenging en bewaring van voertuigen, zijn aan de tarieventabel toegevoegd. Parkeerdienstverlener P1 verzorgt het proces van klemmen en slepen.

Tariefzonekaart

De tariefzonekaart geeft het uurtarief aan in de huidige gereguleerde gebieden. Zoals opgenomen in de tarieventabel (hoofdstuk 1) is tariefzone 3 van toepassing in wijken waar parkeerrayons worden uitgebreid.

 

Naar boven