Besluit van de raad van de gemeente Lochem tot vaststelling van de Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2022

De raad van de gemeente Lochem;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 02-11-2021;

gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h en op artikel 15:33 van de Wet milieubeheer;

B E S L U I T:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2022

Artikel 1 Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    perceel:

    • 1.

      de onroerende zaak, bedoeld in Hoofdstuk III van de Wet waardering onroerende zaken;

    • 2.

      een binnen de gemeente gelegen roerende zaak;

    • 3.

      een gedeelte van een roerende zaak dat blijkens zijn indeling is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt;

    • 4.

      een samenstel van twee of meer roerende zaken of in onderdeel c bedoelde gedeelten daarvan die bij dezelfde belastingplichtige in gebruik zijn en, naar de omstandigheden beoordeeld, bij elkaar behoren;

    • 5.

      het binnen de gemeente gelegen deel van de in onderdeel b bedoelde roerende zaak, van een in onderdeel c bedoeld gedeelte daarvan of van een in onderdeel d bedoeld samenstel.

  • b.

    ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit

  • 1.

    Onder de naam 'afvalstoffenheffing' wordt een directe belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

  • 2.

    De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3 Belastingplicht

De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5 Belastingjaar

Met betrekking tot de belasting die per jaar wordt geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting bedoeld in artikel 4, lid 1, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten daarvan als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting bedoeld in artikel 4, lid 1, als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Het tweede en het derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingschuldige binnen de gemeente verhuist en aldaar van een ander perceel gebruik maakt.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald uiterlijk op de laatste dag van de eerste maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld.

  • 2.

    In afwijking in zoverre van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, meer is dan € 50,- maar minder dan € 10.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden overblijven in het belastingjaar, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste drie en ten hoogste tien bedraagt. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die welke in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding van belasting

Bij de invordering van de afvalstoffenheffing kan kwijtschelding worden verleend. Hiervoor is de geldende verordening kwijtschelding van toepassing. Kwijtschelding is mogelijk voor;

  • 1.

    de belasting bedoeld in Hoofdstuk I, onderdeel 2 van de tarieventabel;

  • 2.

    de belasting bedoeld in Hoofdstuk I, onderdeel 3.1 en 4.1 van de tarieventabel tot een bedrag van maximaal € 22,50 per belastingjaar.

  • 3.

    de belasting bedoeld in Hoofdstuk I, onderdeel 3.2 en 4.2 van de tarieventabel tot een bedrag van maximaal € 52,80 per belastingjaar.

Artikel 10 Medisch afval

1. Burgemeester en wethouders kunnen op aanvraag compensatie verlenen van de afvalstoffenheffing voor het inleveren van medisch afval.

2. Het verzoek om compensatie dient te worden ingediend bij de gemeente onder overlegging van een recent medisch advies van een huisarts of medisch specialist.

3. Indien geen advies van een huisarts of medisch specialist kan worden overlegd, dient met een eigen schriftelijke verklaring aannemelijk te worden gemaakt, dat gebruik wordt gemaakt van materiaal dat medisch afval tot gevolg heeft, zulks onder overlegging van bewijsstukken zoals bijvoorbeeld aankoopnota’s apotheek of een kopie van een machtiging van de zorgverzekering.

4. De compensatie bedraagt maximaal;

  • a.

    € 52,80 per belastingjaar voor de belasting bedoeld in Hoofdstuk I, onderdeel 3.2 van de tarieventabel én;

  • b.

    € 65,00 per belastingjaar voor de belasting bedoeld in Hoofdstuk I, onderdeel 4.2 van de tarieventabel.

5. Op het moment dat de situatie die geleid heeft tot de vrijstelling, wijzigt, dient degene aan wie de vrijstelling is verleend, of zijn of haar belangbehartiger, terstond de gewijzigde situatie mede te delen aan burgemeester en wethouders.

Artikel 11 Overdracht van bevoegdheden

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het wijzigen van deze verordening, indien de wijzigingen:

  • a.

    van zuiver redactionele aard zijn;

  • b.

    een gevolg zijn van nieuwe of gewijzigde rijksregelgeving die in werking treedt binnen drie maanden na de officiële bekendmaking van de inwerkingtreding ervan in het Staatsblad of de Staatscourant;

een en ander voor zover met deze wijzigingen niet reeds bij het vaststellen of latere wijziging van deze verordening bij raadsbesluit rekening is gehouden.

Artikel 12 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening

  • 1.

    De Verordening afvalstoffenheffing 2021, vastgesteld op 7 december 2020, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2022.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  •  

Artikel 13 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: ‘Verordening afvalstoffenheffing 2022’.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Lochem op 29 november 2021.

Griffier, De voorzitter,

M. Veenbergen S.W. van ‘t Erve

TARIEVENTABEL behorende bij Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2022

Hoofdstuk I. TARIEVEN PER PERCEEL

  • 1.

    De belasting wordt per perceel berekend naar een vast tarief, verhoogd met één of meer gedifferentieerde tarieven.

     

  • 2.

    Het vaste belastingtarief bedraagt per perceel per belastingjaar € 134,75

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2 van dit hoofdstuk bedraagt het gedifferentieerde belastingtarief per aanbieding van een minicontainer:

  • 3.1

    bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval € 2,50;

  • 3.2

    bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen € 8,80.

     

    • 4.

      Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2 van dit hoofdstuk bedraaagt de belasting voor het achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen in een daartoe van gemeentewege ter beschikking gestelde verzamelcontainer:

  • 4.1

    bestemd voor groente-, fruit- en tuinafval, per keer € 0,70;

  • 4.2

    bestemd voor de overige huishoudelijke afvalstoffen, per keer € 2,50.

Hoofdstuk II. TARIEVEN OMRUILEN/EXTRA CONTAINER/NIEUWE AFVALPAS

  • 1.

    Voor de ingebruikgeving van elke container boven de vaste inzamelmiddelen geldt per container van 240 liter zonder chip een tarief van € 87,00. Voor een extra container van 140 liter worden geen kosten in rekening gebracht;

  • 2.

    Voor vervanging van een beschadigde, gestolen of anderszins verloren container of afvalpas/ combipas, alsmede voor omruiling van een container gelden per vervangen, dan wel omgeruilde container de tarieven genoemd onder hoofdstuk II 1,. Omruiling in verband met het in gebruik nemen van een nieuw perceel geschiedt gratis onder verstrekking van een bewijs van inschrijving, indien het verzoek tot omruiling uiterlijk 2 maanden na de ingebruikneming van het nieuwe perceel gedaan wordt.

  • 3.

    Voor afgifte van een nieuwe (enkelvoudige) afvalpas geldt een tarief van € 9,00.

Hoofdstuk III . TARIEVEN MILIEUPARK

Voor het aanbieden van grof tuinafval, restafval, hout, bouw- en sloopafval en overig huishoudelijk afval bij een van de gemeentelijke milieuparken gelden de volgende tarieven:

 

Afvalstroom

Tarief per 100 kg / verrekening per 20 kg.

Grof huishoudelijk afval

€ 19,00

B-hout

€ 8,90

C-hout geimpregneerd

€ 19,00

Bouw- en sloopafval/Niet schoon puin

€ 19,00

Dakleer

€ 19,00

Vloerbedekking

€ 19,00

Matrassen

€ 19,00

Schoon puin

€ 3,10

Snoeiafval < 500 kg

€ 0,00

Snoeiafval > 500 kg

€ 3,10

Autobanden met velg

€ 8,90

Spiegel en draadglas

€ 19,00

Asbest

€ 0,00 (35 m2 per perceel)

Autobanden zonder velg

€ 0 (max. 5)

Bakolie en frituurvet

€ 0,00

Batterijen

€ 0,00

Bruikbare goederen

€ 0,00

E-goed

€ 0,00

Harde kunststoffen

€ 0,00

Klein chemisch afval

€ 0,00

Oud IJzer

€ 0,00

Papier en karton

€ 0,00

Piepschuim

€ 0,00

PMD

€ 0,00

Textiel en kleding

€ 0,00

Verpakkingsglas

€ 0,00

Vlakglas en ruiten

€ 0,00

Hoofdstuk IV. TARIEVEN INZAMELING GROF VUIL AAN HUIS

Voor het ophalen van grof vuil aan huis geldt het volgende tarief;

  • 1.

    voorrijkosten per rit per adres € 32,85;

Behoort bij besluit van de gemeenteraad van Lochem van 29 november 2021

De griffier,

Naar boven