Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders gemeente Deurne 2021

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE

 

gezien het voorstel van het presidium van 27 oktober 2021, nr. 62;

 

gelet op artikel 15, derde lid van de Gemeentewet;

 

gezien het advies van de commissie Bestuur en Samenleving van 11 november 2021;

 

 

BESLUIT

 

 

  • 1.

    De ‘Gedragscode voor de burgemeester van de gemeente Deurne 2017’ in trekken.

  • 2.

    de ‘Gedragscode voor wethouders van de gemeente Deurne 2017’ in te trekken;

  • 3.

    de Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders gemeente Deurne 2021 vast te stellen;

INLEIDING

Voor het goed functioneren van de overheid zijn gezaghebbende politieke ambtsdragers noodzakelijk. Dat geldt ook voor alle politieke ambtsdragers binnen de gemeente Deurne, zoals raadsleden, wethouders en de burgemeester. Correct en adequaat handelen van het individu draagt bij aan het vertrouwen in en de kwaliteit van het lokaal bestuur.

 

De integriteit van politieke ambtsdragers kan onder druk komen te staan, als gevolg van hun eigen handelen of door externe factoren. Het is daarom van belang om gedragscodes vast te stellen die in de praktijk houvast bieden. Een gedragscode dient dan ook om duidelijkheid geven over wat er gevraagd wordt van politieke ambtsdragers en beoogt in eerste instantie te beschermen tegen onnodige misstappen.

 

Doel gedragscode

Deze gedragscode heeft als doel de politieke ambtsdrager weerbaarder te maken in de huidige politieke context. Dit doet de code in eerste instantie door in heldere taal duidelijkheid te geven over wat de wet van hen verlangt, zodat raadsleden, wethouders en de burgemeester beschermd zijn tegen onbedoelde misstappen. De code biedt daarmee ook de basis voor het onderlinge gesprek over integriteit. Integriteit krijgt uiteindelijk pas betekenis in het handelen. De gedragscode biedt bovendien een basis om op zorgvuldige wijze op te kunnen treden tegen (mogelijke) schendingen. Het stelt namelijk de voorwaarden vast waaraan het handelen van politieke ambtsdragers minimaal moet voldoen.

 

Kortom, de voorliggende gedragscode heeft een aantal kenmerken:

  • ontlast de morele oordeelsvorming van individuen;

  • stelt de norm;

  • maakt zorgvuldig optreden tegen schendingen mogelijk.

Hoe te handelen in geval van een vermoeden van een schending van de afspraken uit deze gedragscode is apart vastgelegd in de Verordening processtappen integriteitsmeldingen politieke ambtsdragers gemeente Deurne.

 

De voorliggende gedragscode is bestemd voor de burgemeester en de wethouders.

 

Deze gedragscode

Op vier plekken is de code strenger dan de wet:

  • deze code draagt collegeleden op hun financiële belangen bekend te maken;

  • deze code hanteert een ‘nee, tenzij’-beleid ten aanzien van het aannemen van geschenken;

  • in deze code is een regel ter voorkoming van draaideurconstructies opgenomen;

  • deze code onderstreept het belang van correcte onderlinge omgangsvormen, mede met het oog op de kwaliteit van en het vertrouwen in het lokaal bestuur.

HOOFDSTUK 1 REGELS RONDOM HET VOORKOMEN VAN BELANGEN-VERSTRENGELING

Wettelijk kader

Artikel 41b, 67 (nevenfuncties)

Artikel 36b, 68 Gemeentewet (onverenigbare functies)

Artikel 41c, 69, 15 Gemeentewet (verboden handelingen en overeenkomsten)

Artikel 28 Gemeentewet (deelname aan beraadslaging en stemming)

Artikel 1:1 Kernbepaling

Een collegelid mag zijn invloed en stem niet gebruiken om een persoonlijk belang veilig te stellen of het belang van een ander of andere organisatie waarmee hij een persoonlijke betrokkenheid heeft. Een collegelid moet actief en uit zichzelf belangenverstrengeling tegengaan.

Artikel 1:2 Onthouden deelname beraadslaging en stemming

  • 1.

    Een collegelid onthoudt zich alleen van deelname aan de (voorbereiding op de) beraadslaging en stemming als er sprake is van een beslissing waarbij belangenverstrengeling dreigt.

  • 2.

    Als een collegelid ingevolge het eerste lid niet deelneemt aan de beraadslaging en de stemming, meldt het collegelid dit voorafgaand aan de behandeling van het agendapunt en vermeldt hij op welke wijze de besluitvorming hem in het bijzonder aangaat. Het collegelid onthoudt zich ook van beïnvloeding in andere fases van de besluitvorming.

  • 3.

    Onthouding van deelname aan de beraadslaging en stemming wordt aangetekend in de notulen.

Artikel 1:3 Melden van nevenfuncties

  • 1.

    Het collegelid levert de secretaris de informatie aan over de functies die openbaar gemaakt moeten worden bij aanvang van het collegelidmaatschap. Als gaande het collegelidmaatschap nieuwe functies aanvaard worden of de omstandigheden met betrekking tot bestaande functies wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft binnen één week aangeleverd bij de secretaris.

  • 2.

    De informatie betreft in ieder geval:

    • a.

      de omschrijving van de functie;

    • b.

      de organisatie voor wie de functie wordt verricht;

    • c.

      of het al dan niet een functie betreft uit hoofde van het collegelidmaatschap; en

    • d.

      of de functie bezoldigd of onbezoldigd is.

  • 3.

    De secretaris legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

Artikel 1:4 Ongewenste nevenfuncties

Het collegelid vervult geen nevenfuncties waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van zijn burgemeesterschap of wethouderschap. Een voornemen tot aanvaarding van een betaalde of onbetaalde nevenfunctie maakt hij kenbaar aan de raad. Bij aanvaarding van de nevenfunctie maakt hij deze openbaar.

Artikel 1:5 Melden van financiële belangen

  • 1.

    Een collegelid doet bij de secretaris opgaaf van zijn financiële belangen (zoals aandelen, opties en derivaten) in ondernemingen waarmee de gemeente zakendoet of waarin de gemeente een belang heeft. Ook een tussentijds ontstaan financieel belang dient opgegeven te worden.

  • 2.

    De informatie betreft in ieder geval:

    • a.

      een omschrijving van het belang (aard en omvang);

    • b.

      de organisatie waarin het financiële belang bestaat.

  • 3.

    De secretaris legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is niet openbaar en uitsluitend voor politieke ambtsdragers in te zien.

Artikel 1:6 Afspraken bij verboden handelingen en verboden overeenkomsten

  • 1.

    Een collegelid dat voornemens is een handeling te verrichten of een overeenkomst aan te gaan als bedoeld in artikel 41c/69 juncto 15 lid 1 Gemeentewet, bespreekt dit voornemen in het college.

  • 2.

    In het geval dat wordt besloten ontheffing te vragen als bedoeld in artikel 41c/69 juncto 15 lid 2 Gemeentewet, ondersteunt de secretaris bij het aanvragen van de ontheffing.

Artikel 1:7 Tegengaan van draaideurconstructie

Voormalig collegeleden mogen gedurende een jaar na het eind van het burgemeester- of wethouderschap niet als externe partij betaalde werkzaamheden verrichten voor of ten behoeve van de gemeente. Uitzondering hierop is het raadslidmaatschap.

 

Toelichting

De wetgever doet een beroep op de verantwoordelijkheid van het college van B&W om ervoor te waken dat persoonlijke belangen of gecombineerde verantwoordelijkheden van collegeleden de besluitvorming niet oneigenlijk beïnvloeden. Deze verplichting geldt gedurende het gehele proces van besluitvorming en niet alleen tijdens de stemming.

 

Openheid en transparantie over de wijze waarop een collegelid betrokken is bij besluitvorming en in de fase daarvoor kunnen voorkomen dat de schijn van belangenverstrengeling ontstaat. Hier ligt een opdracht voor de collegeleden, om ook bij te dragen aan het vertrouwen van de raad en van de inwoners dat het college zuiver tot besluiten komt.

 

De wetgever eist van burgemeester en wethouders dat zij alle nevenfuncties openbaar maken die zij vervullen. Op die manier wordt het binnen het college mogelijk een collegelid te waarschuwen voor kwesties waarin (de schijn van) belangenverstrengeling dreigt en kan verantwoording afgelegd worden aan de raad. Ook de pers en de burger kunnen zo hun controlerende taak uitoefenen. In deze gedragscode is vanuit de gewenste openheid ook verordonneerd dat collegeleden tevens al hun substantiële financiële belangen melden bij ondernemingen die zakendoen met de gemeente.

 

Verder heeft de wetgever een aantal handelingen en overeenkomsten voor collegeleden expliciet verboden. Het gaat dan om aangelegenheden waarbij de zuiverheid van de verhouding tussen collegelid en gemeente in het geding kan zijn. In sommige gevallen biedt de wet een ontheffingsmogelijkheid. In deze gedragscode zijn bepalingen opgenomen om te bewerkstelligen dat voornemens hiertoe worden besproken in het college, zodat intercollegiaal kan worden geadviseerd over de wenselijkheid.

 

Tot slot is een regel geschreven met het oog op het voorkomen van een draaideurconstructie. Burgemeesters en wethouders bouwen gedurende hun bestuursperiode veel kennis op over de gemeentelijke organisatie en ontwikkelingen die de gemeente aangaan. Als zij na hun bestuursperiode gaan ondernemen en contracten willen aangaan met de gemeente Deurne, kan er dankzij hun informatievoorsprong oneerlijke concurrentie optreden ten aanzien van andere ondernemers. Voormalig bestuurders profiteren daardoor van hun politieke functie. Dit is nadrukkelijk niet de bedoeling. Deze regel is ook van toepassing op verbonden partijen waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft.

HOOFDSTUK 2 REGELS RONDOM OMKOPING EN DE OMGANG MET GESCHENKEN EN UITNODIGINGEN

Wettelijk kader

Artikel 41a, 65 Gemeentewet (eed of belofte)

Artikel 2:1 Kernbepaling

Een collegelid mag zijn invloed en zijn stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen of diensten die hem zijn gegeven of hem in het vooruitzicht zijn gesteld.

Artikel 2:2 Omgang met geschenken, faciliteiten en diensten

Een collegelid neemt van derden geen geschenken aan en accepteert geen faciliteiten of diensten waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie als collegelid worden aangeboden, tenzij het gaat om een incidentele, kleine attentie (zoals een bloemetje of een fles wijn) met een geschatte waarde van maximaal € 50.

Artikel 2:3 Uitnodigingen

  • 1.

    Een collegelid accepteert lunches, diners, recepties en andere uitnodigingen, waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat die hem uit hoofde van of vanwege zijn functie als collegelid worden aangeboden en die door anderen betaald of georganiseerd worden, alleen als dat behoort tot de uitoefening van het collegewerk en/of de aanwezigheid beschouwd kan worden als functioneel.

  • 2.

    Deelname aan werkbezoeken, excursies en evenementen die verband houden met de functie van bestuurder en voor rekening van anderen dan de gemeente komen, meldt het collegelid bij de secretaris binnen één week nadat de excursie, dan wel het evenement heeft plaatsgevonden. Daarbij wordt ook gemeld gemaakt wie de kosten voor zijn rekening heeft genomen. Melding kan ook achterwege blijven, indien er sprake is van andere overheidsorganisaties.

 

Toelichting

Omkoping leidt tot gecorrumpeerde collegeleden en is strafbaar. Geschenken kunnen een sluiproute naar corruptie zijn. Ze kunnen worden gebruikt om de besluitvorming te beïnvloeden. Ze kunnen corrumperen of de aanloop daartoe vormen. Ze kunnen daarnaast ook de schijn opwekken. Uitgangspunt bij de regels omtrent geschenken, faciliteiten, diensten en uitnodigingen is dat het om kleine attenties mag gaan, of dat een functioneel doel wordt gediend.

HOOFDSTUK 3 REGELS RONDOM HET GEBRUIK VAN GEMEENTELIJKE FACILITEITEN EN FINANCIËLE MIDDELEN

Artikel 3:1 Kernbepaling

Een collegelid gaat op prudente wijze om met gemeentelijke faciliteiten en financiële middelen voor zover deze hem ter beschikking staan en gebruikt deze alleen waarvoor ze bedoeld zijn.

Artikel 3:2 Gebruik interne voorzieningen

Een collegelid houdt zich aan de regels voor het gebruik van interne voorzieningen van algemene aard, zoals vergaderruimte, de leeskamer, en dergelijke.

Artikel 3:3 Onkostenvergoedingen en declaraties

Een collegelid houdt zich aan de regels die gelden voor onkostenvergoedingen en declaraties.

 

Toelichting

Collegeleden kunnen bij hun bestuurswerk gebruikmaken van een aantal faciliteiten en financiële middelen van de gemeente. Collegeleden in Deurne beschikken over een werkkamer, laptop, tablet en dergelijke die primair voor hun bestuurswerk ter beschikking zijn gesteld. Het gebruik hiervan voor privé- of partijdoeleinden is niet toegestaan tenzij het betreft de bruikleen van voorzieningen zoals mogelijk gemaakt in de toepasselijke gemeentelijke verordeningen, die mede voor privédoeleinden mogen worden gebruikt.

HOOFDSTUK 4 REGELS RONDOM DE OMGANG MET INFORMATIE

Wettelijk kader

Artikel 23, 24, 87, 88, 89 en 292 Gemeentewet (beslotenheid en geheimhouding)

Artikel 169 Gemeentewet (informatieplicht)

Artikel 4:1 Kernbepaling

Een collegelid gaat zorgvuldig en correct om met de informatie waarover hij uit hoofde van zijn lidmaatschap van de gemeenteraad beschikt.

Artikel 4:2 Transparantie

Een collegelid is open en transparant over de eigen beslissingen en de beweegredenen daarvoor. Een collegelid handelt in overeenstemming met de Gemeentewet en met de Wet openbaarheid van bestuur.

Artikel 4:3 Geheimhoudingsplicht

  • 1.

    Een collegelid dat de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het geheime of niet-openbare karakter kent of redelijkerwijs kan vermoeden, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behalve als de wet hem tot mededeling verplicht.

  • 2.

    Geheime en vertrouwelijke informatie wordt door het collegelid veilig beheerd en bewaard.

Artikel 4:4 Gebruik informatie te eigen bate of ander gebruik

Een collegelid maakt niet ten eigen bate of ten bate van een ander gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen (nog) niet openbare informatie.

Artikel 4:5 Gebruik (sociale) media

In uitlatingen op (sociale) media houdt een collegelid de eer en het aanzien van het openbaar bestuur hoog. Een collegelid geeft niet opzettelijk een onjuiste voorstelling van zaken over gebeurtenissen in en rond de gemeente.

 

Toelichting

Het handelen van de overheid en de regels die zij maakt hebben grote invloed op het leven van inwoners. Daaruit volgt dat de inwoner er recht op heeft over het overheidshandelen goed geïnformeerd te worden. De inwoner heeft er ook recht op de onderliggende redeneringen en afwegingen te kennen en te weten wie welke positie heeft ingenomen. Dit alles bij elkaar opgeteld schept een verplichting voor de ambtelijke organisatie, het college van B&W en de raad om de inwoner nauwkeurig en op tijd op de hoogte te brengen van wat er wordt besproken, besloten en uitgevoerd.

 

Dit neemt niet weg dat het ook voorkomt dat informatie rond overheidshandelen niet bekend en verspreid mag worden. Het gaat dan altijd om gevallen waarin het openbaar maken zou leiden tot het schenden van rechten van inwoners, tot het onterecht toebrengen van schade aan inwoners en/of tot het onterecht toebrengen van schade aan collectieve belangen. Het college dient terughoudend om te gaan met het geheim verklaren van stukken en deze steeds zorgvuldig beredeneren. En de raad moet hierop toezien. Het formele etiket ‘geheim’ heeft een expliciete betekenis – ook in strafrechtelijke zin – en dient niet te worden vervangen door ‘vertrouwelijk’.

 

Een ander aandachtspunt betreft de wijze waarop collegeleden omgaan met niet geheim verklaarde informatie waarover zij wel, maar burgers niet beschikken omdat deze informatie (nog) niet publiek is. Het gaat dan bijvoorbeeld over informatie die in een besloten vergadering is besproken. Collegeleden zorgen ervoor dat zij dergelijke informatie niet gebruiken in hun eigen voordeel of in het voordeel van personen of organisaties met wie zij verbonden zijn.

 

De raad heeft het recht op informatie. Het college verstrekt de raad alle inlichtingen die de raad nodig heeft voor de uitoefening van zijn taak. Daarnaast geeft het college de raad mondeling of schriftelijk alle door een of meer leden gevraagde inlichtingen, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang. Als grens aan het verstrekken van inlichtingen aan de raad geldt dat het moet gaan om informatie die noodzakelijk is voor het uitoefenen van zijn taak. Er kan discussie ontstaan over de vraag wanneer het punt bereikt is dat ‘de noodzakelijke informatie’ verstrekt is. Daar moeten politieke ambtsdragers samen uitkomen.

HOOFDSTUK 5 REGELS RONDOM DE OMGANG IN HET ALGEMEEN EN DE GANG VAN ZAKEN TIJDENS VERGADERINGEN

Wettelijk kader

Artikel 41a, 65 Gemeentewet (eed of belofte)

Artikel 52 Gemeentewet (reglement van orde)

Artikel 5:1 Kernbepaling

Collegeleden gaan binnen en buiten de vergaderzaal op respectvolle wijze met elkaar, andere politieke ambtsdragers, ambtenaren en inwoners om. Een collegelid onthoudt zich, ook in de privésfeer, van gedragingen die schadelijk zijn of kunnen zijn voor de eer en het aanzien van het openbaar bestuur.

Artikel 5:2 Bejegening

Collegeleden bejegenen elkaar, de raads- en burgercommissieleden, de griffier, de gemeentesecretaris en andere ambtenaren op correcte wijze zowel mondeling, schriftelijk als in de (social) media.

Artikel 5:3 Houden aan regels en aanwijzingen

Collegeleden houden zich tijdens de vergaderingen van het college en van de raad aan het reglement van orde en volgen de aanwijzingen van de voorzitter op.

 

Toelichting

Elk collega-bestuurder, elk raadslid en elke ambtenaar is een medemens en medeburger. Een correcte bejegening tussen politiek ambtsdragers en ambtenaren is van belang. Maar eenieder vervult ook een cruciaal ambt binnen de democratische rechtstaat, dat zelf ook respect afdwingt. Gezamenlijk staan raadslid, bestuurder en ambtenaar in voor het goed bestuur in de eigen gemeente.

 

Een respectvolle omgang met elkaar en met de waarheid maakt het daarnaast beter mogelijk met elkaar tot een werkelijke beraadslaging te komen op basis van feiten en (eerlijke) overwegingen. Dat is essentieel voor een zorgvuldige besluitvorming. Bovendien heeft de manier waarop het college en de raad onderling en met elkaar omgaan van invloed op de geloofwaardigheid van de politiek. Het goede voorbeeld geven, ook in de privésfeer, is daarbij de norm.

HOOFDSTUK 6 OVERIGE ASPECTEN

Artikel 6:1 Eenduidige interpretatie

Gemeenteraad en college bevorderen de eenduidige interpretatie van deze gedragscode. In geval van leemtes en onduidelijkheden in de gedragscode voorzien zij daarin.

Artikel 6:2 Toezicht op naleving

De raad ziet erop toe dat burgemeester en wethouders de gedragscode van het college naleven.

Artikel 6:3 Handelingsperspectieven bij twijfels

  • 1.

    Als een collegelid twijfelt of een handeling die hij wil verrichten of nalaten een normovertreding kan opleveren, wint hij hierover vooraf advies in bij de burgemeester en/of het college.

  • 2.

    Als een collegelid twijfelt of een handeling die een ander collegelid wil verrichten of nalaten een normovertreding kan opleveren, bespreekt hij dit in eerste instantie zoveel mogelijk met het betreffende collegelid zelf.

Artikel 6:4 Vastelling verordening processtappen integriteitschending

De raad stelt met het oog op mogelijke integriteitsschendingen een verordening vast waarin rollen, verantwoordelijkheden en processtappen staan beschreven.

 

Toelichting

Op gezette tijden wordt de tekst van de gedragscodes van Deurne – voor raads- en burgercommissieleden, respectievelijk voor collegeleden – tegen het licht te houden: voldoen de formuleringen nog? Over welke onderwerpen worden de meeste vragen gesteld? Zijn de praktijkvoorbeelden voldoende herkenbaar? Is er behoefte aan een themabijeenkomst of andere vormen van gesprek? Op die manier blijft de gedragscode een levend document.

 

Belangrijk is dat erop wordt toegezien dat de gedragscodes daadwerkelijk worden nageleefd. Ze leggen immers de voorwaarden vast waaraan het handelen van politieke ambtsdragers minimaal moet voldoen.

 

Het toezien op de naleving van de gedragscodes is niet alleen een verantwoordelijkheid van de raad, maar zeker ook van het college en bovendien een gedeelde verantwoordelijkheid van alle betrokkenen. Bijzondere rollen zijn weggelegd voor onder meer de burgemeester als voorzitter van college en raad en de secretaris.

HOOFDSTUK 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 7:1 Intrekking

De ‘Gedragscode voor de burgemeester van de gemeente Deurne 2017’ en de ‘Gedragscode voor wethouders van de gemeente Deurne 2017’ Deurne (zoals vastgesteld op 7 februari 2017) worden ingetrokken.

Artikel 7:2 Inwerkingtreding

Deze gedragscode treedt in werking met ingang van de dag na datum van bekendmaking.

Artikel 7:3 Evaluatie

Minimaal één keer per bestuursperiode evalueert de raad of het presidium de gedragscode voor de raadsleden op actualiteit, functioneren en of deze naar behoren wordt nageleefd.

Artikel 7:4 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: ‘Gedragscode integriteit voor burgemeester en wethouders gemeente Deurne 2021’.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 november 2021.

De griffier,

(R.J.C.M. Rutten)

De voorzitter

(G.T. Buter)

Naar boven