Wijziging van de Verordening binnenhavenbelasting Den Haag 2021

 

De raad van de gemeente Den Haag,

 

gezien het voorstel van het college van 14 september 2021,

 

gelet op de artikelen 216 en 229, eerste lid, onder a en b van de Gemeentewet,

 

besluit vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Verordening binnenhavenbelasting Den Haag 2021:

 

Artikel I

De Verordening binnenhavenbelasting Den Haag 2021 wordt gewijzigd als volgt:

 

A Artikel 9, komt te luiden:

 

Artikel 9. Tarieven

1. De binnenhavenbelasting (exclusief omzetbelasting) bedraagt voor een vrachtschip:

 

per 7 dagen (of korter) ononderbroken verblijf

abonnement per maand

abonnement per kwartaal

abonnement per jaar

per ton laadvermogen

per ton laadvermogen

per ton laadvermogen

per ton laadvermogen

tarief

tarief

tarief

tarief

€ 0,097

€ 0,414

€ 1,114

€ 3,877

 

2. De binnenhavenbelasting (exclusief omzetbelasting) bedraagt voor een passagiersschip:

 

per 7 dagen (of korter) ononderbroken verblijf

abonnement per maand

abonnement per kwartaal

abonnement per jaar

per m² oppervlakte

per m² oppervlakte

per m² oppervlakte

per m² oppervlakte

tarief

tarief

tarief

tarief

€ 0,097

€ 0,414

€ 1,114

€ 3,877

 

3. Voor een schip met een laadvermogen minder dan 10 ton respectievelijk een oppervlakte kleiner dan 10 m² is een bedrag verschuldigd ter grootte van de binnenhavenbelasting die is verschuldigd voor een schip met een laadvermogen van 10 ton respectievelijk een oppervlakte van 10 m².

 

4. De binnenhavenbelasting voor een schip waarmee een ligplaats wordt ingenomen, bedraagt 125% van het bedrag, overeenkomstig het bepaalde in het eerste, tweede en derde lid.

 

B In artikel 13 wordt “ € 7,89 ” vervangen door: € 8,08.

 

C Artikel 15 komt te luiden als volgt:

 

Artikel 15 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De binnenhavenbelasting is verschuldigd bij de aanvang van het heffingstijdvak.

  • 2.

    Indien het heffingstijdvak een kortere periode dan een jaar omvat, wordt de binnenhavenbelasting naar tijdsgelang berekend.

  • 3.

    Indien de belastingplicht in de loop van het jaar eindigt, ontstaat aanspraak op ontheffing over de nog niet ingetreden volle dagen van het heffingstijdvak.

 

Artikel II

1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2022, met dien verstande dat de bepalingen die op grond van deze verordening worden gewijzigd van kracht blijven voor de tijdvakken waarvoor zij hebben gegolden.

2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

 

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 4 november 2021.

De griffier, Lilianne Blankwaard-Rombouts en de voorzitter, Jan van Zanen.

Naar boven