Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam tot wijziging van het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam (Vierentwintigste wijziging Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam)

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

 

gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 160, eerste lid, aanhef en onder a en e, van de Gemeentewet,

 

besluit:

Artikel I

De bijlage horende bij het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam wordt als volgt gewijzigd:

 

  • A.

    onderdeel II, onder 13, onderdeel B, komt te luiden:

    B. Woonruimteverdeling en woonruimtevoorraad: Huisvestingswet 2014 en de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

     

    Gemandateerd aan de directeur Wonen:

     

    • a.

      Het nemen van alle besluiten die gebaseerd zijn op de Huisvestingswet of de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 en de handhaving daarop, en alle daarmee samenhangende handelingen zoals het vragen van nadere gegevens bij een huisvestingsvergunningaanvraag, het bijhouden van inschrijvingsregisters of het vaststellen van nadere vormvereisten bij de aanvraag van urgentieverklaringen, met uitzondering van het verlenen en intrekken van vergunningen waarvoor het mandaat volgens de Verordening op het lokaal bestuur in Amsterdam bij de dagelijkse besturen van de stadsdelen ligt.

    • b.

      Het verlenen van ondermandaat aan eigenaren of beheerders van woonruimte voor het nemen van besluiten op een aanvraag voor een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 19 van de Huisvestingswet 2014, dan wel het intrekken van het desbetreffende mandaat.

    • c.

      Het beslissen omtrent het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen nodig bij het beheer van woonwagenlocaties, standplaatsen en woonwagens.

  • B.

    onderdeel II, onder 13, onderdeel C, sub c, komt te luiden:

    • c.

      Het nemen van besluiten op aanvragen om een vergunning voor tijdelijke verhuur als bedoeld in artikel 15 van de Leegstandwet en bij de verlening van deze vergunning afwijken van de termijn als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de Nadere regels Amsterdam voor tijdelijke verhuur.

  • C.

    onderdeel II, onder 13, wordt onder verlettering van onderdeel K tot onderdeel L, een nieuw onderdeel K ingevoegd luidende:

    K. Verordening Stimuleringslening Wooncoöperaties Amsterdam

  • Gemandateerd aan de directeur Wonen worden de volgende bevoegdheden op grond van de Verordening Stimuleringslening Wooncoöperaties Amsterdam:

    • a.

      Het besluiten op een aanvraag van een Stimuleringslening.

    • b.

      Onder het nemen van besluiten op een aanvraag wordt zowel het verlenen, vaststellen, weigeren, wijzigen of intrekken van de Stimuleringslening verstaan en voorts de uitvoering van de bepalingen in de Verordening Stimuleringslening Wooncoöperaties Amsterdam die zien op de verstrekking van de Stimuleringslening.

  • D.

    onderdeel II, onder 13, komen in onderdeel L de onderdelen c en d te vervallen.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Artikel III

Deze regeling wordt aangehaald als: Vierentwintigste wijziging Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 2 november 2021.

De burgemeester

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink

Toelichting

Algemeen deel

 

In het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam, dat op 16 december 2014 is vastgesteld, zijn de bevoegdheden opgenomen die door het college en de burgemeester aan de verschillende directeuren zijn gemandateerd of waarvoor een privaatrechtelijke volmacht is verleend. Vanwege nieuwe bevoegdheden en wijzigingen in de ambtelijke organisatie is het om de zoveel tijd noodzakelijk om het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam te wijzigen of aan te vullen.

 

Het mandaat voor de directeur wonen wordt aangepast vanwege nieuwe regelgeving op het beleidsterrein wonen.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I

Onderdeel A

Het college krijgt naar aanleiding van de nieuwe verplichtingen voor platforms toeristische verhuur in de Huisvestingswet nieuwe bevoegdheden toegekend. Deze bevoegdheden zien op een verbod kunnen opleggen tot het in gebruik geven van een woonruimte voor toeristische verhuur aan een aanbieder en een aanwijzing kunnen geven aan een platform om een advertentie te blokkeren. Deze bevoegdheid wordt gemandateerd aan de directeur Wonen. Deze bevoegdheid is de aanleiding om de formulering van het Bevoegdhedenbesluit ten aanzien van de bevoegdheden die gebaseerd zijn op de Huisvestingsverordening en de Huisvestingswet te herzien. Om te voorkomen dat het Bevoegdhedenbesluit bij elke toekomstige wijziging van de Huisvestingsverordening moet worden aangepast, wordt het mandaat aan de directeur Wonen algemener geformuleerd in het Bevoegdhedenbesluit. Voortaan worden niet alle besluiten die betrekking hebben op de Huisvestingswet en de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 uitgesplitst per onderwerp. Materieel verandert het mandaat niet: de directeur Wonen is bevoegd om besluiten te nemen die betrekking hebben op de Huisvestingswet en Huisvestingsverordening, en de handhaving daarop, maar de verlening en intrekking van de voorraadvergunningen blijven belegd bij de stadsdelen.

 

Onderdeel B

De vergunning voor tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandwet wordt alleen verleend indien de sloop- of renovatiewerkzaamheden binnen twee jaar worden gestart. In het derde lid van artikel 3 van de Nadere regels Amsterdam voor tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandwet wordt aan het college de bevoegdheid gegeven om af te wijken van de termijn van twee jaar. Middels de wijziging van het Bevoegdhedenbesluit wordt deze bevoegdheid gemandateerd aan de directeur Wonen.

 

Onderdeel C

De Verordening Stimuleringslening Wooncoöperaties Amsterdam is een regeling dat de mogelijkheid aan wooncoöperaties biedt om een zakelijke lening voor de financiering van de gemaakte kosten door een wooncoöperatie aan te vragen ten behoeve van de ontwikkeling en realisering van sociale en middeldure huurwoningen binnen een wooncomplex in de gemeente Amsterdam. De bevoegdheid om te beslissen op een aanvraag van de lening ligt bij het college. Middels de wijziging van het Bevoegdhedenbesluit wordt de bevoegdheid om te besluiten op aanvragen van de lening gemandateerd aan de directeur Wonen.

 

Onderdeel D

De raad heeft in de Voorjaarsnota van 2021 bepaald dat de uitvoering van de eenzame uitvaarten, als neergelegd in artikel 22 Wet op de lijkbezorging en voorheen uitgevoerd door de Directie Wonen, voortaan wordt belegd bij het Dagelijks Bestuur van Stadsdeel Oost. Middels deze wijziging van het Bevoegdhedenbesluit wordt formeel geregeld dat de directeur Wonen deze bevoegdheid niet meer heeft. Ook komt in dit onderdeel de bevoegdheid om studentenwoningen te erkennen als bedoeld in artikel 2.2.1 Huisvestingsverordening Amsterdam 2020 te vervallen: dit wordt voortaan geregeld via het algemene mandaat in bijlage 4, onderdeel II, onder 13, onderdeel B.

Naar boven