Verordening schuldhulpverlening Son en Breugel 2021

Besluit van de raad van de gemeente Son en Breugel tot vaststelling van de Verordening schuldhulpverlening Son en Breugel 2021

De raad van de gemeente Son en Breugel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 december 2020 (104306), bijlage nr.: 03 - 2021;

gelet op artikel 4a, derde lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en artikel 147 van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening schuldhulpverlening Son en Breugel 2021

Artikel 1. Beslistermijn schuldhulpverlening

De beschikking tot schuldhulpverlening of de afwijzing ervan, bedoeld in artikel 4a, eerste lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, wordt genomen binnen een termijn van 6 weken na de dag waarop het eerste gesprek, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van die wet, heeft plaatsgevonden.

Artikel 2. Evaluatie

Burgemeester en wethouders zenden binnen vijf jaar na de inwerkingtreding van deze verordening aan de raad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze verordening in de praktijk.

Artikel 3. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening schuldhulpverlening Son en Breugel 2021.

 

Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 4 februari 2021

 

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SON EN BREUGEL

De griffier, Frans den Hengst

De voorzitter, Hans Gaillard

Toelichting

Algemeen

De Verordening schuldhulpverlening geeft uitvoering aan artikel 4a, derde lid, van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (hierna: wet), zoals deze met ingang van 1 januari 2021 geldt. Artikel 4a van de wet is ingevoerd bij Wet van 24 juni 2020 tot wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens (Stb. 239).

Artikelsgewijs

Artikel 1. Beslistermijn schuldhulpverlening

De wet regelt dat inwoners met problematische schulden bij gemeenten terecht kunnen voor onder meer advies, schuldbemiddeling of een saneringskrediet. Het uitgangspunt is dat schuldhulpverlening breed toegankelijk is. Daarbij is van belang dat het voor de inwoner duidelijk is binnen welke termijn na het eerste gesprek over de hulpvraag wordt besloten of diegene voor een schuldenregeling in aanmerking komt.

Om deze reden is bij de genoemde wetswijziging in navolging van het advies van de Nationale Ombudsman besloten een wettelijke termijn op te nemen waarbinnen de gemeente na het eerste gesprek over de hulpvraag moet besluiten of iemand voor een schuldenregeling in aanmerking komt. Niet alleen burgers dienen zich aan wettelijke termijnen te houden. Ook van een dienende overheid mag verwacht worden dat zij op een verzoek van een burger binnen een redelijke, door de raad in een gemeentelijke verordening vastgestelde, termijn reageert.

Deze termijn mag volgens artikel 4a, derde lid, van de wet niet langer zijn dan acht weken. Dit is gelijk aan de maximale redelijke termijn die in artikel 4:13, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt gesteld. Een kortere beslistermijn vaststellen is wel toegestaan.

De beslistermijn is bepaald op 6 weken, vanwege de haalbaarheid in de komende jaren. Wij verwachten namelijk, door de coronaperiode, een toename van het aantal aanvragen voor deze hulpverlening.

Artikel 2. Evaluatie

Het is wenselijk om de beslistermijn te evalueren. De Verordening schuldhulpverlening bepaalt een nieuw vast te stellen termijn.

Artikel 3. Inwerkingtreding en citeertitel

De datum van inwerkingtreding valt niet samen met de inwerkingtreding van artikel 4a van de wet. Vooruitlopend op de inwerkingtreding hanteren we in de uitvoering sinds 1 januari 2021 de beslistermijn van 6 weken. Op deze manier houdt de gemeente rekening met de rechtszekerheid van inwoners.

Naar boven