Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Roerdalen 2021

De raad van de gemeente Roerdalen heeft;

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 september 2021;

 

gelet op artikel 2.1.3, lid 3 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

 

gelet op artikel 47 van de Participatiewet;

 

gelet op artikel 2.10 van de Jeugdwet;

 

gelet op het advies van de Adviesraad WMO en Participatiewet d.d. 16 augustus 2021 en de reactie van het college van burgemeester en wethouders d.d. 18/25 augustus 2021 en de raadsadviescommissie d.d. 11 oktober 2021;

 

Besluit:

 

De raad besluit:

 

  • 1.

    De Verordening Adviesraad Wmo en Participatiewet gemeente Roerdalen 2019 in te trekken;

  • 2.

    De navolgende verordening vast te stellen:

Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Roerdalen 2021

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      Wet: de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo), de Jeugdwet en de Participatiewet;

    • b.

      College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Roerdalen;

    • c.

      Gemeenteraad: de gemeenteraad van de gemeente Roerdalen;

    • d.

      Beleid: de samenhangende wijze waarop de gemeente werkt aan de in de Wet beoogde mogelijkheden tot gelijkwaardige maatschappelijke deelname van haar burgers binnen de samenleving;

    • e.

      Adviesraad: de door het college ingestelde adviesraad, zoals bedoeld in deze verordening;

    • f.

      Cliënt: dit is een persoon die een beroep kan doen op de Wmo, de Jeugdwet en/of Participatiewet, en/of belang heeft bij de Wmo, de Jeugdwet en/of Participatiewet.

    • g.

      Overlegvergadering: het overleg met de verantwoordelijk wethouder Wmo, Jeugdwet en Participatiewet.

    • h.

      Openbare vergadering: de vergadering is openbaar.

  • 2.

    De begrippen in deze verordening worden gebruikt in dezelfde betekenis als in de Wmo, de Jeugdwet en de Participatiewet. Dit, tenzij anders is bepaald.

Artikel 2. Doelstelling

Het doel van de Adviesraad is om belanghebbenden bij de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet vanuit een onafhankelijke positie te vertegenwoordigen bij de voorbereiding, ontwikkeling, uitvoering en verbetering van het Wmo, Jeugd- en Participatiewet beleid.

Artikel 3. Taken

  • 1.

    De Adviesraad heeft tot taak het College gevraagd en ongevraagd te adviseren over de onderwerpen, die de beleidsvoorbereiding betreffen, alsook de vaststelling, uitvoering en evaluatie van het gemeentelijk beleid met betrekking tot de wet. Hieronder wordt in ieder geval begrepen de advisering aangaande:

    • a.

      beleidsplannen op grond van de Wmo, Jeugdwet en Participatiewet;

    • b.

      de vaststelling en wijziging van de verordeningen m.b.t. de uitvoering van deze plannen;

    • c.

      de wijze waarop de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning geborgd wordt;

    • d.

      de wijze waarop cliënten (materieel/immaterieel) keuzevrijheid wordt geboden;

    • e.

      cliëntervaringsonderzoeken.

  • 2.

    De Adviesraad is alert op ontwikkelingen en knelpunten binnen de Wet. De Adviesraad verzamelt op een actieve wijze zoveel mogelijke relevante informatie . Dit om de genoemde adviesfunctie zo goed mogelijk uit te kunnen voeren.

  • 3.

    De Adviesraad informeert en onderhoudt een relatie met diverse (belangen)organisaties, instellingen en de Roerdalense burgers. Signalen die hier uit voortkomen geeft de Adviesraad door aan het College. Dit in het kader van haar adviesfunctie.

  • 4.

    De Adviesraad streeft naar samenhang, overleg en samenwerking, waar het zijn adviesfunctie raakt.

  • 5.

    De Adviesraad betrekt bij zijn advisering aan het College de kwaliteit en redelijkheid van dienstverlening en voorzieningen.

Artikel 4. Bevoegdheden

  • 1.

    Initiatiefrecht

    • a.

      De Adviesraad heeft de bevoegdheid aangelegenheden die het beleid en de kwaliteit van de dienstverlening van de gemeente met betrekking tot de Wmo, Jeugdwet en Participatiewetraken, in het overleg met de portefeuillehouder aan de orde te stellen.

    • b.

      De Adviesraad heeft de bevoegdheid om voor een goede invulling van zijn taakstelling in voorkomende gevallen gebruik te maken van externe deskundigheid. Dit uiteraard wel vallende binnen het vastgestelde budget.

    • c.

      De Adviesraad kan overgaan tot het instellen van werkgroepen rond bepaalde onderwerpen. De bevindingen van de werkgroepen worden aan de Adviesraad voorgelegd.

    • d.

      De leden van de Adviesraad kunnen altijd derden raadplegen. Deze raadpleging betreft de aangelegenheden waarmee zij als lid van de Adviesraad te maken krijgen.

  • 2.

    Informatierecht

    • a.

      De Adviesraad wordt o.a. geïnformeerd over de resultaten van cliëntervaringsonderzoeken en enquêtes. Dit, voor zover ze betrekking hebben op de Wet.

    • b.

      De Adviesraad krijgt spontaan en op verzoek tijdig alle informatie die het voor de uitoefening van zijn taken en bevoegdheden nodig heeft. Het gaat hierbij over de in deze verordening neergelegde bevoegdheden. Dit, tenzij enig wettelijk voorschrift de verstrekking daarvan in de weg staat.

  • 3.

    Adviesrecht

    • a.

      De Adviesraad wordt bij de ontwikkeling van het integrale beleid betrokken.

    • b.

      De Adviesraad heeft het recht advies uit te brengen over het beleid en de kwaliteit van de dienstverlening door de gemeente. Dit voor zover het betrekking heeft op de Wmo-, Jeugdwet- en Participatiewet.

    • c.

      Het College legt de onderwerpen als bedoeld in artikel 3, lid 1 van deze verordening middels een schriftelijke adviesaanvraag voor aan de Adviesraad. In de aanvraag wordt expliciet vermeld over welke punten advies wordt gevraagd en wanneer het advies uiterlijk verwacht wordt (het advies wordt minimaal 4 weken voor de verwachte inleverdatum aangevraagd) In gevallen waarin genoemde termijn niet gehaald kan worden of waarbij toepassing ervan zou leiden tot ongewenste gevolgen beslist het college altijd in overleg met de Adviesraad.

    • d.

      De Adviesraad brengt uiterlijk op de gevraagde inleverdatum schriftelijk advies uit aan het College. Deze termijn kan met maximaal 2 weken worden verlengd. In overleg met het College kan van deze termijn worden afgeweken.

    • e.

      Het College brengt binnen vier weken na ontvangst van een advies of op vragen van de Adviesraad een reactie aan hem uit. Deze termijn kan met maximaal 2 weken worden verlengd. Indien het College het advies van de Adviesraad niet overneemt, deelt het College dat met redenen omkleed schriftelijk mee aan de Adviesraad.

    • f.

      De adviezen van de Adviesraad en de reactie van het College worden aan de gemeenteraad ter beschikking gesteld.

    • g.

      Bij de adviesaanvraag kan mondeling overleg plaatsvinden met de gemeente. Dit wanneer het belang van de zaak daartoe aanleiding geeft.

  • 4.

    Besluitvorming

    • a.

      Het besluit over de inhoud van het advies wordt bij meerderheid van stemmen genomen.

    • b.

      Bij het staken van de stemmen beslist de voorzitter.

    • c.

      Minderheidsstandpunten kunnen apart worden vermeld.

    • d.

      Voor adviezen die worden voorgelegd aan college en/of gemeenteraad geldt dat tenminste de helft van het aantal leden van de adviesraad een positieve stem hiervoor heeft uitgebracht.

  • 5.

    De adviesraad kan een huishoudelijk reglement opstellen voor onderwerpen die in deze verordening niet geregeld zijn.

Artikel 5. Samenstelling

  • 1.

    De adviesraad bestaat uit minimaal 5 en maximaal 10 leden inclusief de voorzitter.

  • 2.

    De leden van de adviesraad moeten:

    • a.

      ingezetenen van de gemeente Roerdalen zijn;

    • b.

      affiniteit, kennis en ervaring hebben met een of meerdere prestatievelden van de Wet;

    • c.

      indien zij een belangenorganisatie vertegenwoordigen, lid zijn van de organisatie door wie ze zijn voorgedragen;

    • d.

      bij voorkeur beschikking hebben over een netwerk en midden in de samenleving staan;

    • e.

      zich onthouden van handelingen of uitlatingen waarbij de Adviesraad of de gemeente in diskrediet wordt gebracht.

  • 3.

    Het lidmaatschap van de adviesraad is niet verenigbaar met:

    • a.

      Het lidmaatschap van de gemeenteraad;

    • b.

      Het lidmaatschap van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet, ingesteld door de gemeenteraad, het college of de burgemeester. Dit tenzij het gaat om een lidmaatschap van een commissie als bedoeld in artikel 84 Gemeentewet en deze commissie uitsluitend een adviserende functie heeft;

    • c.

      Een functie als werknemer in dienst van de gemeente Roerdalen;

    • d.

      Functies waarmee een mogelijke belangenverstrengeling kan plaatsvinden. Het College beslist in deze gevallen.

  • 4.

    Bij de samenstelling van de adviesraad wordt voor wat betreft kennis, ervaring en affiniteit gestreefd naar een evenredige verdeling van de leden over de betrokken wetten, te weten Wet maatschappelijke ondersteuning, Jeugdwet en Participatiewet .

Artikel 6. Benoeming en zittingsduur

  • 1.

    De leden van de adviesraad en de voorzitter worden benoemd, geschorst of (tussentijds) ontslagen door het college. Het college vraagt hierover om advies aan de adviesraad.

  • 2.

    De adviesraad kiest een secretaris uit zijn midden.

  • 3.

    De adviesraad kiest een penningmeester uit zijn midden.

  • 4.

    De leden van de adviesraad en de voorzitter worden benoemd voor een periode van vier jaar. Deze periode kan maximaal eenmaal verlengd worden.

  • 5.

    Een aftredend lid kan zich gedurende vier jaar niet opnieuw kandidaat stellen. Dit nadat dit lid een maximale zittingsduur van 8 jaar heeft gehad.

  • 6.

    Het lidmaatschap van de adviesraad eindigt:

    • a.

      door het verstrijken van de zittingsduur, volgens een vast te stellen schema;

    • b.

      door overlijden;

    • c.

      door tussentijds ontslag;

    • d.

      door het aanvaarden van een onverenigbare functie, zoals genoemd in artikel 5, derde lid;

    • e.

      door het niet langer voldoen aan de in artikel 5, tweede lid genoemde benoembaarheidseisen.

  • 7.

    Indien door het (nemen van) ontslag van een lid het minimaal aantal leden van 5 inclusief de voorzitter niet meer wordt bereikt heeft de Adviesraad maximaal 3 maanden om voor vervanging te zorgen. Lukt dit niet wordt de Adviesraad ontbonden.

Artikel 7. Integriteit

  • 1.

    Leden van de Adviesraad doen niets waardoor zij persoonlijk, dan wel in functie voordelen ondervinden van het lidmaatschap van de Adviesraad.

  • 2.

    De leden van de Adviesraad dragen er zorg voor dat belangen gemoeid met een functie die zij buiten de Adviesraad vervullen, niet verstrengeld raken met de belangen van de Adviesraad. De leden van de Adviesraad dragen er zorg voor dat ook de schijn van belangenverstrengeling niet wordt gewekt.

  • 3.

    Wanneer er sprake zou kunnen zijn van belangenverstrengeling of de schijn daarvan, stellen de leden van de Adviesraad het college in kennis van functies die zij buiten de Adviesraad vervullen.

  • 4.

    De leden van de Adviesraad stellen zich onpartijdig op. Zij brengen de Adviesraad als mede zijn leden en de gemeente op geen enkele wijze in diskrediet.

Artikel 8. Overleg

  • 1.

    De Adviesraad komt minimaal vier maal per jaar voor overleg bij elkaar. De Adviesraad kan besluiten tot meerdere overleggen per jaar. De vergaderingen van de Adviesraad zijn als regel openbaar. Er kan met gesloten deuren worden vergaderd. Dit wanneer ten minste drie van de aanwezige leden dit vorderen of de voorzitter het nodig acht.

  • 2.

    Ten minste tweemaal per jaar vindt een overlegvergadering plaats met de portefeuillehouder en de ambtelijke adviseur. De voorzitter van de Adviesraad zit de overlegvergadering voor, de secretaris zorgt voor een schriftelijk verslag op hoofdlijnen.

  • 3.

    De Adviesraad en het College hebben het recht onderwerpen op de agenda van de overlegvergadering te plaatsen.

Artikel 9. Taken voorzitter, secretaris en penningmeester

  • 1.

    Tot de taken van de voorzitter behoren onder meer:

    • a.

      het vaststellen van de agenda, in overleg met de secretaris en de ambtelijk adviseur voor de Adviesraad;

    • b.

      het bepalen van dag en uur van de vergadering;

    • c.

      het leiden van de vergadering;

    • d.

      het handhaven van de orde;

    • e.

      het geven van spreekrecht;

    • f.

      het schorsen en beëindigen van de vergadering;

    • g.

      het peilen van meningen, het meedelen van uitslagen van stemmingen en het vastleggen van een genomen besluit;

    • h.

      het mede zorg dragen voor de uitvoering van besluiten.

  • 2.

    Tot de taken van de secretaris behoren onder meer:

    • a.

      het openbaar bekendmaken van de agenda en andere publicaties;

    • b.

      het mede opstellen van de agenda;

    • c.

      het versturen van de agenda met bijbehorende stukken, aan de voorzitter, de leden van de Adviesraad en het College. Deze stukken dienen minimaal zeven werkdagen voor aanvang van de vergadering te zijn verstuurd.

    • d.

      het verstrekken van de benodigde informatie aan de voorzitter en de leden van de Adviesraad;

    • e.

      het bijwonen van de vergaderingen en zorgen voor het verslag en de besluitenlijst;

    • f.

      het verzenden van goedgekeurde verslagen en besluitenlijsten aan degenen genoemd in sub c;

    • g.

      het mede zorg dragen voor de uitvoering van besluiten;

    • h.

      het bewaken van en rapporteren over de voortgang en afhandeling van de uitgebrachte adviezen;

    • i.

      het (doen) voorzien in de secretariaatswerkzaamheden.

  • 3.

    Tot de taken van de penningmeester behoren onder meer:

    • a.

      het bewaken van het door de gemeente ter beschikking gestelde budget;

    • b.

      het toetsen en beoordelen van ingediende onkostendeclaraties;

    • c.

      de financiële verantwoording van ontvangen en uitgegeven middelen en deze jaarlijks overleggen met de ambtelijk adviseur.

Artikel 10. Faciliteiten

  • 1.

    Jaarlijks wordt ten behoeve van de Adviesraad in de begroting een budget opgenomen.

  • 2.

    Ten laste hiervan kunnen onder meer de volgende kosten worden gebracht:

    • a.

      jaarlijkse vergoeding voor de inzet;

    • b.

      kosten deskundigheidsbevordering;

    • c.

      reiskosten voor onder meer cursussen en bezoek vergaderingen buiten de gemeente;

    • d.

      kosten voor vergaderaccommodaties en –faciliteiten; evenals ruimten en faciliteiten voor de overige werkzaamheden;

    • e.

      websitekosten;

    • f.

      kosten van voorlichting en public-relations.

    • g.

      kosten binnen het door het College geaccordeerde budget moeten minimaal geaccordeerd worden door de voorzitter en de penningmeester.

  • 3.

    Het college kan nadere regels stellen met betrekking tot het voorgaande lid.

  • 4.

    De leden van de Adviesraad ontvangen een jaarlijkse vergoeding voor hun inzet. Het college zal de hoogte van de vergoeding jaarlijks vaststellen.

  • 5.

    De vergoeding wordt in twee termijnen uitbetaald.

  • 6.

    Op aanvraag van individuele leden kan afgezien worden van het uitbetalen van vergoedingen.

Artikel 11. Begroting en verslaglegging

  • 1.

    De Adviesraad dient een begroting in bij het college voor de geplande activiteiten voor het volgend jaar. Indiening gebeurt jaarlijks voor 1 oktober. In de begroting dient rekening te worden gehouden met het toegekende budget.

  • 2.

    De Adviesraad brengt aan het college inhoudelijk verslag uit van de activiteiten en bevindingen over het voorgaande jaar. Dit gebeurt jaarlijks voor 1 april. Daarbij wordt in een financieel verslag tevens verantwoording afgelegd over de besteding van het beschikbaar gestelde budget.

Artikel 12. Overige bepalingen

  • 1.

    De leden van de Adviesraad en de door de Adviesraad uitgenodigde personen zijn op verzoek van de voorzitter verplicht tot geheimhouding van al wat zij in de vergadering vernemen.

  • 2.

    Het besluit tot geheimhouding, alsmede de duur en de inhoud daarvan is vooraf kenbaar gemaakt. De geheimhoudingsplicht vervalt niet door beëindiging van het lidmaatschap van de Adviesraad.

  • 3.

    De leden van de Adviesraad zullen in de contacten met de gemeente Roerdalen noch voordelen noch nadelen ondervinden. Dit als gevolg van het lidmaatschap van de Adviesraad.

  • 4.

    De Adviesraad is niet bevoegd te adviseren inzake klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele cliënten betrekking hebben. Dit met uitzondering van de hierbij gehanteerde procedures en regelingen voor zover deze niet wettelijk zijn voorgeschreven.

  • 5.

    In gevallen waarin deze regeling niet voorziet of er geschillen zijn over de toepassing van de verordening beslist het College, gehoord de Adviesraad.

Artikel 13. Inwerkingtreding en intrekking

  • 1.

    De Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Roerdalen 2021 treedt in werking op 1 januari 2022.

  • 2.

    De Verordening Adviesraad Wmo en Participatiewet gemeente Roerdalen 2019 wordt per gelijke datum ingetrokken.

Artikel 14. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening Adviesraad Sociaal Domein gemeente Roerdalen 2021.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 11 november 2021.

De gemeenteraad van Roerdalen,

De griffier,

R.J.J. Notermans

De voorzitter,

mr. M.D. de Boer-Beerta

Naar boven