Gemeenteblad van Urk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Urk | Gemeenteblad 2021, 43084 | Beleidsregels |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Urk | Gemeenteblad 2021, 43084 | Beleidsregels |
Beleidsregel sluiting van openbare inrichtingen en voor publiek openstaande gebouwen
De burgemeester kan een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, of voor het publiek openstaande gebouwen en/of de daarbij behorende erven in bepaald gebied, in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid of als er naar zijn oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden voor een bepaalde duur geheel of gedeeltelijk sluiten.
De bevoegdheid om een gebouw of meerdere gebouwen te sluiten is ingrijpend en daarom een uiterst middel. Waar mogelijk moeten eerst andere mogelijkheden overwogen worden en toegepast worden om de criminele activiteiten en/of de zware overlast te beëindigen. Pas als dat niet mogelijk is of onvoldoende effect sorteert, kan tot sluiting worden overgegaan.
In situaties van een ordeverstoring, die concreet voorzienbaar is en een actuele dreiging vormt voor de ordelijke gang van zaken, biedt de Gemeentewet (artikel 174 lid 2) in eerste instantie uitkomst. Sluiting op grond van de Gemeentewet kan echter slechts voor een beperkte periode en bij (een dreiging van) ernstige verstoring van de openbare orde. Als langere sluiting is gewenst of wanneer sluiting op grond van de Gemeentewet niet mogelijk is, bieden artikelen 2:30 en 2:43 APV hiertoe de bevoegdheid.
Het doel van deze sluitingsbevoegdheid is het herstel van de openbare orde, de veiligheid of zedelijkheid door het weren en terugdringen van criminaliteit in en vanuit voor publiek openstaande gebouwen, alsmede het beëindigen van aanhoudende en ontoelaatbare overlast die niet met andere middelen afdoende kan worden bestreden.
Deze beleidsregel is niet bedoeld voor de aanpak van lichte vormen van overlast, zoals geluidsoverlast, vandalisme en vervuiling. Ook zijn deze bepalingen niet bedoeld voor de
aanpak van drugshandel en prostitutie. Daarvoor kan gebruik worden gemaakt van respectievelijk het Damoclesbeleid (artikel 13b Opiumwet) en hoofdstuk 3 van de APV.
De beleidsregel is opgebouwd aan de hand van de volgende principes:
De burgemeester heeft bij de besluitvorming over de te treffen maatregelen te allen tijde een inherente afwijkingsbevoegdheid. Afhankelijk van de ernst en de aard van de feiten en omstandigheden kan de burgemeester besluiten van een maatregel af te zien of te volstaan met een waarschuwing. De burgemeester kan echter ook besluiten stappen in het sanctiebeleid over te slaan. De burgemeester zal dit in het besluit expliciet motiveren.
Een bestuursrechteiljke handhavingsmaatregel moet, zoals aangegeven, voldoen aan de vereisten van proportionaliteit en subsidiariteit. Dat betekent dat een maatregel niet verder mag strekken dan noodzakelijk en dat het bestuursorgaan bij de keuze uit verschillende bevoegdheden geen zwaardere bevoegdheid gebruikt dan de concrete situatie vereist. Deze beginselen vereisen dat bij het toepassen van de sluitingsbevoegdheid onderscheid wordt gemaakt in de aard van de gedragingen die aanleiding zijn voor de sluiting. Welke maatregel wordt getroffen, hangt af van de gebeurtenis. Het ene incident is het andere niet. Daarom zijn de verschillende incidenten in twee categorieën ingedeeld:
Bij categorie 1 is sprake van criminele activiteiten die de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid aantasten en van ernstige verstoringen van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid (zoals ernstige gewelds- en zedendelicten). Bij deze categorie is er sprake van een gevaar voor de openbare orde en veiligheid.
Bij zeer ernstige verstoringen van de openbare orde worden andere (zwaardere) maatregelen opgelegd dan bij zware overlast en overtredingen die weliswaar onacceptabel zijn, maar geen direct gevaar opleveren voor de openbare orde.
Categorie 1 criminaliteit en ernstige verstoringen van de openbare orde
Criminele activiteiten en ernstige incidenten in en rondom openbare inrichtingen en voor publiek openstaande gebouwen vormen een gevaar voor de openbare orde en veiligheid waardoor handhavend optreden noodzakelijk is. Daartoe is een aantal incidenten en activiteiten opgenomen in het overzicht (zie verderop in deze beleidsregel) die in ieder geval aangemerkt worden als een gevaar voor de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat deze opsomming niet limitatief is.
Gelijksoortige incidenten of activiteiten die een grote impact hebben op de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid die nopen tot sluiting van een inrichting vallen hier ook onder. Op grond van de politie-informatie in de vorm van een rapportage en/of proces verbaal moet voldoende aannemelijk worden gemaakt dat de openbare orde en veiligheid in gevaar is of dat er andere misstanden hebben plaatsgevonden die nopen tot bestuurlijk optreden.
Doel van de sluiting is om de openbare orde te herstellen en/of om de loop naar het pand voor criminele activiteiten eruit te halen en daarmee herhaling te voorkomen. De naamsbekendheid van een pand voor dergelijke activiteiten moet worden doorbroken. De opgelegde sluiting wordt niet aan de persoon van ondernemer/eigenaar verbonden, maar aan het pand. Daarmee is er sprake van zogenaamde 'erfelijke belasting', opdat de activiteiten ook niet tijdelijk door een rechtsopvolger kunnen worden voortgezet.
Categorie 2 zware overlast en overtredingen waarbij geen sprake is van een direct gevaar voor de openbare orde
In voor publiek openstaande gebouwen en openbare inrichtingen wordt niet getolereerd dat er strafbare handelingen worden gepleegd of dat er aanhoudende ontoelaatbare overlast wordt veroorzaakt , anders dan in categorie 1 genoemd. Daartegen wordt opgetreden. Van ondernemers wordt verwacht dat zij ervoor zorgen dat in hun bedrijf geen illegale activiteiten plaatsvinden en dat zij het bedrijf op een bonafide en ordelijke manier exploiteren. Hierbij gaat het onder andere om het aanpakken van de volgende misstanden en overtredingen:
Geweldsdelicten (handgemeen, geen ernstig geweldsdelict)
Onder geweldsdelicten worden verstaan de situaties waarin een handgemeen of andere handelingen die hiermee te vergelijken zijn plaatsvinden in, of in de directe nabijheid van of vanuit de in deze beleidsregel bedoelde inrichtingen, voor zover geen sprake is van ernstige geweldsdelicten die onder categorie 1 vallen van deze beleidsregel.
Situaties waarbij uitsluitend sprake is van een overtreding in het kader van de Wet arbeid Vreemdelingen wordt als een categorie 2 overtreding aangemerkt.
De sluitingsbevoegdheid kan ook worden toegepast in bijzondere omstandigheden zoals bij ontoelaatbare overlastsituaties. Voorbeelden van ontoelaatbare overlast zijn onder andere het hard dichtslaan van portieren, geschreeuw of gelal, toeteren, wegscheurende gemotoriseerde voertuigen, geruzie, het ledigen van maag- of blaasinhoud in de omgeving van het gebouw of bedrijf. De overlast moet aanhoudend zijn en te herleiden tot het betreffende gebouw of bedrijf. Er moet onderscheid gemaakt worden met de effecten die redelijkerwijs van een openbare inrichting of een voor publiek openstaand gebouw moeten worden verwacht, zoals het geluid van het op normale wijze komen en gaan van bezoekers, al dan niet met gebruik maken van (gemotoriseerde) vervoermiddelen. Nog afgezien van het feit dat met de aanwezigheid van bepaalde bedrijven in planologisch opzicht rekening gehouden moet worden, kunnen op dit punt te treffen maatregelen worden opgenomen in een nadere eis op grond van de milieuregelgeving (Activiteitenbesluit Wet milieubeheer). Dit geldt ook voor geluidsoverlast veroorzaakt door muziek. Bij meldingen van overlast is het van belang een zo goed mogelijk feitelijk beeld te hebben van de situatie en de gebeurtenissen. In geval van (klachten over) overlast moet het volgende in ieder geval duidelijk zijn:
Het moet gaan om 'objectiveerbare' overlast, dat wil zeggen dat gemiddeld genomen ieder weldenkend mens dit als overlast zou beschouwen. Het gaat dus niet puur om de subjectieve beleving van een enkel individu. Er kan hiervoor worden gekeken of er meerdere melders zijn en of de meldingen elkaar ondersteunen;
Voornoemde criteria zullen ook toegepast worden voor andere situaties die aangemerkt kunnen worden als bijzondere omstandigheid. Het in deze beleidsregel opgenomen overzicht is dan ook niet limitatief bedoeld.
* Bij het overtreden van voorschriften met betrekking tot het in- en verkoopregister (artikelen 2:67 en 2:68 APV) is de beleidsregel handhaving helingbestrijding gemeente Urk van toepassing.
Duur van de sluiting: stappenplan
De burgemeester kan een openbare inrichting of een gebouw voor een bepaalde duur geheel of gedeeltelijk sluiten. In het kader van de handhaving is in deze beleidsregel aansluiting gezocht bij de handhavingsscenario 's van het Damoclesbeleid en het horeca sanctiebeleid van gemeente Urk. Het uitgangspunt van dit beleid is het twee stappenplan. Mits er geen sprake is van een spoedeisend belang wordt eerst een voornemen van de sluiting kenbaar gemaakt aan de belanghebbende. De belanghebbende kan hierop, conform artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een (mondelinge of schriftelijke) zienswijze geven, waarna een definitief besluit volgt.
Als een eigenaar/ondernemer verwijtbaar heeft gehandeld (de activiteiten zijn getolereerd, gefaciliteerd, aan deelgenomen etc.) is sprake van verzwarende omstandigheden. In die gevallen kunnen stappen van de onderstaande handhavingsmatrix worden overgeslagen. Dit is ook het geval bij excessen. Ook kan de burgemeester in verband met de proportionaliteit een tussenstap nemen in het stappenplan (zie categorie 2). Voornoemde afwijkingen zullen altijd gemotiveerd moeten worden.
De volgende stap uit het stappenplan wordt, behoudens verzwarende omstandigheden, genomen indien binnen twee jaar na het vorige incident nogmaals een incident plaatsvindt die valt binnen de categorieën van deze beleidsregel.
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid, of in geval van bijzondere omstandigheden, te zijner beoordeling, voor een of meer openbare inrichtingen tijdelijk andere dan de krachtens artikel 2.29 geldende sluitingstijden vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen.
De burgemeester kan een voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet, of voor het publiek openstaande gebouwen en/of de daarbij behorende erven in bepaald gebied, in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid of als er naar zijn oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden voor een bepaalde duur geheel of gedeeltelijk sluiten.
Een sluiting kan op aanvraag van belanghebbenden door de burgemeester worden opgeheven, wanneer later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven en naar zijn oordeel voldoende garanties aanwezig zijn, dat geen herhaling van de gronden die tot de sluiting hebben geleid, zal plaatsvinden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-43084.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.