Besluit van de gemeenteraad Ooststellingwerf over bindend adviesrecht, verplichte participatie en delegatie onder de Omgevingswet

 

 

Met het oog op de komst van de Omgevingswet heeft de gemeenteraad van Ooststellingwerf op 23 november 2021 het volgende besloten:

Gelet op artikel 16.15, 16.15a, 16.15b Omgevingswet en artikel 4.21 Omgevingsbesluit, artikel 16.55, zevende lid van de Omgevingswet, artikel 2.8 Omgevingswet, artikelen 10:13 tot en met 10:19 Algemene wet bestuursrecht, artikel 156 van de Gemeentewet;

 

Besluit

 

Gebruik te maken van onze adviesrol onder de Omgevingswet door:

  • 1.

    De lijst van buitenplanse omgevingsplanactiviteiten, zoals opgenomen in de bijlage, waarvoor bindend advies aan ons als gemeenteraad wordt gevraagd vast te stellen;

  • 2.

    Besluiten op aanvragen voor een omgevingsvergunning voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten die voorkomen in Bijlage II, artikel 4 van het Besluit omgevingsrecht, de kruimelgevallenlijst, te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders;

Gebruik te maken van de mogelijkheid tot het aanwijzen van gevallen voor verplichte participatie door:

  • 3.

    De lijst van buitenplanse omgevingsplanactiviteiten, zoals opgenomen in de bijlage, waarvoor participatie verplicht wordt gesteld vast te stellen;

Gebruik te maken van de mogelijkheid tot het aanwijzen van onderwerpen voor delegatie door:

  • 4.

    In de volgende situaties het vaststellen van delen van het omgevingsplan te delegeren aan het college van burgemeester en wethouders:

a) het aanpassen van het omgevingsplan conform een verleende omgevingsvergunning;

b) het aanpassen van het omgevingsplan ten gevolge van een door de gemeenteraad of college vastgesteld beleidsstuk;

c) het aanpassen van het omgevingsplan voor zover het binnen bestaande vastgestelde beleidskader past;

d) het aanpassen van het omgevingsplan voor gevallen die voorkomen op de kruimelgevallenlijst (Besluit omgevingsrecht, bijlage II, artikel 4);

e) het aanpassen van het omgevingsplan ten gevolge van door het rijk of de provincie opgelegde instructieregels;

f) het aanpassen van het omgevingsplan voor zover dat onder de wet ruimtelijke ordening als wijzigingsbevoegdheid in een bestemmingsplan opgenomen was;

g) het opnemen van nieuwe ontwikkelingen die onderdeel uitmaken van de categorieën waarvoor geen adviesrecht geldt.

  •  

  • 5.

    Deze besluiten uiterlijk twee jaar na inwerkingtreding van de Omgevingswet te evalueren;

  • 6.

    Dit besluit in werking te laten treden vanaf het moment dat de Omgevingswet in werking treedt.

 

Besloten in de openbare vergadering van 23 november 2021.

 

BIJLAGE

Categorieën van gevallen van buitenplanse omgevingsplanactiviteiten waarop het bindend adviesrecht van toepassing is en/of waarbij participatie verplicht is.

Onder de Omgevingswet is het college zonder tussenkomst van de raad bevoegd te beslissen op omgevingsvergunningaanvragen die afwijken van het omgevingsplan (buitenplanse omgevingsplanactiviteit, buitenplanse opa). In de plaats van de vvgb wordt een verzwaard, bindend adviesrecht voor de gemeenteraad geïntroduceerd. Om gebruik te kunnen maken van zijn adviesrol zal de raad moeten aangeven bij welke buitenplanse opa’s hij van dit adviesrecht gebruik wil maken

De gemeenteraad geeft alleen advies over buitenplanse opa’s, waarvan de raad heeft vastgelegd van het adviesrecht gebruik te willen maken. Als de gemeenteraad een negatief advies geeft, dan mag het college de omgevingsvergunning niet verlenen; het raadsadvies is bindend en moet door het college worden gevolgd.

Naast het aanwijzen buitenplanse omgevingsplanactiviteiten voor het adviesrecht, kan de gemeenteraad dergelijke activiteiten ook voor verplichte participatie aanwijzen. De initiatiefnemer zal in deze gevallen verplicht zijn aan participatie te doen, voorafgaand aan de vergunningaanvraag. Wanneer een initiatiefnemer dit bij een aangewezen geval niet doet, kan de aanvraag buiten behandeling worden gelaten. Participatie heeft als doel minder bezwaar en beroep op een initiatief op te roepen.

Omdat het zowel bij adviesrecht als verplichte participatie om buitenplanse omgevingsplanactiviteiten gaat, is er een gecombineerde lijst opgesteld. Deze is geldig vanaf het moment dat de Omgevingswet in werking treedt.

 

Adviesrecht

Verplichte participatie

  • 1.

    Wonen

1.1. Het bouwen van meer dan 15 woningen binnen de bebouwde kom, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met het omgevingsplan, een door de gemeenteraad vastgestelde (structuur)visie of vastgesteld beleidskader.

1.3. Het bouwen van meer dan 15 woningen binnen de bebouwde kom, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met het omgevingsplan, een door de gemeenteraad vastgestelde (structuur)visie of vastgesteld beleidskader.

1.2. Het bouwen van twee of meer woningen in het buitengebied.

1.4. Het bouwen van één of meer woningen in het buitengebied.

Toelichting:

1.2. Het buitengebied is het gebied dat volgens de provinciale verordening buiten het stedelijk gebied valt. In de provinciale verordening is opgenomen dat geen woningen in het buitengebied mogen worden toegevoegd.

 

Adviesrecht

Verplichte participatie

  • 2.

    Recreatie

2.1. Het vestigen van meer dan 15 standplaatsen bij agrarische bedrijven en voormalige agrarische bedrijven en ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone – recreatieve zone’ voor meer dan 25 standplaatsen.

2.4. Het vestigen van meer dan 15 standplaatsen bij agrarische bedrijven en voormalige agrarische bedrijven en ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone – recreatieve zone’ voor meer dan 25 standplaatsen.

2.2. Het vestigen van een voorziening voor recreatieve doeleinden, anders dan de onder 2.1. genoemde gevallen, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met een door de gemeenteraad vastgestelde (structuur)visie of vastgesteld beleidskader.

2.5. Het vestigen van een voorziening voor recreatieve doeleinden, anders dan de onder 2.1. genoemde gevallen, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met een door de gemeenteraad vastgestelde (structuur)visie of vastgesteld beleidskader.

2.3. Het uitbreiden van een functie voor recreatieve doeleinden, buiten de bebouwde kom, met meer dan 20% van de oppervlakte, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met een door de gemeenteraad vastgestelde (structuur)visie of vastgesteld beleidskader.

2.6. Het uitbreiden van een functie voor recreatieve doeleinden, buiten de bebouwde kom, met meer dan 20% van de oppervlakte, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met een door de gemeenteraad vastgestelde (structuur)visie of vastgesteld beleidskader.

Toelichting:

2.1. Het huidige bestemmingsplan/toekomstige tijdelijke omgevingsplan staat bij agrarische en voormalige agrarische bedrijven 15 standplaatsen toe. Ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone – recreatieve zone’ geldt dit voor 25 standplaatsen.

Definitie standplaats: een kavel die bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel.

2.2. In het bestemmingsplan zijn geen regels opgenomen voor recreatieve doeleinden voor een andere locatie dan een locatie met een recreatie bestemming of agrarische bedrijven/voormalige agrarische bedrijven. Deze categorie omvat gevallen binnen en buiten de bebouwde kom.

2.3. Dergelijke uitbreidingen binnen de bebouwde kom vallen niet binnen deze categorie. Buiten de bebouwde kom is het gebied dat volgens de provinciale verordening buiten het stedelijk gebied valt.

Adviesrecht

Verplichte participatie

  • 3.

    Bedrijvigheid

3.1. Het oprichten, veranderen of uitbreiden van een bedrijf in een zwaardere milieucategorie dan categorie 4, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met het omgevingsplan, een door de gemeenteraad vastgestelde (structuur)visie of vastgesteld beleidskader.

3.2. Het oprichten, veranderen of uitbreiden van bedrijvigheid in een zwaardere categorie dan het omgevingsplan toestaat.

Toelichting:

3.1. In de handreiking bedrijven en milieuzonering van de VNG is een lijst opgenomen die snel inzichtelijk maakt in welke milieucategorie een bedrijf ingedeeld zou kunnen worden. Voor dit instrument is in beeld gebracht welke richtafstanden aan de orde is voor de aspecten geluid, geur, stof en externe veiligheid. De milieucategorie wordt bepaald op de maatgevende grootste afstand. Bedrijven met een milieucategorie 4 hebben een relatief grote impact op de omgeving.

Adviesrecht

Verplichte participatie

  • 4.

    Maatschappelijk en Sport

4.1. Het vestigen van een voorziening voor educatieve-, sociale-, medische-, culturele-, levensbeschouwelijke-, sport en/of doeleinden, buiten de bebouwde kom, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met een door de gemeenteraad vastgestelde (structuur)visie of vastgesteld beleidskader.

4.2. Het vestigen en uitbreiden van een functie voor educatieve-, sociale-, medische-, culturele-, levensbeschouwelijke-, en/of sport doeleinden, met meer dan 20%, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met een door de gemeenteraad vastgestelde (structuur)visie of vastgesteld beleidskader.

Toelichting:

4.1. Buiten de bebouwde kom is het gebied dat volgens de provinciale verordening buiten het stedelijk gebied valt. Ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen vallen ook onder deze categorie.

4.2. Ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen vallen ook onder deze categorie.

Adviesrecht

Verplichte participatie

  • 5.

    (Duurzame en/of hernieuwbare) energie

5.1. Het realiseren van een zonnepark en windturbines, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met een door de gemeenteraad vastgestelde (structuur)visie of vastgesteld beleidskader en het omgevingsplan toestaat.

5.4. Het realiseren van een zonnepark of windturbines, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met een door de gemeenteraad vastgestelde (structuur)visie of vastgesteld beleidskader en het omgevingsplan toestaat.

5.2. Het opwekken en/of opslag van andere vormen van energie.

5.5. Het opwekken en/of opslag van andere vormen van energie.

5.3. Het winnen van koolwaterstoffen en de bijbehorende werkzaamheden.

5.6. Het winnen van koolwaterstoffen en de bijbehorende werkzaamheden.

Toelichting:

5.1. Kleinschalige individuele energieopwekking voor eigen gebruik (bijvoorbeeld zonnepanelen op huizen) valt daarbij buiten het adviesrecht van de gemeenteraad.

5.2. Het bindend adviesrecht wordt in dit geval alleen toegepast bij de opwek van energie door middel van niet duurzame energiebronnen. Definitie duurzame energie en hernieuwbare energie: energie waarover de mensheid voor onbeperkte tijd kan beschikken en waarbij, door het gebruik ervan, het leefmilieu en de mogelijkheden voor toekomstige generaties niet worden benadeeld.

Een vergistingsinstallatie is geen vorm van duurzame of hernieuwbare energie.

5.3. Definitie koolwaterstoffen: stoffen afkomstig van fossiele, ruwe olie die uit de aarde wordt gehaald. Koolwaterstoffen komen voor in gasvorm, vloeibare vorm en vaste vorm. Het betreft onder andere omgevingsvergunningen voor proefboringen en winningsplannen.

5.4. Kleinschalige individuele energieopwekking voor eigen gebruik (bijvoorbeeld zonnepanelen op huizen) valt daarbij buiten verplichte participatie evenals kleinschalige windturbines tot 15 meter.

Adviesrecht

Verplichte participatie

  • 6.

    Landbouw

6.1. Uitbreiding van het agrarische bouwvlak met meer dan 15%.

6.3. Uitbreiding van het agrarische bouwvlak met meer dan 15%.

6.2. Het bouwen van een vergistingsinstallatie, tenzij de aanvraag in overeenstemming is met het omgevingsplan.

6.4. Het bouwen van een vergistingsinstallatie.

Toelichting:

6.1. In het bestemmingsplan is een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid opgenomen om het bouwvlak met 10 % uit te breiden, bovenop de maximale grootte van 1,5 hectare van een bouwvlak. Er dient rekening gehouden te worden met de stikstofdepositie indien het agrarische bouwvlak wordt uitgebreid.

6.2. Er wordt gebruikt gemaakt van het adviesrecht (en verplichte participatie), indien niet aan de binnenplanse afwijkingsmogelijkheden van het omgevingsplan en de kruimelgevallenregeling kan worden voldaan.

Adviesrecht

Verplichte participatie

  • 7.

    Antenne

7.1. Het oprichten of veranderen van een antenne-installatie waarvan de hoogte met meer dan 25% van de toegestane hoogte toeneemt.

7.2. Het oprichten of veranderen van een antenne-installatie waarvan de hoogte in strijd is met het omgevingsplan.

Toelichting:

7.1. Momenteel zijn antennemasten in het bestemmingsplan Buitengebied in de algemene afwijkingsregels opgenomen. De nota ‘antennes en zendmasten beleid gemeente Ooststellingwerf’ heeft betrekking op (het plaatsen van) masten en antennes met een totale hoogte tot 40 meter. Voor (het plaatsen van) masten van 40 meter en hoger dient een vergunning buitenplanse omgevingsplanactiviteit te worden aangevraagd (met ruimtelijke onderbouwing).

Adviesrecht

Verplichte participatie

  • 8.

    Gevoelige onderwerpen

8.1. Indien – naar mening van het college – sprake is van een initiatief dat voor maatschappelijke onrust kan zorgen of anderszins politiek gevoelige initiatieven.

Toelichting:

8.1. De onderwerpen van deze lijst zijn niet uitputtend. Er zullen zich gevallen voordoen, welke voorheen niet in te schatten waren, maar waarbij het college toch graag het advies van de gemeenteraad inwint.

Het is in tegenstelling tot het adviesrecht niet mogelijk om de categorie ‘gevoelige onderwerpen’ op te nemen op de lijst voor verplichte participatie. Omdat niet scherp te maken is om welke gevallen het concreet zal gaan, kan niet bij voorbaat participatie verplicht worden gesteld.

Adviesrecht

Verplichte participatie

9. Infrastructurele projecten

9.1. Het aanleggen/bouwen van infrastructurele (kunst)werken.

Toelichting:

9.1. Dit is alleen van toepassing wanneer de gemeente het bevoegd gezag is.

Naar boven