Eerste wijziging van de Subsidieregeling voorschoolse educatie Voorschoten 2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Voorschoten,

 

overwegende dat:

 

  • -

    uit de Jeugdwet volgt dat de gemeente de wettelijke taken voor de jeugdhulp uitvoert en samen met het voorschoolse onderwijs verantwoordelijk is voor het versterken van preventie en het vroegtijdig onderkennen van ondersteuningsvragen.

  • -

    de wet Kinderopvang volgt dat de verantwoordelijkheid voor de opvang van peuters van ouders, die niet in aanmerking komen voor de Kinderopvangtoeslag van het Rijk, bij de gemeente ligt;

  • -

    door het Rijk en de VNG bestuursafspraken zijn gemaakt om zich gezamenlijk in te zetten voor toegankelijke voorschoolse voorzieningen en een groter bereik van peuters, met als doel dat alle peuters naar een voorschoolse voorziening kunnen gaan.

  • -

    aan bestaande en nieuwe kinderopvangorganisaties de mogelijkheid wordt geboden om per 2021 een subsidieaanvraag in te dienen voor peuteropvang.

  • -

    er aanleiding is om nadere regels vast te stellen over de subsidieverlening voor deelname aan peuteropvang en voorschoolse educatie (VE);

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Voorschoten 2019;

 

besluit vast te stellen de volgende Eerste wijziging van de Subsidieregeling voorschoolse educatie Voorschoten 2020:

ARTIKEL I

Artikel 1 wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

 

Artikel 1. Begripsbepalingen

 

In deze regeling wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Aanvrager: de aanbieder van een LRK geregistreerde voorschoolse voorziening, die voorschoolse educatie aanbiedt;

  • b.

    College: college van burgemeester en wethouders van Voorschoten;

  • c.

    Doelgroep: peuters in de leeftijd van 2 jaar en 6 maanden tot 4 jaar, die een taal-, rekenkundige-, sociaal-emotionele en/of motorische achterstand hebben of een achterstand dreigen te krijgen;

  • d.

    Inkomensafhankelijke de eigen bijdrage voor peuteropvang die ouders voor de bijdrage eerste 8 uur per week betalen en die inkomensafhankelijk is conform het Besluit kinderopvangtoeslag;

  • e.

    Indicatie VE aanbod: een door JGZ (consultatiebureau) afgegeven indicatie, dat een peuter aan de voorwaarden voldoet om voor een VE aanbod van 16 uur in aanmerking te komen;

  • f.

    JGZ: jeugdgezondheidszorg;

  • g.

    KOT ouders: ouders die een beroep kunnen doen op de kinderopvangtoeslagregeling in het Besluit kinderopvangtoeslag;

  • h.

    LRK: het Landelijke Register Kinderopvang van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap met gegevens van alle geregistreerde en gecontroleerde kinderopvangvoorzieningen in Nederland;

  • i.

    Niet-KOT ouders: ouders die geen beroep kunnen doen op de kinderopvangtoeslagregeling in het Besluit kinderopvangtoeslag;

  • j.

    NJI: Nederlands Jeugdinstituut.

  • k.

    Ouder: de persoon met ouderlijk gezag;

  • l.

    Peuter: een kind in de leeftijd van 2 jaar en 6 maanden tot 4 jaar;

  • m.

    Peuteropvang: een kortdurende, laagdrempelige voorziening waar peuters in groepsverband in hun ontwikkeling gestimuleerd worden door middel van spel en gerichte activiteiten (spelen, ontmoeten, ontwikkelen). Deze voorziening heeft een vroegtijdige signaleringsfunctie, biedt desgewenst aan kwetsbare peuters een passend aanbod en is geregistreerd in LRK;

  • n.

    Peuteropvangplaats: een kindplaats met een omvang van 8 uur per week regulier verdeeld over twee dagdelen van 4 uur bij een aanbieder van peuteropvang;

  • o.

    Peuteropvangplaats een aanbod van 8 uur per week (verdeeld over aanvullend aanbod: 2 dagdelen van 4 uur) aanvullend op de reguliere uren zoals aangeven onder peuteropvang.

  • p.

    Subsidie: een bedrag dat aan de aanvrager beschikbaar wordt gesteld ten gunste van de ouders;

  • q.

    Voorschoolse educatie: de peuteropvang dat voldoet aan het “Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie” voor de leeftijd van 2 en 6 maanden tot 4 jaar.

  • r.

    Voorschoolse voorziening: een voorziening voor peuteropvang die aan de geldende wettelijke eisen voldoet en ingeschreven staat in het Landelijk Register Kinderopvang;

  • s.

    Wko: Wet kinderopvang.

ARTIKEL II

Artikel 5 wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

 

Artikel 5. Subsidiehoogte

 

De aanvrager ontvangt subsidie van de gemeente voor de uitvoering van peuteropvang. De subsidie bestaat uit een bijdrage per geplaatste peuter.

 

  • Alle ouders betalen een ouderbijdrage volgens een vast uurtarief.

  • De gemeente betaalt het verschil tussen het landelijke tarief kinderopvangtoeslag in het jaar waarvoor de aanvraag is gedaan en de werkelijke kostprijs van de kinderopvang met een VE-programma tot een maximum bedrag van €1,- per uur.

  • Ouder(s) van reguliere peuters met toeslagaanspraak krijgen 8 uur kinderopvang (VE) betaald via de kinderopvangtoeslag.

  • Ouder(s) van reguliere peuters zonder toeslagaanspraak krijgen 8 uur kinderopvang (VE) en betalen aan de hand van een inkomensafhankelijke ouderbijdragetabel. Deze tabel is opgesteld op basis van het vaste uurtarief en gebaseerd op de 'vng adviestabel ouderbijdragepeuterwerk 2021' / 'vng adviestabel ouderbijdragepeuterwerk 2022'

  • Ouder(s) van doelgroeppeuters met toeslagaanspraak krijgen 16 uur kinderopvang (VE), waarvan 8 uur door de gemeente wordt bekostigd en 8 uur via de kinderopvangtoeslag.

  • Ouder(s) van doelgroeppeuters zonder toeslag aanspraak krijgen 16 uur kinderopvangtoeslag (VE), waarvan 8 uur door de gemeente wordt bekostigd en 8 uur betalen de ouders aan de hand van een inkomensafhankelijke ouderbijdragetabel. Deze tabel is opgesteld op basis van het vaste uurtarief en gebaseerd op de 'vng adviestabel ouderbijdragepeuterwerk 2021' / 'vng adviestabel ouderbijdragepeuterwerk 2022'.

ARTIKEL II

Artikel 6 wordt gewijzigd en komt te luiden als volgt:

 

Artikel 6. Subsidieplafond en verdeling

 

  • 1.

    Het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2021 bedraagt €250.000,-.

  • 2.

    Het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2022 bedraagt €250.000.

  • 3.

    Indien er meer peuteropvangplekken worden aangevraagd dan volgens budget beschikbaar is, wordt de subsidie naar rato van de kindplaatsen die in de subsidieaanvraag zijn opgenomen verdeeld tussen de aanvragers.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders

op 23 november 2021.

de gemeentesecretaris,

A.R. de Graaf

de burgemeester,

drs. N. Stemerdink

Naar boven