2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
2.3.1
|
Bouwactiviteiten
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
3,53%
|
|
van de bouwkosten, met een minimum van:
|
€ 116,20
|
|
|
|
2.3.2
|
Aanlegactiviteiten
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, wordt het tarief berekend conform onderdeel 2.3.1;
|
|
|
daarbij wordt voor de bouwkosten, de aanlegkosten gehanteerd.
|
|
|
|
|
2.3.3
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.3.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
1%
|
|
van de bouwkosten, met een maximum van:
|
€ 348,60
|
2.3.3.2a
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking), waarbij er geen sprake is van het toevoegen van de functie wonen:
|
1%
|
|
van de bouwkosten, met een maximum van:
|
€ 464,80
|
2.3.3.2b
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking), waarbij er sprake is van het toevoegen van de functie wonen:
|
€3.573,15
|
2.3.3.2b.1
|
plus voor elke aan de woningvoorraad toegevoegde woning:
|
€ 464,80
|
2.3.3.2b.2
|
tot een maximum van:
|
€7.146,30
|
2.3.3.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€7.146,30
|
2.3.3.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 348,60
|
2.3.3.5
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 348,60
|
2.3.3.6
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 348,60
|
2.3.3.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 348,60
|
|
|
|
2.3.4
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.4.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 406,70
|
2.3.4.2a
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking), waarbij er geen sprake is van het toevoegen van de functie wonen:
|
€ 522,90
|
2.3.4.2b
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking of tijdelijke afwijking), waarbij er sprake is van het toevoegen van de functie wonen:
|
€3.602,20
|
2.3.4.2b.1
|
plus voor elke aan de woningvoorraad toegevoegde woning:
|
€ 464,80
|
2.3.4.2b.2
|
tot een maximum van:
|
€7.204,40
|
2.3.4.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking):
|
€7.204,40
|
2.3.4.4
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 406,70
|
2.3.4.5
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 406,70
|
2.3.4.6
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 406,70
|
2.3.4.7
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 406,70
|
|
|
|
2.3.5
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.5.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.5.1.1
|
categorie 1, zijnde 0 t/m 100 m2:
|
€ 570,03
|
2.3.5.1.2
|
categorie 2, zijnde 101 t/m 500 m2:
|
€ 403,67
|
|
verhoging per m2:
|
€ 1,78
|
2.3.5.1.3
|
categorie 3, zijnde 501 t/m 2.000 m2:
|
€ 949,27
|
|
verhoging per m2:
|
€ 0,65
|
2.3.5.1.4
|
categorie 4, zijnde 2.001 t/m 5.000 m2:
|
€1,898,54
|
|
verhoging per m2:
|
€ 0,17
|
2.3.5.1.5
|
categorie 5, zijnde 5.001 t/m 50.000 m2:
|
€2.491,83
|
|
verhoging per m2:
|
€ 0,03
|
2.3.5.1.6
|
categorie 6, zijnde meer dan 50.000 m2:
|
€3,797,07
|
|
verhoging per m2:
|
€ 0,01
|
2.3.5.2
|
Indien een aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.5.1 betrekking heeft op het tijdelijk gebruik van een bouwwerk ten behoeve van een evenement (gebruiksduur maximaal 4 weken), bedraagt het legestarief:
|
10%
|
|
van het vermelde legestarief in 2.3.5.1.
|
|
2.3.5.3
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een vergunning als bedoeld in 2.3.5.1 betrekking heeft op een wijziging, dan wel uitbreiding van een vergunning, bedraagt het legestarief, indien het betreft:
|
|
2.3.5.3.1
|
uitbreiding van het gebouwde inrichting, met dien verstande dat de uitbreiding tenminste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat:
|
|
|
het legestarief vermeld in 2.3.5.1,
|
|
|
met dien verstande dat de leges uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding;
|
|
2.3.5.3.2
|
herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van het gehele gebouw/de gehele inrichting dan wel een deel van het gebouw/de inrichting, met dien verstande dat deze aanpassing tenminste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat:
|
50%
|
|
van het legestarief vermeld in 2.3.5.1
|
|
|
met dien verstande dat de leges uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de aanpassing;
|
|
2.3.5.4
|
Een verklaring van overdracht van gebruiksvergunning als bedoeld in artikel 2.11.1 van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken aan de nieuwe gebruiker:
|
€ 58,10
|
|
|
|
2.3.6
|
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of de gemeentelijk Erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.6.1
|
als het een rijksmonument betreft:
|
€ 290,50
|
2.3.6.2
|
als het een provinciaal of gemeentelijk monument betreft:
|
€ 0,00
|
|
|
|
2.3.7
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 0,00
|
|
|
|
2.3.8
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderde het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 290,50
|
|
|
|
2.3.9
|
Uitweg/inrit
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 116,20
|
|
|
|
2.3.10
|
Kappen
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 58,10
|
|
|
|
2.3.11
|
Opslag van roerende zaken
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de gemeente, waarvoor op grond van artikel 2.10A, lid 2 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
a. tot en met 15 m2:
|
€ 58,10
|
|
b. meer dan 15 m2 tot en met 100 m2:
|
€ 116,20
|
|
c. meer dan 100 m2:
|
€ 290,50
|
|
Hierbij wordt de oppervlakte berekend aan de hand van de horizontale projectie van de betreffende voorwerpen dan wel, indien afgebakend, het totaal van het afgebakende gebied.
|
|
|
|
|
2.3.12
|
Natura 2000-activiteiten
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit), in het kader waarvan een andere instantie advies moet uitbrengen, worden deze kosten in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager.
|
|
|
|
|
2.3.13
|
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit), in het kader waarvan een andere instantie advies moet uitbrengen, worden deze kosten in zijn geheel doorberekend aan de aanvrager.
|
|
|
|
|
2.3.14
|
Andere activiteiten
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.14.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 232,40
|
2.3.14.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.14.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als deze activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 232,40
|
2.3.14.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
2.3.14.3
|
Procedure hogere grenswaarde
|
|
2.3.14.3.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning alleen kan worden verleend na vaststelling van hogere grenswaarden als bedoeld in de Wet geluidhinder, worden de leges als bedoeld in 2.3.1, 2.3.3 en 2.3.4, verhoogd met:
|
€ 431,70
|
2.3.14.3.2
|
Wanneer deze zgn. procedure hogere grenswaarden wordt gevolgd op basis van een herziening van het bestemmingsplan, blijft de berekening van de te heffen leges buiten beschouwing.
|
|
|
|
|
2.3.15
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.15.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
|
|
2.3.15.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
|
|
2.3.16
|
<gereserveerd>
|
|
|
|
|
2.3.17
|
Advies
|
|
2.3.17.1
|
Extra welstandstoets
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:
|
|
2.3.17.1.1
|
voor bouwkosten tot € 25.000,00:
|
€ 50,00
|
2.3.17.1.2
|
voor bouwkosten van € 25.000,00 tot € 2.000.000,00
|
2,0‰
|
|
van de bouwkosten;
|
|
2.3.17.1.3
|
voor bouwkosten van € 2.000.000,00 en hoger:
|
€4.000,00
|
2.3.17.1.4
|
de legeskosten worden naar boven afgerond op € 5,00
|
|
|
|
|
2.3.17.2
|
Monumentencommissie
|
|
|
Indien ten behoeve van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, een advies van de monumentencommissie dient te worden beoordeeld, wordt het in onderdeel 2.3.1 berekende bedrag verhoogd met:
|
€ 290,50
|
2.3.17.3
|
<gereserveerd>
|
|
|
|
|
2.3.17.4
|
Beoordeling
milieukundig / archeologisch
bodemrapport
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een milieukundig of archeologisch bodemrapport dient te worden beoordeeld,
|
|
2.3.17.4.1
|
voor particuliere bouw:
|
€ 464,80
|
2.3.17.4.2
|
voor bedrijfslocaties:
|
€ 929,60
|
2.3.17.4.3
|
voor uitsluitend een historisch onderzoek:
|
€ 232,40
|
|
|
|
2.3.17.5
|
Beoordeling akoestisch onderzoeksrapport
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien ten behoeve van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, een akoestisch onderzoeksrapport dient te worden beoordeeld:
|
€ 813,40
|
|
|
|
2.3.17.6
|
Beoordeling luchtkwaliteit
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien ten behoeve van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, een advies in het kader van de luchtkwaliteit dient te worden beoordeeld:
|
€ 464,80
|
|
|
|
2.3.17.7
|
Beoordeling externe veiligheid
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien ten behoeve van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, een advies in het kader van de externe veiligheid dient te worden beoordeeld:
|
€ 464,80
|
|
|
|
2.3.17.8
|
Verplicht advies agrarische commissie
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie wordt beoordeeld:
|
€ 760,00
|
|
|
|
2.3.17.9
|
Overig advies
|
|
2.3.17.9.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning:
|
|
|
het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.17.9.2
|
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.17.9.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
2.3.18
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.18.1
|
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.18.1.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 406,70
|
2.3.18.1.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.18.2
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.19
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de verschillende onderdelen van dit hoofdstuk, bedraagt het tarief, indien de in de betreffende onderdelen bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de (bouw)activiteit:
|
110%
|
|
van de op grond van de betreffende onderdelen verschuldigde leges.
|
|