Gemeenteblad van Bodegraven-Reeuwijk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bodegraven-Reeuwijk | Gemeenteblad 2021, 422578 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Bodegraven-Reeuwijk | Gemeenteblad 2021, 422578 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere regels subsidies peuteropvang en voorschoolse educatie 2022
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk;
gelet op titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 2.2 van de Algemene subsidieverordening Bodegraven-Reeuwijk 2011;
vast te stellen de volgende Nadere regels subsidies Peuteropvang en Voorschoolse Educatie 2022 met inbegrip van de daarbij behorende bijlagen.
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
Houder: de rechtspersoon aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet toebehoort, waarbij onder ‘onderneming’ wordt begrepen een in Bodegraven-Reeuwijk gevestigde locatie voor kinderopvang waar peuteropvang wordt uitgevoerd en die in het LRK staat geregistreerd als kinderdagverblijf.
Peuterplek regulier: plek van één of twee dagdelen per week voor peuters vanaf 2 jaar en 6 maanden tot het moment waarop zij uitstromen naar de basisschool, gedurende maximaal 480 uur in 18 maanden. De plek bevindt zich op een kinderopvanglocatie die in het LRK staat geregistreerd als VVE gecertificeerd.
Peuterplek VVE: plek voor doelgroeppeuters vanaf 2 jaar en 6 maanden tot het moment waarop zij uitstromen naar de basisschool, gedurende maximaal 960 uur in 18 maanden (gemiddeld 16 uur per week). De plek bevindt zich op een kinderopvanglocatie die in het LRK staat geregistreerd als VVE gecertificeerd.
VVE (voor- en vroegschoolse educatie): hier opgevat als peuteropvang voor kinderen vanaf 2 jaar en 6 maanden tot het moment waarop zij naar de basisschool uitstromen, waarin via een VVE-programma op gestructureerde en samenhangende wijze activiteiten worden aangeboden gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen op het gebied van rekenen, taal, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Artikel 2. Voorwaarden voor uitvoering VVE
Een subsidieaanvraag kan enkel worden ingediend door een houder.
Artikel 5. Bij de subsidieaanvraag in te dienen gegevens
Bij aanvragen van houders die in de voorafgaande subsidieperiode geen subsidie voor Peuteropvang hebben ontvangen en bij aanvragen voor nieuwe, nog niet eerder gesubsidieerde locaties, van houders die in de voorafgaande periode wel subsidie ontvingen, moeten, indien sprake is van een VVE-aanvraag, de VVE-certificaten van de pedagogisch medewerkers van de peuteropvanglocaties waarvoor subsidie wordt aangevraagd worden aangeleverd.
Artikel 7. Hoogte van de subsidie
Het college subsidieert de VVE met een maximum van € 9,95[1] per uur minus de inkomensafhankelijke ouderbijdrage.
Het definitieve subsidiebedrag wordt na afloop van de subsidieperiode, op basis van de gegevens uit de eindrapportage van de houder, inclusief het ingevulde Format Eindrapportage Peuteropvang 2022, door het college vastgesteld. Deze vaststelling vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette peuterplekken, doch maximaal het aantal beschikbaar gestelde uren (daaronder wordt hier begrepen het aantal afgenomen uren per werkelijk bezette peuterplek (regulier en VVE), het werkelijk gehanteerde uurtarief, het aantal doelgroeppeuters waarvoor (naar rato) het VVE-jaarbedrag wordt ontvangen en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen) en kan een terugvordering tot gevolg hebben als houder minder bezette peuterplekken heeft gerealiseerd dan het aantal waarop de hoogte van de subsidieverlening was gebaseerd.
Voortvloeiend uit het eerste lid wordt per kwartaal gemonitord welke aantallen VVE en reguliere peuteropvang worden aangeboden. Hiervoor gelden de data 1 januari, 1 april, 1 juli en 1 oktober. Per datum dient de subsidie ontvangende organisatie binnen 2 werkweken na de hier genoemde data de actuele cijfers over VVE plekken en regulier plekken aan de gemeente te overleggen. Zo nodig vindt er overleg plaats tussen de gemeente en betrokken organisaties, naar aanleiding van deze rapportages.
Artikel 9. Voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen
Bij VVE- aanvragen wordt subsidie uitsluitend verstrekt aan houders die voldoen aan de voorwaarden uit het kwaliteitskader VVE ten aanzien van VVE-certificering, taalniveau van de pedagogisch medewerkers, het gebruik van een gecertificeerd volgsysteem plus warme overdracht van doelgroeppeuters en samenwerking met één of meer basisscholen.
Onverminderd de weigeringsgronden als bedoeld in Hoofdstuk 4 van de Algemene subsidieverordening Bodegraven-Reeuwijk 2011 en de subsidievoorwaarden als opgenomen in deze nadere regels, kan de subsidie in ieder geval worden geweigerd indien voor één van de vestigingen van de houder in de gemeente Bodegraven-Reeuwijk vanaf het moment van subsidieaanvraag tot het moment van subsidieverlening bestuursrechtelijke handhaving van kracht is of wordt.
Artikel 10. Toetsing recht op een gesubsidieerde peuterplek
Voor het toetsen of een peuter in aanmerking komt voor een gesubsidieerde peuterplek dient de houder vast te stellen of ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag. Dit doet de houder aan de hand van de Verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag in combinatie met een inkomensverklaring van beide ouders 2021 (zie Bijlage 2).
Indien het verwachte verzamelinkomen over 2022 wijzigt ten opzichte van het verzamelinkomen dat is aangegeven op de Inkomensverklaring(en) over 2021 dient deze verklaring aangevuld te worden met documenten waaruit de hoogte van het verwachte verzamelinkomen over 2022 blijkt. Dit kunnen zijn: salarisstrook, uitkeringsspecificatie, werkgeversverklaring, verklaring van schuldsanering etc. Uit de documenten dient te blijken dat de inkomenswijziging structureel is, en in ieder geval geldt voor de maand voorafgaand aan plaatsing op een peuterplek.
De hoogte van de ouderbijdrage wordt door de houder bepaald op basis van het verwachte verzamelinkomen over 2021. Dit verwachte inkomen wordt bepaald aan de hand van de door ouders te overleggen Inkomensverklaring als bedoeld in artikel 10, eerste lid , over 2021 en eventueel aanvullende documenten zoals genoemd in artikel 10, tweede lid.
Voor de VVE betaalt een ouder:
met recht op kinderopvangtoeslag: gedurende de gehele VVE periode (2 jaar en 6 maanden tot 4 jaar) maximaal de helft van 960 uur. Bij 40 weken peuteropvang per jaar is dat 8 uur van 16 uur aanbod. Betaald wordt het fiscaal maximum aan de aanbieder (€ 8,50). Kinderopvangtoeslag wordt terug gevraagd bij de belastingdienst.
Artikel 12. De subsidieverlening
Indien gedurende de periode waarop de subsidieverlening betrekking heeft voor de betreffende peuteropvanglocatie bestuursrechtelijke handhaving van kracht wordt, kan dat het herzien of intrekken van het besluit tot subsidieverlening tot gevolg hebben en kan de subsidie geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.
Indien gedurende de periode waarop de subsidieverlening betrekking heeft tijdens controle door gemeente, GGD en/of onderwijsinspectie blijkt dat de betreffende peuteropvanglocatie niet voldoet aan de voorwaarden uit het Kwaliteitskader VVE, wordt van de houder verwacht dat aantoonbare inspanningen worden gepleegd om in de subsidieperiode wel aan de voorwaarden te gaan voldoen. Indien deze inspanningen niet worden gepleegd, kan dat het herzien of intrekken van het besluit tot subsidieverlening tot gevolg hebben en kan de subsidie geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.
Houders die subsidie ontvangen zijn verplicht om uiterlijk op de datum van de start van de te subsidiëren activiteiten op hun website een overzicht van de geldende ouderbijdragen per inkomensgroep en per soort peuterplek, die voor de betreffende peuteropvanglocatie gelden, te publiceren. Indien houder niet aan deze verplichting voldoet, kan dat het herzien of intrekken van het besluit tot subsidieverlening tot gevolg hebben en kan de subsidie geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.
Artikel 13. Verantwoording subsidie
Voor subsidies tot € 125.000 geldt dat het college bij houder nadere gegevens kan opvragen om de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie conform de opgelegde voorwaarden te controleren. Daartoe is houder is verplicht de het college desgewenst inzage te geven in diens administratie betreffende onder meer:
Artikel 14. Vaststelling subsidie
De vaststelling van de subsidie vindt plaats door toepassing van de formules uit artikel 7, derde lid op de informatie uit de eindrapportage zoals genoemd in artikel 13 , eerste lid.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen van deze nadere regels, indien toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Deze nadere regels treden in werking op de eerste dag na de dag van bekendmaking.
Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels subsidies peuteropvang en voorschoolse educatie 2022.
Burgemeester en wethouders van Bodegraven-Reeuwijk,
[1] In dit bedrag is inbegrepen € 1,45 per uur voor het leveren van de basiskwaliteit VVE per 2022 uitgaande van HBO opgeleide groepsleiding.
Bijlage 1 VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2022
De VNG Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2022 kunt u gebruiken om voor de gesubsidieerde peuteropvang een inkomensafhankelijke tariefstelling vast te stellen.
Adviestabel ouderbijdrage peuteropvang 2022
Via deze link is een hulpmiddel beschikbaar om het toetsingsinkomen vast te stellen:
https://www.belastingdienst.nl/rekenhulpen/toetsingsinkomen/
Bijlage 2 Verklaring Geen recht op kinderopvangtoeslag
Hierbij verklaar ik geen recht te hebben op de kinderopvangtoeslag zoals bedoeld in artikel 1.1. van de Wet kinderopvang.
Dit verklaar ik door het bijgevoegde Inkomensverklaring[1].
Naam kind dat gaat deelnemen aan peuteropvang:
Alleen invullen indien afwijkend van gegevens ouder/verzorger:
Toelichting bij verklaring Kinderopvangtoeslag
Een ouder die geen recht heeft op de kinderopvangtoeslag zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Wet Kinderopvang kan bij gebruik van peuteropvang in aanmerking komen voor ‘de gemeentelijke regeling’. De ouder dient middels de ‘verklaring geen recht op kinderopvangtoeslag’ en een Inkomensverklaring (voorheen IB60-formulier) aan de peuteropvangaanbieder en aan gemeente te verklaren dat ze geen recht heeft op kinderopvangtoeslag.
Kinderopvangtoeslag is een tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang via de Belastingdienst. U komt in aanmerking voor kinderopvangtoeslag wanneer er sprake is van:
Kinderopvangtoeslag vraagt u aan bij de belastingdienst . Via de site van de belastingdienst onder toeslagen kunt u ook een proefberekening maken.
Tegemoetkoming voor ouder(s)/verzorger(s) met een eigen onderneming
Zelfstandig ondernemers komen ook in aanmerking voor kinderopvangtoeslag volgens de Wet Kinderopvang. Ook de ouder, die zonder enige vergoeding arbeid verricht in de onderneming van de partner in de zin van art. 3.78 van de Wet Inkomstenbelasting 2001. Dit artikel gaat over de meewerkaftrek, die geldt als de partner meer dan 525 uur per jaar meewerkt. Als de man dus een onderneming heeft en de vrouw (of andersom) minimaal 525 uur per jaar meewerkt, voldoen ze beiden aan de criteria voor de Wet Kinderopvang, hebben ze dus recht op een tegemoetkoming van de belastingdienst en kan er dus geen gebruikgemaakt worden van de ‘gemeentelijke regeling’.
Hoe kom ik in aanmerking voor ‘de gemeentelijke regeling’?
Een ouder/verzorger dient aan te tonen dat er geen recht is op de kinderopvangtoeslag. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als u geen of niet allebei een inkomen heeft. U kunt dit op een aantal manieren aantonen. Het meest eenvoudige is om een inkomensverklaring aan te vragen bij de Belastingdienst. Voorwaarde hiervoor is wel dat u een belastingaangifte ingediend heeft.
Wat is een Inkomensverklaring?
Een inkomensverklaring (voorheen IB60-fomulier) is in feite bedoeld om (overheids)instanties, die geen inzage hebben in de inkomensgegevens van burgers, te informeren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een woningstichting die graag wil weten hoeveel inkomen iemand heeft om vast te kunnen stellen of iemand voor een bepaalde huurwoning in aanmerking komt. Indien een belastingplichtige een beroep doet op een dergelijke inkomensafhankelijke regeling van een (overheids)instantie dan wenst zij een overzicht waarop de inkomensgegevens van de belastingplichtige staat. Hij kan zich in dit geval wenden tot de Belastingdienst met het verzoek een inkomensverklaring te ontvangen. De Inkomensverklaring moet aangevraagd worden voor de ouder die geen inkomen heeft, maar deze moet dus wel, eventueel via de partner, een aangifte ingediend hebben.
[1] Een inkomensverklaring kunt u kosteloos opvragen bij de belastingdienst via 0800-0543
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-422578.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.