Artikel I Nadere regels
- A.
In Deel 2 Sectoren en Beleidsvelden en Hoofdstuk 1 Werk en Inkomen komt na paragraaf 1.2 aansluitend op artikel 1.11 een nieuwe paragraaf 1.3 luidende als volgt:
Paragraaf 1.3 Subsidieregeling voormalige vergoeding ouderbijdrage schoolfonds
Artikel 1.12 Begripsbepalingen
Schoolbestuur: Het eindverantwoordelijke orgaan voor de beslissingen die in verband met de school worden genomen over het onderwijs.
Vrijwillige ouderbijdrage: een vrijwillige financiële bijdrage van ouders aan de school van hun kind. Het schoolbestuur stelt vast hoe hoog deze bijdrage is. Het schoolbestuur bepaalt ook waaraan de school de ouderbijdrage besteedt. Het geld wordt gebruikt voor activiteiten of materialen die niet bij het verplichte lesprogramma horen.
Artikel 1.13 Doel van de regeling
Het doel van de regeling is dat scholen (bekostiging gaat via de schoolbesturen) financieel tegemoet gekomen kunnen worden ter voorziening in de kosten van de zogeheten ontbrekende vrijwillige ouderbijdragen die ouders doorgaans betalen ten behoeve voor het schoolfonds voor hun kind die onderwijs volgt bij een onderwijsinstelling. Een en ander is erop gericht dat kinderen in die schooljaargang kunnen blijven meedoen aan diverse door de school te organiseren activiteiten, zoals onder meer geformuleerd in de desbetreffende bepalingen van de onderwijswetten (vgl. o.a. artikel 13 lid 1 onder e van Wet op Primair onderwijs en 24a lid 1 onder d Wet op het Voortgezet onderwijs).
Tot en met schooljaar 2020/2021 kende de gemeente de Beleidsregels vergoeding ouderbijdrage Schoolfonds (VOS) op basis waarvan ouders met een minimum inkomen een vergoeding konden krijgen voor de betaling van de vrijwillige eigen bijdrage. Nieuwe wetgeving heeft bepaald dat kinderen van ouders niet mogen worden uitgesloten van activiteiten als de vrijwillige ouderbijdrage door de ouder niet wordt of kan worden betaald. De VOS is ingetrokken zodat individuele ouderaanvragen niet meer mogelijk zijn. De beschikbare middelen die aan onderhavige subsidieregeling zijn verbonden dienen als vervanging. De bedoelde gelden kunnen als subsidie worden verstrekt aan de verschillende schoolbesturen, waarbij verdeling en toedeling plaats vindt op basis van historische gegevens over de jaren 2017-2019, zoals die bij de gemeente bekend zijn.
Artikel 1.14 Doelgroep
Schoolbesturen waaronder de verschillende scholen vallen; de scholen zelf kunnen geen subsidie aanvragen of rechtstreeks ontvangen.
Artikel 1.15 Subsidiabele kosten
Het moet gaan om de inzet van middelen die zijn bedoeld (uit zogeheten categorie 4) voor extra activiteiten buiten het verplichte onderwijsprogramma, georganiseerd door het bevoegd gezag, waaronder: excursies, introductiekamp, kerstviering, bijles, huiswerkbegeleiding en examentraining en langdurige extra-curriculaire activiteiten zoals tweetalig onderwijs.
Artikel 1.16 Subsidievoorwaarden
- 1.
Ingeval van subsidietoekenning is het schoolbestuur gehouden om de ontvangen subsidie te verdelen onder hun scholen, een en ander als vervanging van de Vos-gelden.
- 2.
De besturen verdelen de gelden onder hun scholen op basis van de historische gegevens.
- 3.
In de verantwoordingsinformatie in verband met de subsidievaststelling geeft het bestuur naast de algemene verantwoordingsvoorwaarden van de ASV aan welke scholen hoeveel middelen dat jaar hebben ontvangen.
Artikel 1.17 Aanvraagprocedure en besluitvorming
- 1.
Aanvragen dienen tijdig conform de ASV te worden ingediend.
- 2.
Schoolbesturen die reeds een subsidierelatie hebben uit andere hoofde, kunnen daarin de aanvraag samenvoegen, mits apart benoemd.
- 3.
Voor het kalenderjaar 2022 kunnen aanvragen worden ingediend van 1 januari tot 1 maart 2022. Voor de kalenderjaren daarna geldt de aanvraagtermijn zoals vermeld in artikel 7 van de ASV.
- 4.
Beoordeling van de aanvraag en toekenning van subsidie aan het schoolbestuur vindt plaats op basis van historische gegevens, zoals deze in de periode 2017-2019 onder de toepassing van de VOS door de gemeente zijn verzameld.
- 5.
Ingeval van toekenning zal dat percentage en bijbehorend bedrag in de subsidie-verleningsbeschikking worden vermeld.
Artikel 1.18 Subsidieplafond
- 1.
Het subsidieplafond van deze regeling bedraagt € 142.500,-.
- 2.
Voor aanvragers die niet in de historische gegevens zoals vermeld in voorgaand artikel zijn opgenomen is een bedrag van € 7.550,- beschikbaar.
- 3.
Mocht het totaal van de subsidieaanvragen hoger zijn dan het subsidieplafond, wordt eerst beoordeeld op basis van de historische gegevens, zoals die bij de gemeente bekend zijn, en daarna op volgorde van binnenkomst.
Artikel 1:19 Bevoegdheid college
Het college kan in verband met bijzondere omstandigheden afwijken van voorgaande bepalingen.