Verordening op de heffing en invordering van marktgelden gemeente Utrecht 2022

De raad van de gemeente Utrecht;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 september 2021 met kenmerk 9232668

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet

gezien het advies van de commissie Mens en Samenleving van 26 oktober 2021;

besluit vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van marktgelden 2022 gemeente Utrecht

 

 

 

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam marktgeld wordt een recht geheven voor het innemen van een standplaats op de in de Marktverordening Utrecht 2017 aangewezen markten en marktdagen en voor het door de gemeente verlenen van diensten verband houdende met de wachtlijst voor een standplaats op de wijk- en warenmarkten.

 

Artikel 2 Belastingplicht

Belastingplichtig voor het marktgeld is degene aan wie de vergunning tot het innemen van een standplaats op de markt is verleend dan wel degene die het verzoek om inschrijving of verlenging op de wachtlijst heeft gedaan.

 

Artikel 3 Tarieven

1. Het marktgeld bedraagt voor het innemen van een vaste standplaats bij een diepte van minimaal drie meter, per strekkende meter per maand, op de:

  • a.

    wijkmarkten

16,35 euro

  • b.

    manufacturenmarkt

17,20 euro

  • c.

    bomen-, planten en bloemenmarkt op het Jacobskerkhof

19,85 euro

  • d.

    markt voor tweedehands goederen op het Jacobskerkhof

19,10 euro

  • e.

    bloemenmarkt aan de Oudegracht

26,85 euro

2. Het marktgeld bedraagt voor het innemen van een vaste standplaats op Vredenburg per m2 per maand op:

woensdag

vrijdag

zaterdag

zondag (op basis van huidige Verordening Markten)

de boerenmarkt

 

 

4,95 euro

4,95 euro

6,70 euro

8,20 euro

4,05 euro

3. Het marktgeld bedraagt voor het innemen van een tijdelijke standplaats bij een diepte van minimaal drie meter, per strekkende meter per marktdag, op de:

  • a.

    wijkmarkten

5,50 euro

  • b.

    manufacturenmarkt

5,70 euro

  • c.

    bomen-, planten- en bloemenmarkt op het Jacobskerkhof

6,30 euro

  • d.

    markt voor tweedehands goederen op het Jacobskerkhof 

6,15 euro

  • e.

    bloemenmarkt aan de Oudegracht

8,20 euro

4. Het marktgeld bedraagt voor het innemen van een tijdelijke standplaats op Vredenburg per marktdag per m2 op:

woensdag

vrijdag

zaterdag

zondag

de boerenmarkt

 

 

1,60 euro

1,60 euro

2,05 euro

2,50 euro

1,40 euro

5. Het marktgeld op de kerstbomenmarkt bedraagt voor het innemen van een standplaats bij een diepte van minimaal drie meter, per strekkende meter per marktdag:

6,55 euro

6. Het tarief voor het inschrijven voor een wijk- en warenmarkten bedraagt:

a. voor één markt

b. per markt extra

35,25 euro

11,85 euro

7. Het tarief voor het verlengen van de inschrijving voor de wijk- en warenmarkten bedraagt:

11,85 euro

8. Voor de berekening van het marktgeld wordt een gedeelte van een meter als een volle meter aangemerkt.

Artikel 4 Wijze van heffing  

Het marktgeld en de bedragen voor een inschrijving of verlenging op de wachtlijst worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, (elektronische) nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt. Onder toezending van de schriftelijke kennisgeving wordt mede verstaan verzending langs elektronische weg.

 

Artikel 5 Termijnen van betaling

  • 1.

    Het inschrijfgeld voor plaatsing op de wachtlijst voor wijk- en warenmarkten dient te worden voldaan via I-DEAL vóór 1 januari van het kalenderjaar waar de verlenging betrekking op heeft.

  • 2.

    Het marktgeld voor het innemen van een vast standplaats dient via automatische incasso te worden voldaan. Afschrijving vindt plaats rond de 15e van iedere kalendermaand.

  • 3.

    Het marktgeld voor het innemen van een tijdelijke standplaats dient na mondelinge of schriftelijke kennisgeving terstond via pinbetaling te worden voldaan.

 

Artikel 6 Ontstaan van de belastingplicht en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De marktgelden als bedoeld in artikel 3, eerste tot en met 4 vierde lid, zijn verschuldigd bij het begin van de maand of, zo dit later is, bij aanvang van de belastingplicht of bij aanvang van de marktdag.

  • 2.

    Indien de belastingplicht als bedoeld in artikel 3, eerste lid, in de loop van de maand aanvangt is het marktgeld verschuldigd over zoveel gedeelten van het voor de maand verschuldigde recht als er in die maand, na aanvang van de belastingplicht, nog volle kalenderweken overblijven.

  • 3.

    Indien de belastingplicht als bedoeld in artikel 3, eerste lid, in de loop van de maand eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel gedeelten van het voor die maand verschuldigde recht als er in die maand, na het einde van de belastingplicht, nog volle kalenderweken overblijven.

  • 4.

    Het tarief als bedoeld in artikel 3, vierde lid, is verschuldigd bij het verzoek om inschrijving op de wachtlijst.

  • 5.

    Het tarief als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, is verschuldigd voor 1 januari van het kalenderjaar waar de verlenging betrekking op heeft.

 

Artikel 7 Kwijtschelding

Bij invordering van het marktgeld en de bedragen voor inschrijving of verlenging van de plaatsing op de wachtlijst voor een wijk- en warenmarkt wordt geen kwijtschelding verleend.

 

Artikel 8 Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeertitel

  • 1.

    De verordening marktgelden 2021 van 3 december 2020 (Gemeenteblad 2020, nr. 323611) wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.

  • 3.

    De datum van ingang van heffing is 1 januari 2022.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening marktgelden 2022 gemeente Utrecht”.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 11 november 2021.

De griffier,

Merel van Hall

De burgemeester,

Sharon A.M. Dijksma

Naar boven