Verordening op de heffing en invordering van rechten begraafplaatsen 2022 gemeente Utrecht, inclusief de tarieventabel 2022

De raad van de gemeente Utrecht;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 september 2021 met kenmerk 9232684;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

gezien het advies van de commissie Mens en Samenleving van 26 oktober 2021;

besluit vast te stellen de verordening op de heffing en invordering van rechten begraafplaatsen, inclusief de tarieventabel 2022 gemeente Utrecht

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen: Soestbergen, Kovelswade, Tolsteeg en Daelwijck;

  • b.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • c.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • d.

    urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

  • e.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1.

    het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • 2.

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • 3.

    het doen verstrooien van as;

  • f.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1.

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • 2.

    het doen verstrooien van as;

  • g.

    particuliere urnennis/-zuil: een nis, dan wel zuil waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • h.

    kindergraf: een klein graf voor het begraven van jong overleden kinderen. De maximale kistmaat is lang 150 cm en breed 60 cm;

  • i.

    maand: een tijdvak dat aanvangt op de n-de dag van een kalendermaand en eindigt op de n-1de dag van de kalendermaand daaropvolgend.

  • 2.

    Onder begraven wordt in deze verordening mede verstaan herbegraven.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • 1.

    opgravingen en daaruit volgende herbegraving ingevolge een bevel van een gerechtelijke autoriteit;

  • 2.

    het ruimen van een algemeen graf of algemeen urnengraf van de overblijfselen van een lijk van een levenloos geborene of kind jonger dan één jaar na een grafrust van tien jaar;

  • 3.

    het gebruik van de begraafplaatsen in verband met de nationale dodenherdenking;

     

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt verstaan een nota of enig andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Belastingtijdvak

De rechten als bedoeld in onderdeel 18 van de tarieventabel, worden per belastingtijdvak van twaalf aaneengesloten maanden geheven. Het eerste belastingtijdvak vangt daarbij aan op de dag volgende op die waarop de belastingplicht is ontstaan.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De rechten, als bedoeld in onderdeel 18 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Andere rechten dan de rechten, als bedoeld in onderdeel 18 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening of bij aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Ontheffing

Indien de belastingplicht voor de rechten, als bedoeld in onderdeel 18 van de tarieventabel in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten ten bedrage van zoveel twaalfde gedeelten als het belastingtijdvak vanaf de dag, waarop de belastingplicht eindigt, nog volle maanden heeft. Geen ontheffing wordt verleend indien de ontheffing voor minder dan 3/12 gedeelte van het belastingtijdvak geldt.

Artikel 10 Termijn van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening rechten begraafplaatsen 2021 van 3 december 2020 (Gemeenteblad van Utrecht 2020, nr. 323229), wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 13, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2022.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechten begraafplaatsen gemeente Utrecht 2022

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 11 november 2021.

De griffier,

Merel van Hall

De burgemeester,

Sharon A.M. Dijksma

Tarieventabel behorende bij de Verordening rechten begraafplaatsen 2022

Het tarief bedraagt voor:

2021 2022

1. begraving in een nieuw particulier graf plus een uitsluitend recht van tien jaar plus het grafonderhoud gedurende deze tien jaar plus de ruiming van het graf na vervallen van het uitsluitend recht.

3.111,00 euro

3.214,00 euro

2. begraving in een nieuw particulier urnengraf/-nis/-zuil plus een uitsluitend recht van tien jaar plus het onderhoud van dit (deze) urnengraf/-nis/-zuil gedurende deze tien jaar plus de ruiming van het (de) urnengraf/-nis/-zuil na vervallen van het uitsluitend recht.

1.358,00 euro

1.403,00 euro

3. het verstrooien van as of de bijzetting van een urn in een urnengraf/-nis/-zuil .

162,00 euro

167,00 euro

4. de bijzetting in een bestaand particulier graf.

1.584,00 euro

1.636,00 euro

  • 5. begraving in een nieuw particulier kindergraf plus een uitsluitend recht van tien jaar plus het grafonderhoud gedurende deze tien jaar plus de ruiming van het graf na vervallen van het uitsluitend recht.

1.322,00 euro

1.366,00 euro

6. begraving van een menselijke foetus met een zwangerschapsduur van minder dan 24 weken in een algemeen verzamelgraf zonder terugkomplek voor tijdvak van tien jaar.

175,00 euro

181,00 euro

7. begraving in een algemeen graf plus het grafonderhoud gedurende tien jaar plus de ruiming van het graf na afloop van de onderhoudstermijn.

1.300,00 euro

1.343,00 euro

8. begraving in een algemeen kindergraf plus het grafonderhoud gedurende tien jaar plus de ruiming van het graf na afloop van de onderhoudstermijn.

498,00 euro

514,00 euro

9. gebruik van de aula en condoleanceruimte bij begravingen gedurende maximaal anderhalf uur.

405,00 euro

418,00 euro

10. de verlenging van het uitsluitend recht op een particulier graf met tien jaar plus het grafonderhoud gedurende deze tien jaar.

1.768,00 euro

1.826,00 euro

11. de verlenging van het uitsluitend recht op een particulier graf met vijf jaar plus het grafonderhoud gedurende deze vijf jaar.

943,00 euro

974,00 euro

12. de verlenging van het uitsluitend recht op een particulier kindergraf met tien jaar plus het grafonderhoud gedurende deze tien jaar.

794,00 euro

820,00 euro

13. de verlenging van het uitsluitend recht op een particulier urnengraf/-nis/-zuil met tien jaar plus het grafonderhoud gedurende deze tien jaar.

1.198,00 euro

1.238,00 euro

14. overboeking van een verleend uitsluitend recht op een particulier graf voor onbepaalde tijd.

175,00 euro

181,00 euro

15. regiewerk advisering per uur.

143,00 euro

148,00 euro

16. regiewerk bij begravingen en opgravingen per uur.

68,00 euro

70,00 euro

17. het aanbrengen van een gedenkplaatje op een herdenkingsmonument, inclusief het geplaatst houden gedurende tien jaar.

69,00 euro

71,00 euro

18. ontheffing om met een motorvoertuig begraafplaatsterreinen te berijden.

50,00 euro

52,00 euro

19. grafonderhoud per jaar aan een particulier graf waarvoor vóór 2013 een uitsluitend recht is verleend/verlengd en waarvoor de lopende onderhoudsrechten niet zijn afgekocht.

63,00 euro

65,00 euro

20. begraving in een nieuw particulier graf plus grafonderhoud voor onbepaalde tijd.

12.381,00 euro

12.790,00 euro

21. begraving in een nieuw particulier kindergraf plus grafonderhoud vooronbepaalde tijd.

5.562,00 euro

5.746,00 euro

22. een reservering bij het leven te nemen voor de duur van 10 jaar op een graf.

279,00 euro

288,00 euro

 

Naar boven