Besluit van de raad van de gemeente Barneveld tot vaststelling van de verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2022 (Verordening lijkbezorgingsrechten 2022)

Nummer 1691 G

 

De raad van de gemeente Barneveld;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 1691 G;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

besluit:

 

vast te stellen de Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten 2022

Artikel 1. Definities

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    begraafplaatsen: de begraafplaatsen: De Plantage te Barneveld, Diepenbosch te Voorthuizen, Veluwegaard te Kootwijkerbroek, Westerveld te Terschuur en Kootwijk;

  • b.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen van begraven en begraven houden van één, twee of drie stoffelijke overschotten;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van stoffelijke overschotten;

  • d.

    particulier urnenruimte: een ruimte waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van één of twee asbussen;

  • e.

    asbus/urn: een bus ter berging van as van een overledene;

  • f.

    verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstrooid;

  • g.

    grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

  • h.

    rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een uitsluitend recht is verleend op een particulier graf, een particulier urnengraf of een particuliere gedenkplaats, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

  • i.

    belanghebbende of contactpersoon: hij of zij, die belang heeft bij een particulier graf maar geen rechthebbende is.

Artikel 2. Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3. Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4. Vrijstelling

Het recht wordt niet geheven voor het begraven van een stoffelijk overschot van een pasgeboren kind, dat in dezelfde kist met de moeder wordt begraven.

Artikel 5. Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 6. Belastingjaar

Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7. Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving, nota of andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 8. Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De onderhoudsrechten, bedoeld in hoofdstuk 5.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt zijn de rechten bedoeld in hoofdstuk 5.2 van de tarieventabel verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 9. Ontstaan van de belastingschuld voor de overige rechten

Andere rechten dan die bedoeld in 5.2 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 10. Termijn van betaling

De rechten moeten worden betaald binnen dertig dagen na de dagtekening van de kennisgeving, nota of ander schriftuur.

Artikel 11. Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12. Inwerkingtreding en citeerartikel

  • 1.

    De "Verordening lijkbezorgingsrechten 2021" van 11 november 2020, nr. 969J, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de `Verordening lijkbezorgingsrechten 2022'.

 

Vastgesteld in de openbare vergadering van 10 november 2021.

De raad voornoemd,

de griffier,

de voorzitter,

Tarieventabel behorende bij de Verordening lijkbezorgingsrechten 2022

 

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

1.1

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier graf wordt geheven:

 

1.1.1

voor onbepaalde tijd; 3 diep

€ 12.046,00

1.1.2

voor onbepaalde tijd; 2 diep (Terschuur)

€ 9.636,00

1.1.3

voor een periode van 30 jaar (3 diep);

€ 3.390,00

1.1.4

voor een periode van 30 jaar (2 diep);

€ 2.260,00

1.1.5

voor een periode van 15 jaar (3 diep);

€ 1.474,00

1.1.6

voor een periode van 15 jaar (2 diep);

€ 983,00

1.1.7

voor een kindergraf tot en met 12 jaar voor een periode van 30 jaar (2 diep);

€ 1.152,00

1.1.8

voor een kindergraf tot en met 12 jaar voor een periode van 15 jaar (2 diep);

€ 500,00

 

 

 

1.2

Voor het verlenen van het uitsluitend recht op een particulier urnenruimte wordt geheven:

 

1.2.1

voor een periode van 30 jaar (max. 2 urnen);

€ 1.100,00

1.2.2

voor een periode van 15 jaar (max. 2 urnen);

€ 589,00

 

 

 

1.3

Voor het verlengen van het uitsluitend recht op een particulier graf als bedoeld in lid 1.1 wordt geheven:

 

1.3.1

voor een periode van 10 jaar (3 diep);

€ 907,00

1.3.2

voor een periode van 5 jaar (3 diep);

€ 431,00

1.3.3

voor een periode van 1 jaar (3 diep) als aanvulling grafrusttermijn;

€ 85,00

1.3.4

voor een periode van 10 jaar (2 diep);

€ 605,00

1.3.5

voor een periode van 5 jaar (2 diep);

€ 287,00

1.3.6

voor een periode van 1 jaar (2 diep) als aanvulling grafrusttermijn;

€ 57,00

1.3.7

voor een kindergraf voor een periode van 10 jaar (2 diep);

€ 307,00

1.3.8

voor een kindergraf voor een periode van 5 jaar (2 diep);

€ 145,00

1.3.9

voor een kindergraf voor een periode van 1 jaar (2 diep) als aanvulling grafrusttermijn;

€ 28,50

 

 

 

1.4

Voor het verlengen van het uitsluitend recht op een particulier urnenruimte als bedoeld in lid 1.2 wordt geheven:

 

1.4.1

voor een periode van 10 jaar (max. 2 urnen);

€ 273,00

1.4.2

voor een periode van 5 jaar (max. 2 urnen);

€ 130,00

 

 

 

1.5

Voor het reserveren van een bestaand, vrijgekomen particulier graf (2 of 3 diep) voor een periode van 20 jaar:

€ 371,00

 

 

 

Hoofdstuk 2 Begraven

2.1

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een persoon van 13 jaar of ouder wordt geheven:

 

2.1.1

in een particulier of een algemeen graf;

€ 765,00

 

 

 

2.2

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een kind beneden één jaar en een levenloos geboren kind wordt geheven:

 

2.2.1

in een particulier of een algemeen graf;

€ 194,00

 

 

 

2.3

Voor het begraven van een stoffelijk overschot van een kind beneden 13 jaar wordt geheven:

 

2.3.1

in een particulier of een algemeen graf;

€ 392,00

 

 

 

2.4

Voor het begraven op buitengewone uren en op algemene feestdagen wordt het recht als bedoeld in de leden 2.1, 2.2 en 2.3 verhoogd voor begraven op:

 

2.4.1

maandag tot en met vrijdag voor 09.00 uur en na 15.00 uur, met;

€ 262,00

2.4.2

zaterdag;

€ 327,00

 

 

 

2.5

Voor de bijzetting van een stoffelijk overschot in een grafkelder wordt geheven;

€ 392,00

 

 

 

2.6

Bij overschrijding van meer dan een kwartier van de afgesproken aanvangstijd van de begrafenis zoals genoemd in dit hoofdstuk wordt een extra recht geheven van;

€ 262,00

 

 

 

Hoofdstuk 3 Bijzetten van urnen

3.1

Voor het bijzetten van een urn wordt geheven:

 

3.1.1

in een urnenmuur, urnenheuvel of in een particulier graf;

€ 262,00

 

 

 

3.2

Voor het bijzetten van een urn op buitengewone uren wordt het recht als bedoeld in lid 3.1 verhoogd voor bijzetting op:

 

3.2.1

maandag tot en met vrijdag voor 09.00 uur en na 15.00 uur, met;

€ 194,00

3.2.2

zaterdag;

€ 246,00

 

 

 

Hoofdstuk 4 Verstrooien van as

4.1

Voor het verstrooien van as wordt per asbus geheven:

 

4.1.1

op een verstrooiingsplaats;

€ 98,00

 

 

 

Hoofdstuk 5 Grafbedekking en onderhoud

5.1

Voor het verwijderen van voorwerpen, gedenktekenen dergelijke ten behoeve van het openen van een graf, of het herplaatsen van een urn wordt geheven:

€ 392,00

 

 

 

5.2

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van (graf)bedekking, voor de contracten die zijn afgesloten voor 31 december 2018, wordt geheven per jaar:

€ 165,00

 

 

 

5.3

Voor het aanbrengen van groen bij een geopend graf wordt geheven per grafruimte;

€ 84,50

 

 

 

Hoofdstuk 6 Inschrijven en overboeken van particuliere graven en urnenruimten

6.1

Voor het inschrijven en overboeken van particuliere graven en particuliere urnenruimten in een daartoe bestemd register wordt geheven:

€ 38,50

 

 

 

Hoofdstuk 7 Opgraven of ruimen

7.1

Voor het opgraven van een stoffelijk overschot wordt geheven:

€ 982,00

 

 

 

7.2

Voor het opgraven of verwijderen van een urn uit een particulier graf of urnenheuvel wordt geheven:

€ 374,00

 

 

 

7.3

Voor het dieper wegleggen van stoffelijke overschotten in een graf op verzoek van de rechthebbende wordt geheven:

€ 982,00

 

 

 

Hoofdstuk 8 Overige diensten

8.1

Voor onvoorziene werkzaamheden van een begraafplaatsmedewerker, inclusief gebruik van voertuigen en machines wordt het uurtarief geheven:

€ 101,00

 

 

 

8.2

Voor het vooraf ingraven en aanbrengen van een grafkelder in een graf voor onbepaalde tijd wordt geheven:

€ 786,00

 

 

 

8.3

Voor de aanmaak en het plaatsen van een herinneringsmonument voor te vroeg geboren kinderen wordt geheven:

€ 73,00

 

Behorende bij raadsbesluit van 10 november 2021 nr 1691 G.

De griffier van Barneveld

Naar boven