Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten begraafplaats Bathmen 2022

De raad van de gemeente Deventer,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 28 september 2021, nr. 2021-2508;

 

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

 

BESLUIT

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten begraafplaats Bathmen 2022

(Verordening lijkbezorgingsrechten Bathmen 2022)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

 

  • a.

    begraafplaats: de algemene begraafplaats aan de Prinses Margrietlaan te Bathmen;

  • b.

    particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen begraven en begraven houden van lijken;

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • b.

    familie graf: twee particuliere graven naast elkaar met de mogelijkheid om een gezamenlijk grafmonument te plaatsen;

  • c.

    algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer, waarin aan een ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

  • d.

    particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

    • -

      het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • e.

    asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

  • f.

    urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

  • g.

    kindergraf: een graf, bestemd voor het begraven van lijken van personen beneden de leeftijd van 12 jaar;

  • h.

    verstrooiingsplaats: een permanent daartoe bestemd terrein waarop as wordt verstrooid, dan wel een plaats waarvoor voor bepaalde of onbepaalde tijd het recht is verleend om as te doen verstrooien.

  • i.

    reguliere uren: de uren van begraven zijn op maandag tot en met zaterdag van 10.00 uur tot 15.00 uur mits geen sprake is van een algemeen erkende feestdag als bedoeld in onderdeel 2.5 van de tarieventabel.

  • j.

    schudden van een graf: verzamelen van overblijfselen van een lijk uit een graf en plaatsen in hetzelfde graf.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaats.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1.

    De rechten worden niet geheven voor:

    • a.

      het begraven van lijken dan wel het bijzetten van as van kinderen, die beneden de leeftijd van drie maanden zijn overleden en die in een kist met een van de ouders worden begraven dan wel waarvan de as met die van een van de ouders wordt geborgen in een urn;

    • b.

      het na opgraven weer begraven in hetzelfde graf;

    • c.

      het terugplaatsen van een urn in hetzelfde graf;

    • d.

      het opgraven van een lijk of urn op rechterlijk gezag.

  • 2.

    Voor het begraven van lijken dan wel het bijzetten van de as van een doodgeboren of binnen drie maanden na de geboorte overleden meerling, mits dit in een kist geschiedt dan wel de as in een urn wordt geborgen, worden slechts eenmaal de rechten geheven, bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3 van de tarieventabel.

Artikel 5 Maatstaf van heffing en belastingtarief

De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Het gevorderde bedrag wordt door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld

De rechten zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening of bij de aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de rechten of de gevorderde bedragen worden voldaan binnen een maand na de dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het voorgaande lid gestelde termijn.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Met ingang van de in het derde lid genoemde datum wordt ingetrokken: de “Verordening op de heffing en invordering van lijkbezorgingsrechten begraafplaats Bathmen 2021” vastgesteld door de gemeenteraad van Deventer op 11 november 2020, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening lijkbezorgingsrechten Bathmen 2022.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 november 2021

De raad voornoemd,

de griffier,

A. Kerver

de voorzitter,

R.C. König

Bijlage 1 TARIEVENTABEL behorende bij de "Verordening lijkbezorgingsrechten Bathmen 2022"

 

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten

 

 

 

 

1.1.                      

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het doen van begraven en begraven houden wordt geheven:

 

 

1.1.1

in een familie graf ter grootte van twee naast elkaar gelegen graven voor een periode van 20 jaar:

2.372,00

1.1.2

in een particulier graf voor een periode van 20 jaar:

1.186,00

1.1.3

in een kindergraf voor een periode van 20 jaar:

593,00

 

 

 

 

1.2                       

Voor het verlenen van het uitsluitend recht tot het bijzetten en bijgezet houden van urnen in een particulier urnengraf wordt geheven:

 

 

1.2.1

voor een periode van 20 jaar

593,00

 

 

 

 

1.3                       

Voor het verlengen met een periode van 10 jaar van het uitsluitend recht, bedoeld in 1.1. en 1.2 wordt geheven:

 

 

1.3.1

voor een familie graf ter grootte van twee naast elkaar gelegen graven

1.186,00

1.3.2

voor een particulier graf

593,00

1.3.3

voor een kindergraf

296,50

1.3.4

voor een particulier urnengraf

296,50

 

 

 

 

1.3.5

in afwijking van het bepaalde in artikel 1.3 is het mogelijk het uitsluitend

 

recht te verlengen met een periode die is vereist om de wettelijke grafrust

 

te eerbiedigen. Voor de berekening van het verschuldigde tarief geldt de

 

rekenformule x/10 maal het bedrag voor het verlengen van een uitsluitend

 

recht, zoals opgenomen in de artikelen 1.3.1 t/m 1.3.4. Hierbij

 

vertegenwoordigt x het aantal resterende jaren om de vereiste grafrust te

 

eerbiedigen.

 

 

Hoofdstuk 2 Begraven

 

 

 

 

2.1

Voor het begraven van een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder

 

 

 

wordt geheven

609,00

2.2.

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden een jaar

 

 

 

wordt geheven

152,25

2.3

Voor het begraven van een lijk van een kind beneden 12 jaar

 

 

 

wordt geheven

304,50

2.4

Voor het buiten de reguliere uren begraven op maandag tot en met

 

zaterdag wordt het recht, bedoeld in de onderdelen 2.1, 2.2 en 2.3

 

van de tarieventabel verhoogd met

304,50

2.5

Voor het begraven op zondag en op algemeen erkende feestdagen als

 

genoemd in artikel 3, eerste lid van de Algemene termijnenwet en bij

 

Koninklijk Besluit met deze dagen gelijkgestelde dagen, wordt het recht

 

bedoeld in de onderdelen 2.1, 2.2 en 2.3 van de tarieventabel

 

verhoogd met

609,00

 

 

 

 

Hoofdstuk 3 Bijzetten van urnen en asverstrooiingen

 

 

 

 

3.1

Voor het bijzetten van een urn van een persoon van 12 jaar of ouder

 

wordt geheven

302,50

3.2

Voor het bijzetten van een urn van een kind beneden een jaar

 

 

 

wordt geheven

75,63

3.3

Voor het bijzetten van een urn van een kind beneden 12 jaar wordt

 

 

 

geheven

151,25

3.4

Voor het buiten de reguliere uren bijzetten van een urn op maandag tot en

 

met zaterdag wordt het recht, bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.2 en 3.3

 

van de tarieventabel verhoogd met

151,25

3.5

Voor het bijzetten van een urn op zondag en op algemeen erkende feest-

 

dagen als genoemd in artikel 3, eerste lid van de Algemene termijnenwet

 

en bij Koninklijk Besluit met deze dagen gelijkgestelde dagen, wordt het

 

recht bedoeld in de onderdelen 3.1, 3.2 en 3.3 van de tarieventabel

 

verhoogd met

302,50

3.6

Voor een asverstrooiing op het strooiveld met of zonder derden

113,00

 

 

 

 

Hoofdstuk 4

Grafbedekking

 

 

 

 

 

 

4.1                       

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning tot het plaatsen of vernieuwen van een gedenkteken

 

 

 

wordt geheven :

244,00

 

 

 

 

Hoofdstuk 5

Opgraven en herbegraven

 

 

 

 

 

 

5.1

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven

420,00

5.2

Voor het na opgraven weer begraven in een ander graf wordt geheven

420,00

5.3

Voor het opgraven van een urn wordt geheven

210,00

5.4

Voor het terugplaatsen van een urn in een ander particulier urnengraf

 

 

 

wordt geheven

210,00

5.5

Voor het schudden van een graf met 1 of 2 stoffelijke overschotten wordt

 

 

 

geheven

734,00

 

 

 

 

Hoofdstuk 6

Uitzonderingen

 

 

 

 

 

 

6.1

het recht bedoeld in de onderdelen 2.4, 2.5, 3.4 en 3.5 van de tarieventabel wordt niet geheven, wanneer de begraving of bijzetting:

 

 

6.1.1

geschiedt op een door de burgemeester in het belang "van de openbare orde gegeven last;"

 

 

6.1.2

geschiedt op een door het college van burgemeester en wethouders in het belang van de volksgezondheid gegeven last;

 

 

6.1.3

op grond van wettelijke bepalingen op geen ander tijdstip dan het gevraagde kan plaatsvinden;

 

 

6.1.4

noodzakelijk in de tijd, bedoeld in de onderdelen 2.4, 2.5, 3.4 en 3.5 van de tarieventabel moet plaatsvinden na beëindiging van een door de officier van Justitie of de rechter-commissaris gelast uitstel van begraving of van de verbranding van een lijk, als bedoeld in artikel 76, derde lid, respectievelijk artikel 77 van de Wet op de lijkbezorging.

 

 

 

Behoort bij raadsbesluit van 10 november 2021

 

de griffier,

 

 

A. Kerver

Naar boven