Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening 2008

 

Raadsbesluit 2021 zaaknummer: 132046

 

DE RAAD DER GEMEENTE EPE

 

gezien de ledenbrieven van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, kenmerk Lbr 19/063 d.d. 14 augustus 2019 en Lbr 20/015 d.d. 14 mei 2020;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, zaaknr.132046, 8 juni 2021;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

BESLUIT

 

vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening 2008.

 

Artikel 1  

De Algemene plaatselijke verordening 2008 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Onder de kop “De raad der gemeente Epe” wordt de tekst vervangen door:

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders (Handelingen van de raad, bijlagenr. 08-52);

gelet op de artikelen 149, 149a, 151a, 151b, 151c, 151d, 154 en 154a van de Gemeentewet, de artikelen 3 en 4 van de Wet openbare manifestaties, de artikelen 4, 25a, 25b, 25c en 25d van de Alcoholwet, artikel 5.13 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, en vijfde lid, 2.21 en 3.148, tweede lid, van het Activiteitenbesluit milieubeheer, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkeltijdenwet, artikel 64, tweede lid, van de Wet veiligheidsregio’s en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994, artikel 149 van de Gemeentewet;

 

A1

 

In de artikelen 2:6, vijfde lid, 2:10 achtste lid, 2:29, negende lid, 2:60 derde lid, 2:67 derde lid, 4:11b vijfde lid ,4:18 vijfde lid, 5:2, vijfde lid, 5:6, vierde lid, 5:8, zesde lid, 5:11 vierde lid, 5:15, derde lid, 5:33 zesde lid, 5:34 zesde lid, 5:36, vierde lid, wordt ‘Op de ontheffing’ vervangen door ‘Op de aanvraag om een ontheffing’.

 

A2

 

In de artikelen 2:11 vijfde lid, 2:25 achtste lid, 2:28 zesde lid, 2:39 vierde lid, 2:89, 3:4 derde lid, 4:11 vijfde lid, 5:13 vierde lid en 5:18 vierde lid, wordt ‘Op de vergunning’ vervangen door ‘Op de aanvraag om een vergunning’.

 

B

 

In artikel 1:1 wordt ‘artikel 2.1 van’ verwijderd uit de tekst.

 

C

 

In het opschrift van hoofdstuk 2 wordt na ‘Openbare orde’ ingevoegd ‘en veiligheid, volksgezondheid en milieu’.

 

C1

 

Het opschrift van hoofdstuk 2 afdeling 1 komt te luiden:

 

“Afdeling 1 Voorkomen of bestrijden van ongeregeldheden”

 

D

 

In artikel 2:1, derde lid, wordt ‘te bevinden’ vervangen door ‘zich te bevinden’ en wordt ‘het bevoegd bestuursorgaan’ vervangen door ‘het bevoegde bestuursorgaan’.

 

E

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 2, vervalt.

 

F

 

In artikel 2.3 wordt de tekst lid 1 en 2 vervangen door

 

1.Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een samenkomst tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, een vergadering of een betoging te houden, geeft hiervan voor de openbare aankondiging daarvan en tenminste 48 uur voor de aanvang, schriftelijk kennis aan de burgemeester.

2.Degene die het voornemen heeft om op een openbare plaats op een vooraf bepaalbaar tijdstip een regelmatig terugkerende samenkomst tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging te houden, geeft hiervan voor de openbare aankondiging daarvan en ten minste 48 uur voordat deze voor de eerste keer gehouden zal worden na de inwerkingtreding van dit artikel, eenmalig schriftelijk kennis aan de burgemeester.

 

Het bestaande lid 2 wordt omgenummerd naar lid 3

 

Het bestaande lid 3 wordt omgenummerd naar lid 4

 

Het bestaande lid 4 wordt omgenummerd naar lid 5

 

Het bestaande lid 5 wordt omgenummerd naar lid 6

 

G

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 3, vervalt.

 

H

 

In het opschrift van artikel 2:6 wordt ‘Beperking aanbieden e.d.’ vervangen door ‘Verspreiden’.

 

I

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 4, vervalt.

 

J

 

Het opschrift van artikel 2:9 komt te luiden:

 

Artikel 2:9 Vertoningen op openbare plaatsen

 

K

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 5, komt te luiden:

 

Afdeling 2. Bruikbaarheid, uiterlijk aanzien en veilig gebruik van openbare plaatsen

 

L

 

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

 

In het opschrift van artikel 2:10 wordt na ‘weg’ toegevoegd ‘of op openbare plaatsen’.

In het eerste lid wordt ‘als:’ vervangen door ‘als dat gebruik: ‘

In het eerste lid onder a wordt ‘het gebruik’ verwijderd.

 

Een nieuw 2e lid wordt ingevoegd:

2. Van een belemmering voor de bruikbaarheid van de weg is in ieder geval sprake wanneer niet ten minste een vrije doorgang van 1,5 meter wordt gelaten op voetpaden en van 4,5 meter op de rijbaan voor fietsers of gemotoriseerd verkeer.

 

Het huidige 2e lid wordt omgenummerd naar lid 3.

 

In lid 3 wordt ‘ten aanzien’ verwijderd.

Het huidige 3e lid wordt omgenummerd naar lid 4. In het nieuwe lid 4 wordt ‘in het eerste lid’ verwijderd. De tekst ‘bevoegde bestuursorgaan’ wordt vervangen door ‘college’.

 

Er wordt een nieuw 5e en 6e lid ingevoegd:

5. De ontheffing wordt verleend als omgevingsvergunning door het bevoegd gezag als het in het eerste lid bedoelde gebruik een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j of k, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

6. Het verbod is niet van toepassing op:

a. evenementen als bedoeld in artikel 2:24;

b. standplaatsen als bedoeld in artikel 5:18;

c. overige gevallen waarin krachtens een wettelijke regeling een vergunning voor het

gebruik van de weg is verleend.

 

Het huidige 5e lid wordt omgenummerd naar lid 7.

 

Het huidige 6e lid wordt omgenummerd naar lid 8.

 

M

 

In artikel 2:11, vierde lid, wordt na ‘het Wetboek van Strafrecht,’ ingevoegd ‘de Wegenwet,’.

 

N

 

In het opschrift van artikel 2:12 wordt de komma vervangen door ‘of’.

 

O

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 6, vervalt.

 

P

 

Hoofdstuk 2, afdeling 7, wordt vernummerd tot hoofdstuk 2, afdeling 3.

 

P1

 

Artikel 2:24 wordt als volgt gewijzigd:

 

In het eerste lid wordt onder b de tekst ‘artikel 169, eerste lid, onder h’ vervangen door de tekst ‘artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g’

In het eerste lid wordt onder d de tekst “Drank en Horecawet” vervangen door “Alcoholwet”

 

Er wordt een nieuw 3e lid ingevoegd

3. In deze afdeling wordt onder klein evenement verstaan een eendaags evenement waarbij:

a. het aantal aanwezigen niet meer bedraagt dan 250 personen;

b. de activiteiten, inclusief op- en afbouw plaatsvinden tussen 07.00 en 23.30 uur;

c. geen muziek ten gehore wordt gebracht voor 07.00 uur of na 23.00 uur, dan wel in dit tijdsbestek het maximaal toelaatbare geluidsniveau van 75 dB(A) op de gevels van omringende woningen niet wordt overschreden;

d. de activiteiten niet plaatsvinden op de rijbaan, (brom)fietspad of parkeerplaats of anderszins een belemmering vormen voor het verkeer en de hulpdiensten; en

e. slechts kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 50 vierkante meter per object.

 

P2

 

In artikel 2:25 wordt het volgende gewijzigd:

In lid 4 wordt de tekst “tweede lid” vervangen door “derde lid”

In lid 5 wordt de tekst “lid 2” vervangen door “het derde lid”

 

P3

 

Artikel 2:26 wordt als volgt gewijzigd:

De bestaande tekst wordt genummerd als lid 1

 

Er wordt een nieuw 2de t/m 5de lid toegevoegd:

2. Het is verboden enig gereedschap, voorwerp of middel te vervoeren of bij zich te hebben met de kennelijke bedoeling daarmee bij een evenement de orde te verstoren.

3. Het is verboden bij een evenement zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een doel of werkzaamheid in strijd met de openbare orde.

4. Het verbod van lid 3 geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

5. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak en een herdenkingsplechtigheid.

 

Q

 

Hoofdstuk 2, afdeling 8, wordt vernummerd tot hoofdstuk 2, afdeling 4.

 

R

 

In artikel 2:27 wordt het volgende gewijzigd:

In artikel 2:27, eerste lid, wordt na ‘café,’ ingevoegd ‘waterpijpcafé,’ en na ‘cafetaria’ wordt ‘afhaalcentrum’ ingevoegd.

Een derde en vierde lid worden aan artikel 2:27 toegevoegd:

3.Exploitant: degenen die een openbare inrichting exploiteert op grond van het bepaalde in artikel 2.28

4. leidinggevende: de natuurlijke persoon of personen die onmiddellijke feitelijke leiding uitoefent of uitoefenen in een openbare inrichting.

 

S

 

Artikel 2:28 wordt als volgt gewijzigd:

Het 2e lid wordt in zijn geheel vervangen door de tekst:

2. De burgemeester weigert de vergunning als:

a. de vestiging of exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan, beheerverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

b. als de aanvrager geen verklaring omtrent gedrag overlegt die uiterlijk drie maanden voor de datum waarop de vergunningaanvraag is ingediend, is afgegeven.

 

Het vierde lid komt te vervallen.

Het 5e lid wordt omgenummerd naar lid 4.

Het 6e lid wordt omgenummerd naar lid 5.

Het 7e lid wordt omgenummerd naar lid 6.

 

T

 

Artikel 2:28a wordt ingevoegd

2.28a Nadere eisen

1. Voor het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in de artikelen 2.28 dient zowel de exploitant als de leidinggevende:

a. minimaal de leeftijd van 18 jaar te hebben bereikt

b. te voldoen aan de eisen gesteld in het besluit eisen zedelijk gedrag Alcoholwet 2021, zoals dat luidt ten tijde van de aanvraag, en

c. niet in enig opzicht van slecht levensgedrag te zijn

d. niet onder curatele staan

2. Het is verboden de openbare inrichting voor bezoekers geopend te hebben, zonder dat de op de vergunning vermelde leidinggevende in de openbare inrichting aanwezig is.

 

U

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 8A, komt te luiden:

 

Afdeling 5. Regulering paracommerciële rechtspersonen en overige aangelegenheden uit Alcoholwet

 

V

 

Artikel 2:34a wordt in zijn geheel vervangen door de tekst:

 

Artikel 2:34a Begripsbepalingen

 

In deze afdeling wordt verstaan onder:

- alcoholhoudende drank;

- horecabedrijf;

- horecalokaliteit;

- inrichting;

- paracommerciële rechtspersoon;

- sterke drank;

- slijtersbedrijf;

- zwak-alcoholhoudende drank;

dat wat daaronder wordt verstaan in de Alcoholwet.

 

V1

 

Lid 2 wordt vervangen door de tekst:

2.In afwijking van het eerste lid kan een paracommercieel rechtspersoon die zich richt op de sport onverminderd artikel2:29 alcoholhoudende drank uitsluitend verstrekken tot uiterlijk twee uur na afloop van de activiteit die wordt uitgeoefend in verband met de statutaire doelen van de rechtspersoon en uitsluitend op:

a. maandag tot en met zondag vanaf 12.00 uur tot 24.00 uur;

 

V2

 

Aan lid 3 van artikel 2:34b wordt achter sociale “en/of culturele” toegevoegd.

 

W

 

Hoofdstuk 2, afdeling 9, wordt vernummerd tot hoofdstuk 2, afdeling 6.

 

X

 

Hoofdstuk 2, afdeling 10, wordt vernummerd tot hoofdstuk 2, afdeling 7.

 

Y

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 11, komt te luiden:

 

Afdeling 8. Maatregelen ter voorkoming van overlast, gevaar of schade

 

Y1

 

Bij lid 2 artikel 2:48 wordt in lid a, “Drank- en Horecawet” vervangen door “Alcoholwet” en wordt in lid b “Drank- en Horecawet” vervangen door “Alcoholwet”.

 

Y2

 

Artikel 2:48a wordt ingevoegd.

 

Artikel 2:48a Lachgasverbod

1. Het is verboden op een openbare plaats distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich te hebben, indien dit gepaard gaat met overlast of

andere gedragingen die de openbare orde verstoren, het woon- of leefklimaat nadelig beïnvloeden of anderszins hinder veroorzaken.

2. Het is verboden op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college ter bescherming van de openbare orde of het woon- en leefklimaat aangewezen gebied distikstofmonoxide (lachgas) recreatief als roesmiddel te gebruiken, voorbereidingen

daartoe te verrichten of ten behoeve van dat gebruik voorwerpen of stoffen bij zich tehebben.

3. Het college kan in het aanwijzingsbesluit het in het tweede lid bedoelde verbod beperken tot bepaalde tijden.

 

Z

 

Artikel 2:50a wordt als volgt gewijzigd:

 

Het eerste lid wordt vervangen door de volgende tekst:

 

1.De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht een bevel geven zich gedurende de tijd bij het bevel genoemd niet in bij bevel gegeven plaats of gebied op te houden.

 

Er wordt een nieuw vierde lid ingevoegd:

4. De burgemeester beperkt de in het eerste of tweede lid gestelde bevelen, als hij dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk oordeelt. De burgemeester kan op aanvraag tijdelijk ontheffing verlenen van een bevel.

 

Het bestaande 4e lid wordt omgenummerd naar lid 5.

 

AA

 

Artikel 2:50b wordt toegevoegd

 

Artikel 2:50b Verbod op zichtbare uitingen van verboden organisaties

1. Het is verboden op openbare plaatsen of in voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven zichtbaar goederen te dragen, bij zich te hebben of te vervoeren die uiterlijke kenmerken zijn van een organisatie die bij rechterlijke uitspraak of bestuurlijk besluit verboden is verklaard of is ontbonden vanwege een werkzaamheid of doel in strijd met de openbare orde.

2. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht.

 

AA1 In artikel 2:57 wordt in lid 1 sub de tekst ‘de weg’ vervangen door ‘een openbare plaats’.

 

AB

 

Artikel 2:59 wordt als volgt gewijzigd:

 

Het tweede lid wordt vervangen door:

2. De eigenaar of houder van de hond aan wie een aanlijngebod is opgelegd, is verplicht de hond kort aangelijnd te houden, met een lijn met een lengte, gemeten van hand tot halsband, van ten hoogste 1,50 meter. 

 

Het derde lid, tot sub a wordt vervangen door:

3. De eigenaar of houder van de hond aan wie een aanlijn- en muilkorfgebod is opgelegd, is naast de verplichting bedoeld in het tweede lid verplicht de hond voorzien te houden van een muilkorf die:

 

AC

 

In het opschrift van artikel 2:60 wordt na ‘Houden’ ‘of voeren’ toegevoegd

 

Aan lid 1 wordt sub d toegevoegd:

d te voeren

 

AC1

 

Artikel 2:61 vervalt.

 

AC2

 

De tekst van artikel 2:61a wordt vervangen door de volgende tekst:

 

Het is verboden in het zwartwildraster aanwezige hekken en poorten in geopende stand te houden indien dit niet ten behoeve van de doorgang van personen of voertuigen plaatsvind.

 

AD

 

In artikel 2:65 wordt de tekst ‘of aan de weg of in een voor het publiek toegankelijk gebouw’ vervangen door de tekst ‘een openbare plaats’.

 

AD1

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 12 komt te luiden:

 

Afdeling 9. B estrijding van heling van goederen

In het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 12, vervalt ‘Bepalingen ter’.

 

AD2

 

De tekst van artikel 2:68 wordt in zijn geheel vervangen door de volgende tekst:

 

De handelaar of een voor hem handelend persoon is verplicht:

a. de burgemeester binnen drie dagen schriftelijk in kennis te stellen:

1o. dat hij het beroep van handelaar uitoefent met vermelding van zijn woonadres en het adres van de bij zijn onderneming behorende vestiging;

2o. van een verandering van de onder 1o bedoelde adressen;

3o. dat hij het beroep van handelaar niet langer uitoefent;

4o. dat hij enig goed kan verkrijgen dat redelijkerwijs van een misdrijf afkomstig is of voor de rechthebbende verloren is gegaan.

b. de burgemeester op eerste aanvraag zijn administratie of register ter inzage te geven;

c. aan de hoofdingang van elke vestiging een kenteken te hebben waarop zijn naam en de aard van de onderneming duidelijk zichtbaar zijn;

d. een door opkoop verkregen goed gedurende de eerste drie dagen in bewaring te houden in de staat waarin het goed verkregen is.

 

AD3

 

Artikel 2:69 komt te vervallen.

 

AE

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 13, komt te luiden:

 

Afdeling 10. Consumentenvuurwerk

 

AF

 

Hoofdstuk 2, afdeling 14, wordt vernummerd tot hoofdstuk 2, afdeling 11.

 

AG

 

Artikel 2:74a wordt ingevoegd.

 

2:74A Openlijk drugsgebruik

Het is verboden in door het college aangewezen gebieden op of aan de weg of in een voor het publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de artikelen 2 en 3 van de Opiumwet te gebruiken, of daarop gelijkende waar, zoals bijvoorbeeld lachgas of 3-MMC, toe te dienen, dan wel voorbereidingen daartoe te verrichten of ten behoeve van het gebruik voorwerpen of stoffen voorhanden te hebben.

 

AG1

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 15, komt te luiden:

 

Afdeling 12. Bijzondere bevoegdheden van de burgemeester

 

AH

 

In artikel 2:75 wordt de tekst ‘van de Algemene plaatselijke verordening’ verwijderd.

 

AI

 

Aan artikel 2:78 wordt het opschrift toegevoegd ‘Woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet’

 

AJ

 

Het opschrift van hoofdstuk 2, Afdeling 13, komt te luiden:

 

Afdeling 13. Het tegen gaan van ondermijning” en wordt ingevoegd na artikel 2:78.

 

AJ1

 

Artikel 2:79 wordt toegevoegd:

 

Artikel 2:79 Dragen gevaarlijke voorwerpen

1. Het is verboden op door het college aangewezen openbare plaatsen en daaraan gelegen voor het publiek toegankelijke gebouwen, messen, knuppels, slagwapens of andere voorwerpen, die als wapen kunnen worden gebruikt, openlijk bij zich te dragen.

2. Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de volgens artikel 6:2 aangewezen toezichthouders, dan wel op basis van andere wetgeving aangewezen personen die bevoegd zijn tot het dragen van een wapen ter uitvoering van hun beroep.

 

AJ2

 

Artikel 2:80 wordt toegevoegd:

 

Artikel 2:80 Sluiting van voor publiek toegankelijke ruimten

1. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid, gezondheid, het woon- en leefmilieu of als er naar zijn oordeel sprake is van bijzondere omstandigheden, de sluiting van een voor het publiek toegankelijke ruimte en/of de daarbij behorende erven bevelen. Hij brengt het besluit terstond ter kennis van de houder van de ruimte die het betreft.

2. De burgemeester kan de bevoegdheid als bedoeld in het eerste lid in ieder geval toepassen, als er in het voor het publiek openstaand gebouw of een bij dat gebouw behorend erf als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet:

a. wapens als bedoeld in artikel 2 van de Wet wapens en munitie aanwezig zijn waarvoor geen ontheffing, vergunning of verlof is verleend;

b. is gehandeld in strijd met artikel 1 van de Wet op de kansspelen;

c. door misdrijf verkregen zaken voorhanden, bewaard of verborgen zijn dan wel zijn verworven of overgedragen; of

d. discriminatie heeft plaatsgevonden op grond van ras, geslacht, seksuele gerichtheid of op welke grond dan ook;

e. zich andere feiten of omstandigheden hebben voorgedaan die naar het oordeel van de burgemeester de vrees wettigen dat het geopend blijven van het voor publiek toegankelijk gebouw en/of het bij dat gebouw behorende erf als bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet ernstig gevaar oplevert voor de openbare orde, veiligheid, gezondheid of zedelijkheid.

3. Het is de houder van een voor publiek toegankelijke ruimte verboden deze voor bezoekers geopend te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven gedurende de tijd dat de ruimte krachtens een op grond van het eerste lid door de burgemeester genomen besluit voor publiek gesloten dient te zijn.

4. Het is bezoekers verboden gedurende de tijd dat een voor publiek toegankelijke ruimte krachtens een op grond van het eerste lid door de burgemeester genomen besluit gesloten dient te zijn, zich daarin te bevinden.

5. Voor de toepassing van dit artikel worden onder bezoekers verstaan allen die zich in de voor het publiek toegankelijke ruimte bevinden of daarin toegelaten worden met uitzondering van:

a. de houder van de ruimte alsmede diens huisgenoten die door de gemeente Epe zijn ingeschreven als bewoners van de bij de ruimte behorende woning;

b. logeergasten;

c. hen wier tegenwoordigheid wegens dringende omstandigheden wordt vereist.

 

AJ3

 

Artikel 2:81 wordt toegevoegd:

 

Artikel 2:81 Begripsbepalingen

 

In deze afdeling wordt verstaan onder:

a. exploitant: natuurlijke persoon of de bestuurder van een rechtspersoon of, indien van toepassing, de tot vertegenwoordiging van die rechtspersoon bevoegde natuurlijke persoon, voor wiens rekening en risico de bedrijfsmatige activiteiten worden uitgeoefend;

b. beheerder: de natuurlijke persoon die door de exploitant is aangesteld voor de feitelijke leiding over de bedrijfsmatige activiteiten;

c. bedrijf: de bedrijfsmatige activiteit die plaatsvindt in een voor het publiek toegankelijk gebouw, niet zijnde een seksinrichting, of een daarbij behorend perceel of enig andere ruimte, niet zijnde een woning die als zodanig in gebruik is.

 

AJ4

 

Artikel 2:82 wordt toegevoegd:

 

Artikel 2:82 Aanwijzing vergunning plichtige gebouwen, gebieden of bedrijfsmatige activiteiten

1. De Burgemeester kan gebouwen, gebieden of bedrijfsmatige activiteiten aanwijzen waar(op) het verbod uit het eerste lid van artikel 2:83 van toepassing is.

2. Een gebouw of gebied wordt uitsluitend aangewezen als in of rondom dat gebouw dan wel in dat gebied naar het oordeel van het college de leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid onder druk staat.

3. Een aanwijzing van een gebouw of gebied kan zich tot één of meer bedrijfsmatige activiteiten beperken.

4. Een bedrijfsmatige activiteit wordt uitsluitend voor de gehele gemeente aangewezen als naar het oordeel van de burgemeester de leefbaarheid of openbare orde en veiligheid door de bedrijfsmatige activiteit onder druk staat. De gemeenteraad wordt hierover vooraf geconsulteerd.

 

AJ5

 

Artikel 2:83 wordt toegevoegd:

 

Artikel 2:83 Vergunning uitoefening bedrijf

1. Het is verboden om zonder vergunning van de burgemeester een bedrijf uit te oefenen:

a. in een door het college op grond van het eerste lid van artikel 2:82 aangewezen gebouw of gebied voor door het college benoemde bedrijfsmatige activiteiten; of

b. indien de uitoefening van het bedrijf een door het college op grond van het eerste lid van artikel 2:82 aangewezen bedrijfsmatige activiteit betreft.

2. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester een vergunning als bedoeld in het eerste lid weigeren:

a. in het belang van het voorkomen of beperken van overlast of strafbare feiten;

b. indien de leefbaarheid in het gebied door de wijze van exploitatie nadelig wordt beïnvloed of dreigt te worden beïnvloed;

c. de exploitant of beheerder in enig opzicht van slecht levensgedrag is;

d. indien redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag vermelde in overeenstemming zal zijn;

e. indien er aanwijzingen zijn dat in het bedrijf personen werkzaam zijn of zullen zijn in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of Vreemdelingenwet 2000 bepaalde;

f. als niet voldaan is aan de bij of krachtens in artikel 2:84 gestelde eisen met betrekking tot de aanvraag;

3. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 weigert de burgemeester een vergunning als bedoeld in het eerste lid indien de vestiging of de exploitatie in strijd is met een geldend bestemmingsplan, een geldend ruimtelijk exploitatieplan, een geldende beheersverordening, een geldend voorbereidingsbesluit of de Wet milieubeheer.

 

AJ6

 

Artikel 2:84 wordt toegevoegd:

 

Artikel 2:84 Vergunningaanvraag

1. De vergunning als bedoeld in het eerste lid van artikel 2:83 wordt aangevraagd door de exploitant.

2. Een aanvraag om een vergunning wordt ingediend door gebruikmaking van een door de burgemeester vastgesteld formulier.

3. Bij de aanvraag om een vergunning wordt vermeld voor welke bedrijfsmatige activiteiten de vergunning wordt gevraagd, en worden in ieder geval de volgende gegevens en bescheiden overgelegd:

a. de persoonsgegevens en een geldig identiteitsbewijs van de exploitant of beheerder;

b. het adres en telefoonnummer waar de bedrijfsmatige activiteiten worden uitgeoefend;

c. het nummer van inschrijving in het handelsregister bij de Kamer van Koophandel;

d. indien van toepassing de verblijftitel van de exploitant of beheerder;

e. een bewijs waaruit blijkt dat de exploitant of beheerder gerechtigd is om in Nederland arbeid te verrichten;

f. een document waaruit blijkt dat de exploitant gerechtigd is over de ruimte te beschikken waarin het bedrijf wordt gevestigd.

4. Indien de burgemeester dat nodig acht voor de beoordeling van een aanvraag kan hij verlangen dat aanvullende gegevens worden overgelegd.

 

AJ7

 

Artikel 2:85 wordt toegevoegd:

 

Artikel 2:85 Intrekking en wijziging van een vergunning

Onverminderd het bepaalde in artikel 1:6 kan de burgemeester een vergunning als bedoeld in het eerste lid van artikel 2:83 intrekken of wijzigen indien:

a. door het bedrijf de openbare orde wordt aangetast of dreigt te worden aangetast; of

b. door het bedrijf de leefbaarheid in het gebied door de wijze van de exploitatie nadelig wordt beïnvloed of dreigt te worden beïnvloed; of

c. de voorschriften verbonden aan de vergunning of de plichten voortvloeiend uit deze afdeling niet worden nageleefd; of

d. de exploitant of beheerder in enig opzicht van slecht levensgedrag is; of

e. de exploitant of beheerder betrokken is of ernstige nalatigheid kan worden verweten bij activiteiten of strafbare feiten in of vanuit het bedrijf dan wel toestaat of gedoogt dat strafbare feiten of activiteiten worden gepleegd waarmee de openbare orde nadelig wordt beïnvloed; of

f. er strafbare feiten in het bedrijf hebben plaatsgevonden of plaatsvinden; of

g. er aanwijzingen zijn dat in het bedrijf personen werkzaam zijn of zullen zijn in strijd met het bij of krachtens de Wet arbeid vreemdelingen of Vreemdelingenwet 2000 bepaalde; of

h. de bedrijfsmatige activiteiten door de exploitant zijn beëindigd dan wel sprake is van een gewijzigde exploitatie; of

i. redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de vergunning vermelde in overeenstemming is; of

j. de vestiging of de exploitatie in strijd is met een geldend bestemmingsplan, een geldend ruimtelijk exploitatieplan, een geldende beheersverordening, een geldend voorbereidingsbesluit, de Wet milieubeheer of een gebiedsplan.

 

AJ8

 

Artikel 2:86 wordt toegevoegd:

 

Artikel 2:86 Sluiting bedrijf

1. Indien een bedrijf in strijd met het verbod uit het eerste lid van artikel 2:83 wordt geëxploiteerd of indien een van de situaties als bedoeld in artikel 2:85, sub a tot en met i, van toepassing is, kan de burgemeester de sluiting van het bedrijf bevelen.

2. Het is een ieder verboden een overeenkomstig het eerste lid van dit artikel gesloten bedrijf te betreden of daarin te verblijven.

3. De sluiting kan door de burgemeester worden opgeheven indien later bekend geworden feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven.

 

AJ9

 

Artikel 2:87 wordt toegevoegd:

 

Artikel 2:87 Geboden en verboden exploitant

1. De exploitant is verplicht elke verandering in de uitoefening van zijn bedrijf waardoor deze niet langer in overeenstemming is met de in de vergunning, zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 2:83, opgenomen gegevens zo spoedig mogelijk aan de burgemeester te melden.

2. De burgemeester verleent een gewijzigde vergunning, als het bedrijf aan de vereisten voldoet.

3. Het is verboden een bedrijf voor bezoekers geopend te hebben zonder dat de exploitant of beheerder aanwezig is.

4. De exploitant en de beheerder zien erop toe dat in het bedrijf geen strafbare feiten plaatsvinden.

 

AJ10

 

Artikel 2:88 wordt toegevoegd:

 

Artikel 2:88 Uitgestelde werking aanwijzingsbesluiten voor bestaande gevallen

In afwijking van het eerste lid van artikel 2:83 geldt het aldaar gestelde verbod voor de exploitant die op het moment van inwerkingtreding van het in artikel 2:82 genoemde aanwijzingsbesluit reeds onder het aanwijzingsbesluit vallende bedrijfsmatige activiteiten verricht, voor die bestaande activiteiten op bestaande locaties eerst drie maanden na inwerkingtreding van het aanwijzingsbesluit of met ingang van inwerkingtreding van het besluit tot weigering of intrekking van een door hem aangevraagde vergunning, voor zover dat eerder is.

 

AJ11

 

Artikel 2:89 wordt toegevoegd:

 

Artikel 2:89 Positieve beschikking bij niet tijdig beslissenOp de vergunning als bedoeld in artikel 2:83 is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

 

AK

 

Het opschrift van hoofdstuk 4, afdeling 1, komt te luiden:

 

Afdeling 1. Voorkomen of beperken geluidshinder en hinder door verlichting

 

AL

 

In artikel 4:5a 5e lid wordt de tekst ‘het bouwbesluit of de [citeertitel provinciale milieuverordening]’ vervangen door ‘het Bouwbesluit 2012 of de Omgevingsverordening Gelderland.’

 

AM

 

In artikel 4:6 wordt in het derde lid na ’het Bouwbesluit’, ‘2012’ ingevoegd.

 

AN

 

In het opschrift van artikel 4:13 wordt ‘enz.’ vervangen door ‘en dergelijke’.

 

AO

 

In het opschrift van hoofdstuk 5 wordt ‘der’ vervangen door ‘van de’.

 

AP1

 

In het opschrift van hoofdstuk 5 wordt “der” vervangen “door “van de”

 

AP

 

In het opschrift van hoofdstuk 5, afdeling 1, wordt na ‘Parkeerexcessen’ ingevoegd ‘en stopverbod’.

 

AQ

 

Artikel 5:10 wordt vervangen door het volgende artikel

 

Artikel 5:10 Parkeren of laten stilstaan van voertuigen anders dan op de rijbaan

1. Het is verboden een voertuig te parkeren of te laten stilstaan op een door het college aangewezen, niet tot de rijbaan behorend weggedeelte. 2. Het verbod is niet van toepassing op voertuigen die worden gebruikt voor werkzaamheden in opdracht van een bestuursorgaan of openbaar lichaam.

 

AR

 

In artikel 5:13, derde lid, onder b, vervalt ‘voor het betreffende kalenderjaar’ en wordt ‘voorwaarden’ vervangen door ‘voorschriften’.

 

AR1

 

In artikel 5:14 wordt in lid 2 sub b de tekst ‘onder h’ vervangen door de tekst ‘aanhef en onder g’.

 

AS

 

Artikel 5:15 wordt gewijzigd

 

Het bestaande lid 4 wordt her nummert naar lid 4 sub a.

 

Als lid 4 sub b wordt toegevoegd:

b. het venten met gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten en gevoelens worden geopenbaard.

 

Er wordt een nieuw 5e lid toegevoegd:

5. In afwijking van het bepaalde in het eerste en vierde lid is het venten van gedrukte en geschreven stukken verboden op door het college in het belang van de openbare orde aangewezen openbare plaatsen, dagen of uren.

 

AS1

 

Artikel 5:17 wordt als volgt gewijzigd:

 

Het bestaande lid 2, onder a wordt vervangen door:

a. een vaste plaats op een jaarmarkt of markt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder g, van de Gemeentewet;

 

AS2

 

Artikel 5:18 wordt als volgt gewijzigd:

 

Het bestaande 2e lid wordt vervangen door:

  • 1.

    Het college weigert de vergunning:

  • 1.

    wegens strijd met een geldend bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit.

  • 2.

    indien de aanvraag betrekking heeft op een locatie die niet in (de lijst bij) de beleidsnotitie standplaatsen gemeente als standplaatslocatie is aangewezen.

  • 3.

    indien de aanvraag betrekking heeft op een locatie die wel in (de lijst bij) de beleidsnotitie standplaatsen gemeente als standplaatslocatie is aangewezen, maar de vergunning voor die locatie/plaats al vergeven is (maximumstelsel).

  • 4.

     

 

In het 3e lid komt sub c te vervallen.

 

AS2 In artikel 5:22 wordt in sub 2 onder a de tekst ‘onder h’ vervangen door de tekst ‘onder g’.

 

AT

 

In het opschrift van hoofdstuk 5, afdeling 6, wordt na ‘Openbaar water’ ingevoegd ‘en waterstaatswerken’.

 

AU

 

In artikel 5:24 wordt in lid 2 de tekst “een aan het college” vervangen door de tekst “een melding aan het college”

 

AV

 

Artikel 5:31a komt te vervallen.

 

AW

 

Artikel 5:32 wordt als volgt gewijzigd:

 

In het eerste lid wordt na ‘bromfietsen’ de tekst ‘te crossen buiten wedstrijdverband’ ingevoegd.

In het derde lid derde lid, wordt ‘de Wet milieubeheer’ vervangen door ‘de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, het Besluit omgevingsrecht, de Zondagswet’.

 

AX

 

Het opschrift van hoofdstuk 5, afdeling 8, komt te luiden:

 

Afdeling 8. Vuurverbod

 

AY

 

Het opschrift van hoofdstuk 5, afdeling 9, komt te luiden:

 

Afdeling 9. As verstrooiing

 

AZ

 

Artikel 6:1 wordt in zijn geheel vervangen en komt te luiden:

 

Artikel 6:1 Strafbepaling

1. Overtreding van het bij of krachtens de voorgaande artikelen bepaalde wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie en kan bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak.

2. In afwijking van het eerste lid is artikel 1a van de Wet op de economische delicten van toepassing op overtreding van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 2:10, en 2:11, als sprake is van een omgevingsvergunningplichtige activiteit, en artikel 4:11, tweede lid.

3. In geval van overtreding van de krachtens artikel 3, derde lid, van de Wet veiligheidsregio’s gestelde regels kan het college een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste de geldboete, bedoeld in artikel 64, eerste lid, van de Wet veiligheidsregio’s.

 

Artikel II

 

Dit besluit treedt in werking de dag na bekendmaking.

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 september 2021

 

De raad voornoemd,

 

De voorzitter, dhr. dr. T.C.M. Horn

De griffier, mw. J. Kattenberg

Naar boven