1e Wijziging Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen Schiedam 2021 (21VR059)

De raad van de gemeente Schiedam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 oktober 2021 (nummer 21INT00291);

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h en 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Gemeente Schiedam 2021;

 

besluit vast te stellen de:

 

volgende wijziging van de Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen Schiedam 2021

Artikel I  

De Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen Schiedam 2021 wordt gewijzigd als volgt:

 

A

 

Aan artikel 1f en g komen te luiden:

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

 

  • f.

    centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Schiedam of de uitvoerende organisatie namens de gemeente Schiedam een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon, ander communicatiemiddel of pas

  • g.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990;

Toelichting op de wijziging

f. en g. zijn als definitie toegevoegd. Dit is gedaan in het kader van de invoering van digitaal parkeren voor bezoekers en overeenkomstig de model verordening Parkeerbelastingen van de VNG.

 

B

 

Artikel 4 komt te luiden:

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

 

Artikel 4

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij de verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel (bijlage 1) + overzichtskaart.

Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

 

Artikel 4

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij de verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel (bijlage 1) + overzichtskaart (bijlage 2).

Toelichting op de wijziging

De overzichtskaart is benoemd als bijlage 2. Bijlage 2 is aangepast overeenkomstig de situatie per 1 januari 2022 . De sectoren blijven ongewijzigd per 1 januari 2022.

 

C

 

In artikel 6 komt te luiden:

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Wijze van heffing en termijnen van betaling

Artikel 6

  • 1.
    • a.

      De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

    • b.

      In afwijking van het onder punt 1. bepaalde wordt de belasting geheven door middel van het GSM parkeren, indien de belastingplichtige bij de aanvang van het parkeren op de door het college van burgemeester en wethouders voorgeschreven wijze te kennen heeft gegeven voor deze wijze van heffing te opteren. Deze belasting wordt geheven bij wege van gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt verstaan een nota of andere schriftuur. Deze belasting moet binnen de op de schriftelijke kennisgeving vermelde termijn worden betaald.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 3.

    Indien vergunninghouder het gebied waarvoor vergunning is verleend metterwoon verlaat of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt wordt ontheffing verleend over zoveel driemaandelijkse of zoveel twaalfde gedeelten als er in dat kwartaal of jaar, na beëindiging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de vergunning in de loop van het jaar wordt verleend of beëindigd is het tarief naar evenredigheid verschuldigd, gerekend van de eerste dag van de maand volgend op de datum van verlening, dan wel tot de eerste dag van de maand na beëindiging.

  • 5.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Wijze van heffing en termijnen van betaling

Artikel 6

  • 1.
    • a.

      De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.

    • b.

      In afwijking van het onder punt 1. bepaalde wordt de belasting geheven door middel van het aanmelden bij de centrale computer, indien de belastingplichtige bij de aanvang van het parkeren op de door het college van burgemeester en wethouders voorgeschreven wijze te kennen heeft gegeven voor deze wijze van heffing te opteren. Deze belasting wordt geheven bij wege van gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt verstaan een nota of andere schriftuur. Deze belasting moet binnen de op de schriftelijke kennisgeving vermelde termijn worden betaald.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte en moet worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 3.

    Indien vergunninghouder het gebied waarvoor vergunning is verleend metterwoon verlaat of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt wordt ontheffing verleend over zoveel driemaandelijkse of zoveel twaalfde gedeelten als er in dat kwartaal of jaar, na beëindiging van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien de vergunning in de loop van het jaar wordt verleend of beëindigd is het tarief naar evenredigheid verschuldigd, gerekend van de dag dat de vergunning verleend wordt, dan wel tot de dag van de beëindiging.

  • 5.

    Indien de visiteparkeervergun-ning in de loop van het jaar wordt verleend, wordt het aantal toe te kennen uren naar rato, per hele kalendermaanden verleend, vanaf de maand waarin de visiteparkeervergunning wordt verleend. Bij beëindiging van de visiteparkeervergunning wordt het saldo dat op de bezoekersapp staat en dat niet gebruikt is voor parkeertransacties gerestitueerd

  • 6.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Toelichting op de wijziging: De tekst van lid 1b is aangevuld in verband met digitaal parkeren. Lid 4 is aangepast omdat het technisch mogelijk is op de dag nauwkeurig verrekening te laten plaats vinden bij verlening of beëindiging gedurende het jaar. Ten aanzien van het toegevoegde lid 5. De uren voor de visiteparkeervergunning worden voor een heel jaar verstrekt. Er ontbrak nog een artikel hoe er gedurende het jaar met het saldo wordt omgegaan. Op deze wijze is dit geborgd, vergelijkbaar met de regeling voor parkeervergunningen (lid 4) . Het huidige lid 5 is vernummerd naar lid 6.

 

D

 

Artikel 9 komt te luiden:

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Kosten

Artikel 9

  • 1.

    De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 64,20.

  • 2.

    De kosten van het aanbrengen en het verwijderen van de wielklem bedragen € 64,20

  • 3.

    De kosten van de overbrenging bedragen € 174,18 en voor de bewaring € 51,44 per etmaal met dien verstande dat daarenboven voor het bewaren gedurende elk aansluitend half etmaal € 25,65 kosten berekend worden.

  • 4.

    De kosten voor de opsporing van degene aan wie de kennisgeving van de overbrenging en bewaring wordt gezonden bedragen € 23,45 per daaraan besteed kwartier, vermeerderd met € 73,69 voor het doen van de kennisgeving.

  • 5.

    De kosten voor de verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van het voertuig bedragen € 94,12 per daaraan besteed uur.

  • 6.

    Voor de berekening van de in het derde tot en met vijfde lid bedoelde kosten wordt een gedeelte van een in deze leden genoemde eenheden voor een volle eenheid gerekend.

  • 7.

    Het bedrag van de ingevolge het derde tot en met vijfde lid in rekening te brengen kosten wordt bij voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld.

Kosten

Artikel 9

  • 1.

    De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 65,20.

  • 2.

    De kosten van het aanbrengen en het verwijderen van de wielklem bedragen € 65,20.

  • 3.

    De kosten van de overbrenging bedragen € 176,96 en voor de bewaring € 52,26 per etmaal met dien verstande dat daarenboven voor het bewaren gedurende elk aansluitend half etmaal € 26,06 kosten berekend worden.

  • 4.

    De kosten voor de opsporing van degene aan wie de kennisgeving van de overbrenging en bewaring wordt gezonden bedragen € 23,82 per daaraan besteed kwartier, vermeerderd met € 74,86 voor het doen van de kennisgeving.

  • 5.

    De kosten voor de verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van het voertuig bedragen € 95,62 per daaraan besteed uur.

  • 6.

    Voor de berekening van de in het derde tot en met vijfde lid bedoelde kosten wordt een gedeelte van een in deze leden genoemde eenheden voor een volle eenheid gerekend.

  • 7.

    Het bedrag van de ingevolge het derde tot en met vijfde lid in rekening te brengen kosten wordt bij voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld.

Toelichting op de wijziging

Voorgesteld wordt om de tarieven per 2022 te verhogen met 1,6% volgens prijscompensatie (inflatiecorrectie) CPB.

 

E

 

De Tarieventabel 2021 behorende bij de “Verordening parkeerbelastingen Schiedam 2021” komt te luiden:

 

Huidige tekst

Voorgestelde tekst

Tarieventabel 2021 behorende bij de “Verordening parkeerbelastingen Schiedam 2021”

Bijlage 1 Tarieventabel

Tarieventabel 2022 behorende bij de “Verordening parkeerbelastingen Schiedam 2021”

 

 

Bijlage 1: tarieventabel

 

 

 

 

1.

Het tarief voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt voor sector A:

 

1.

Het tarief voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt voor sector A:

 

a.

€ 2,70

a.

€ 2,80

per 60 minuten met een minimum van

€ 0,10

per 60 minuten met een minimum van

€ 0,10

tot een maximum van

€ 12,70

tot een maximum van

€ 13,40

In geval er minder dan een uur geparkeerd wordt, wordt het uurtarief naar rato berekend.

 

In geval er minder dan een uur geparkeerd wordt, wordt het uurtarief naar rato berekend.

 

Hierbij geldt dat er altijd een veelvoud van

€ 0,10

Hierbij geldt dat er altijd een veelvoud van

€ 0,10

wordt berekend. Als hierdoor afronding noodzakelijk is, wordt de parkeertijd altijd afgerond in het voordeel van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

 

wordt berekend. Als hierdoor afronding noodzakelijk is, wordt de parkeertijd altijd afgerond in het voordeel van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

 

Voor de sectoren B, C, D of E:

 

Voor de sectoren B, C, D of E:

 

b.

€ 1,90

b.

€ 2,00

per 60 minuten met een minimum van

€ 0,10

per 60 minuten met een minimum van

€ 0,10

tot een maximum van

€ 7,00

tot een maximum van

€ 7,40

c.

De onder b. genoemde tarieven zijn ook van toepassing voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen gelegen buiten de sectoren A, B, C, D en E.

 

c.

De onder b. genoemde tarieven zijn ook van toepassing voor het parkeren op parkeerapparatuurplaatsen gelegen buiten de sectoren A, B, C, D en E.

 

2.

Het tarief van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:

 

2.

Het tarief van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:

 

Bewoners:

 

Bewoners:

 

2.1

Voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder a, van de Parkeerverordening 2013:

 

2.1

Voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onder a, van de Parkeerverordening 2013:

 

a.

Voor de eerste vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

a.

Voor de eerste vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

per maand

€ 7,84

per jaar

€ 94,00

per jaar

€ 95,00

b.

Voor de tweede vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

b

Voor de tweede vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

per maand

€ 33,34

per jaar

€400,00

per jaar

€406,00

Beroep/bedrijf:

 

Beroep/bedrijf:

 

2.2

a.

Voor een vergunning van maandag tot en met zaterdag, inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

2.2

a.

Voor een vergunning van maandag tot en met zaterdag, inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

per maand

€ 33,34

per jaar

€400,00

per jaar

€406,00

b.

Voor een vergunning van maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

b.

Voor een vergunning van maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

per maand

€ 22,75

per jaar

€ 273,00

per jaar

€ 277,00

Zorginstellingen

 

Zorginstellingen

 

2.3

Voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3 onder b, van de Parkeerverordening 2013:

 

2.3

Voor een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3 onder b, van de Parkeerverordening 2013:

 

a.

voor een eerste vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

a.

voor een eerste vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

per maand

€ 14,92

per jaar

€ 179,00

per jaar

€ 181,00

b.

voor een eerste vergunning van maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

b.

voor een eerste vergunning van maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

per maand

€ 11,34

per jaar

€ 136,00

per jaar

€ 138,00

c.

oor een tweede vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

c.

voor een tweede vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

per maand

€ 17,42

per jaar

€209,00

per jaar

 

d.

voor een tweede vergunning van maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

d.

voor een tweede vergunning van maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

per maand:

€ 12,92

per jaar

€ 155,00

per jaar

€ 157,00

e.

voor een derde en vierde vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

e.

voor een derde en vierde vergunning van maandag tot en met zaterdag inclusief koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

per maand

€ 20,42

per jaar

€ 245,00

per jaar

€ 248,00

f.

voor een derde en vierde vergunning van maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

f.

voor een derde en vierde vergunning van maandag tot en met vrijdag met uitzondering van de koopavond, waarin een bepaald deel van de gemeente is aangewezen:

 

per maand

€ 14,92

per jaar

€ 179,00

per jaar

€ 181,00

g.

voor grote bedrijven voor de vijfde en verdere vergunning:

 

g.

voor grote bedrijven voor de vijfde en verdere vergunning:

 

per maand

€ 28,25

per jaar

€ 339,00

per jaar

€ 344,00

2.4

voor een vergunning waarin een bepaald parkeerterrein binnen de gemeente is aangewezen met plaats garantie

 

2.4

voor een vergunning waarin een bepaald parkeerterrein binnen de gemeente is aan-gewezen met plaats garantie

 

per maand

€ 49,34

per jaar

€ 592,00

per jaar

€ 601,00

2.5

Gereserveerde standplaats (onder andere autodate):

Voor een vergunning voor een bepaald kenteken of bepaalde kentekens op één of meerdere standplaatsen

 

2.5

Gereserveerde standplaats (onder andere autodate):

Voor een vergunning voor een bepaald kenteken of bepaalde kentekens op één of meerdere standplaatsen

 

per maand

€ 33,34

per jaar

€400,00

per jaar

 

2.6

functionele bedrijfsvergunning

 

2.6

functionele bedrijfsvergunning

 

per maand

€ 36,75

 

per jaar

€ 441,00

per jaar

€ 448,00

3.

Het tarief van de belasting bedraagt voor een:

 

3.

Het tarief van de belasting bedraagt voor een:

 

3.1

Parkeerkrasvergunning voor de in artikel 3 lid 3 sub a en b Parkeerverordening 2013 genoemde eigenaren of houders van motorvoertuigen, per stuk

€ 2,50

3.1

Visiteparkeervergunning

Voor de in artikel 3 lid 3 sub a en b Parkeerverordening 2013 genoemde eigenaren of houders van motorvoertuigen, 

 

3.2

visiteparkeervergunning

per uur met een maximum van 400 uur per jaar

€ 0,65

per uur

met een maximum van 400 uur per jaar

€ 0,65

3.3

mantelzorgparkeervergunning

per uur met een maximum van 200 uur per jaar per mantelzorg-vrager, te verstrekken via een door het college aangewezen instantie.

€ 0,65

3.2

mantelzorgparkeervergunning

per uur

 

€ 0,65

met een maximum van 200 uur per jaar per mantelzorg-vrager, te verstrekken via een door het college aangewezen

 

Toelichting op de wijziging

Ad 1. Het tarief voor parkeren op straat per uur wordt niet jaarlijks met de indexatie verhoogd, omdat de parkeerbelastingverordening bepaalt dat bij de parkeerautomaten in veelvouden van 10 eurocent moet worden betaald. Daarom wordt ervoor gekozen de straattarieven niet te verhogen tot de cumulatieve jaarlijkse indexering leidt tot een verhoging van de tarieven van (een veelvoud van) € 0,10. De straattarieven zijn naar aanleiding van het Uitvoeringsprogramma Parkeren voor 2018 opnieuw bepaald en door raad vastgesteld. Gezien de cumulatieve jaarlijkse indexering worden de straattarieven vanaf 2022 weer verhoogd.

Ad 2 en 3. Vergunningen bewoners en bedrijven, afronding

De tarieven zijn verhoogd met de standaard 1,6%. De jaartarieven zijn net als vorig jaar weer afgerond op hele tarieven om betalingsverschillen te voorkomen en ronde bedragen duidelijker zijn voor de vergunninghouder. De tarieven per maand zijn niet meer nodig in verband met parkeervergunningen die in de loop van het jaar worden aangevraagd of beëindigd omdat dit technisch op datum ingeregeld wordt. Dit is opgenomen in artikel 6 van de Parkeerbelastingverordening.

Ad 3. In het najaar van 2020 is gestart met de visite-app. Deze app vervangt de kraskaart en hierdoor komt het tarief voor de kraskaart per 2022 te vervallen

 

Artikel II  

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking in het elektronisch gemeenteblad.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2022.

  • 3.

    De bepalingen die op grond van deze verordening worden gewijzigd blijven van toepassing op belastbare feiten die zich voor de in het tweede lid genoemde datum hebben voorgedaan.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van 9 november 2021

de griffier,

J.W. Scherpenzeel

de voorzitter,

C.H.J. Lamers

Overzichtskaart  

Naar boven