Gemeenteblad van Brummen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brummen | Gemeenteblad 2021, 412789 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brummen | Gemeenteblad 2021, 412789 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
PROGRAMMABEGROTING 2022-2025 GEMEENTE BRUMMEN
DE RAAD VAN DE GEMEENTE BRUMMEN,
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 september 2021 met kenmerk D364624;
Gehoord het behandeladvies van het Forum van 07 oktober 2021;
Met inachtneming van de amendementen: A1 Algemene Reserve van de VVD en A5 Groenstructuurplan en biodiversiteitsplan van Groen Links
Aanbieding van de Programmabegroting
Programma 1 Bestuur en Veiligheid
Basistaken Bestuur en Dienstverlening
Basistaken Veiligheid, Toezicht en Handhaving
Programma 2 Fysieke leefomgeving
Focusgebied Klimaat en duurzaamheid
Focusgebied Ruimte voor Eerbeek / Eerbeek Loenen 2030
Basistaken Fysieke leefomgeving
Programma 3 Sociale leefomgeving
Basistaken sociale leefomgeving
Programma 4 Bedrijfsvoering en financiën
Basistaken Bedrijfsvoering en financiën
B. Weerstandsvermogen en Risicobeheersing
We zijn vorig jaar als gemeente een traject gestart om de begroting robuuster te maken. We hebben de rust en ruimte genomen om dit zorgvuldig met elkaar te kunnen doen. Als gevolg van de niet structureel sluitende meerjarenbegroting en onze zwakke reserves, heeft de provincie onze gemeente onder preventief financieel toezicht geplaatst. Een belangrijke stap om de komende jaren wèl financieel gezonder te worden heeft u in juni gezet door een financieel herstelplan vast te stellen. Tijdens de zomer hebben wij op basis van de uitgangspunten van de perspectiefnota en het financieel herstelplan een begroting voor 2022-2025 opgesteld. Het resultaat is een begroting die bijdraagt aan het financieel herstel en in lijn is met de perspectiefnota.
Het is gelukt om al met ingang van 2022 een structureel sluitende meerjarenbegroting te hebben. Het herstelplan ging er nog vanuit dat de structurele lasten en baten vanaf 2023 in evenwicht zouden zijn. Deze versnelling was mogelijk omdat de Rijksoverheid heeft aangekondigd extra geld aan gemeenten beschikbaar te stellen zodat de kosten van de Jeugdzorg minder inzet van eigen middelen vergt. Doordat we deze extra gelden vanuit het Rijk als structurele inkomsten kunnen aanmerken bereiken we het structurele evenwicht een jaar eerder.
De perspectiefnota ging er nog vanuit dat 2023 zou sluiten met een incidenteel tekort. Dat zou betekenen dat we in dat jaar de algemene reserve zouden moeten inzetten om het begrotingstekort te dekken. Dit tekort hebben we kunnen ombuigen tot een klein positief resultaat. Het gevolg hiervan is dat we dus niet bij voorbaat een onttrekking aan de algemene reserve hoeven te begroten. In de begroting sluiten alle jaren nu positief.
Wij prijzen ons gelukkig met deze meevaller maar realiseren ons dat de herverdelingseffecten van het Gemeentefonds nadelig kunnen uitpakken voor de gemeente Brummen. U heeft zich zeer zorgvuldig getoond ten aanzien van onze financiën, maar we hebben niet alles in eigen hand.
Fluctuaties in het Gemeentefonds geven onzekerheden waar we geen invloed op hebben.
Het spaarprogramma van zes ton per jaar is in de meerjarenbegroting opgenomen. Hierdoor kunnen we onze risico’s steeds beter opvangen en verbetert onze weerstandsratio de komende jaren. Dit vergt de komende jaren een strakke budgetdiscipline van zowel de organisatie als van ons als gemeentebestuur.
De perspectiefnota bevatte weinig nieuwe doelen en ontwikkelingen. Enerzijds omdat de financiële middelen ontbreken, anderzijds omdat we ruimte willen laten aan de nieuwe volksvertegenwoordigers die in maart 2022 wordt gekozen. De begroting bevat dan ook vooral doelen en maatregelen die passen in het bestaande beleid en onze uitgangspunten. De begroting in zijn geheel draagt zoals gezegd daaraan bij. Een verdere versteviging van ons financiële fundament en onze bestuurskracht.
In lijn met de perspectiefnota brengen we onze basis verder op orde. De structurele formatie en financiële bijstellingen in het sociaal domein, en het op orde brengen van de vervangingsinvesteringen, licenties en onderhoud op het gebied van I&A zijn opgenomen in deze begroting. Dit hebben we aangevuld met het op orde brengen van het ziektevervangingsbudget.
Daarnaast stellen we (in goed overleg met de wijk- en dorpsraden) voor om de voorgenomen verlaging van het budget voor wijk- en dorpsraden te laten vervallen en we brengen in deze begroting de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan de reserve Recreatie en Toerisme in evenwicht.
Met dit soort maatregelen maken we onze begroting meer solide en wordt onze organisatie minder kwetsbaar. Hierdoor kunnen we ons beter richten op de gevraagde opgave in Brummen en haar inwoners.
De uitkomsten van het bestuurskrachtonderzoek zijn financieel en beleidsmatig nog niet verwerkt in deze begroting, wel hebben we alvast een eerste incidenteel budget opgenomen om in 2022 enig budget te hebben voor de mogelijke ontwikkelpunten voor dat jaar.
Dit is de laatste begroting die uw raad in de huidige samenstelling vaststelt. We hebben met elkaar veel bereikt de afgelopen jaren, de wereld en Brummen staan er najaar 2021 heel anders voor dan in het voorjaar van 2018. Met deze begroting kunt u de bestuursperiode 2018-2022 goed afsluiten met een degelijk meerjarenperspectief. Met elkaar is een robuust fundament neergelegd, een basis waarop het gemeentebestuur in de periode 2022-2026 kan werken aan de opgaven waar we voor staan. Met als doel datgene waar we allemaal onze tijd en energie in steken: Een prachtige gemeente waar we fijn wonen, werken en recreëren. Waar we oog hebben voor elkaar en waar we op duurzame wijze de toekomst tegemoet treden.
We zien met vertrouwen uit naar besprekingen met u over de voorliggende begroting.
In dit hoofdstuk laten we het verloop van het financieel meerjarenperspectief 2022-2025 van de perspectiefnota naar deze programmabegroting zien. Daarnaast geven we inzicht in het structureel begrotingssaldo, de ontwikkeling van de algemene reserve en de weerstandsratio. Hiermee laten we zien of we nog steeds voldoen aan de kaders vanuit het financieel herstelplan dat in juni bij de perspectiefnota is vastgesteld. Tenslotte geven we een samenvatting van de belangrijkste financiële kengetallen en signaleringswaarden in deze begroting.
Saldo Perspectiefnota 2022-2025
Het startpunt voor de saldi in deze begroting zijn de saldi vanuit het meerjarenperspectief in de Perspectiefnota 2022-2025.
Na vaststelling van de perspectiefnota hebben zich nieuwe autonome ontwikkelingen voorgedaan. Dit zijn ontwikkelingen die we zelf niet kunnen beïnvloeden maar die wel onze begroting raken. De eerste ontwikkeling is de meicirculaire 2021. Deze laat voor Brummen in 2022 en 2023 nog een positieve bijstelling zien van € 204.000 in 2022 en € 63.000 in 2023. Dit voordeel slaat in 2024 echter om in een nadeel van € 62.000 en in 2025 een nadeel van € 132.000.
Voor de herverdeling gemeentefonds zijn we uitgegaan van de informatie die we in augustus van het Rijk hebben ontvangen. Hierin is aangegeven dat het nadeel voor Brummen € 35 per inwoner wordt. We stellen in deze begroting voor om de helft van dit nadeel op te nemen in het financieel meerjarenperspectief. Voor 2023 betekent dit een nadeel van € 313.000. Vanaf 2024 is het nadeel € 369.000. De andere helft van het nadeel is meegenomen in de risico's voor de bepaling van de weerstandsratio.
In juni zijn we geïnformeerd over de extra middelen voor Jeugdzorg die we in 2022 naar aanleiding van de uitspraak van de arbitragecommissie gaan ontvangen. In totaal stelt het kabinet 1,3 miljard extra beschikbaar. Voor Brummen is dit een bedrag van € 1,3 miljoen.
Voor de jaren 2023 en verder zijn er tussen het Rijk, IPO en VNG afspraken gemaakt over hoe omgegaan mag worden in de begroting met de onzekerheid over de hoogte van de compensatie voor de oplopende kosten in de Jeugdzorg voor 2023 en verder. Hiervoor zijn als uitgangspunt de bedragen uit de financiële tabel van de arbitragecommissie gehanteerd. Hiervan mag de gemeente 75% als stelpost in de begroting opnemen. Voor Brummen is dit in 2023 € 1,1 miljoen aflopend naar een bedrag van € 961.000 in 2025.
Tegenover de inkomsten die we vanuit het gemeentefonds krijgen staan ook een aantal taakmutaties. De belangrijkste zijn de aanpassingen die we in het kader van de Wet Open Overheid vanaf 2022 zullen moeten gaan doorvoeren om onze informatie beter en transparanter toegankelijk te maken. Systemen zullen moeten worden aangepast en medewerkers opgeleid. Daarnaast vraagt het beheer en onderhoud hiervan extra inzet. Incidenteel is jaarlijks een bedrag van € 54.000 de komende 4 jaar nodig om de processen en systemen goed in te richten. Daarnaast is structureel een bedrag van € 45.000 nodig in 2022 oplopend naar € 83.000 in 2025.
Tegenover de extra middelen die we voor de Jeugdzorg krijgen in het gemeentefonds staan ook afspraken die het Rijk en de VNG hebben gemaakt over de hervorming van het jeugdzorgstelsel. Hiervoor zijn extra middelen nodig om dit als gemeente uit te kunnen voeren. Voor 2022 nemen we hiervoor € 300.000 op en de jaren daarna jaarlijks € 100.000. Als duidelijk is dat we met 100% van de toegezegde extra budgetten kunnen rekenen in plaats van met 75%, dan stellen we voor het budget voor de jaren 2023 tot en met 2025 eveneens te verhogen naar € 300.000.
Evenals in 2021 hebben we binnen de Wmo en Jeugdzorg te maken met hogere tariefstijgingen dan de index waar we rekening mee houden in de begroting. We houden in de begroting rekening met 1,5%. Gemiddeld ligt de stijging van de tarieven binnen het sociaal domein veel hoger namelijk 3,2%. Dit betekent dat de budgetten voor Wmo en Jeugd in 2022 stijgen met € 171.000 en dit werkt structureel door.
Een andere grote autonome ontwikkeling is de lagere verevening van het regionaal budget Beschermd Wonen – Maatschappelijke opvang in 2022 . Op basis van het in 2021 ontvangen overschot van het regionale budget verwachten we in 2022 € 200.000 minder te ontvangen.
Tenslotte houden we in de ramingen rekening met de meeropbrengst voor de lokale heffingen in 2021 als gevolg van meer nieuwe woningen en een hogere stijging van de woningwaarde. Voor 2022 en volgende jaren betekent dit dat inkomsten vanuit de lokale heffingen € 135.000 hoger zijn.
Aanvullende maatregelen basis op orde
In de begroting 2021 hadden we vanaf het jaar 2022 een besparing van € 16.000 opgenomen op het budget van de wijk- en dorpsraden. Gedachte hierbij was dat we het budget meer efficiënt en projectgerichter zouden kunnen inzetten. In 2021 hebben overleggen met de wijk- en dorpsraden hierover plaats gevonden. Conclusie van deze overleggen is dat er geen substantiële besparingen te realiseren zijn bij behoud van de wijk- en dorpsraden in de huidige vorm. De reden is dat we in de sociale infrastructuur van de gemeente basis op orde willen houden en niet gaan tornen aan de budgetten voor de wijk- en dorpsraden.
In het kader van basis op orde gaan we vanaf nu uit van het landelijk gemiddelde ziekteverzuimpercentage voor een gemeente van onze inwonerklasse. We verhogen het ziektevervangingsbudget daarom in deze begroting met € 103.000 naar € 375.000 per jaar.
In de begroting zijn een aantal budgetten opgenomen die gedekt worden uit de reserve Toerisme en recreatie. Om de organisatorische toeristische infrastructuur in de toekomst te versterken, verlagen we de onttrekkingen uit de reserve met € 30.000.
Bijstelling besparingen om te komen tot financieel herstel
In de perspectiefnota is een besparing op Jeugdzorg vanuit het rapport "Naar een evenwichtig sociaal domein" niet helemaal goed verwerkt. Dit corrigeren we in deze begroting. De besparing is hierdoor voor 2022 met € 100.000 naar beneden bijgesteld en in 2023 en volgende jaren is de besparing € 200.000 lager geraamd.
Aanvullende nieuwe ontwikkelingen
In aanloop naar 2023 gaan we aan de slag met de vormgeving van het lokale zorglandschap voor Beschermd Thuis. Hiervoor wordt een lokaal plan van aanpak Beschermd Thuis opgesteld. Voor de uitvoering hiervan is in 2022 een bedrag van € 161.000 nodig. Voor de jaren 2023-2025 is jaarlijks een bedrag van € 222.000 opgenomen die gedekt wordt uit de verevening van het overschot van het regionaal budget voor Maatschappelijke opvang / Beschermd wonen en uit de middelen die we via het gemeentefonds vanaf 2023 voor deze nieuwe lokale taak gaan ontvangen.
Voor de lokale doelstelling voor klimaat en duurzaamheid is voor de jaren 2022 tot en met 2025 € 117.000 extra opgenomen in deze begroting.
Voor de maatregelen voortvloeiend uit het bestuurskrachtonderzoek is een bedrag van € 75.000 in 2022 begroot.
Het startpunt zijn de structurele saldi vanuit de Perspectiefnota 2022-2025.
In deze begroting zien we dat het structurele beeld duidelijk verbeterd is. Alle jaren laten nu een ruime structureel sluitende begroting zien. De hogere bijdragen vanuit het gemeentefonds voor de jeugdzorg zorgen grotendeels voor een verbetering van dit perspectief.
Voor de herverdeling van het gemeentefonds zijn we nu uitgegaan van de helft van het nadeel van de cijfers die het Rijk in augustus2021 heeft gepresenteerd. Als dit nadeel richting 2023 even groot blijft of groter wordt, dan is het financieel meerjarenperspectief vanaf 2024 niet meer structureel sluitend. Richting Perspectiefnota 2023-2026 zullen dan maatregelen genomen moeten worden om dit nadeel om te buigen.
Vanaf 2022 sparen we jaarlijks € 600.000. In de kolom "incidentele mutaties" staan de verwachte begrotingssaldi voor de komende jaren. Begrotingssaldi worden als jaarrekeningresultaat in een volgend jaar toegevoegd of onttrokken aan de algemene reserve.
Op basis van het huidige financieel meerjarenperspectief bereiken we eind 2028 een algemene reserve van ongeveer € 6,4 miljoen. Hierin zit een buffer om eventuele incidentele tegenvallers op te kunnen vangen.
De weerstandsratio wordt berekend door de weerstandscapaciteit bestaande uit de algemene reserve en de post onvoorzien te delen door de geïnventariseerde risico's. Op basis van de geactualiseerde risico's zien we dat de risico's stijgen van € 3,6 miljoen in de perspectiefnota naar € 4,0 miljoen in deze begroting. De belangrijkste oorzaak is het verwachte nadeel voor de herverdeling gemeentefonds die we voor de helft hebben meegenomen in de risico's. Op basis van de actuele risico-inventarisatie en de groei van ons weerstandsvermogen zou de weerstandsratio eind 2028 de gewenste 1,6 bereiken.
Binnen bestuur en dienstverlening zien we een aantal trends en ontwikkelingen. Deels door veranderende wetgeving, deels door ontwikkelingen in de samenleving.
De dienstverlening aan inwoners en ondernemers heeft tijdens de corona-pandemie niet stilgelegen. Het aantal fysieke bezoeken is zeker in het begin afgenomen. Het servicepunt in Eerbeek was tot 1 september 2021 gesloten zodat de fysieke contactmomenten coronaproof in het gemeentehuis plaatsvonden. We werkten al op afspraak en dat kwam tijdens de coronamaatregelen goed van pas om zo drukte in de hal van het gemeentehuis te voorkomen. Veel dienstverlening heeft ook plaatsgevonden via telefonisch contact, beeldbellen, e-mail of digitale aanvraagformulieren. Naar de toekomst toe verwachten we dat deze ontwikkeling zich doorzet en we gaan dan ook onderzoeken hoe we hier onze dienstverlening het beste op kunnen afstemmen. Waar mogelijk houden inwoners online contact, maar waar nodig of wenselijk kan er een fysieke afspraak plaatsvinden.
We willen een open houding hebben naar onze inwoners. Landelijk zijn er diverse nieuwe wetten en regels op komst of in werking getreden waar we als gemeente uitvoering aan geven. Denk hierbij aan het goed beschikbaar stellen van informatie via onze digitale kanalen (wet digitale toegankelijkheid, wet digitale overheid, wet elektronisch publiceren) en een open en transparante informatievoorziening (Wet open overheid). De gemeente Brummen heeft uiteenlopende communicatiekanalen die voor inwoners en ondernemers herkenbaar zijn en goed worden gewaardeerd. Informatie over de dienstverlening en over bestuurlijke (besluitvormings)processen schrijven we in begrijpelijke taal.
We werken samen met inwoners en bedrijven in en aan onze samenleving. Zo gebruiken we een participatiewijzer, kennen we adviesraden en is er samenwerking met wijk- en dorpsraden. Ook werken we samen met inwoners, organisaties en bedrijven in projecten en programma's. Hierdoor komen we tot betere besluiten die gedragen worden en ook uitvoerbaar zijn.
Meer doen aan inwonerparticipatie is een ambitie van uw raad, van ons college en van de ambtelijke organisatie. Een gezamenlijke opgave die lonkt en die we van harte onderschrijven. Maar het is tegelijkertijd een opgave die zorg oproept hoe we hier succesvol vorm aan kunnen geven. De verwachtingen zijn vaak hooggespannen, waardoor het in de praktijk kan tegenvallen. Het is niet alleen een kwestie van anders werken, het vergt ook meer inzet, meer kosten, meer capaciteit die niet allemaal ‘aan de achterkant’ kan wordt terugverdiend. Het vraagt een sterk bestuur dat waar nodig de knoop doorhakt als de participatie tegengestelde belangen blootlegt. We zien dit als een ontwikkelopgave en verwachten dat het bestuurskrachtonderzoek handvatten gaat opleveren om ons hierin verder te ontwikkelen. Ook onderzoeken we in 2022 of het uitbreiden van omgevingsmanagement (inwoners)participatie kan versterken.
Bestuurlijke en ambtelijke samenwerking
Op verschillende terreinen (bijvoorbeeld Eerbeek-Loenen 2030, Zorgregio Midden-IJssel / Oost Veluwe en Cleantech Regio) werkt de gemeente samen met andere overheden. Dit vraagt om vaardigheden en inzichten bij bestuurders en het vraagt inzet en focus in de organisatie (contacten, strategie, tijd, kennis). Hier is het uitgangspunt dat we maatschappelijke opgaven samen te lijf gaan zeker van toepassing.
De corona-pandemie heeft een aantal ontwikkelingen versterkt. Denk aan het gebruik van audiovisuele communicatiemiddelen zoals video's, livestream-bijeenkomsten, podcast en sociale media. De invloed van individuele personen op de publieke opinie is groter geworden. Het monitoren van sociale media en ook de wens om vaker gebruik te kunnen maken van filmpjes om een verhaal/boodschap over te brengen is niet nieuw. Dit geldt ook voor eventuele platforms waarbij we als gemeente online in gesprek zijn met inwoners, ondernemers en anderen. Hoewel de media (pers) nog steeds een belangrijke rol speelt bij het overbrengen van gemeentelijke berichtgeving, is het medialandschap dus verbreed. De toename van het digitaal werken en online werkvormen vraagt van de gemeente om een evaluatie: in welke mate zetten we onze communicatiekanalen in en hoe kunnen we zorgen dat de kwaliteit van de informatie en communicatie daarbij op peil blijft? Naast de vormen van communicatie gaat het natuurlijk vooral om de inhoud. Daarin willen we meer aansluiten op onze vier uitgangspunten en op onze focusgebieden.
De coronacrisis heeft het belang van een goede gemeentelijke crisisorganisatie en samenwerking binnen de veiligheidsketen bevestigd (VNOG, GGD/GHOR, Veilig Thuis, Veiligheidshuis, etc.). Over het algemeen mogen wij ons in de gemeente Brummen gelukkig prijzen met een veilige gemeente, een goede samenwerking met het politieteam waaronder wijkagenten en binnen onze grenzen een goede sociale controle. De lijnen zijn kort tussen burgemeester, Team voor Elkaar, SWB, politie en brandweer, organisaties en instellingen.
De coronapandemie heeft in zijn algemeenheid een grote impact op het leven en welzijn. Bij een deel van de inwoners kan dit leiden tot het ontstaan van persoonlijke problemen van diverse aard, waarbij ook de individuele veiligheid en van de omgeving extra aandacht vraagt.
Mede als gevolg van de consequenties van het coronavirus (thuiswerken, digitale aankopen en intensievere digitale communicatie, financiële/economische malaise), zijn personen, bedrijven en instellingen vatbaarder geworden voor ondermijnende activiteiten. Criminelen spelen hierop in. Brummen bevindt zich niet op een eiland. Dit zal de komende jaren extra aandacht en zorg vragen met name gericht op preventie.
Ondermijnende criminaliteit is niet altijd zichtbaar, maar heeft wel zichtbare gevolgen voor onze inwoners en bedrijven. De aanpak van ondermijning en de georganiseerde criminaliteit vraagt om een goed georganiseerde en samenwerkende overheid. De weerbaarheid van de overheid bepaalt deels de impact van ondermijning door georganiseerde criminaliteit. Het is daarom van groot belang dat we aandacht besteden aan de bewustwording en aan het op orde hebben van beleid- en regelgeving.
In het afgelopen jaar is er in het kader van het coronavirus een groot beslag gelegd op de beschikbare politie-, boa- en toezichthouders capaciteit. Ook vanuit onze politieregio/-team is er ten aanzien van onder andere grootschalige demonstraties bijstand verleend. Wanneer de versoepelingen in coronamaatregelen doorzetten, dan zal de samenleving een behoefte gaan tonen aan een inhaalslag op evenementen en bijeenkomsten. Dit vereist terughoudendheid vanwege de beschikbare capaciteit.
De organisatie heeft in 2021 een integraal programma klimaat en duurzaamheid ingericht, inclusief uitvoeringsplan en communicatiestrategie: een mooi startresultaat waarmee de ambities en opgaven in beeld zijn gebracht. Vanuit dit meerjarige programma werken we op basis van jaarlijkse uitvoeringsparagrafen gestaag aan de doelen voor klimaat en duurzaamheid. Het programma bestaat uit de volgende vijf onderdelen.
In deze programmalijn werken we aan de volgende thema's: biodiversiteit, bodemgesteldheid, groenbeheer, milieueffecten, landschapsontwikkeling, landbouwtransformatie en stikstofbeheersing.
Wateropgave en klimaatadaptatie
In deze programmalijn werken we aan de volgende thema's: mitigatie van droogte en wateroverlast, kwaliteit en beschikbaarheid van drinkwater, reductie van hittestress (zowel in bebouwde omgeving als in natuur/groen), klimaat-adaptieve leefomgeving).
CO2 reductie en klimaatmitigatie
In deze programmalijn werken we aan de volgende thema's: energiebesparing, hernieuwbare opwek, opslag CO2 in de bodem door regeneratief beleid
In deze programmalijn werken we aan de volgende thema's: warmtetransitie, circulaire bouw, hittemanagement, luchtkwaliteit, gezondheid, gemeentelijke bedrijfsvoering, relatie energiemaatregelen en huishoudens, bijdrage van grondexploitaties en initiatieven aan de groene omgeving
In deze programmalijn werken we aan de volgende thema's: circulariteit, afvalreductie, schoon vervoer, grondstoffenbeleid, duurzame werklocaties, duurzaamheid in het bedrijfsleven.
Vanuit de eerste stappen in 2021 zoals de RES, het uitnodigingskader voor schone opwek en de visie op warmtetransitie werken we aan de opgaven voor de komende jaren. Dat doen we met aandacht voor participatie van inwoners in de totstandkoming van plannen en besluitvorming. Maatregelen voor schone opwek, klimaat en warmtetransitie hebben een maatschappelijke en ruimtelijke impact, daar hebben we iedereen in de samenleving bij nodig: samenwerking in lokaal partnerschap.
De gemeente wil ook in dit opzicht de basis op orde hebben: vanuit een duurzame grondhouding met beleid, dienstverlening en voorbereiding van besluitvorming bijdragen aan het bereiken van de klimaat-doelstellingen.
2. Een effectieve energietransitie op het gebied van warmte.
Als in 2022 duidelijk is hoe de uitvoering van de warmte-transitievisie kan worden gestart, bij voorbeeld door in kaart te brengen wat nodig is om te werken op basis van wijkuitvoeringsplannen, participatiemogelijkheden en communicatieaanpak.
4. Een klimaatbestendige inrichting van de fysieke leefomgeving
Als we in 2022 vanuit de regionale adaptatiestrategie weten welke maatregelen in Brummen nodig zijn om ontwikkelingen van droogte, wateroverlast en hittestress tegemoet te treden. Doel is om inzichten over een klimaatbestendige inrichting van onze fysieke leefomgeving te vertalen naar een plan, zodat we die kunnen toepassen in beleid en uitvoering.
6. De ontwikkeling naar toekomstbestendig landbouw bevorderen
Als we in 2022 op basis van actieve betrokkenheid uit de agrarische sector gebiedsplan(nen) in uitvoering hebben gebracht, gericht op afronding daarvan in 2024. We richten ons daarbij onder andere op innovatie in verdienmodellen, het opstellen van natuur-inclusieve bedrijfsplannen, koppeling kortere voedselketens, toekomstgerichte bedrijfsopvolging en een betere bodem.
Voor de komende jaren verwachten we voor de uitvoering van de warmtetransitie een toenemende omvang van werkzaamheden, onder andere in het kader van de wijkgerichte benadering. Op dit moment is nog niet duidelijk of en hoeveel het Rijk gaat bijdragen in deze kosten, Bij de aanbieding van de visie op warmtetransitie aan de raad eind 2021 zit een analyse van de meerjarige uitvoeringsaspecten, welke worden verwerkt in toekomstige P&C documenten.
Voor de lokale doelstelling is voor de jaren 2022 tot en met 2025 € 117.000 aan extra budget opgenomen in deze begroting.
Met de provincie wordt een bestuursovereenkomst (BOK) gesloten. Hierin wordt afgesproken wie welke verantwoordelijkheden heeft ten aanzien van onderzoek, realisatie en beheer van projecten binnen de samenwerking Eerbeek-Loenen 2030. Daarnaast wordt een samenwerkingsovereenkomst (SOK) gesloten met alle partijen betrokken op de samenwerking Eerbeek-Loenen 2030. In deze overeenkomst staan afspraken over de wijze waarop partijen in gezamenlijkheid aan de doelen op het gebied van verbeteren van het vestigingsklimaat van de papierindustrie, het verbeteren van de leefbaarheid en een energieneutraal Eerbeek in 2050 en stikstofreductie willen werken. Om deze doelen te bereiken wordt gewerkt aan diverse projecten. Zo wordt er bijvoorbeeld onderzocht waar een Logistiek Centrum in Eerbeek gerealiseerd kan worden en wordt onderzocht welke gewenste ontwikkelingen op het terrein van Mayr-Melnhof (Folding Boxboard) gefaciliteerd en in een bestemmingsplan opgenomen kunnen worden. Ook wordt onderzocht op welke wijze de verkeersontsluiting door Eerbeek verbeterd kan worden. Hierbij is in het bijzonder aandacht voor het vrachtverkeer en fietsveiligheid. Daarnaast is een structuurvisie voor het centrum van Eerbeek en de Eerbeekse beek in voorbereiding. Vooruitlopend hierop zijn diverse private projecten in het centrum in ontwikkeling.
2. Het verbeteren van het vestigingsklimaat voor de papierindustrie.
a. Als het Provinciaal Inpassingsplan voor Mayr-Melnhof (Folding Boxboard) in procedure is gebracht.
b. Als het Provinciaal inpassingsplan voor het Logistiek Centrum Eerbeek in procedure is gebracht.
c. Als de verkenningsfase voor het wegenverkeersproject is afgerond.
2a. We nemen deel aan het projectteam dat zich richt op het provinciaal inpassingsplan voor Mayr-Melnhof (Folding Boxboard).
2b. We nemen deel aan het projectteam dat zich richt op het provinciaal inpassingsplan voor het Logistiek Centrum Eerbeek.
2c. We nemen deel aan het projectteam dat zich richt op het verbeteren van de wegenstructuur in Eerbeek.
De diversiteit aan ontwikkelingen in het centrum van Brummen vraagt om een gecoördineerde aanpak. Met het vastgestelde Plan van Aanpak geven we concrete uitvoering aan die ontwikkelingen. Zo hebben we positief besloten op het eerste idee voor de herontwikkeling van de brandlocatie Ambachtstraat. Ook de herbouw van de brandlocatie Marktplein is begonnen.
Juist omdat het centrum van iedereen is, is brede betrokkenheid cruciaal. We zijn daarom gestart met brainstormsessies met inwoners, ondernemers, belanghebbenden en geïnteresseerden voor de herontwikkeling van het Graaf van Limburg Stirumplein. Samen met hen ontwikkelen we een goede invulling van het plein. Ook voor de andere ontwikkelingen is participatie van groot belang en zetten we hier volop in.
Op basis van het Huis van de Omgevingswet worden de noodzakelijke stappen gezet om de basis op orde te krijgen, zowel digitaal, juridisch als qua dienstverlening.
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is uitgesteld naar 1 juli 2022, onder meer omdat de landelijk voorziening van het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) nog niet gereed is. Daarnaast moet er voldoende tijd worden ingebouwd om het stelsel in te regelen en te oefenen, zodat de dienstverlening gegarandeerd blijft.
Naast het werken aan een (basis) Omgevingsvisie wordt de komende jaren ook een start gemaakt met een actualiseringsslag van de geldende bestemmingsplannen. Bij deze actualiseringsslag wordt het gemeentelijk beleid integraal samengevoegd en aangevuld op basis van de meest recente beleidsinzichten.
Gemeenten hebben tot 2029 de tijd om alle bestemmingsplannen om te zetten in een Omgevingsplan. De huidige insteek is om op basis van inhoud, zoals Kleine Kernen, bedrijventerreinen, centrumgebieden, Buitengebied en overige gebieden deze actualisatieslag vorm te gaan geven. Hierbij wordt circa 2-jaarlijks een actualisatiecyclus opgestart om in 2029 alle vigerende bestemmingsplannen om te hebben gezet in een Omgevingsplan. Naar verwachting zal tussen 2022 en 2025 daarom in ieder geval gestart worden met een tweetal actualisaties.
De Omgevingswet legt extra focus op integrale afwegingen, participatieve trajecten en transparantie. Deze onderdelen zijn niet nieuw voor de gemeente, maar zullen verder doorontwikkeld moeten worden op basis van de nieuwe instrumenten van de Omgevingswet. Eén van de nieuwe instrumenten is het instrument programma, waarin, om de gewenste kwaliteit van de fysieke leefomgeving te bereiken beleid en maatregelen kan worden opgesteld.
Met het Waterschap Vallei en Veluwe, provincie Gelderland en gemeente Brummen is een gebiedsgerichte pilot gestart voor Waardevol Brummen, waarin gewerkt wordt met het instrument Programma, in samenhang met het lopende participatieve gebiedsproces.
1.a De samenwerking voor plannen en procedures onder de Omgevingswet afstemmen met ketenpartners.
1b. De digitale dienstverlening aanpassen op de Omgevingswet en waar nodig verbeteren en inzichtelijker maken.
1c. In samenwerking met Waterschap Vallei en Veluwe en provincie Gelderland onderzoeken van de meerwaarde van het instrument “programma” voor het bereiken van de doelen van Waardevol Brummen.
Openbare ruimte en geo -informatie
De "basis op orde" en "duurzaamheid" zijn twee centrale thema's bij het beheer en (her-)inrichting van de openbare ruimte. We zien dat klimaatontwikkelingen grote impact hebben op de kwaliteit van de openbare ruimte. Zij vormen een aanslag op aanwezige natuur- en cultuurwaarden. We passen ons beheer daarom aan en voeren klimaatmaatregelen door die de openbare ruimte robuust maken. Kansen voor klimaatadaptie en verbetering van de biodiversiteit pakken we integraal op., dit doen we aan de hand van een op te stellen groenbeheerplan (start in 2021) en vooruitlopend daarop is al gestart met het opstellen van een biomorfologische kaart om de aanwezige natuurwaarden in onze gemeente inzichtelijk te maken.
Gezien het hiervoor gestelde wordt het groenbeleid geactualiseerd en een nieuw Groenstructuurplan voor de kernen van onze gemeente opgesteld. Dit plan wordt in 2022 opgesteld. Hiermee worden de volgende verouderde plannen vervangen: de twee groenstructuurplannen uit 2003, bosplan Eerbeek (ook 2003) en de bomenvisie uit 2000. In samenhang met de biomorfologische kaart wordt gemeente breed een biodiversiteitsplan opgesteld. Het biodiversiteitsplan krijgt een uitvoeringsagenda met diverse projecten om de biodiversiteit in de gemeente te versterken.
Een aanzienlijk deel van de openbare verlichting is inmiddels vervangen door energiezuinige led-verlichting. In 2022 zetten we vervolgstappen om tot een verder uitrol van led-verlichting te komen.
Met het vaststellen van het wegbeheerplan is inzicht verkregen in het langjarig beheer en onderhoud van onze wegen. Geconstateerd is dat voor diverse wegen een reconstructie noodzakelijk om weginrichting en -functie op elkaar af te stemmen, hiervoor wordt de Visie Infrastructuur opgesteld. Deze visie moet leiden tot een meerjarig investeringsprogramma voor grootschalige reconstructies. Voor een integrale visie op verkeer en mobiliteit wordt in 2022 gestart met het actualiseren van het Gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan (GVVP). In dit GVVP / Mobiliteitsvisie wordt onder andere gekeken naar de gemeentelijke wegenstructuur, leefbaarheid, (openbaar) vervoer en verkeersveiligheid, maar van groot belang is dat de effecten van bovenlokale verkeersontwikkeling ook helder zijn (hierbij valt te denken van het VCP Eerbeek-Loenen en de rondweg De Hoven).
De druk op de openbare ruimte neemt toe. De aanleg of verzwaring van elektriciteitsnetwerken in verband met de realisatie van zonnepanelen of zonneparken, de aanleg van glasvezelkabels en de mogelijke aanleg van een warmtenetwerk vraagt om maatwerk en een goed afwegingskader. Dit ook gezien de behoefte aan meer groen en bomen.
Op het gebied van geo-informatie wordt er landelijk gewerkt aan een samenhangende objectregistratie waarin verschillende basisregistraties kunnen opgaan. We volgen deze ontwikkeling om een beeld te krijgen welke gevolgen deze samenvoeging van registraties voor ons heeft.
Op basis van het grondstoffenplan wordt gewerkt aan een verdere terugdringing van de hoeveelheid restafval bij onze inwoners.
De focus ligt op de Implementatie van de Omgevingswet en meerdere grootschalige gebiedsontwikkelingen (zoals het programma Ruimte voor Eerbeek, het project Brummen-centrum en het gebied WaardeVol Brummen) èn uitvoering geven aan de Woonagenda. Op basis van de Woonagenda willen we de komende 10 jaren 900 nieuwe woningen om in de woningbehoefte te voorzien. Hiervoor gaan we een actiegerichte Routekaart Woningbouw opstellen.
De Woonvisie, de woonagenda en de Woonzorgvisie geven de kaders waarmee woningen in de gemeente Brummen gerealiseerd kunnen worden. Dat houdt in dat er gebouwd moet worden voor die doelgroepen waarvoor de nood het hoogst is, zoals gedefinieerd in de Woonvisie. Samen met Veluwonen zoeken we naar mogelijkheden voor het realiseren van meer huurwoningen, zowel voor de langere als de korte houdbaarheid. Ook de levensloopbestendigheid van woningen vraagt de komende jaren onze aandacht.
Economie, toerisme en recreatie
Op lokaal niveau wordt met partners (Veluwezoom, Veluwe Alliantie, Routebureau) ingezet op het beter benutten van de recreatieve kansen die onze gemeente heeft: ligging aan de rand van de Veluwe, nabijheid van Hanzesteden en groene verblijfsmogelijkheden. Stichting Visit Brummen-Eerbeek is de lokale uitvoeringsorganisatie voor de toeristische sector. In 2021 is het gesprek met hen gestart om te onderzoeken hoe het lokale gastheerschap effectiever opgepakt kan worden.
Corona heeft een grote impact gehad op veel ondernemers. Voor gedupeerde ondernemers zijn er vanuit de Rijksoverheid ondersteuningspakketten en (voor zover lokaal van belang) werkt de gemeente bij de uitvoering samen met regiogemeenten.
In vervolg op de inventarisatie en waardering van het gemeentelijk vastgoed zal continu aandacht zijn voor kansen om tot een zo rendabele en doelmatige vastgoedportefeuille.
7. Behoud van het aantal overnachtingen, werkgelegenheid en bestedingen in de toeristische sector.
Als het aantal toeristische overnachtingen, dagbezoekers en het aantal banen in de toeristische sector gelijk blijft of stijgt. De ambitie is om het verblijfsaanbod en dagactiviteiten te verrijken en de koppeling te maken met andere beleidsvelden. Toerisme levert dan een bijdrage aan lokale opgaven in de gemeente Brummen en lokale economie.
In 2022 is voor het wegwerken van achterstallig onderhoud een budget opgenomen van € 48.000. Dit budget komt oorspronkelijk uit 2020, maar is toen niet besteed. Het budget wordt gekoppeld aan aanpassingen in de openbare ruimte op locaties waar Veluwonen grootschalige renovaties in Eerbeek heeft uitgevoerd.
Vanaf het jaar 2022 zijn jaarlijks investeringen gepland voor herinrichting van wegen. Tot en met 2025 levert dit een oplopende kapitaallast op van € 300.000.
Voor het opstellen van een nieuw gemeentelijk verkeers- en vervoerplan is in 2022 en 2023 in totaal € 50.000 begroot.
De financiële consequenties van het grondstoffenplan 2021-2025 zijn in deze begroting verwerkt.
Door de private kwaliteitsborging veranderen de legesinkomsten voor de gemeenten. Een externe partij toetst de plannen (bouwen), de gemeente ontvangt een melding. De gemeente toetst het bouwgedeelte niet meer zelf. De financiële ontwikkelingen door deze private kwaliteitsborging is voor de gemeente nog onzeker en ingeschat op € 80.000 negatief.
In de jaren 2022, 2023 en waarschijnlijk ook in 2024 staat de implementatie van de bouwstenen en het rapport "Naar een evenwichtig sociaal domein" centraal binnen het sociaal domein. Realisatie van de ombuigingen conform scenario 3 is urgent en noodzakelijk. De ingezette koers in 2021 om strikter het leefringenmodel in de uitvoering toe te passen en minder ruimhartig zorg en ondersteuning te bieden moet onverkort worden doorgezet. Hiermee geven we invulling aan één van de uitgangspunten vanuit Brummen Robuust “wat de samenleving zelf kan, nemen wij niet uit handen”.
Ook de basis op orde brengen in de bedrijfsvoering zal in de komende jaren een urgente opgave blijven. Het blijft belangrijk om te werken aan het nog meer in control zijn binnen het sociaal domein, zowel cijfermatig als bedrijfsmatig. In 2022 zullen er verdere stappen gezet worden in de monitoring van stuurinformatie voor college en raad. Dit sluit aan bij het uitgangspunt van Brummen Robuust “we willen de basis op orde hebben”.
Met de vaststelling door de raad van het Ontwerp- en Kaderdocument Beschermd Thuis, zal het uitvoering geven aan de decentralisatie en transformatie van Beschermd Wonen in 2022 lokaal verder vorm worden gegeven. De nieuwe wet Inburgering zal per 2022 in werking treden. Als gemeente hebben wij dan een grote rol en verantwoordelijkheid bij de inburgering van nieuwkomers. Het is de opdracht om op basis van een persoonlijk Plan Inburgering en Participatie iedere nieuwkomer inburgering op maat te gaan bieden. Binnen het maatwerk is een combinatie van leren van de taal en meedoen aan de Nederlandse samenleving een belangrijk onderdeel van het nieuwe inburgeringsstelsel. Het volgen van een stage of (vrijwilligers)werk zijn daar voorbeelden van.
Voor de uitvoering van de Jeugdwet is de nieuwe Wet wijziging woonplaatsbeginsel per 2022 een belangrijke ontwikkeling die aandacht vraagt. Het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet regelt welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor de jeugdhulp. Deze wijziging van het woonplaatsbeginsel betekent dat de nieuwe instroom beoordeeld dient te worden aan de hand van de nieuwe regels. De zittende populatie van jeugdigen die nu en op datum inwerkingtreding van de wet jeugdhulp ontvangen valt ook onder de Wet wijziging woonplaatsbeginsel. Deze groep moet dus her beoordeeld gaan worden. Ook het Bestuursakkoord Rijk – VNG over de jeugdzorg zal de komende jaren veel inzet vragen. In samenwerking met de zorgregio en ook lokaal zullen we gaan werken aan het opstellen van een hervormingsagenda en de uitvoering van de hervorming in de jeugdzorg.
Voor de uitvoering van Wmo, Jeugdzorg als Participatiewet & schuldhulpverlening is het belangrijk om te anticiperen op de te verwachte effecten van de huidige coronapandemie. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd constateert dat meer jongeren met psychische problemen ondersteuning nodig hebben en de ernst van de problematiek is toegenomen. Verder constateert de Inspectie dat de coronacrisis de al bestaande knelpunten in de hulp aan jongeren met psychische problemen verergert. In regionaal verband zullen we in samenwerking met regiogemeenten hier passend en juist op moeten gaan anticiperen. Uit de coronapeilingen van de GGD NOG blijkt dat de psychische gezondheid, met name bij jongvolwassenen, is afgenomen Ook valt op dat mensen minder zijn gaan bewegen. Om te voorkomen dat dit gaat leiden tot een grotere zorgvraag en de bezuinigingen in het sociaal domein onder druk komen te staan, is het van belang om hierop in te zetten met o.a. Covid-gelden van het Rijk.
Eenzaamheid bij inwoners, zowel jong als oud, zal in de komende periode een belangrijk aandachtspunt zijn. Vanuit het Ministerie van VWS is een Programma Een Tegen Eenzaamheid ontwikkeld gericht op het ervaren gevoel van eenzaamheid bij veel inwoners. In 2022 en verder zullen we aandacht hebben voor de bestrijding van eenzaamheid.
Wanneer de steunpakketten van het Rijk voor ondernemers en ZZP’ers gaan stoppen, is de verwachting dat ondernemers en zelfstandigen in financiële problemen gaan komen. Dit kan leiden tot een toename van het aantal uitkeringsgerechtigden en een groter beroep op schuldhulpverlening. Om hierop voorbereid te zijn is in de begroting voor 2022 en verder budget gereserveerd voor schuldhulpverlening aan ondernemers.
Er komt een wijziging in de Wet Publieke Gezondheid. Gemeenten krijgen de taak om prenataal huisbezoek aan te bieden aan zwangere vrouwen en/of gezinnen in een kwetsbare situatie. Aandacht voor preventie in zijn algemeenheid, normaliseren en versterken van de eigen kracht vinden wij als gemeente belangrijk. Daarmee voorkomen we dure zorg en dat helpt ons om de basis op orde te krijgen.
1. Dat het sociaal en mentaal welzijn en de leefstijl van onze inwoners – welke verslechterd zijn als gevolg van COVID-19 – verbeteren.
Wanneer we samen met partners deze maatschappelijke opgave te lijf gaan en gezamenlijk uitvoering geven aan initiatieven die bijdragen aan het sociaal en mentaal welzijn en de leefstijl van onze inwoners.
2a. De in 2020 gestarte pilots op enkele basisscholen gericht op samenwerking onderwijs en jeugdzorg, vroeg signalering en normalisering zetten we voort op alle basisscholen in de gemeente Brummen. We monitoren de resultaten.
2b. Vanuit het onderwijsachterstandenbeleid wordt ingezet op extra ondersteuning en coaching van leerkrachten en pedagogisch medewerkers om het pedagogisch klimaat te bevorderen.
3. We geven uitvoering aan het bestuursakkoord Rijk- VNG Jeugdzorg over de aanpak actuele problematiek jeugdzorg en de Hervormingsagenda om de structurele houdbaarheid van de uitvoering van de Jeugdwet te verbeteren.
Als de aanpak leidt tot een verbetering van de hulpverlening en tot een stevigere beheersing van het stelsel.
3a. We gaan in samenwerking met de zorgregio uitvoering geven aan de nadere uitwerking van de afspraken in het bestuursakkoord Rijk- VNG.
3b. We gaan in samenwerking met de zorgregio zorgen dat er een juridische samenwerking wordt afgesproken die aansluit bij het bestuursakkoord Rijk- VNG Jeugdzorg.
3c. We gaan in samenwerking met de zorgregio zorgen dat er afspraken gemaakt worden om het opdrachtgeverschap te versterken in overeenstemming met de nadere uitwerking van het bestuursakkoord.
4. De wachtlijsten in de specialistische jeugdzorg, waaronder de jeugd GGZ, worden teruggedrongen en kinderen en jongeren ontvangen tijdig passende zorg.
Wanneer de wachtlijsten in de specialistische jeugdzorg, waaronder de jeugd GGZ, worden teruggedrongen, er een toereikend aanbod voor de meeste complexe hulpvragen is, en kinderen en jongeren daardoor tijdig passende zorg ontvangen.
6. Uitvoering geven aan de decentralisatie en transformatie Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen
Als op basis van het Ontwerp Beschermd Thuis 2030 en het kaderdocument Beschermd Thuis Oost-Veluwe 2022-2030 (regionaal vastgesteld in juni 2021) het lokaal jaarwerkplan 2022 uitgevoerd wordt. En als aanvullend de implementatie van het Ontwerp is gestart met de beoogde activiteiten: regionale denktank GGZ, lokale gesprekstafels GGZ in de wijk, gesprekken met lokale aanbieders ten behoeve van zorginfrastructuur en implementatie van de inkoopprocedure.
6a. We geven uitvoering aan het lokale jaarwerkplan Beschermd Thuis waarmee we duurzame uitstroom van bestaande cliënten gaan realiseren en gaan voorkomen dat er nieuwe cliënten instromen.
6b. We werken aan de herinrichting van het lokale zorglandschap door (in samenwerking met partners, inwoners en cliënten) diverse ondersteunende (voorliggende) voorzieningen te ontwikkelen als opbouwwerk, maatjesprojecten en herstelgroepen.
7. Er is voor de financiële doordecentralisatie van Beschermd Wonen (en Maatschappelijke Opvang) voldoende budget beschikbaar om een passende lokale ondersteuningsstructuur te ontwikkelen.
Wanneer er op basis van het nieuw regionaal convenant Beschermd Wonen en Maatschappelijke Opvang goede financiële afspraken zijn gemaakt en er voldoende budget is voor de lokale opgave Beschermd Thuis.
8. Jongeren uit het Voortgezet speciaal onderwijs (Vso) of Praktijkonderwijs ondersteunen we bij het vinden van betaald werk naar vermogen.
Als jongeren uit het Voortgezet speciaal onderwijs (Vso) of Praktijkonderwijs na de afronding van school regulier aan het werk zijn, in een vervolgopleiding starten, of binnen 6 maanden na schoolverlaten alsnog betaald werken. De overige jongeren met arbeidsvermogen die niet direct kunnen werken of onderwijs volgen, volgen een passend traject gericht op duurzame uitstroom naar werk of een vervolgopleiding
8a. We gaan in gesprek met de scholen voor Voortgezet speciaal onderwijs (Vso) en Praktijkonderwijs om werkafspraken te maken dier ervoor zorgen dat jongeren zoveel mogelijk aansluitend aan school doorstromen naar werk of een vervolgopleiding.
8b. Met jongeren die niet doorstromen vindt een intakegesprek met een klantmanager WerkFit plaats.
Op basis van de intake wordt een trajectplan op maat opgesteld waarbij we optioneel de dienstverlening en/of instrumenten van WerkFit inzetten.
9. Alle inwoners (dus ook inwoners met een ondersteuning) met geldzorgen of financiële problemen krijgen snelle en adequate ondersteuning.
a. Op signalen van betalingsachterstanden wordt contact opgenomen met inwoners om informatie over de regelingen en voorzieningen voor huishoudens met een laag inkomen of hulp bij schulden aan te bieden.
b. Advies en hulp bij schulden is beschikbaar voor inwoners en zelfstandig ondernemers.
9a. We benaderen actief de inwoners van wie signalen van betalingsachterstanden zijn ontvangen.
We informeren hen over de mogelijkheden voor advies of hulp en de bestaande regelingen.
9b. Voor de dienstverlening aan ondernemers maken we aanvullende afspraken met een aanbieder die is gespecialiseerd in schuldhulpverlening voor ondernemers.
10. De nieuwe wet Inburgering is ingevoerd in 2022.
a. Per 1 januari 2022 zijn de nieuwe taken voor de uitvoering van de wet Inburgering beleidsmatig en in de uitvoering ingericht.
b. Nieuwkomers in de gemeente Brummen ontvangen passend aanbod voor het leren van de taal en het voldoen aan de vereisten van het inburgeren op het voor hen vastgestelde niveau. Doel is dat nieuwkomers maximaal participeren op het gebied van werk, maatschappelijke participatie en zelfredzaam zijn in het beheren van hun financiën.
10a. In 2022 is een regisseur inburgering in functie voor het uitvoeren van een brede intake, het opstellen van een Persoonlijk plan Inburgering en Participatie (PIP) en de monitoring van de voortgang van inburgeringstrajecten.
10b. We hebben een contract met een aanbieder van de inburgeringsroutes op B1 niveau en voor de Zorgroute in onze eigen gemeente. Er is een aanbod voor nieuwkomers voor wie de Onderwijsroute passend is.
Het verloop van de meerjarenbegroting zal de komende vier jaar vooral in het teken staan van de realisering van de besparingen die voortkomen uit de bouwstenen van het rapport "Naar een evenwichtig sociaal domein". De besparingen zijn verwerkt in het financieel meerjarenperspectief in deze begroting. Het begrote bedrag voor de uitgaven in 2022 is voor Jeugdzorg € 5,3 miljoen, Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) € 8,3 miljoen en voor Werk en inkomen € 9,5 miljoen.
Hieronder lichten we de belangrijkste wijzigingen ten opzichte van de Perspectiefnota 2022-2025 toe.
Bij het opstellen van de begroting hebben we geconstateerd dat we besparingen nog niet op alle onderdelen goed verwerkt hadden in het financieel meerjarenperspectief in de perspectiefnota. Het gaat hierbij om de besparingen op Jeugdzorg. We hebben deze voor het jaar 2022 met € 100.000 naar beneden moeten bijstellen. Voor 2023 en volgende jaren is de besparing in deze begroting € 200.000 lager dan in de perspectiefnota.
Tegenover de extra middelen die we voor de Jeugdzorg krijgen in het gemeentefonds (zie financiële ontwikkelingen Basistaken bedrijfsvoering en financiën) staan ook afspraken die het Rijk en de VNG hebben gemaakt over de hervorming van het jeugdzorgstelsel. Hiervoor zijn extra middelen nodig om dit als gemeente uit te kunnen voeren. Voor 2022 nemen we hiervoor € 300.000 op en de jaren daarna jaarlijks € 100.000. Als duidelijk is dat we met 100% van de toegezegde extra budgetten kunnen rekenen in plaats van met 75%, dan stellen we voor het budget voor de jaren 2023 tot en met 2025 eveneens te verhogen naar € 300.000.
Evenals in 2021 hebben we binnen de Wmo en Jeugdzorg te maken met hogere tariefstijgingen dan de index waar we rekening mee houden in de begroting. Gemiddeld ligt de stijging van de tarieven binnen het sociaal domein op 3,2%. Dit is hoger dan de prijsindex van 1,5% waar we standaard in onze begroting rekening mee houden voor 2022. Dit betekent dat de budgetten voor Wmo en Jeugd in 2022 stijgen met € 171.000 en dit werkt structureel door in de volgende jaren.
In 2022 verwachten we incidenteel een tegenvaller van € 200.000 vanuit de verevening van het overschot uit het regionaal budget Maatschappelijke opvang / Beschermd Wonen die we van centrumgemeente Apeldoorn ontvangen.
In aanloop naar 2023 gaan we aan de slag met de vormgeving van het lokale zorglandschap voor Beschermd Thuis. Hiervoor wordt een lokaal plan van aanpak Beschermd Thuis opgesteld. Voor de uitvoering hiervan is in 2022 een bedrag van € 161.000 nodig. Voor de jaren 2023-2025 is jaarlijks een bedrag van € 222.000 opgenomen die gedekt moet worden uit de verevening van het overschot van het regionaal budget voor Maatschappelijke opvang / Beschermd wonen en uit de middelen die we via het gemeentefonds vanaf 2023 voor deze nieuwe lokale taak gaan ontvangen.
Voor de uitvoering van het nieuwe inburgeringsstelsel per 1 januari 2022 ontvangen we een structureel inburgeringsbudget vanuit het Rijk. Dit bestaat uit een budget voor uitvoeringskosten en kosten voor inburgeringsvoorzieningen. De uitvoeringskosten worden via het gemeentefonds vergoed aan de gemeente. De kosten voor inburgeringsvoorzieningen verlopen via een specifieke uitkering. Voor de uitvoeringskosten is vanaf 2022 een budget van € 74.000 geraamd. Voor de kosten inburgeringsvoorzieningen is in 2022 een budget van € 156.000 opgenomen dat gedekt wordt vanuit de specifieke uitkering die opgenomen is onder de inkomsten.
Voor de uitvoering van het jeugd- en jongerenwerk is een bedrag van € 12.000 opgenomen om in Eerbeek een jeugdontmoetingscentrum te realiseren. Vanuit het rapport "Naar een evenwichtig sociaal domein" is geadviseerd om meer in te zetten op algemene en voorliggende voorzieningen. Daarnaast spelen de effecten van corona op jongeren.
Doordat er prioriteit gegeven zal worden aan de implementatie van de bouwstenen en het rapport "Naar een evenwichtig sociaal domein" zullen de basistaken in dit programma zonder veel nieuwe ambities in uitvoering worden gebracht in de komende jaren. Dit is in lijn met de uitgangspunten van Brummen Robuust en specifiek het uitgangspunt “ambities formuleren we alleen als er budget is om ze te realiseren”.
Het is onze ambitie om het culturele leven te versterken en de kwaliteit van cultuureducatie te versterken en duurzaam verankeren. Ook is het zaak om concrete stappen te zetten om te zorgen dat minder inwoners laaggeletterd zijn en meer inwoners digitaal vaardig zijn. Dit gaan we in overeenstemming met het uitgangspunt "we gaan maatschappelijke opgaven samen te lijf" uitvoeren. Onderwijs en de culturele stichting en culturele partners trekken hier gezamenlijk met ons mee op.
2. De kwaliteit van cultuur- en muziekeducatie in de gemeente Brummen versterken en duurzaam verankeren.
a. Als op basis van de evaluatie uitkomsten het convenant “Cultuur & Onderwijs” met vernieuwing kan worden voortgezet in de periode 2022-2025.
b. Als op basis van de evaluatie uitkomsten het convenant “Meer Muziek in de Klas lokaal” (MMidk) met vernieuwing kan worden voortgezet in de periode 2022-2025.
3. Dat we de voldoende, kwalitatief goede en toegankelijke sportaccommodaties faciliteren en daarmee de juiste randvoorwaarden creëren voor inwoners om te kunnen sporten en bewegen.
a. Wanneer we werken aan de ontwikkeling van uitgangspunten, doelen, voorwaarden en de rol van de gemeente ten aanzien van sportfaciliteiten (accommodaties) zodat er in 2023 een kader kan worden vastgesteld.
b. Wanneer mogelijke beheervormen van de binnensportaccommodaties zijn uitgewerkt tot scenario's op basis waarvan een gewogen keuze gemaakt kan worden voor de toekomst.
3a. We maken een start met het traject gericht op het opstellen van uitgangspunten, doelen, voorwaarden en de rol van de gemeente ten aanzien van sportfaciliteiten (accommodaties).
3b. We werken scenario’s uit van mogelijke beheervormen in relatie tot de exploitatie en het beheer van binnensportaccommodaties.
4. Het bevorderen van de gezondheid van onze inwoners
Wanneer we samen met lokale partners werken aan de fysieke en mentale gezondheid van onze inwoners. Dit doen we door de nota positieve en integrale gezondheid te actualiseren en door de komende jaren gezamenlijk uitvoering te geven aan deze nota op basis van de ambities en acties zoals vastgelegd in het Sport- en Beweegakkoord Brummen en in het preventieakkoord gemeente Brummen.
6. Met de gemeentelijke middelen Nationaal Programma Onderwijs een bijdrage leveren aan het inlopen (sociaal emotionele) achterstanden door COVID-19.
Als we begin schooljaar 2021-2022 kunnen starten met uitvoering van het uitvoeringsplan Nationaal Programma Onderwijs dat samen met de scholen en mogelijke andere organisaties is opgesteld.
Voor de uitvoering van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) hebben we een budget van € 175.000 opgenomen in 2022 en 2023. Hiervoor ontvangen we een specifieke uitkering van het Rijk. Vanuit de middelen die we de afgelopen jaren hebben ontvangen voor onderwijsachterstandenbeleid hebben we in 2022 € 179.000 extra geraamd voor ondersteuning van scholen bij de aanpak van coronavertragingen.
Binnen dit focusgebied is het financieel herstelplan de belangrijkste ontwikkeling voor de komende jaren. Het herstelplan dat is vastgesteld in de perspectiefnota vormt het uitgangspunt voor de financiën van de gemeente Brummen voor de komende jaren. Binnen de kaders van dit financieel herstelplan zullen we de komende jaren onze taken en ambities uitvoeren. Zo werken we richting 2028 toe naar een robuustere financiële positie en voldoende weerstandsvermogen om de risico's op te vangen. De provincie heeft in haar beoordeling van het financieel herstelplan aangegeven dat het een juiste keuze is om bij de bepaling van de hoogte van het weerstandsvermogen eind 2028 een ruime buffer aan te houden boven de minimaal noodzakelijke omvang.
Een tweede belangrijke ontwikkeling zijn de extra middelen voor Jeugdzorg waarmee we in deze begroting meerjarig rekening mogen houden. Begin juni zijn er afspraken gemaakt tussen het Rijk en de VNG over een Hervormingsagenda voor het Jeugdstelsel. Deze afspraken volgen op de arbitrage-uitspraak van de Commissie van Wijzen. Omdat de structurele bekostiging vanaf 2023 is overgelaten aan een nieuw kabinet is vanuit de VNG aangedrongen dat gemeenten in hun meerjarenbegroting wel alvast rekening kunnen houden met de extra structurele middelen vooruitlopend op definitieve besluitvorming door het kabinet. Met het Rijk en IPO heeft de VNG de afspraak gemaakt dat gemeenten 75% van de Hervormingsagenda Jeugd als stelpost mogen opnemen in hun begroting. Wij volgen deze richtlijn in afstemming met de provincie in het kader van preventief toezicht.
De begroting voor 2022 valt samen met het jaar waarin gemeenteraadsverkiezingen plaats vinden en er een nieuw coalitieakkoord wordt opgesteld. Met deze begroting 2022 dragen we een weer iets robuustere financiële huishouding over aan een volgende bestuursperiode.
2. Baten en lasten die structureel in evenwicht zijn.
a. Als vanaf 2023 de structurele lasten worden gedekt door structurele baten zoals opgenomen in het financieel herstelplan.
b. Als er bij bestuursrapportages alleen afwijkingen worden gemeld die incidenteel, onontkoombaar en onvermijdelijk zijn. Structurele tegenvallers zijn voorzien van een structurele dekking.
De algemene uitkering uit het gemeentefonds zal vanaf 2023 een nieuwe verdeling kennen. De laatste stand van zaken is dat we een nadeelgemeente worden. De helft van het nadeel hebben we opgenomen in het financieel meerjarenperspectief. De andere helft loopt mee in de risico's die ten grondslag liggen aan de benodigde weerstandscapaciteit.
Een andere belangrijke ontwikkeling binnen de algemene uitkering is wat het nieuwe kabinet gaat doen met de opschalingskorting en de jeugdzorg. Gemeenten hebben via de VNG gevraagd om de opschalingskorting (deels) te schrappen en de jeugdzorgtekorten aan te vullen. Het Rijk heeft erkent dat er een tekort is van € 1,7 miljard en dat dit structureel is. Maar de vraag is wat een nieuw kabinet gaat doen aan deze twee onderdelen in het gemeentefonds.
Voor 2022 zijn er compensatie middelen voor de tekorten binnen jeugdzorg toegekend. Voor 2023 e.v. is het toegestaan om een stelpost van 75% van deze middelen op te nemen in de meerjarenbegroting.
Op 12 februari 2021 heeft 100% van de leden van de VNG ingestemd met de resolutie 'Digitale Veiligheid: kerntaak voor gemeenten'. Gemeenten zeggen toe meer prioriteit te geven aan de beveiliging van hun digitale systemen: meer aandacht, meer tijd en meer geld. In de resolutie staat ook een verwijzing naar het advies van de Cybersecurityraad (CSR) over het vrijmaken van voldoende budget.
Naar verwachting zal medio 2022 de Wet Modernisering Elektronisch Bestuurlijk Verkeer (WMEBV) van kracht worden. Deze wet verplicht gemeenten om voor alle producten en diensten een elektronisch kanaal aan te bieden en ook om elektronisch te communiceren met de inwoners, indien de inwoner aangeeft dat hij/zij dat wil. Er geldt een zorgplicht voor gemeenten indien de inwoner problemen heeft met gebruik van de elektronische communicatie. De wet vereist dat de gemeente Brummen over een volwaardig e-dienstverleningsloket beschikt en dat we een beleid ontwikkelen en publiceren op welke wijze het elektronisch bestuurlijk verkeer plaats kan vinden, voor alle producten en diensten van de gemeente.
De Wet Open Overheid (WOO) als opvolger van de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) heeft grote gevolgen voor de wijze waarop overheden informatie delen met inwoners, een groot deel van de informatie moet door de gemeente proactief gedeeld worden. Om privacy van inwoners en andere belanghebbenden te waarborgen zal de betreffende informatie in voorkomende gevallen moeten worden geanonimiseerd. Hiervoor zullen er investeringen in softwarematige oplossingen noodzakelijk zijn.
Daarnaast is er in de nieuwe wet ook voorzien dat er een functionaris wordt aangewezen/aangenomen die zich structureel met specifieke informatievragen van inwoners zal bezighouden. De WOO is in januari 2021 door de Tweede Kamer aangenomen. Naar verwachting wordt de WOO in de loop van 2021 bekrachtigd door de eerste kamer.
Met de komst van de nieuwe Archiefwet komen er veranderingen op het gebied van bijvoorbeeld overbrengen van archiefbescheiden. De overbrengingstermijn wordt ingekort van 20 jaar naar 10 jaar. Hierdoor moet informatie, welke wettelijk permanent bewaard moet blijven, eerder worden overgeheveld naar een extern depot en eerder openbaar worden gemaakt. Dit geldt voor informatie in elke verschijningsvorm, dus fysiek én digitaal.
2. Dat overheidsinformatie transparant beschikbaar is.
Als informatie van gemeente Brummen, die relevant is voor inwoners en andere betrokkenen, openbaar is gemaakt binnen de kaders van:
de nog vast te stellen Wet Open Overheid
de nog vast te stellen nieuwe Archiefwet
Zoals bij de trends en ontwikkelingen aangegeven staan ons dus een aantal forse opgaven te wachten, zowel interne organisatorische ontwikkelingen als ook nieuwe en vernieuwde wet- en regelgeving. Om in de toekomst te kunnen blijven voldoen aan de kwalitatieve eisen die worden gesteld aan informatiebeheer vanuit het belang van inwoners maar ook op basis van wettelijke eisen zullen wij financiële maatregelen moeten nemen. De maatregelen bevinden zich deels in de exploitatie waar het vaste kosten betreft die zullen oplopen. Daarnaast zullen ook investeringen in met name softwarecomponenten noodzakelijk zijn welke kunnen bijdragen tot het adequaat beheer van informatie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan verdere uitrol van zaakgericht werken.
In 2021 is het overzicht van de vervangingskosten van alle hardware die periodiek vervangen moet worden geactualiseerd. Om alle hardware tijdig te vervangen is vanaf 2022 een structureel vervangingsbudget van € 150.000 per jaar begroot. De jaarlijkse kapitaallasten bedragen € 30.000 vanaf 2023.
De Wet Open Overheid (WOO) als opvolger van de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB) heeft grote gevolgen voor de wijze waarop overheden informatie delen met inwoners. De WOO is in januari 2021 door de Tweede Kamer aangenomen. Naar verwachting wordt de WOO in de loop van 2021 bekrachtigd door de eerste kamer. In de algemene uitkering zijn middelen beschikbaar gesteld voor de implementatie en uitvoering van de WOO. Het gaat om incidentele en structurele middelen. De structurele middelen van € 45.000 zijn bedoeld voor de actieve openbaarmaking van de informatiecategorieën zoals genoemd in de WOO, het aanwijzen van een contactfunctionaris en het beheer en onderhoud van systemen. De incidentele middelen van € 54.000 zijn bedoeld voor het verbeteren van systemen, het opleiden van medewerkers en het aanpassen van processen en de organisatie.
In het kader van basis op orde gaan we uit van een gemiddeld ziekteverzuimpercentage voor een gemeente van onze inwonerklasse, We verhogen het ziektevervangingsbudget daarom naar € 375.000.
In de raming van de lokale heffingen houden we rekening met de meeropbrengst in 2021 als gevolg van meer nieuwe woningen en een hogere stijging van de woningwaarde . Voor 2022 en volgende jaren betekent dit dat inkomsten vanuit de lokale heffingen € 135.000 hoger zijn.
In de algemene uitkering zijn de compensatie middelen jeugdzorg verwerkt. Voor 2022 gaat het om een bedrag van € 1.339.000.
De bekostiging vanaf 2023 is overgelaten aan het nieuwe kabinet en is afhankelijk van het coalitieakkoord. Vanuit de koepels (IPO en VNG) is erop aangedrongen, dat gemeenten in hun meerjarenbegroting wel alvast rekening kunnen houden met extra structurele middelen vooruitlopend op de definitieve besluitvorming. In gezamenlijkheid hebben het Rijk, IPO en VNG hierover nu afspraken gemaakt. Concreet betekenen de afspraken dat gemeenten 75% als toegestane stelpost mogen opnemen in hun meerjarenbegroting.
Voor 2023 betekent dit ruim € 1,1 miljoen teruglopend naar ruim € 950.000 in 2025.
Het herverdeeleffect voor Brummen is uitgedrukt in een bedrag per inwoner van -/- € 35. Voor 2023 en verder houden we rekening met de helft van dit nadeel van afgerond € 738.000 rekening houdend met het ingroeipad van maximaal € 15 per inwoner per jaar.
Onderstaand in tabelvorm de effecten voor de algemene uitkering vanaf 2022.
In deze paragraaf beschrijven we de beleidslijnen die van belang zijn voor de gemeentelijke belastingen en heffingen. De wijzigingen van de belastingverordeningen worden in de jaarlijkse, afzonderlijke, raadsvoorstellen vastgesteld.
Het beleid van de gemeenteraad van Brummen.
Het bestuursprogramma “ De Kracht van Brummen, een Duurzaam Perspectief ” gaat uit van inflatiecorrectie bij de belastingtarieven. De jaarlijkse inflatiecorrectie baseren we op het indexeringscijfer voor de consumentenprijsindices (CPI) zoals opgenomen in het Centraal Economisch Plan (CEP). Dit percentage komt voor 2022 uit op 1,5%.
Onder de onroerende-zaak belastingen kennen we twee belastingen. Voor woningen geldt een eigenarenbelasting en voor niet-woningen kennen we naast de eigenarenbelasting ook een gebruikersbelasting.
De Onroerende Zaakbelastingen als percentage van de waarde.
De onroerende zaakbelastingen (OZB) worden geheven als een percentage van de WOZ-waarde van de betreffende onroerende zaak.
Bij de vaststelling van de percentages voor 2022 houden we rekening met de nieuwe waardepeildatum. De gemiddelde waardeontwikkeling in onze gemeente bij woningen schatten we op 10 %. Voor niet-woningen is de verwachting dat de waarde niet stijgt. De waardeontwikkeling zorgt niet voor extra inkomsten, omdat we bij de vaststelling van de tarieven voor 2022 rekening houden met deze ontwikkeling.
Voor de opbrengst is in onderstaande berekening rekening gehouden met de jaarlijkse inflatiecorrectie zoals beschreven aan het begin van deze paragraaf. Daarnaast is rekening gehouden met een extra verhoging van € 100.000. Tot slot is rekening gehouden met een areaaluitbreiding met een te verwachten opbrengst van € 25.000.
De hoogte van de aanslag toeristenbelasting wordt bepaald door twee factoren. Het aantal overnachtingen door personen die niet in onze gemeente woonachtig zijn en het tarief per overnachting. Op basis van het Bestuursprogramma verhogen we het tarief jaarlijks met de inflatiecorrectie. Het nieuwe tarief komt hierdoor uit op € 1,82 per overnachting. De totale opbrengst toeristenbelasting voor 2022 komt uit op een bedrag van afgerond € 981.000.
Van dit bedrag voegen we 20% toe aan de bestemmingsreserve Recreatie en Toerisme.
Deze reserve zetten we in voor bestaande en nieuwe recreatieve voorzieningen.
Op basis van de Verordening BI-Zone Eerbeek 2021-2025 heffen we een directe belasting. De huidige verordening loopt t/m 2025. De opbrengst wordt besteed aan activiteiten in de openbare ruimte en op het internet. Hiermee bevorderen we collectieve samenwerking en economische versterking van het centrum van Eerbeek.
De BIZ-bijdrage bedraagt per onroerende zaak € 550. In de begroting gaan we uit van een totaal opbrengst van € 44.000.
Beleidsuitgangspunt is 100% dekking van de toe te rekenen kosten. Dekkingstekorten of –overschotten verrekenen we met de bestemmingsreserve Afvalstoffenheffing. De reserve betrekken we bij de tariefstelling in de komende jaren. Met de reserve Afvalstoffenheffing vangen we een deel van de kostenontwikkelingen in de komende jaren op.
De kosten van afvalverwerking zijn gestegen in verband met (aanloop-) kosten van het nieuwe grondstoffenplan. Deze wordt voor het eind van 2021 door de raad vastgesteld, De kostenontwikkeling in het kader van CO2 uitstoot en de vergoeding voor PMD van het Afvalfonds is nog onzeker voor de komende jaren. Het tarief stijgt met 6% rekening houdend met bovenstaande ontwikkelingen.
Net als bij de afvalstoffenheffing is ook bij de rioolheffing het beleidsuitgangspunt dat 100% van de toe te rekenen kosten worden gedekt. Dekkingstekorten of –overschotten verrekenen we met de egalisatievoorziening rioolheffing. De voorziening betrekken we bij de tariefstelling in komende jaren. De egalisatievoorziening rioolheffing kan een deel van de kostenontwikkelingen in de komende jaren opvangen. Het tarief zal in 2022 met 1% moeten stijgen.
Voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing geven we hieronder de kostendekkendheid aan.
Onder kostendekkendheid vallen meer kosten dan alleen de kosten van de riolering en afval zelf. Ook kosten van overhead, minimabeleid, openbare reiniging, rente, btw en dividendopbrengsten worden doorberekend.
De opbrengst van de leges wordt jaarlijks verhoogd met de inflatiecorrectie. Voor 2022 een percentage van 1,5%. Daarnaast wordt bij de rijks- en gemeentelijke leges burgerzaken rekening gehouden met daling van verwachte aantal documenten dat aangevraagd gaat worden (op basis van geldigheidsdatum).
Bij de leges ingevolge de APV wordt rekening gehouden met hogere kostendekkendheid, door verhoging van bepaalde leges en herinvoering van de evenementenvergunning.
Bij de leges omgevingsvergunning wordt op basis van werkelijke aantallen o.a. door corona, stikstof en pfas een volumevermindering verwacht van 12% en lagere legesinkomsten in verband met Private kwaliteitsborging (externe toetsing).
Met het weergeven van de lokale lastendruk geven we aan welke belastingaanslag een gemiddeld huishouden in onze gemeente krijgt. Hierbij rekenen we een aantal algemene heffingen mee. Dit zijn de onroerende zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.
Het berekenen van een belastingaanslag is lastig omdat er geen gemiddeld huishouden bestaat. De gezinnen kunnen de hoogte van hun aanslag zelf mede bepalen door hun gedrag aan te passen. Het waterverbruik, de grootte van de container en het aantal keren dat deze geledigd wordt zijn hierbij bepalend. Om een berekening te maken moeten de volgende gegevens bekend zijn:
a. Wat is de woz-waarde van de woning waarin het gezin woont;
b. Is het gezin eigenaar van de woning;
c. Welke containergrootte heeft het gezin voor het restafval en hoe vaak wordt deze aan de weg gezet;
d. Welke containergrootte heeft het gezin voor het gft-afval en hoe vaak wordt deze aan de weg gezet;
e. Wat is het waterverbruik van het gezin.
Omdat we jaarlijks dezelfde uitgangspunten hanteren, kunnen we lokaal een vergelijking maken met voorgaande jaren.
De provincie Gelderland berekent ook jaarlijks de lokale lastendruk. De provincie doet dat op basis van een aantal eigen uitgangspunten. Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO) heeft weer andere uitgangspunten en dus ook andere uitkomsten.
De provincie Gelderland stelt jaarlijks een lijst samen rond de ontwikkeling van de gemeentelijke heffingen in Gelderland. Als het gaat om de belastingdruk per inwoner dan staat Brummen in 2021 op de 16e plaats, van alle Gelderse gemeenten. In 2020 was het plaats 20, en in 2019 plaats 39. Er zijn in 2021 dus 15 gemeenten in Gelderland waar de belastingdruk hoger ligt dan in onze gemeente.
Ons ‘gemiddelde’ huishouden is gebaseerd op de volgende uitgangspunten/berekeningsfactoren:
a. Een huishouden van 4 personen, met een waterverbruik van 150 m3 totaal;
2020 - € 240.000 peildatum 1-1-2019 (1-1-2018 plus 4,0%)
2021 - € 251.000 peildatum 1-1-2020 (1-1-2019 plus 4,5%)
2022 - € 276.000 peildatum 1-1-2021 (1-1-2020 plus 10%)
c. Eén container voor groenafval met een inhoud van 140 liter. Deze container wordt per jaar 8 maal ter lediging aangeboden.
d. Een container voor restafval met een inhoud van 140 liter. Deze container wordt per jaar 7 maal ter lediging aangeboden.
e. 100% kostendekkend tarief bij zowel rioolrechten als afvalstoffenheffing.
Op basis van deze uitgangspunten ontstaat het volgende beeld van de lokale kostendruk en de verwachte ontwikkeling hiervan in 2022:
Om financiële risico’s op te kunnen vangen hebben we als gemeente een algemene reserve. Maar hoe bepalen we de risico’s? Hoe groot zou de algemene reserve moeten zijn? Hoe verhoudt de financiële positie van Brummen zich tot andere gemeenten? Deze vragen komen in deze paragraaf aan bod.
Achtereenvolgens gaan we in op:
B. de inschatting van risico’s;
C. het beleid dat op de weerstandscapaciteit en de risico’s van toepassing is;
D. kengetallen die iets zeggen over de financiële positie van de gemeente.
Bij de weerstandscapaciteit gaat het om de volgende vraag: Welke mogelijkheden hebben we om lasten te dekken die zich voordoen zonder dat we daar rekening mee hebben gehouden in onze begroting. Hiervoor zijn zes mogelijkheden beschikbaar. In Brummen kijken we alleen naar de eerste vier mogelijkheden:
De prognose van de algemene reserve per 31 december 2021 is: € 1.711.000
Deze reserve kunnen we inzetten om risico’s af te dekken en telt daarom volledig mee in de berekening van de weerstandscapaciteit.
Bestemmingsreserves stelt de raad in om geld te reserveren voor bepaalde doelstellingen. De raad kan in een aantal gevallen het bestedingsdoel aanpassen als dit nodig wordt geacht. In geval van nood kunnen we een onvoorziene financiële tegenvaller dus opvangen door geld uit een bestemmingsreserve te halen. Voor andere bestemmingsreserves geldt dat de raad het bestedingsdoel niet zo maar kan aanpassen. Dit betreft veelal geld van de burgers die volgens de geldende regelgeving ook alleen gebruikt mag worden voor het doel waarvoor de reserve bestemd is.
We hebben in onze begroting slechts een beperkt aantal bestemmingsreserves. Deze reserves hebben we in de afgelopen jaren niet meegenomen in de berekening van de weerstandscapaciteit. We stellen voor deze lijn vast te houden. De bestemmingsreserves blijven hierdoor buiten beschouwing bij het bepalen van de weerstandscapaciteit.
In de begroting nemen we een bedrag op voor onvoorziene uitgaven. Bij het inzetten van dit bedrag voor onvoorziene uitgaven hanteren we een strikte begrotingsdiscipline. Dit budget zetten we alleen in voor onderwerpen die onvoorzien, onafwendbaar en onuitstelbaar zijn. Voor 2022 is dit budget € 50.000.
4. Flexibiliteit van de begroting
Zijn we in staat om ons inkomsten- en uitgavenpatroon aan te passen als een risico zich voordoet?
Hoe flexibeler de begroting, hoe eenvoudiger we keuzes kunnen maken om risico’s op te vangen. Door bezuinigingen in de afgelopen jaren is de flexibiliteit flink afgenomen. Daarom draagt dit onderdeel in 2022 niet bij aan de weerstandscapaciteit.
Een stille reserve ontstaat als de actuele waarde van een bezitting hoger is dan de boekwaarde op de balans. We kunnen zo’n stille reserve te gelde maken door de bezitting te verkopen. De omvang van stille reserves in Brummen is niet inzichtelijk.
6. De onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit de extra structurele middelen die gegenereerd kunnen worden door de belastingen en heffingen (OZB, afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges) te verhogen. Leges, afvalstoffenheffing en rioolheffing mogen wettelijk niet meer dan kostendekkend zijn. Op deze onderdelen is in de begroting geen sprake van onbenutte belastingcapaciteit.
Voor de OZB vergelijken we de maximale belastingtarieven met de Brummense belastingtarieven. We gebruiken daarvoor de normen voor “een redelijk peil van eigen heffingen” bij het artikel 12 beleid. Deze normen staan in de circulaire Gemeentefonds. Onze onbenutte OZB capaciteit is na de voorgestelde verhoging in deze begroting afgerond € 304.000. Met andere woorden, Brummen kán de OZB inkomsten met hiervoor genoemd bedrag per jaar laten stijgen.
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit
De gemeente is dus in staat om voor € 1.761.000 aan risico’s op te vangen. Waaruit bestaan de risico’s?
Elk jaar schatten we de risico’s opnieuw in. Dit doen we volgens een methode die staat in de nota weerstandsvermogen. Risico’s die kleiner zijn dan € 10.000 nemen we niet mee in de berekening omdat we er vanuit gaan dat we die kunnen dekken binnen de begroting. Op de totale risico-inventarisatie ligt geheimhouding omdat openbaarheid hiervan de belangen van de gemeente kan schaden. Bij vaststelling van de Perspectiefnota 2022-2025 in juni is de risico-inventarisatie 2021 vastgesteld. We kwamen toen tot een bedrag van € 3.620.000 aan geïnventariseerde risico's. Deze risico-inventarisatie is voor de bepaling van het weerstandsvermogen in deze programmabegroting geactualiseerd. De belangrijkste wijziging ten opzichte van juni is de herverdeling van het gemeentefonds. Bij de Perspectiefnota gingen we ervan uit dat we hierop geen risico liepen omdat we op basis van de informatie in het voorjaar nog een voordeelgemeente waren van € 19 per inwoner. Op basis van de laatst bekende informatie van augustus zijn we nadeelgemeente van - € 35 per inwoner. De belangrijkste wijziging zit in het basisjaar dat is gehanteerd voor de bepaling van de herverdeeleffecten. Dit was 2017 en is nu 2019 geworden. Richting de daadwerkelijke herverdeling in 2023 zullen nog actualisatieslagen plaats vinden. We hebben besloten om in deze begroting de helft van het nadelige herverdeeleffect mee te nemen in het financieel meerjarenperspectief. De andere helft hebben we meegenomen in deze risico-inventarisatie.
Hieronder geven we een samenvatting van de belangrijkste risico’s die ten grondslag liggen aan de benodigde weerstandscapaciteit:
Informatievoorziening is niet beschikbaar door hack of andere calamiteit |
||
Grote calamiteit zoals een natuurramp, treinongeluk of pandemie |
||
Hoe verhouden de weerstandscapaciteit en de risico’s zich tot elkaar?
Door de weerstandscapaciteit te delen door het bedrag aan risico’s ontstaat een ratio. Als de weerstandscapaciteit precies genoeg is om alle risico’s te dekken dan is de ratio 1. Als de ratio onder de 1 zakt dan zijn de risico’s groter dan de weerstandscapaciteit.
In deze programmabegroting stellen we het beleid voor de weerstandsratio bij. We streven er naar eind 2028 een weerstandsratio te hebben van minimaal 1,6. Voor deze begroting ziet de situatie er nu als volgt uit:
De weerstandscapaciteit per 1-1-2022: € 1.761.000
Gedeeld door de risico’s: € 3.990.000 = weerstandsratio van 0,44.
Bovenstaand beeld is een momentopname. Nieuwe projecten, economische ontwikkelingen en investeringsbeslissingen kunnen het risicoprofiel beïnvloeden. Daarom actualiseren we het beeld twee keer per jaar.
In onderstaande tabel zijn de financiële kengetallen van de gemeente Brummen opgenomen. De bedoeling van deze kengetallen is om de financiële positie weer te geven. Daarnaast kan men met deze kengetallen gemeenten met elkaar vergelijken. Eén afzonderlijk kengetal zegt niet alles. Als de kengetallen gezamenlijk echter een verontrustend beeld geven, betekent dit dat de financiële positie van een gemeente onder druk staat. De provincie Gelderland hanteert kaders voor de kengetallen, deze lichten we bij de kengetallen toe.
Toelichting op de financiële kengetallen
1a – Netto schuldquote, exclusief verstrekte leningen
De netto schuld geeft het niveau van de schuldenlast van de gemeente weer, ten opzichte van de
eigen middelen. Bij de netto schuldquote worden alle schulden, verminderd met geldelijk bezit, afgezet tegen alle structurele baten (excl. mutaties reserves).
Provincie Gelderland geeft de volgende signaleringswaarde;
• boven 130%: er is sprake van een zeer hoge schuld,
• boven 100%: er is waakzaamheid geboden,
• tot 100%: norm is voldoende.
1b – Netto schuldquote, inclusief verstrekte leningen
Om inzicht te krijgen in welke mate er sprake is van doorlenen van kapitaal, wordt de netto schuldquote zowel exclusief (1a) als inclusief (1b) verstrekte leningen weergegeven. Zo wordt duidelijk wat het aandeel is van de verstrekte leningen en wat dit betekent voor de schuldenlast van de gemeente.
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Het geeft het eigen vermogen weer als percentage van het balanstotaal.
Provincie Gelderland geeft de volgende signaleringswaarde;
• tussen 20 en 50%: voldoende,
3 – Kengetal Bouwgrondexploitatie
Het kengetal geeft aan het aandeel van boekwaarde van de gronden in exploitatie ten opzichte van de totale bate van de gemeente (exclusief de verrekeningen met reserves).
Provincie Gelderland geeft de volgende signaleringswaarde;
4 – Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte binnen de begroting is. Ook geeft het aan of de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen en/of er ruimte is voor nieuw beleid. Voor de berekening delen we het saldo van structurele baten en lasten vermeerderd met het saldo van structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves door de totale baten. Een kengetal dat kleiner is dan 0 duidt op een tekort in de structurele ruimte.
5 – Belastingcapaciteit – Woonlasten meerpersoonshuishoudens
Dit kengetal geeft aan wat de woonlasten in Brummen zijn, uitgedrukt in een percentage van het landelijk gemiddelde. Is het kengetal lager dan 100%, dan zijn onze woonlasten dus lager dan gemiddeld in Nederland. De Provincie stelt de volgende signaleringswaarde voor dit kengetal;
De cijfers van de Brummense lokale lastenmonitor in de paragraaf Lokale heffingen, vormen de basis van de berekening.
Op basis van de kengetallen kunnen we concluderen dat de financiële positie van de gemeente Brummen zorgelijk blijft. De solvabiliteitsratio en belastingcapaciteit zitten de komende vier jaar in de signaleringswaarde “rood”. Dit betekent dat onze schuldpositie hoog is. Onze woonlasten zijn vanaf 2020 hoger dan gemiddeld in Nederland.
Gelukkig zien we wel een positieve ontwikkeling bij de boekwaardes van de grondexploitaties. De boekwaardes nemen af waardoor de kans op omvangrijke verliesnemingen ten laste van de exploitatie afneemt.
Deze paragraaf gaat in op het beleidskader en de daaruit voortvloeiende financiële consequenties met betrekking tot onze ‘grotere’ kapitaalgoederen. Hierbij denken we aan de kosten van aanleg en instandhouding van wegen, riolering, water, groen en gebouwen.
Een groot deel van het ‘vermogen’ van onze gemeente bestaat uit het bezit van wegen, rioleringen, groenvoorzieningen en gebouwen. Een zorgvuldig beheer en onderhoud hiervan vinden we dan ook belangrijk. Daarnaast wordt de kwaliteit van het openbaar gebied door inwoners vaak het meest intensief beleefd. Zwerfvuil, hondenpoep, loszittende stoeptegels, boomwortels, slecht onderhouden gebouwen, moeilijk toegankelijke gemeentelijke gebouwen: deze onderwerpen raken inwoners direct.
De kosten van instandhouding van wegen, groen, riolering en gebouwen berekenen we aan de hand van onderhoudsplannen (de beheerplannen). De hoogte van de onderhoudskosten zijn voor een deel te beïnvloeden door keuzes te maken in het niveau van onderhoud.
Om het onderhoudsniveau, de benodigde maatregelen en de kosten vast te kunnen stellen hebben we beheerplannen opgesteld. In deze beheerplannen hebben we de kwaliteit van het beheer van de openbare voorzieningen benoemd. De onderhoudsstaat van de voorzieningen wordt volgens landelijke normen (CROW) gemeten en geanalyseerd. De vastgestelde kwaliteitsniveaus en resultaten van de metingen zijn het toetsingskader voor bestuur en medewerkers.
In 2017 hebben we een Integrale visie Beheer Openbare Ruimte opgesteld. In deze visie staan de kaders waarbinnen het beheer van de openbare ruimte plaatsvindt. Hierin staat de ambitie om de buitenruimte beter toekomstbestendig en duurzaam te maken.
In 2021 wordt het gemeentelijk wegenbestand geïnspecteerd. Op basis van de resultaten van de weginspectie en het beheerplan Wegen 2020-2024 wordt een onderhoudsplanning voor 2022 opgesteld en wordt in het najaar van 2022 een uitvoeringsplan 2023 opgesteld.
Voor de financiering van de uitvoering voegen we jaarlijks een bedrag toe aan de voorziening Onderhoud wegen. Uit deze voorziening bekostigen we het groot onderhoud van de asfalt- en elementenverhardingen en ook de oppervlaktebehandelingen. Financiële overzichten vindt u elders in deze begroting in het hoofdstuk Financiële positie.
Naast het uitvoeringsbudget is een incidenteel budget voor het wegwerken van onderhoudsachterstanden in de openbare ruimte beschikbaar. Met dit bedrag worden gebreken in plantsoenen en wegen hersteld. We hanteren hierbij het uitgangspunt dat door de inrichting de beheersituatie voor de toekomst verbetert en de onderhoudskosten dalen.
Het asfaltonderhoud en de straat- en andere werkzaamheden worden in de markt gezet en aanbesteed.
In 2020 zijn de bruggen over het Apeldoorns kanaal geïnspecteerd op mogelijke gebreken. Groot onderhoud voorzien we niet eerder dan in 2032.
Het reinigen van de openbare ruimte wordt uitgevoerd op beeldniveau B. Dat is het basisniveau. Mede door de inzet van vele vrijwilligers wordt er op veel plekken A-niveau gemeten.
Het vegen van wegen is op bestekbasis voor 5 jaar uitbesteed. Het bestekmatig vegen van wegen gebeurt alleen binnen de bebouwde komen. Het vegen van wegen wordt sinds de herfst van 2021 binnen heel de bebouwde kom weer op B-niveau onderhouden. Niet alleen wordt de uitstraling van de openbare ruimte daar beter door; het scheelt ook in de groei van onkruiden op de verhardingen.
In de herfstperiode zetten we een veegwagen in voor het verwijderen van blad. Het ruimen van het blad vindt dan gecoördineerd per wijk op wegen en in plantsoenen plaats.
Er is in 2021 een nieuw beleids- en een uitvoeringsplan voor huishoudelijk afval opgesteld. Hierin ligt de nadruk nog meer op het inzamelen van grondstoffen. We streven er naar de hoeveelheid restafval verder terug te dringen naar 80 kg restafval per inwoner per jaar in 2025. Een inwoner van de gemeente Brummen heeft nu gemiddeld 117 kg restafval per jaar.
Samen met de andere Circulus Berkel-gemeenten blijven we zoeken naar een format waarbij de afvalscheiding verder toeneemt zonder dat de her te gebruiken grondstoffen te veel vervuild worden.
De kosten voor het inzamelen en verwerken van het huishoudelijke afval worden voor 100% gedekt door de afvalstoffenheffing. Hierbij hanteren we het principe “de vervuiler betaalt”.
Op basis van het beleidsplan openbare verlichting verduurzamen we het bestand van lichtmasten en armaturen. Medio 2021 zijn de laatste vervangingen binnen het beleidsplan 2016-2020 uitgevoerd. Eind 2021 wordt een nieuw beleidsplan openbare verlichting opgesteld waaruit nieuwe vervangingsplannen volgen.
Het regulier onderhoud van de verlichting (o.a. vervangen kapotte armaturen) hebben we uitbesteed. De looptijd van deze aanbesteding is 2021-2024.
Het uitvoeren van verbetermaatregelen aan het bestaande rioolstelsel doen we op basis van het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Noodzakelijke investeringen plannen we meerjarig in en de kapitaallasten worden meegenomen in het kostendekkingsplan. Het GRP 2016-2020 is met twee jaar verlengd tot en met 2022. Nieuw op te stellen rioolbeleid kan in 2022 onder de vlag van de omgevingsvisie opgesteld worden en afgestemd worden op andere ruimtelijke ontwikkelingen.
Voor onderhoud aan rioolgemalen, (correctief) onderhoud en onderzoek aan het rioolstelsel zijn binnen de exploitatiebegroting jaarlijkse budgetten beschikbaar. Voor toekomstige renovaties van rioolstelsels is een voorziening beschikbaar die jaarlijks wordt gevoed ten laste van de exploitatiebegroting. In 2022 storten we € 450.000 in deze voorziening. De storting baseren we op gegevens uit het rioolbeheerpakket en het kostendekkingsplan uit het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Dit wordt jaarlijks aangepast. Financiële overzichten vindt u in het hoofdstuk Financiële positie.
De kosten voor het rioolstelsel worden voor 100% gedekt door de rioolheffing. Hierbij hanteren we het principe “de vervuiler betaalt”.
De biodiversiteit staat onder druk. Om de biodiversiteit te verbeteren is samen met Landschapsnetwerk Brummen en andere beherende instanties gekeken naar mogelijkheden om de biodiversiteit in de bermen te vergroten. Dit kan door de bredere bermen in onze gemeente niet meer te klepelen maar door de vegetatie te maaien en af te voeren. Vanaf 2022 wordt bij de bredere bermen het maaisel waar mogelijk afgevoerd. Het vrijkomende maaisel van bermen en sloten wordt zo veel mogelijk op agrarische gronden in onze gemeente verwerkt.
De afwaterende functie van veel bermgreppels en -sloten is in de afgelopen jaren verslechterd door dichtslibbing. Duikers raken verstopt door te hoog liggende aangrenzende slootbodems. De milieu- en natuurwetgeving maakt uitdiepen van de greppels, net als het aflagen van bermen, tot een kostbare kwestie. In afwachting van mogelijke ingrepen in de waterhuishouding voor het project Waardevol Brummen worden in 2022 alleen verstopte duikers gangbaar gemaakt en vinden geen structurele verdiepingen van greppels en sloten plaats.
Op enkele locaties zijn ongewenste invasieve exoten in bermen en sloten aanwezig. Om de invasieve soorten structureel aan te pakken is een bestrijdingsplan voor de gemeente opgesteld en worden de locaties in beeld gebracht.
Het inrichtingsniveau en het onderhoud van het openbaar groen in de gemeente heeft haar basis in de groenstructuurplannen. Na jaren met een laag onderhoudsniveau en uitgestelde snoei- en renovatiewerkzaamheden is begonnen met een inhaalslag om de verwaarloosde beplantingen te vervangen. Uitgangspunten voor nieuwe aanplant zijn onder andere klimaatbestendigheid, biodiversiteit versterkend en onderhoudsvriendelijkheid. We willen dat de beplantingen toekomstbestendig zijn en een nog grotere bijdrage aan het leefklimaat geven.
In 2022 zal het nieuwe groenbeheerplan in gebruik worden genomen. In het Groenbeheerplan worden de uitgangspunten voor het beheer en onderhoud van openbaar groen voor de komende jaren geformuleerd. In dit document wordt ook aandacht besteed aan de functies en vitaliteit van de beplanting. Op plekken waar deze niet voldoen of teveel afwijken worden plannen gemaakt voor renovaties. Bij de renovaties voeren we waar mogelijk klimaatmaatregelen door.
De onkruidbestrijding voeren we uit op basis van beeldkwaliteit, vanaf 2022 wordt dit onderhoud uitgevoerd op het basis onderhoudsniveau-B. Om de heringerichte plantsoenen de kans te geven aan te slaan vindt het onderhoud aan deze plantsoenen de eerste twee jaar na aanplant op het intensievere A-niveau plaats. Na twee jaar wordt het onderhoud teruggebracht naar basis en uitgevoerd op B-niveau.
Op de begraafplaatsen zijn in de zomer van 2018 en 2019 veel bomen en struiken door warmte en droogte bezweken. Planmatige herplant vindt in het winterseizoen 2021-2022 plaats.
Het op de begraafplaats Brummen aanwezige graf- en rijksmonument van Bogaardt verkeert in een verwaarloosde staat. Betrokken inwoners van Brummen zijn bezig met het oprichten van een Stichting die zich gaat ontfermen over het grafmonument. Door de Coronapandemie zijn bijeenkomsten hierover en voorbereidingen voor overdracht tot nader orde uitgesteld.
Het onderhoudsniveau op de begraafplaatsen vindt plaats op B-niveau (CROW kwaliteitscatalogus).
Gemeentelijke bomen worden volgens de wettelijke normen geïnspecteerd. Het boomonderhoud vindt op een basisniveau plaats. Prioriteit bij het onderhoud krijgt het voorkomen van gevaarlijke situaties en schade aan derden. Voor het verwijderen van een deel van de dode en slechte bomen worden vrijwilligers van de groep Holthakkers ingezet. Door de droogte in de afgelopen jaren is een stijging te zien in het aantal te vervangen bomen.
Vanaf 2017 is er een toename van overlast door de eikenprocessierups in inlandse eiken merkbaar. In het voorjaar van 2021 is weer gebruik gemaakt van een preventieve bestrijding van de rups door bespuiting met aaltjes op eiken binnen de bebouwde kom en aan fietsroutes voor scholieren. Gezien de aanwezigheid van beschermde vlinders mocht deze bestrijding niet overal uitgevoerd worden. Daarom is ook ingestoken op natuurlijke bestrijding van de rups. Delen van gazons en bermen zijn ingezaaid met een mengsel van bloemen die natuurlijke vijanden van de rups aantrekken. De preventieve aanpak lijkt vruchten af te werpen. Er zijn in 2020 minder rupsen in onze gemeente waargenomen en curatief verwijderd.
Ook in 2022 wordt de eikenprocessierups gedeeltelijk preventief en gedeeltelijk curatief bestreden. Hierbij wordt de aanpak van 2020 en 2021 voortgezet.
Het gewenste uit te voeren bosbeheer voor de gemeentelijke bossen is vastgelegd in het bosbeheerplan. Hierin wordt meer ruimte gegeven aan inheemse loofhoutsoorten, aan ecologische processen en een verlaging van het risico op stormschade en bosbrand. In 2022-2024 zijn geen grote ingrepen in de bossen voorzien. Alleen gevaar gevende takken en bomen worden uit de bosranden verwijderd om schade aan derden te voorkomen.
De gemeentelijke speeltoestellen worden conform de wettelijke eisen structureel gecontroleerd op gebreken (5x per jaar). Gebreken worden waar mogelijk gerepareerd. Onveilige en niet te repareren speeltoestellen worden verwijderd. Vervanging van speeltoestellen en herinrichting van speellocaties vindt plaats volgens uitgangspunten die in 2019 zijn vastgesteld.
De sportvelden worden door de gemeente dusdanig onderhouden dat ze voldoen aan de bespelingseisen van de sportbonden. De gemeente beheert natuurgrasvelden, rubber en zand ingestrooide kunstgrasvelden en hybridevelden. Groot onderhoud aan de velden vindt plaats in overleg met de betreffende sportverenigingen. In 2022 worden veld 2 in Hall en veld 2 aan de Veldkantweg in Eerbeek gerenoveerd.
Voor periodiek- en groot onderhoud is een voorziening beschikbaar die jaarlijks wordt gevoed. Uit de voorziening moet het onderhoud worden bekostigd van alle gebouwen die bij de gemeente in eigendom zijn. Deze bedragen zijn exclusief te nemen verduurzamingsmaatregelen en het wegwerken van uitgesteld onderhoud. De financiële overzichten staan in het hoofdstuk Financiële positie.
Sporthal de Bhoele wordt verduurzaamd. Hiervoor is extra budget beschikbaar gesteld. Reguliere onderhoudswerkzaamheden die in de nabije toekomst gepland staan, zijn in het meerjarenonderhoudsplan naar voren gehaald om gecombineerd met de verduurzamingswerkzaamheden uit te voeren. Denk bijvoorbeeld aan het vervangen van dakbedekking, voordat er zonnepanelen op worden geplaatst.
We streven naar verduurzaming van ons vastgoed. Soms is het nodig om voorafgaand aan het doorvoeren van duurzaamheidsmaatregelen bepaald groot onderhoud eerder te laten plaatsvinden dan gepland. Denk bijvoorbeeld aan onderhoud van de dakbedekking voordat er zonnepanelen op worden geplaatst. Als zo'n situatie aan de orde is en als dit financiële consequenties heeft voor de jaarlijkse storting in de onderhoudsvoorziening dan wordt dit voor besluitvorming voorgelegd aan de raad.
Het reguliere onderhoud van schoolgebouwen wordt gedaan door de schoolbesturen. Alleen nieuwbouw, uitbreiding en zeer groot onderhoud valt nog onder de gemeente. Aanvragen daarvoor lopen via de huisvestingsverordening voor het onderwijs. Budget wat hiervoor nodig is wordt jaarlijks aangevraagd en via de investeringslijst in de begroting inzichtelijk gemaakt.
In de paragraaf Financiering geven we informatie over de manier waarop de gemeente geld aantrekt. We beschrijven hoe we de financieringsfunctie uitvoeren voor de jaren 2022 – 2025.
De wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) en de wet Hof zijn de kaders waarbinnen de uitvoering van de financieringsfunctie plaatsvindt. Daarnaast heeft de raad kaders vastgesteld in de financiële verordening en in het treasurystatuut.
Het gemeentelijke financieringsbeleid is opgesteld om te voorzien in de financieringsbehoefte op korte en op lange termijn. De belangrijkste doelstelling is het beheersen van de risico’s die hieraan verbonden zijn en de rentekosten te beperken.
De Europese Centrale Bank (ECB) bepaalt het monetaire beleid. Een ECB-doel is om de inflatie op de middellange termijn onder, maar dicht bij 2% te houden. Prijsstabiliteit draagt namelijk bij aan de toename van economische welvaart en de potentiële groei van de economie.
De door de ECB gehanteerde herfinancieringsrente is van invloed op de ontwikkeling van de rente op de kapitaalmarkt (lange termijn leningen). Het tarief is sinds 2016 0% of lager. De Euribortarieven worden gehanteerd om de geldmarktrente (korte termijn leningen) te bepalen.
Dit tarief is in juli 2021 ongeveer -0,55%.
Voor de beheersing van de renterisico’s gelden twee concrete richtlijnen: de renterisiconorm en de kasgeldlimiet.
Schuldpositie en rente risiconorm
De financieringsbehoefte is afhankelijk van de geplande uitgaven en investeringen.
Hieronder volgt een overzicht van de schuldpositie met lang lopende leningen. De (resterende) looptijd varieert van 1 jaar tot 16 jaar. Het gemiddelde rente tarief ligt rond 0,5%. Jaarlijks lossen we langetermijnleningen af. De totale aflossing mag niet hoger zijn dan 20% van de begroting van dat jaar. In 2022 zal de rente risiconorm eenmalig overschreden worden.
Het rentepercentage voor kasgeldleningen (kortlopend; < 1 jaar) is in 2021 negatief (ongeveer -0,19%). Het maximale op te nemen kasgeld is gebonden aan een limiet (8,5% van het begrotingstotaal). De uitnutting ervan wordt berekend aan de hand van het saldo van de vlottende middelen en vlottende schulden.
De Gemeente heeft verschillende leningen aan partijen verstrekt. Daarnaast zijn en worden er via het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) stimuleringsregelingen verstrekt aan inwoners. Dit zijn revolverende fondsen. De rentebaten uit deze fondsen blijven binnen het fonds om deze binnen het fonds weer in te kunnen zetten. Hieronder volgt een overzicht van de partijen en de rentebaten van de verstrekte leningen.
Rentebaten Verstrekte leningen
In het nieuwe BBV worden alle rentelasten en rentebaten in eerste instantie begroot en verantwoord op het taakveld treasury.
Een groot deel van onze (externe) rentelasten ligt vast omdat in het verleden geldleningen zijn opgenomen waarbij de op dat moment geldende marktrente voor langere tijd contractueel is vastgelegd.
De toerekening van rente aan producten berekenen we op basis van de zogenoemde “rente-omslag”. Dit houdt in dat de totale rentelast moet worden verrekend op basis van de boekwaarde van de relevante investeringen aan de hand van een “gemiddeld” rentepercentage.
Het percentage voor de omslagrente wordt afgerond binnen een marge van 0,5%. De ruimte van 0,5% is bedoeld voor feitelijke afronding naar een dichtstbijzijnde handige rekenrente en dient ter stabiliteit bij kleine afwijkingen in navolgende jaren. Door deze afronding wijkt de rente die we aan taakvelden toerekenen enigszins af van de daadwerkelijke rentekosten. Het verschil wordt als renteresultaat verantwoord op het taakveld treasury en is zichtbaar als resultaat in het renteschema.
Ten aanzien van de bouwgrondexploitatie moet een rente (percentage) worden toegerekend, die gerelateerd is aan de werkelijk te betalen rente over het vreemd vermogen (de leningen). Voor de complexen leidt dit tot een rentebelasting van (afgerond) 1,0%.
Over de waarde van de grondexploitatie wordt rente berekend en geboekt als bate in de exploitatie. Het te hanteren percentage volgt uit onderstaande berekening:
De rentelast zal voor 2022 afgerond €136.000 bedragen.
De gemeenten hebben te maken met de vennootschapsbelasting. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat de gemeente Brummen niet door de ondernemerspoort komt en daarom niet vennootschapsbelastingplichtig is.
Het realiseren van doelstellingen is mede afhankelijk van een goede sturing en van een goede interne bedrijfsvoering. In deze paragraaf gaan we in op actuele ontwikkelingen op deze terreinen.
Als vertegenwoordiging van de inwoners van onze gemeente heeft de raad een sturende en controlerende rol. De vraag welke doelen de gemeente nastreeft en welke maatregelen en middelen daarvoor beschikbaar zijn beantwoorden we in deze begroting. De controle op de uitvoering vindt plaats via bestuursrapportages en de jaarstukken. De perspectiefnota bevat de uitgangspunten voor de begroting. En dit jaar ook het financieel herstelplan dat voor de komende jaren het kompas is om weer financieel robuust te worden. In de bestuursrapportages rapporteren we over de wijzigingen van de begroting en kan de raad de begroting aanpassen. In het jaar daarop leggen we in de jaarstukken verantwoording af over het hele begrotingsjaar.
Rechtmatigheidsverantwoording college 2022
Over het jaar 2022 geeft het college voor het eerste jaar een rechtmatigheidsverantwoording af. De bedoeling was om dit al vanaf 2021 in te laten gaan maar eind juni 2021 is besloten om de wet een jaar uit te stellen. Dit omdat gemeenten door onder andere corona de verantwoording en controle al complexer geworden is en daarnaast gemeenten te weinig tijd hebben om kennis te nemen van de wijzigingen om deze in te voeren in hun controlewerkzaamheden voor het jaar 2021.
In de huidige situatie toetst de (externe) accountant jaarlijks de getrouwheid van de cijfers en de rechtmatigheid van hoe de gemeente heeft gehandeld. Rechtmatigheid houdt in dat de gemeente de wet- en regelgeving gevolgd heeft voor alle baten en lasten. De controleverklaring van de accountant over de rechtmatigheid wordt opgenomen in de jaarrekening. Vanaf 2021 gaat het College van burgemeester en wethouders zelf verantwoording afleggen over de rechtmatigheid in de jaarrekening. Deze verantwoording wordt in de jaarrekening opgenomen. De accountant legt alleen nog een controleverklaring af, waarin de getrouwheid van de rechtmatigheidsverantwoording wordt getoetst. Het doel van de verandering is om meer transparantie te geven in de totstandkoming van de gemeentelijke financiën, en om een beter gesprek tussen de gemeenteraad en het college mogelijk te maken.
Het borgen van een goede kwaliteit doen we zoveel mogelijk door kwaliteitstoetsen te verankeren in de werkprocessen. Vanuit de houding van continu verbeteren werken we aan het verminderen van fouten die kunnen optreden in de werkprocessen. Daarnaast vinden er gedurende het jaar interne controles plaats door eigen medewerkers. De uitkomsten van deze interne controles worden door de accountant gebruikt bij de controle van de jaarstukken. Met het benoemen van een kwaliteitsmedewerker en het aantrekken van een financieel controller in het Team voor Elkaar ligt de focus het komende jaar op het beheersbaar krijgen van de uitgaven in het sociaal domein en het monitoren van de doelstellingen en de budgetten.
De gemeentelijke organisatie werkt klant- en procesgericht met ‘lean’ als leidend principe. Wij werken vanuit de kernwaarden dichtbij, aandacht, samen en bewust. Wij zijn continu gericht op verbeteren en het behalen van de afgesproken resultaten voor inwoner, organisatie, bestuur of college. In 2020 is een persoonlijk leiderschapstraject gestart met subsidie van de provincie Gelderland. Iedere collega heeft een Insightsprofiel gekregen waarin hun voorkeursstijl in gedrag is beschreven. Het was de bedoeling ook de samenwerking in procesteams met behulp van de persoonlijke profielen te bespreken. Een mooie basis om in de procesteams verder te gaan met verbeteringen in kwaliteit en processen en het inzetten van ieders kwaliteiten bij de taken die uitgevoerd worden. Door de Coronacrisis heeft dit nog niet kunnen plaatsvinden. Dit zal waarschijnlijk in het najaar van 2021 en begin 2022 plaatsvinden.
De verwachting is dat we in 2022 ook nog met de gevolgen van het coronavirus te maken zullen hebben. Hoewel in 2022 de meeste mensen gevaccineerd zullen zijn weten we niet hoe het virus zich ontwikkelt. Er dienen zich telkens weer nieuwe varianten aan. Duidelijk is al wel dat thuiswerken ook in 2022 meer zal plaatsvinden dan voorheen omdat het beleid tijd -en plaatsonafhankeljk werken dit na de Coronacrisis faciliteert.
Ook Brummen heeft te maken met een arbeidsmarkt waarop schaarste heerst. Het duurt soms langer om een vacature te vervullen. Hierdoor stijgen de kosten van inhuur omdat langer ingehuurd moet worden. Om verzekerd te zijn van de beschikbaarheid van gekwalificeerde medewerkers zullen we ons ook in 2022 richten op het verbeteren van onze positie op de arbeidsmarkt. Daarbij ligt de focus op arbeidsmarktcommunicatie, arbeidsvoorwaarden en het neerzetten van Brummen als een interessante werkgever . Onze manier van werken, de grootte van de organisatie en de interessante opgaven maken ons een aantrekkelijk werkgever. Toch moeten we blijven inzetten op het nog flexibeler maken van onze medewerkers. En gericht zijn op mogelijkheden om collega’s intern te laten doorstromen.
Ook in 2022 houden we we de focus op de thema’s mobiliteit, ontwikkeling, medewerkerstevredenheid, balans belasting – belastbaarheid. Hierdoor hopen we een positieve werkbeleving te meten, evenals een lager ziekteverzuim en een beheersbare in- en uitstroom.
In 2021 heeft als onderdeel van de bestuurskrachtmeting een benchmarkonderzoek plaatsgevonden. Met de benchmark als basis willen we door middel van strategische personeelsplanning er voor zorgen dat de gemeente Brummen op het juiste moment beschikt over de juiste mensen in zowel kwantitatieve als kwalitatieve zin. In 2021 houden we in het najaar een medewerkertevredenheidsonderzoek. Op basis van analyse van de resultaten zullen in 2022 en verder eventueel vervolgacties plaatsvinden.
De vraag vanuit de samenleving is aan verandering onderhevig. Het is daarom noodzakelijk om continu te peilen welke nieuwe ontwikkelingen in wettelijke taken, ambities, en afspraken uit het bestuursakkoord op ons afkomen. Flexibiliteit van de organisatie is een belangrijk uitgangspunt in de organisatieontwikkeling “Wij werken voor Brummen”.
We monitoren continu de uitgaven op loonsom en inhuur. Er worden organisatiebrede keuzes gemaakt voor het beschikbaar stellen van capaciteit voor (nieuwe) taken. Het inhuurbudget ter vervanging van ziekte was in 2020 gebaseerd op een laag ziekteverzuimpercentage (2,75%). Het voorstel is om vanaf 2022 het ziektevervangingsbudget structureel te baseren op het landelijk gemiddelde van het ziekteverzuimpercentage.
Op het gebied van de arbeidsomstandigheden is het verplicht om in 2022 opnieuw een Risico Inventarisatie&Evaluatie (RI&E) uit te voeren. Op basis van RI&E worden plannen van aanpak opgesteld en zullen de aandachtpunten planmatig worden aangepakt.
De ontwikkeling van de formatie (in aantal fte’s) in de afgelopen jaren ziet er als volgt uit:
Personeelslasten en overige kerncijfers over de organisatie.
Deze paragraaf gaat in op de doelstellingen, activiteiten en de mate van de financiële betrokkenheid van de samenwerkingsverbanden waarin onze gemeente deelneemt en verder een bepaalde bestuurlijke invloed kan uitoefenen.
Besluit Begroting en Verantwoording
Een “verbonden partij” is een privaat- of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft.
Bestuurlijk belang is: “zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht”.
Financieel belang is: “indien een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is als de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt”.
In lijn met de BBV voorschriften geven we in deze paragraaf aandacht aan de visie die onze gemeente heeft op de verbonden partijen in relatie tot de uitvoering van de gemeentelijke doelstellingen. Wat willen we met deze partijen? Hoe past de uitvoering van de taken binnen onze gemeentelijke programma’s? Hoe dragen zij bij aan het uitvoeren van het door gemeente gewenste beleid? Ook komen beleidsvoornemens van de partijen zelf aan de orde. De laatst beschikbare cijfers over vermogens en resultaten staan per verbonden partij vermeld.
De verbonden partijen van onze gemeente zijn:
I – Deelname in vennootschappen;
1. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG);
2. Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG);
II – Deelname in gemeenschappelijke regelingen
5. Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland (VNOG);
6. Regio Stedendriehoek / Cleantech Regio;
7. Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Noord en Oost Gelderland (GGD NOG);
8. Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ);
III – Overige samenwerkingsvormen
10. Regionaal Archief Zutphen;
1. N.V. Bank Nederlandse Gemeenten
Het openbaar belang dat de verbonden partij behartigt.
BNG Bank is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.
Het eigenaarschap van gemeenten, provincies en de Staat, alsmede het door de statuten beperkte werkterrein van de bank, bieden financiers het vertrouwen dat het risico van kredietverlening aan dit instituut zeer beperkt is. BNG Bank bundelt de uiteenlopende vraag van klanten tot een beroep op de financiële markten dat aansluit op de behoefte van beleggers wat betreft volume, liquiditeit en looptijd. Door de combinatie van beide elementen heeft de bank een uitstekende toegang tot financieringsmiddelen tegen zeer scherpe prijzen, die weer worden doorgegeven aan decentrale overheden en aan instellingen voor het maatschappelijk belang. Dat leidt voor de burger uiteindelijk tot lagere kosten voor tal van voorzieningen.
Wij vragen altijd bij de BNG een offerte bij het aangaan van een nieuwe lening (zie paragraaf D).
Brummen heeft zeggenschap in de BNG via het stemrecht op aandelen die de gemeente in bezit heeft.
De gemeente bezit 702 aandelen van € 2,50 per stuk, wat een waarde van € 1.755 vertegenwoordigt.
BNG Bank verwacht in 2021 voor EUR 11,5 miljard aan nieuwe langlopende leningen te verstrekken aan haar publieke klanten. Klanten ondervinden ook dit jaar de gevolgen van de COVID-19-pandemie. BNG Bank zal blijven doen wat mogelijk is om haar klanten waar nodig te ondersteunen. Het financieringsbeleid van BNG Bank blijft onveranderd gericht op permanente toegang tot de geld- en kapitaalmarkt voor de gewenste looptijden en volumes tegen zo laag mogelijke kosten. De volatiliteit op de financiële markten zal dit jaar naar verwachting groot blijven. Dat maakt het doen van voorspellingen over het verwachte nettoresultaat 2021 niet verantwoord.
2. Vereniging Nederlandse Gemeenten
Het openbaar belang dat de verbonden partij behartigt.
Belangenbehartiging van alle gemeenten bij andere overheden. Tweede Kamer, Kabinet en maatschappelijke organisaties zijn belangrijke gesprekspartners. Dienstverlening: advisering aan alle leden over actuele ontwikkelingen (pro actief) en advisering aan individuele leden (op verzoek). De platformfunctie wordt uitgeoefend via de VNG-commissies, Provinciale afdelingen, congressen, studiedagen en ledenraadplegingen.
Vanuit de VNG, vestigingsplaats Den Haag, wordt regelmatig overlegd met besluitvoorbereiders van departementen en provincies. Zo vindt in een vroeg stadium beïnvloeding, in voor gemeenten gunstige zin, van wet- en regelgeving plaats. Deze belangenbehartiging zet zich voort in het gehele proces van besluitvorming bij de rijksoverheid en provincies. De VNG initieert bestuurlijk overleg waarbij een delegatie van VNG-bestuurders en directieleden onderhandelt namens de gemeenten met ministers en staatssecretarissen. De VNG-belangenbehartiging richt zich ook op Tweede en Eerste Kamer en belangrijke maatschappelijke organisaties. De soms tegenstrijdige belangen van grote en kleine gemeenten en de rol van de VNG daarbij is regelmatig punt van aandacht binnen de VNG.
De bijdrage van onze gemeente in 2022 bedraagt in totaal € 91.302. De bijdrage bestaat uit de contributie aan de VNG, contributie aan de VNG, afdeling Gelderland en een bijdrage voor de Gelderland Academie. De definitieve hoogte van de financiële bijdrage (contributie) wordt in de Algemene Ledenvergadering bepaald. Daarnaast loopt de financiering van de gezamenlijke gemeentelijke activiteiten via het Fonds Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering (GGU).
Geen specifieke ontwikkelingen.
Het openbaar belang dat de verbonden partij behartigt.
Circulus-Berkel B.V. verzorgt de inzameling van al het huishoudelijk afval voor o.a. de gemeente Brummen. Naast de lediging van groene en grijze containers ook de inzameling van onder meer papier, glas, chemisch afval, snoeiafval, kunststoffen en grof huishoudelijk afval. Verder houdt Circulus-Berkel zich ook actief bezig met ongediertebestrijding en beheert de afvalbrengpunten in de gemeente Brummen.
De gemeente is aandeelhouder van Circulus Berkel BV. De waarde van deze deelneming in de balans is gebaseerd op de historische inbrengwaarde in de voorloper van deze BV en is toen bepaald op € 37.210. Brummen heeft 461 van de aandelen in haar bezit. (Totaal aantal aandelen: 10.520)
Op basis van een jaarlijkse dienstverleningsovereenkomst wordt de hoogte van de bijdrage van onze gemeente bepaald. In 2022 gaat het daarbij om een bedrag van afgerond € 1.459.000 (incl. meerwerk). De komende jaren wordt er geen dividend uitgekeerd.
Circulus-Berkel wil bijdragen aan twee belangrijke veranderingen in de samenleving.
De eerste is het verder terugdringen van afval en zoveel mogelijk producten en materialen die vrijkomen hergebruiken of omzetten in grondstoffen. De kringlopen zoveel mogelijk regionaal sluiten. Dat is goed voor het milieu, schept regionaal arbeidsplaatsen én stimuleert de economie.
- De tweede is het bijdragen aan het verbeteren van de leefomgeving in de regio. Een omgeving waarvan bewoners en passanten gebruikmaken en waarvan zij de kwaliteit waarderen en willen verbeteren.
Deze elementen sluiten goed aan op ons gemeentelijk beleidsplan “grondstoffenplan”.
Doelstelling hierin is o.a. het terugdringen van het huishoudelijk afval per inwoner tot 80 kg eind 2025.
Het openbaar belang dat de verbonden partij behartigt.
Vitens zorgt voor de drinkwatervoorziening in vijf provincies waaronder Gelderland. Zij wint, zuivert en levert drinkwater dat betrouwbaar, betaalbaar en duurzaam is.
De gemeente bezit 21.364 aandelen die een boekwaarde op de balans hebben van € 454.
Voor de komende jaren is de verwachting dat Vitens geen dividend zal uitkeren als gevolg van de lage Weighted average cost of capital (WACC). De WACC berekent de gemiddelde kosten voor het kapitaal waarmee de organisatie wordt gefinancierd. Uitgangspunt is dat deze ligt tussen de 0 en 0,5%. Voor 2020 en 2021 wordt deze ingeschat op 2,75%. Daarnaast speelt het hoge investeringsniveau voor de komende jaren. Hierdoor kan Vitens niet voldoen aan de continuïteitsdoelstelling zoals opgenomen in het Financieel beleid.
De sturing op de WACC verloopt langs 4 sporen:
Met het programma Waterbesparing en optimalisering van het investeringsportfolio wordt er ingezet op het vaststellen van een zo optimaal mogelijk investeringsniveau dat nodig is voor de uitvoering van onze wettelijk taak.
Daarnaast voeren wij een actieve lobby voor een WACC-regulering die de geschetste problematiek oplost zodat Vitens met een financieel gezonde bedrijfsvoering het investeringsportfolio kan realiseren.
Ondertussen willen wij onze positie bepalen in het geval een situatie ontstaat waarin de WACC ontoereikend is. Uit een eerste juridische analyse blijkt dat er aanleiding is om onze wettelijke leveringsplicht van hogere orde te beschouwen dan te voldoen aan de WACC. Voorwaardelijk hierin is dat de opties van het versterken van het eigen vermogen actief zijn verkend.
Het verkennen van de mogelijkheid om op andere wijze ons eigen vermogen te versterken, bijvoorbeeld door bijstorten van aandeelhouders, achtergestelde leningen of andere vormen van aantrekken van vermogen.
5. Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland (VNOG)
Het openbaar belang dat de verbonden partij behartigt
Op grond van de bepalingen in de Wet Veiligheidsregio’s 2010 is deze gemeenschappelijke regeling belast met de regionale brandweertaken. Hieraan wordt invulling gegeven door de samenwerking van verschillende diensten en besturen.
Er wordt samengewerkt op het gebied van brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing, geneeskundige hulpverlening bij rampen en handhaving van de openbare orde en veiligheid.
De verdeelsleutel voor de financiering van de VNOG is gebaseerd op de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor het cluster openbare orde en veiligheid / brandweer en rampenbestrijding. De Brummense bijdrage aan de veiligheidsregio voor 2022 bedraagt € 1.168.000 (incl. GHOR).
Na de reorganisatie wordt binnen de VNOG goede uitvoering gegeven aan hetgeen is vastgesteld in de Toekomstvisie. Ondanks de noodzakelijke inzet vanuit de VNOG als gevolg van de coronacrisis zijn goede stappen gezet. Dit heeft zich ook vertaald in een positief jaarresultaat over 2020 en uiteindelijk geresulteerd in een teruggave naar de gemeenten.
6. Regio Stedendriehoek / Cleantech Regio
Het openbaar belang dat de verbonden partij behartigt
De belangen voor de gemeente Brummen in de regionale samenwerking liggen concreet in de actuele ontwikkelingen in Eerbeek. Onderzoek naar bodemwarmte, hergebruik van warmte uit productieprocessen en een duurzamere papierindustrie. Ook de gezamenlijke inspanningen in de regio voor circulaire innovatie, klimaataanpak, landbouwtransitie, biodiversiteit, asbestsanering en voedselkwaliteit sluiten aan op onze belangen.
Deelnemende gemeenten zijn Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Heerde, Lochem, Voorst en Zutphen. De gemeenschappelijke regeling Regio Stedendriehoek coördineert en faciliteert de samenwerking van de deelnemende gemeenten. Daarnaast ondersteunt het regiobureau de Regioraad en het Dagelijks Bestuur op het gebied van communicatie, lobby, Europese subsidies en bedrijfsvoering. Andere inhoudelijke activiteiten worden verricht door gedetacheerde medewerkers uit de deelnemende gemeenten.
Samen met de stichting Strategische Board Stedendriehoek wordt gewerkt aan gedeelde belangen op thema’s als leefbaarheid, arbeidsmarktbeleid en mobiliteit. Dit onder de noemer: Cleantech Regio
De gezamenlijk opgestelde Agenda Cleantech Regio heeft als prioritaire topthema’s energie-transitie en circulaire economie. Ook bevat deze regionale gebiedsagenda ambities op het gebied van:
vestigingsklimaat, leefomgeving, innovatiekracht, human capital en schone mobiliteit.
Het begrip Cleantech is het centrale perspectief en verbindende thema voor de samenwerking. Cleantech verwijst naar schone technologie, een duurzame toekomst, circulaire productie en verantwoorde consumptie.
Waar mogelijk benutten we de kansen die zich op regionaal niveau voordoen. Brummen is partner in de netwerksamenwerking van de Cleantech Regio Stedendriehoek en de provincie Gelderland.
De gemeentelijke bijdrage aan de regio is afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente. Voor 2022 bedraagt de bijdrage in totaal € 98.399 voor de regio en de Strategische Board. Het weerstandsvermogen van de regio Stedendriehoek is niet groot. Indien de regio niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen moet teruggevallen worden op de deelnemende gemeenten.
De provincie zet de komende jaren in op de gebiedsopgaven uit de Gelderse omgevingsvisie. Wij maken deel uit van de gebiedsopgave als verwoord in de Agenda Cleantech Regio. Dit betekent dat onze samenwerking met de provincie steeds meer gebeurt binnen de regio. In de Omgevingsagenda Cleantech Regio Stedendriehoek worden projecten opgenomen die moeten helpen bij het halen van de ambities. De regio werkt aan een gezamenlijk Perspectief 2030 in afstemming met provincies en Strategische Board.
7. Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Noord en Oost Gelderland
Het openbaar belang dat de verbonden partij behartigt
GGD Noord- en Oost-Gelderland is de gezondheidsdienst van 22 gemeenten. De GGD biedt actief 'Een gezond houvast' en bewaakt, beschermt en bevordert de gezondheid van de inwoners binnen de regio. Speciale aandacht is er voor jeugd en risicogroepen. De GGD voert de Wet Publieke Gezondheid (WPG) uit. Zij wil zich profileren als een herkenbare en laagdrempelige organisatie. Daarnaast als leverancier van betrouwbare en vakkundige zorg aan haar klanten.
De bijdrage van Brummen in 2022 is geraamd op € 171.556 voor de Publieke gezondheid. Voor de Jeugdgezondheidszorg € 183.071. Deze bijdragen zijn conform afspraak via een bijdrage per inwoner over de deelnemende gemeenten verdeeld. Daarnaast heeft de GGD nog producten die op basis van afname met de vragende gemeenten worden afgerekend. Wij betalen € 44.000 voor toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang en peuterspeelwerk.
De GGD is bezig om de bedrijfsvoering meer flexibel mogelijk vorm te geven en in te richten. Dit om meer en beter te kunnen anticiperen op veranderende omstandigheden en nieuwe ontwikkelingen.
In overleg met portefeuillehouders van de nieuwe colleges heeft de GGD NOG in 2018 een aanzet gemaakt voor de 'Bestuursagenda 2019-2023 NOG Gezonder'. Daarin noemt de GGD NOG de
De voorzitter van de Veiligheidsregio krijgt van de minister van VWS opdrachten om verschillende maatregelen te nemen die nodig zijn voor de bestrijding van COVID19. De voorzitter zet hiertoe zijn bevoegdheden op het terrein van publieke gezondheid en openbare orde en veiligheid in (Wet veiligheidsregio’s, Wet publieke gezondheid). De directeur publieke gezondheid neemt deel aan het Regionaal Beleidsteam (RBT), als leidinggevende van de GHOR en de GGD.
De GGD NOG heeft haar organisatie aangepast om gehoor te geven aan de opdrachten vanuit de Veiligheidsregio. Een aantal taken is hierdoor stil komen te liggen, maar inmiddels zijn de wettelijk verplichte taken, zoals vaccinaties weer opgepakt. De GGD NOG volgt hierbij de richtlijnen van het RIVM.
8. Omgevingsdienst Veluwe IJssel (OVIJ)
Het openbaar belang dat de verbonden partij behartigt
Brummen maakt deel uit van de omgevingsdienst Veluwe/IJssel (OVIJ), vestigingsplaats Apeldoorn. De OVIJ bestaat uit de gemeenten Apeldoorn, Brummen, Epe, Voorst en de provincie Gelderland. De OVIJ is ingesteld voor de behartiging van de belangen van de deelnemers. Belangenbehartiging richt zich op het punt van vergunningverlening, toezicht en handhaving in het kader van het omgevingsrecht ten aanzien van milieu. Onder de belangen van de deelnemers wordt ook verstaan, het belang van een goede samenwerking tussen de Gelderse Omgevingsdiensten (GO).
In de begroting van 2022 is een bedrag van € 388.000 opgenomen als bijdrage voor de OVIJ.
In de wet Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving worden eisen gesteld ten aanzien van de
kwaliteit en kwantiteit van de uit te voeren werkzaamheden op het gebied van vergunningverlening,
toezicht en handhaving. Ook de OVIJ moet hieraan voldoen. Qua risico’s beperken die zich bij de OVIJ tot de normale bedrijfsvoering risico’s.
In de begroting wordt in de programma’s per partner de geplande output opgenomen, zodat duidelijk is welke producten en diensten aan de partners worden geleverd. Als basis voor deze planning wordt de informatie uit de samenwerkingsovereenkomsten en de meest recente jaarrekening gebruikt.
Het openbaar belang dat de verbonden partij behartigt.
Vanaf 9 maart 2016 hebben negen gemeenten, bestaande uit Apeldoorn, Brummen, Deventer, Epe, Hattem, Heerde, Lochem, Voorst en Zutphen het collectief vraagafhankelijk vervoer overgenomen van de Provincie. Hiervoor is een gemeenschappelijke regeling tussen deze gemeenten afgesloten. De negen gemeenten hebben vervolgens de Vervoerscentrale PlusOv in het leven geroepen en daarbij een Dienstverleningsovereenkomst vastgesteld. Deze dienstverleningsovereenkomst bevat afspraken over het vraagafhankelijk vervoer (VAV) en het routegebonden vervoer (RGV) die door PlusOV voor de negen gemeenten wordt verzorgd.
Per 1 augustus 2019 zijn drie gemeenten, te weten Apeldoorn, Deventer en Zutphen uit het routegebonden vervoer getreden. De Gemeenschappelijke regeling is daarop aangepast. Vanwege deze uittreding is er vanaf 15 september 2020 sprake van twee dienstverleningsovereenkomsten, te weten:
a. Dienstverleningsovereenkomst-VAV voor de negen gemeenten.
b. Dienstverleningsovereenkomst-RGV voor de zes gemeenten.
Daarnaast hebben de deelnemende gemeenten aan de GR Basismobiliteit vanaf 2016 een samenwerkingsovereenkomst met de provincie Gelderland. In deze overeenkomst worden de taken en bevoegdheden van de provincie en de deelnemers beschreven alsmede de financiële bijdrage die de provincie verstrekt voor het vraagafhankelijk openbaar vervoer (OV-vangnet) en het vraagafhankelijk Wmo-vervoer.
De gemeentelijke bijdrage bedraagt op basis van de begroting 2022 van Plus OV € 1.047.265 (ter vergelijk 2021 € 1.140.394). De totaal geraamde kosten in deze programmabegroting voor 2022 bedragen € 1.113.053 omdat de BTW op het routegebonden vervoer (9%) kosten zijn voor de gemeente.
De grootste uitdaging voor de komende jaren is het verder verlagen van de organisatie- en de vervoerskosten. Vanaf 2022 ligt de focus op de besparing op het Vraagafhankelijk vervoer. Twee grote aanbestedingen vormen hiervoor de basis:
een nieuw planningssysteem voor het VAV en
de inkoop van taxicapaciteit in het VAV.
In 2022 staat er een nieuw, verbeterd vervoerssysteem dat het huidige OV vangnet vervangt. De huidige samenwerkingsovereenkomst Basismobiliteit wordt met 3 maanden tot eind maart 2022 verlengd om de overgang soepel te laten verlopen.
Het openbaar belang dat door de verbonden partij wordt behartigd.
Het Regionaal Archief Zutphen, vestigingsplaats Zutphen is een openbare archiefdienst met enkele wettelijke taken. Voor de gemeenten Brummen, Lochem en Zutphen bewaart het RAZ historisch informatie en stelt deze beschikbaar. Naast het beheer van het archief levert het RAZ ook de diensten van de gemeentearchivaris.
Voor de periode 2020-2022 is een nieuwe Dienstverleningsovereenkomst (DVO) afgesloten voor het beheren van de archiefbescheiden van de gemeente Brummen.
De kosten voor 2022 bedragen € 63.000
Het openbaar belang dat de verbonden partij behartigt
Stichting Archipel, vestigingsplaats Zutphen, behartigt de belangen van het openbaar onderwijs in de gemeenten Brummen, Voorst en Zutphen.
De stichting voert de taak van bevoegd gezag uit en ontvangt hiervoor doeluitkeringen van het rijk. Binnen deze doeluitkeringen moeten alle kosten worden opgevangen. Er is geen aanspraak op een (jaarlijkse) bijdrage van Brummen. De gemeente blijft financieel wel eindverantwoordelijk.
De afname van het aantal leerlingen is minder dan verwacht, maar zet wel door. Dit heeft tot gevolg dat de rijksbijdragen afnemen. Bij Archipel heeft dit al geleid tot het verminderen van het aantal medewerkers en tot minder locaties. Archipel is waakzaam ten aanzien van het sluitend houden van de begroting en doet dit in goed overleg met de gemeenten. Hiermee wordt het risico op negatieve exploitaties maximaal beperkt. Het verder beperken van het aantal scholen binnen het gehele gebied van Archipel is dan ook denkbaar. In de gemeente Brummen zijn twee scholen die al meerdere jaren onder de opheffingsnorm zitten.
Het openbaar belang dat de verbonden partij behartigt
Leisurelands beheert 20 recreatiegebieden in Gelderland en Noord-Limburg. De recreatiegebieden liggen allemaal in het buitengebied in een groen en waterrijk decor. Leisurelands levert direct en indirect een maatschappelijke bijdrage aan de leefbaarheid en vrijetijdsbesteding in de regio waarin zij actief is.
De gemeente Brummen heeft een beperkt belang van 4.305 aandelen met een nominale waarde van € 1. De aandelen staan voor nul euro op de balans van de gemeente.
De financiële positie van Leisurelands is eind 2020 goed. Ondanks de coronacrisis heeft Leisurelands een netto-resultaat behaald dat ongeveer op hetzelfde niveau lag als in 2019. Dit komt omdat 2020 voor Leisurelands een goed beleggingsjaar is geweest.
De aandeelhoudersovereenkomst zal na instemming van alle aandeelhouders worden verlengd tot en met 31 december 2026. In de aandeelhoudersovereenkomst is bepaald dat aandeelhouders hun aandelen alleen aan andere publiekrechtelijke lichamen kan verkopen en dat de vennootschap geen dividend uitkeert.
Het grondbeleid van de gemeente is vastgelegd in de nota Grondbeleid. Op 21 januari 2021 is deze nota door de gemeenteraad vastgesteld. De hoofdlijnen van deze nota zijn:
• Het grondbeleid is dienend aan het ruimtelijk beleid voor wonen, werken en recreëren;
• Er wordt een bij voorkeur een faciliterend grondbeleid gevoerd en waar nodig een actief grondbeleid;
• Er worden marktconforme prijzen gehanteerd.
Naar verwachting treedt per 1 juli 2022 de Aanvullingswet Grondeigendom (en bijbehorend Aanvullingsbesluit Grondeigendom) in werking. Deze wet zorgt voor een aantal wijzigingen in de Omgevingswet voor wat betreft kostenverhaal en ruimtelijke instrumenten zoals het voorkeursrecht en onteigening. De huidige De Wet ruimtelijke ordening (Wro) wordt dan vervangen door de Omgevingswet.
In de nieuwe nota grondbeleid is voorgesteld om de nota Grondbeleid 2016-2020 te verlengen en later de nota volledig te herzien. Met die herziening sluit de nota straks aan op de mogelijkheden van de Omgevingswet.
Wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert
De Wro biedt gemeenten verschillende mogelijkheden om invloed uit te oefenen op gebiedsontwikkelingen. De Wro kent hiervoor een privaatrechtelijk spoor (de anterieure overeenkomst) en een publiekrechtelijk spoor (het exploitatieplan). In beide sporen kan de gemeente naast de eisen in het bestemmingsplan, ook kwaliteitseisen stellen ten aanzien van de woningcategorieën (sociale huurwoningen, sociale koopwoningen en particulier opdrachtgeverschap) en eisen stellen ten aanzien van de uitvoering, bijvoorbeeld duurzaamheidsvereisten. Binnen de gemeente Brummen wordt er zoveel mogelijk gebruik gemaakt van anterieure overeenkomsten waarin de afspraken met initiatiefnemers worden vastgelegd. Waar dat nodig is, wordt ook het exploitatieplan ingezet om invloed uit te kunnen oefenen op de gebiedsontwikkeling en (een deel van de) gemeentelijk kosten te verhalen.
De gemeente voert op verschillende locaties een faciliterend grondbeleid. Voorbeelden zijn Lombok in Eerbeek, de schoollocaties in Eerbeek en brandlocatie Ambachtstraat in Brummen.
Waar de gemeente een actief grondbeleid voert (grond in bezit heeft dat voor rekening en risico van de gemeente wordt getransformeerd naar bouwrijpe grond), moet een grondexploitatie worden vastgesteld door de Raad. In 2021 zijn er 8 actieve grondexploitaties. Bij elkaar opgeteld hebben deze 8 grondexploitaties een financieel tekort. Conform de Commissie Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten moeten voor verliesgevende grondexploitaties een verliesvoorziening gevormd worden. Deze verliesvoorziening is € 5,676 miljoen en is opgenomen in de jaarrekening 2020.
De grondexploitatie Elzenbos zou afgesloten kunnen worden. Aan de Raad is in februari 2021 aangegeven dat gekeken wordt naar de herontwikkeling van de Elzenbos. Dit betekent dat er in breed verband gekeken wordt naar de mogelijkheden van onbebouwde gronden in deze grondexploitatie en de rest van de Elzenbos. Mogelijk is het verstandig om deze grondexploitatie langer actief te houden. Dit wordt onderzocht en ter goedkeuring aan de Raad voorgelegd.
Per 1 januari 2016 is de belastingplicht voor ondernemingen van overheden voor de vennootschapsbelasting(VpB) ingevoerd. Dit betekent dat de gemeente in principe VpB zal moeten betalen over werken en diensten die zij uitvoert als ondernemer. Hierdoor moet over de winst van de gezamenlijke grondexploitaties VpB worden betaald. Baker Tilly heeft de VpB-positie in de eerste helft van 2020 bepaald en geconstateerd dat in de voorgaande jaren niet voldaan is aan het winststrevencriterium. Daarmee is de gemeente niet VpB-plichtig voor de grondexploitaties.
Binnen de gemeente zijn 5 actieve grondexploitaties, waarmee woningen wordt gerealiseerd. Naar verwachting worden in 2021 de gronden geleverd aan de Troelstralaan en de Krullevaar in Brummen. Dit betekent dat, als de omgevingsvergunning is verleend, de woningen (totaal 28) gebouwd kunnen worden.
Voor Elzenbos II wordt gekeken of op korte termijn woningen ontwikkeld kunnen worden. Er wordt gestreefd naar besluitvorming in de Raad in de 2e helft van 2021. De 10 kavels van Elzenbos III zijn onderdeel van de herontwikkeling van Elzenbos III. Indien dit leidt tot het aanpassen van de plannen, dan wordt dit separaat aan de Raad voorgelegd. In 2020 is de grondexploitatie Limburg van Stirumplein vastgesteld. Hierbij is uitgegaan van een start van de gronduitgifte in 2023.
Naast de actieve grondexploitaties, heeft de gemeente een faciliterende rol bij verschillende woningbouwlocaties. Het project Lombok in Eerbeek vordert gestaag en er zijn kavels uitgegeven aan de Alant en Akkergeelster in Brummen.
In het centrum van Brummen zijn een aantal particuliere initiatieven, waar mogelijk woningen worden ontwikkeld (brandlocatie Ambachtsstraat en brandlocatie Markt).
Op de Hazenberg in Brummen is veel interesse in de bedrijfskavels. Er zijn gesprekken met verschillende partijen. Dit leidt tot een aantal verkopen in 2021.
Op het Burgersterrein in Eerbeek wordt onderzocht of een logistiek bedrijventerrein (LCE) ontwikkeld kan worden. De Provincie stelt hiervoor een Provinciaal ImpassingsPlan op. Onderdeel hiervan is een locatiestudie. Indien het LCE op een andere locatie komt, dan wordt het Burgersterrein een bedrijventerrein (conform grondexploitatie).
Op het Kerstenterrein in Eerbeek is conform bestemmingsplan commerciële voorzieningen met 12 woningen mogelijk. In het kader van het masterplan Eerbeek centrum en de Eerbeekse beek wordt gekeken naar de meest passende invulling voor deze locatie.
Meerjarig overzicht van baten en lasten per programma
Hieronder is het meerjarig overzicht van saldo van baten en lasten en het resultaat opgenomen. Voor een juist inzicht in de begrotingspositie wordt een onderscheid gemaakt in het saldo van baten en lasten (exclusief de mutaties in reserves) en het resultaat (inclusief de mutaties in reserves). De cijfers van de meerjarenbegroting zijn afgezet tegen de cijfers van de jaarrekening 2020 en begroting 2021.
Algemene dekkingsmiddelen zijn middelen die geen vooraf bepaald bestedingsdoel hebben. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de rioolheffing waar baten en lasten direct aan elkaar zijn gekoppeld of specifieke uitkeringen vanuit de rijksoverheid.
De volgende algemene dekkingsmiddelen zijn te onderscheiden:
• de algemene uitkering uit het gemeentefonds;
• belastingen (lokale heffingen) waarvan de besteding niet gebonden is;
• financiering, bespaarde rente en dividend.
De algemene dekkingsmiddelen maken onderdeel uit van de baten en lasten van programma 4.
Het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen wordt hieronder gepresenteerd. Ook zijn hierin de post voor onvoorziene uitgaven en vennootschapsbelasting opgenomen.
Toelichting Algemene dekkingsmiddelen
Algemene uitkering Gemeentefonds
Rijksvergoeding op basis van de meicirculaire.
Lokale heffingen waarvan de besteding niet gebonden is
Hieronder vallen de lasten en baten van de OZB en de toeristenbelasting.
Betreft winstuitkeringen van de verbonden partijen. Er worden geen dividenduitkeringen verwacht komende jaren.
Hieronder vallen de rentelasten en rentebaten. Over de opengenomen leningen moet rente betaald worden. Conform een landelijke voorschriften (BBV) moet deze rente via omslagrente doorberekend worden aan de diverse taakvelden.
De post onvoorzien is bedoeld als dekking voor lasten die niet in de begroting opgenomen zijn. Om te bepalen wanneer de post onvoorzien kan worden aangewend worden de drie O’s
De vennootschapsbelasting (vpb) is een belasting die wordt geheven over de winst van ondernemingen.
In onderstaand overzicht worden de lasten en baten van overhead die onderdeel uitmaken van programma 4 Bedrijfsvoering en Financiën gepresenteerd.
Hieronder worden de verschillende onderdelen van de overhead toegelicht.
Onder de kosten van management vallen de kosten van het Ondersteuningsteam (OT) (met uitzondering van de gemeentesecretaris).
Hieronder vallen de organisatiekosten voor beleids- en bestuursondersteuning van het college en raad (inclusief gemeentesecretaris en exclusief kosten van de griffie)
Hieronder vallen onder andere de organisatiekosten die nodig zijn voor alle online en offline communicatieactiviteiten, communicatieadvisering en bijhorende voorlichtingsmiddelen, waaronder de kosten voor wekelijkse publicatie van de gemeentelijke informatiepagina’s GemeenteThuis.
Bij dit onderdeel horen de organisatiekosten van de financieel beleid, administratie en Control.
Hieronder vallen de organisatiekosten voor algemene juridische advisering en de bezwaarschriftencommissie.
Hieronder vallen de organisatiekosten voor documentaire informatievoorziening. Daarnaast is er structureel en incidenteel budget voor de invoering Wet Open Overheid in 2022 opgenomen.
Naast de organisatiekosten voor het HRM en de salaris- en personeelsadministratie vallen hieronder ook:
- de kosten voor arbeidsomstandigheden (Arbo)
- het budget voor ziektevervanging en inhuur derden
- Overige personeel gerelateerde budgetten
Informatisering en automatisering
Hieronder vallen de organisatiekosten voor informatisering en automatisering. Daarnaast zijn bij dit onderdeel alle kosten van ICT, zoals aanschaf en kapitaallasten applicaties, beveiliging, applicatie- en systeembeheer en onderhoud en licentiekosten, voor de gehele organisatie opgenomen.
De kosten van het gemeentehuis in Brummen en het Servicepunt in Eerbeek zijn hieronder opgenomen. De kosten van energie, belastingen, onderhoud, schoonmaak, verzekeringen en kapitaallasten maken hier onderdeel van uit. Daarnaast zijn de kosten van aanschaf en onderhoud van meubilair hieronder opgenomen. Hiertegenover staan de inkomsten vanuit verhuur (Servicepunt).
Hieronder vallen de kosten voor printers, portokosten en overige kantoorbenodigdheden.
In onderstaande overzicht zijn de totalen per programma opgenomen.
Toelichting incidentele baten en lasten en toevoegingen onttrekkingen uit reserves
Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves
In onderstaand overzicht zijn de beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves opgenomen. Dit overzicht is een onderbouwing bij de bepaling van het structureel begrotingssaldo.
Toelichting op de structurele toevoegingen en onttrekkingen uit reserves
Vanaf 2022 wordt jaarlijks een bedrag van € 600.000 toegevoegd voor de verbetering van de financiële positie in het kader van Brummen Robuust.
Jaarlijkse wordt 20% van de opbrengst toeristenbelasting toegevoegd. De bestaande jaarlijkse structurele lasten voor het versterken van het toeristisch karakter van de gemeente worden aan deze reserve onttrokken.
Bij de tariefstelling van de heffing wordt de reserve ingezet om meerjarig een gelijkmatige tariefstelling te hanteren.
Structureel begrotingssaldo 2022-2025
Om te bepalen of er in de begroting en meerjarenraming sprake is van structureel evenwicht maken we met onderstaand overzicht inzichtelijk wat het effect is van de incidentele baten en lasten en de incidentele mutaties in de reserves op het structurele saldo van de begroting en meerjarenraming.
Geprognosticeerde Balans 2020-2025
Op basis van artikel 20 lid 1b en artikel 22 lid 1 van het BBV nemen we voor de jaren 2020-2024 een geprognosticeerde begin- en eindbalans op.
Het EMU-saldo geldt binnen de Europese Unie als een indicator om de gezondheid van de overheidsfinanciën te kunnen bepalen. Dit cijfer geeft aan of een overheid een overschot of een tekort heeft. Gemeenten moeten dit cijfer in hun begroting opnemen omdat het Rijk een verplichting heeft naar Europa.
Hieronder is het EMU-saldo van de gemeente opgenomen.
Volgens realisatie t/m sept. 2021, aangevuld met raming resterende periode |
|||
5 Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa |
|||
Op 1 november 2018 is de Nota Investerings- en Afschrijvingsbeleid door de raad vastgesteld (D283888). De doelstelling van deze nota is het formuleren van beleid en vastleggen van uniforme regels voor:
- (Het aangaan van) investeringen;
Investeringen worden vastgesteld door de gemeenteraad. Dit gebeurt door hiervoor een bedrag in de programmabegroting (of in een begrotingswijziging) op te nemen. Bij de noodzaak tot doorschuiven van investeringskredieten langer dan 2 jaar wordt hiervoor een beslispunt bij de Jaarstukken opgenomen.
Bij het vaststellen van deze begroting wordt de 1e jaarschijf 2022 beschikbaar gesteld. Voor het jaar 2022 zijn de volgende investeringen opgenomen. Zoals vastgelegd in de Nota Investerings- en Afschrijvingsbeleid start de afschrijving op 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin het actief gereed is c.q. verworven wordt. (In de Programmabegroting wordt uitgegaan van het jaar T +1).
Toelichting op de investeringen 2022
Gemeentelijk Rioleringsplan 2016-2022 (nrs. 1 t/m 5)
Investeringen voor rioleringsprojecten zijn opgenomen in het Gemeentelijk Rioleringsplan 2016-2020 inclusief verlenging tot en met 2022. Dit plan beschrijft op hoofdlijnen hoe richting wordt gegeven aan de rioleringszorg in de gemeente. Het betreft een strategie voor de lange termijn. In het plan is vastgelegd welke personele en financiële middelen er nodig zijn om de strategie te kunnen realiseren.
Vervanging/rehabilitatie wegen 2022 (nr 6)
Op basis van het vastgestelde beheerplan wegen 2020-2024 is voor het jaar 2022 een investering opgenomen.
Herinrichting de Wasacker 2022 (nr 7)
De investeringskosten bedragen € 370.000. Bijdrage van derden bedraagt € 265.000 welke op deze investering in mindering wordt gebracht.
Vervanging grote tractor met toebehoren 2022 (nr 8)
De huidige tractor is al sinds medio 2017 volledig afgeschreven en aan vervanging toe.
Vervanging kleine zoutstrooier 2022 (nr 9)
Volgens het vervangingsschema moet de huidige strooier vervangen worden.
Vervanging ondergrondse containers 2022 (nr 10)
De huidige 62 containers zijn verouderd en volledig afgeschreven. De containers zijn aan vervanging toe. Vanaf 2022 wordt een aanvang gemaakt en worden er 4 perscontainers PMD, 12 glasbakken en 10 overige bakken vervangen.
Uitbreiding ondergrondse containers restafval 2022 (nr 11)
Eén van de doelstellingen van het nieuwe grondstoffenbeleid is het reduceren van de hoeveelheid restafval. Landelijk is gebleken dat indien inwoners hun restafval wegbrengen naar een verzamelcontainer het afval beter gescheiden wordt. In de kernen van Brummen en Eerbeek worden daarom 10 extra (ondergrondse) brengpunten voor restafval geplaatst. De inwoners worden verleid van deze voorziening gebruik te maken door tariefdifferentiatie. Het aanbieden van restafval via de restafvalcontainer wordt duurder dan het wegbrengen naar een verzamelcontainer.
Plaatsen Groente/Fruit boxen bij hoogbouw 2022 (nr 12)
Bewoners van de hoogbouw en appartementencomplexen hebben geen mogelijkheid om hun groenten- en fruitafval (GF) gescheiden aan te bieden. Indien uit inventarisatie bij de bewoners blijkt dat zij belangstelling hebben voor een verzamelcontainer voor GF worden deze geplaatst. Uitgegaan wordt van 14 brenglocaties.
Renovatie veld 2 de Veldkant 2022 (nr 13)
Eenmaal in de 15 jaar wordt er een sportveld gerenoveerd. Voor het jaar 2021 is € 24.000 nodig voor hierboven genoemd veld.
Vervangingsinvestering automatisering (I&A) 2022 (nr 14)
Voor de vervanging van de huidige hard- en software is jaarlijks een investeringskrediet nodig van € 150.000.
Uitbreiding Nutanix automatisering 2022 (nr 15)
In 2020 is de Nutanix omgeving uitgebreid. Door echter de groei van het aantal medewerkers en een groei in de belasting (Office 365 is zwaarder dan Office 2010) is uitbreiding noodzakelijk.
Hieronder de geplande investeringen voor de jaren 2023 t/m 2025.
Reserves en voorzieningen vormen een belangrijk onderdeel van de vermogenspositie van de gemeente Brummen. Op 17 december 2020 is de Nota reserves en voorzieningen gemeente Brummen 2018 door de raad vastgesteld (D343297).
Bij de begroting wordt de verwachte ontwikkeling van de reserves en voorzieningen aangegeven. Het daadwerkelijke verloop van de reserves en voorzieningen wordt jaarlijks inzichtelijk gemaakt in de jaarstukken.
De nota geeft het onderscheid tussen reserves en voorzieningen weer.
Reserves behoren tot het eigen vermogen en zijn vrij besteedbaar. De gemeenteraad kan besluiten voor een bepaald doel bestemmingsreserves te vormen en kan deze bestemming te allen tijde wijzigen.
Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen en zijn niet vrij besteedbaar. Voorzieningen worden gevormd ten laste van het programma. De aanwending komt vervolgens ten laste van de gevormde voorziening. Een voorziening moet de omvang hebben van de betreffende verplichting/risico.
Stand en het gespecificeerde verloop van reserves
Deze reserve is enerzijds benodigde om risico’s op te vangen. Jaarlijks vindt een risico-inventarisatie plaats en wordt het weerstandsvermogen herijkt. Op 17 juni 2021 heeft de raad het overzicht risico's gemeente Brummen voor de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit 2021 (D355782) vastgesteld. De hoogte van de benodigde weerstandscapaciteit is vastgesteld op € 3.620.000.
De algemene reserve is daarnaast bedoeld voor de financiering van incidentele uitgaven en het egaliseren van overschotten of opvangen van tekorten in de exploitatie. Vanaf 2022 wordt jaarlijks een bedrag van € 600.000 toegevoegd voor de verbetering van de financiële positie in het kader van Financieel Gezond Brummen.
In het raadsvoorstel/-besluit bij de jaarstukken wordt door de raad bepaald hoe het resultaat bestemd wordt. Standaard wordt het resultaat verrekend met de algemene reserve.
Deze bestemmingsreserve is gericht op een versterking van de toeristische recreatieve sector. Daarbij gaat het om infrastructurele maatregelen, lokaal gastheerschap, promotie en marketing en de cofinanciering van passende initiatieven. We hebben in de begroting opgenomen dat we vanaf 2021 20% van de opbrengst toeristenbelasting in enig jaar in deze reserve storten.
De bestaande jaarlijkse structurele lasten voor het versterken van het toeristisch karakter van de gemeente worden aan deze reserve onttrokken.
Verder kunnen incidentele bijdragen uit deze reserve worden bekostigd.
De reserve wordt gevoed door bijdrages uit woningbouwinitiatieven. We innen deze bijdrages via grondexploitaties of anterieure overeenkomsten, (conform de Grondexploitatiewet). In de Structuurvisie (ROV) Ligt op Groen uit 2006 staan de contouren van dit fonds.
In de Nota Grondbeleid van januari 2006 heeft de gemeenteraad het fonds Ligt op Groen bekrachtigd.
Met de beschikbare middelen uit het fonds Ligt op Groen worden duurzame en groene projecten uitgevoerd samen met de inwoners en ondernemers in Brummen. De projecten zijn passend binnen de uitgangspunten van de reserve, zoals verwoord in het uitvoeringsprogramma ‘De schop in de grond’.
Op begrotingsbasis worden de kosten van het ophalen, afvoeren en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen inclusief BTW, overhead, kosten minima, openbare reiniging/straatvegen en rente voor 100% doorberekend aan de burgers. Bij de tariefstelling van de heffing wordt de reserve ingezet om meerjarig een gelijkmatige tariefstelling te hanteren. Op rekeningsbasis kan het voorkomen dat er vanwege achterblijvende kosten of hogere inkomsten meer dan 100% dekking wordt verkregen. Dit verschil wordt jaarlijks verrekend met deze reserve.
Stand en het specificeerde verloop van de voorzieningen
Toelichting op de voorzieningen
Deze voorziening is getroffen om aan de pensioenverplichtingen te kunnen voldoen voor de pensioengerechtigden die op 31-12-2009 nog niet de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt.
Na verwachting wordt deze voorziening, na verkoop van alle kavels in 2022, ingezet en afgesloten.
Voorziening wachtgeld bestuurders
Ter dekking van kosten van wachtgeld.
Voorziening WW uitkering werknemers
Ter dekking van kosten WW uitkeringen.
Onderhoud gemeentelijke gebouwen
Op basis van gebouwenbeheersplan worden de budgetten vastgelegd voor kosten grootonderhoud (incl. klachtenonderhoud). Het gebouwbeheer is opgenomen in de meerjarenplanning. De meerjarenplanning is de basis voor de Programmabegroting.
Het uitvoeren van de diverse grootonderhoudswerkzaamheden aan de gemeentelijke gebouwen, die de gemeente beheert, kent budgettair geen jaarlijks gelijk niveau. Dit wordt veroorzaakt doordat vele onderhoudsmaatregelen een meerjarig karakter hebben, waardoor sterke schommelingen in de budgetbehoefte optreden. Om te voorkomen dat de begroting een jaarlijks wisselend beeld geeft, is de voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen ingesteld. Deze voorziening wordt jaarlijks met een vastgesteld bedrag gevoed en kan, zonder de gemeentelijke exploitatie te beïnvloeden, worden aangewend voor uitgaven ten behoeve van het groot onderhoud.
Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is het mogelijk een voorziening te creëren die betrekking heeft op verplichtingen, samenhangend met het in de tijd onregelmatig gespreid zijn van bepaalde kosten, zoals groot onderhoud. Voorwaarde is wel dat het instellen en voeden van een voorziening voor (groot) onderhoud is gebaseerd op een beheerplan. Dit beheerplan moet periodiek worden geactualiseerd. In Brummen wordt dit 4-jaarlijks geactualiseerd.
Betreft project in plan Elzenbos. Vanuit de bouwgrondexploitatie Elzenbos is een bijdrage aan dit project geleverd. Vanuit deze voorziening zullen de diverse (aanleg)kosten gedekt worden.
De wetgeving eist van de wegbeheerders de hen toegewezen wegen volgens goed rentmeesterschap te onderhouden (wegenwet) en maatregelen te nemen die de veiligheid van de weggebruiker waarborgen (wegenverkeerswet). Voor gemeenten is het daarom van belang om de kwaliteit en de onderhoudsbehoefte van het te beheren areaal inzichtelijk te maken.
In 2019 heeft er een weginspectie van het gemeentelijk wegenbestand plaatsgevonden en is een beheerplan wegen opgesteld voor de jaren 2020-2024. Op basis van de resultaten van de weginspectie en het beheerplan wordt de onderhoudsplanning opgesteld.
Voor de financiering van de uitvoering wordt jaarlijks een bedrag toegevoegd aan de voorziening onderhoud wegen. Uit deze voorziening worden het groot onderhoud van de asfalt- en elementenverhardingen bekostigd en ook de oppervlaktebehandelingen (zie Par. Kapitaalgoederen).
De gemeente beheert de straatverlichting in de openbare ruimte. De wijze waarop en in welke mate dit gedaan wordt staat beschreven in het beleidsplan openbare verlichting 2016-2020 welke op 26 mei 2016 door de raad is vastgesteld.
Vervangingen die voortvloeien uit het plan worden opgenomen in de investeringslijst van de Programmabegroting. Voor het schilderwerk van stalen masten is een schilderinterval van 7 tot 10 jaar. Hiervoor wordt jaarlijks € 11.750 toegevoegd vanuit de exploitatie. In onderstaande periode zijn geen onttrekkingen gepland.
Voor de rioolrenovaties wordt gebruik gemaakt van een voorziening. Deze voorziening is ingesteld om een gelijkmatige belasting van de exploitatie te verkrijgen en daarmee ook een meer gelijkmatige ontwikkeling van de rioolheffing. De ontwikkeling van de stortingen en de gehele ontwikkeling van de toekomstige kosten is in beeld gebracht op basis van het gemeentelijke rioleringsplan (GRP) 2016-2020. Op 19 november 2020 heeft de raad besloten (D338649) het GRP met 2 jaar te verlengen en het nieuwe beleid te koppelen aan de nieuwe Omgevingswet
Op begrotingsbasis worden de kosten voor rioleringszorg inclusief BTW, overhead, kosten minima, openbare reiniging/straatvegen en rente voor 100% doorberekend aan de burgers. Bij de tariefstelling van de heffing wordt de voorziening ingezet om meerjarig een gelijkmatige tariefstelling te hanteren. Op rekening basis kan het voorkomen dat er vanwege achterblijvende kosten of hogere inkomsten meer dan 100% dekking wordt verkregen. Dit verschil wordt jaarlijks verrekend met deze voorziening.
In deze bijlage wordt het subsidieplafond per beleidsterrein als bedoeld in artikel 5, lid 1, van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Brummen (INT16.3004, vastgesteld op 15 dec. 2016, RB160069) beschreven. Binnen de plafonds stelt het college vervolgens de definitieve subsidie vast voor de individuele organisaties en instellingen.
In het onderstaande overzicht staat voor het jaar 2022 de verdeling per beleidsveld en per programma.
In deze bijlage zijn de financiële uitgangspunten en grondslagen opgenomen die zijn gehanteerd bij het opstellen van de Programmabegroting 2022-2025.
Voor de onderlinge vergelijkbaarheid met andere gemeenten wordt in deze bijlage een overzicht van lasten, baten en saldo op de wettelijk voorgeschreven taakvelden weergegeven.
Voor een betere vergelijking tussen gemeenten moeten we als gemeente de wettelijk verplichte beleidsindicatoren opnemen in onze programmabegroting. Daarnaast hebben we een aantal gemeentelijke beleidsindicatoren waarop we sturen. In de vorige begrotingen waren de beleidsindicatoren (kengetallen) opgenomen bij de programma’s. Met ingang van deze begroting zijn deze opgenomen als totaaloverzicht in deze bijlage.
Dit besluit is genomen tijdens de openbare raadsvergadering van 28 oktober 2021.
De raad van de gemeente Brummen,
De griffier, D.D. Balduk,
De voorzitter, A.J. van Hedel.
In deze bijlage wordt het subsidieplafond per beleidsterrein als bedoeld in artikel 5, lid 1 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Brummen (INT16.3004, vastgesteld op 15 dec. 2016, RB160069) beschreven. Binnen de plafonds stekt het college vervolgens de definitieve subsidie vast voor de individuele organisaties en instellingen.
In het onderstaande overzicht staat voor het jaar 2022 de verdeling per beleidsveld en per programma.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2021-412789.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.