2.3
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
|
Bouwactiviteiten
|
|
2.3.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
|
|
2.3.1.1
|
indien de bouwkosten minder dan € 150.000,00 bedragen 3,35% van de bouwkosten, met een minimum van € 146,00
|
|
|
|
|
2.3.1.2
|
indien de bouwkosten € 150.000,00 tot € 700.000,00 bedragen € 5.025,00 vermeerderd met 2,62% van het bedrag waarmee die bouwkosten van € 150.000,00 te boven gaan
|
|
|
|
2.3.1.3
|
indien de bouwkosten € 700.000,00 bedragen of meer;
€ 19.435,00 vermeerderd met 2,11% van het bedrag waarmee die bouwkosten € 700.000,00 te boven gaan.
|
|
|
|
2.3.1.4
|
Vervallen
|
|
2.3.1.5
|
Indien de omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit die verband houdt met een pand dat onderdeel uitmaakt van een beschermd stads- dorpsgezicht wordt het tarief als genoemd onder 2.3.1.1 t/m 2.3.1.3 berekend op basis van de bouwkosten zonder daarbij de werkzaamheden te betrekken die regulier, dat wil zeggen wanneer er geen sprake is van een beschermd stads- dorpsgezicht, vergunningvrij uitgevoerd mogen worden. Wanneer uitsluitend van regulier vergunningvrije werkzaamheden sprake is, worden er geen leges als vermeld in artikel 2.3.1.1 t/m 2.3.1.3 in rekening gebracht.
|
|
|
|
2.3.1.6
|
Indien de aanvraag om omgevingsvergunning volgens het principe van de Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) wordt ingediend en verleend, dan worden de leges als bedoeld in artikel 2.3.1 verminderd met 10% tot een maximum vermindering van € 1.500,00.
|
|
|
|
|
|
Omgevingsvergunning in twee fasen
|
|
2.3.2
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
|
|
2.3.2.1
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de eerste fase: 60% van het tarief als genoemd onder 2.3.1
|
|
|
|
|
2.3.2.2
|
voor het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een beschikking met betrekking tot de tweede fase: 40% van het tarief als genoemd onder 2.3.1
|
|
|
|
|
|
Wijziging (aanvraag) omgevingsvergunning
|
|
2.3.3
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit in afwijking van een eerder ingediende aanvraag om een omgevingsvergunning, waarvoor reeds vergunning(en) is/zijn verleend, maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt, worden de voor de oorspronkelijke vergunning geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in 2.3.1, resp. 2.3.2, met dien verstande dat zij niet minder dan € 141,00 zullen bedragen. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de afwijking zodanig is dat, naar de omstandigheden beoordeeld, van een nieuw bouwplan sprake is.
|
|
2.3.3.1
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit in afwijking van een eerder ingediende aanvraag om een omgevingsvergunning, waarvoor nog geen vergunning(en) is/zijn verleend, worden de voor de oorspronkelijke aanvraag geheven leges verrekend met het bedrag dat verschuldigd is door toepassing van het tarief als vermeld in 2.3.1, resp. 2.3.2, mits de aanvraag binnen 3 maanden na de oorspronkelijke aanvraag is ingediend, met dien verstande dat zij niet minder dan € 141,00 zullen bedragen. Het vorenstaande vindt geen toepassing indien de gevraagde vergunning is geweigerd en/of indien de afwijking zodanig is dat, naar de omstandigheden beoordeeld, van een nieuw bouwplan sprake is.
|
|
|
|
|
|
Verhogingen
|
|
2.3.4
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit waarvoor een vergunning moet worden verleend met toepassing van artikel 3.10 Wro (projectbesluit) of artikel 3.40 Wro (buiten toepassing verklaring), wordt het overeenkomstig 2.3.1.1 t/m 2.3.1.3 berekende bedrag verhoogd met:
|
|
|
- a.
een bedrag wegens openbare bekendmakingen in dag- en/of weekbladen
|
€ 122,90
|
|
- b.
een bedrag wegens extra tijdsbesteding
|
€ 2.980,10
|
2.3.4.1
|
Onverminderd het bepaalde in 2.3.4 wordt, indien ten behoeve van de realisering van één individuele bouwactiviteit, waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend, een voorbereidingsbesluit als bedoeld in artikel 3.7 Wro moet worden genomen, het overeenkomstig 2.3.4 berekende bedrag verhoogd met:
|
|
|
- a.
een bedrag wegens gemeentelijke kosten
|
€ 264,05
|
|
- b.
een bedrag wegens openbare bekendmakingen in dag en/of weekbladen
|
€ 326,20
|
2.3.4.2.1
|
Onverminderd het bepaalde in 2.3.1 bedraagt het tarief inclusief één bedrijfsbezoek, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de Agrarische Commissie nodig is en wordt beoordeeld
|
€ 800,00*
|
2.3.4.2.2
|
Indien meer dan één bezoek van de Agrarische Commissie nodig is, wordt het berekende bedrag van artikel 2.3.4.2.1 per bedrijfsbezoek verhoogd met
|
€ 65,00*
|
2.3.4.3.
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit, waarvoor door het college van burgemeester en wethouders – naar omstandigheden beoordeeld – een advies door het Brabants Heem noodzakelijk wordt geacht, wordt overeenkomstig 2.3.1 berekende bedrag verhoogd met
|
€ 308,00*
|
2.3.4.4
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit, waarvoor door het college van burgemeester en wethouders een verzoek om vaststelling van een hogere grenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder moet worden beoordeeld, wordt het overeenkomstig 2.3.1 berekende bedrag verhoogd met
|
€ 2.567,30
|
2.3.4.5
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit dat inzake de inspraakverordening ter inzage dient te worden gelegd, dan dient het overeenkomstig 2.3.1 berekende bedrag te worden verhoogd met
|
€ 122,90
|
|
|
|
2.3.4.6
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit waarvan de werkzaamheden reeds zijn gestart dan wel zijn voltooid, wordt het overeenkomstig 2.3.1 berekende bedrag respectievelijk overeenkomstig 2.3.2 berekende bedragen verhoogd met 100%.
|
|
2.3.4.7
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit cq. een verzoek om ontheffing ex artikel 3.6 Wro voor het realiseren van een mantelzorgwoning, advies moet worden aangevraagd door het college van burgemeester en wethouders aangewezen deskundige op het gebied van mantelzorg, wordt het overeenkomstig 2.3.1 berekende bedrag, verhoogd met
|
€ 601,10
|
2.3.4.8
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit, ten aanzien waarvan een ontheffing als bedoeld in artikel 6.12 Wro (ontheffing exploitatieplan) wordt verleend, wordt het overeenkomstig 2.3.1 berekende bedrag verhoogd met
|
€ 205,30
|
2.3.4.9
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit, ten aanzien waarvan artikel 50 a derde lid van de Woningwet (doorbreken aanhouding o.g.v. het exploitatieplan) wordt toegepast, wordt het overeenkomstig 2.3.1 berekende bedrag verhoogd met
|
€ 205,30
|
|
|
|
|
Aanlegactiviteiten
|
|
2.3.5
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 120,70
|
2.3.5.1
|
In de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit waarbij deze aanvraag ook dient te worden beoordeeld op:
- •
- •
- •
- •
Aantasting van de natuurwaarden exclusief het kappen van bomen;
wordt het overeenkomstig 2.3.5 berekende bedrag verhoogd met
|
€ 362,50
|
2.3.5.2
|
Vervallen
|
|
|
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.3.6
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1 en het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.6.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 244,85
|
2.3.6.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking met reguliere procedure):
|
|
- a.
voor categorieën gevallen overeenkomstig bijlage II van de BOR, artikel 4, onderdeel 1 t/m 8 en 10:
|
€ 244,85
|
|
- b.
voor categorieën gevallen overeenkomstig onderdeel 9 en 11 van voornoemd artikel, een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld
|
|
|
|
|
2.3.6.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking met uitgebreide procedure) een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.):
|
|
2.3.6.4
|
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
|
€ 606,45
|
2.3.6.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 241,60
|
2.3.6.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 1.216,20
|
2.3.6.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 1.216,20
|
2.3.6.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 241,60
|
2.3.6.9
|
indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwplan waarvoor vergunning moet worden verleend met toepassing van een vrijstelling of ontheffing op grond van de Bouwverordening
|
€ 241,60
|
2.3.6.10
|
Voor de toepassing van het bepaalde in artikel 2.3.6.3 wordt de aanvraag in behandeling genomen na de dag waarop de aanvrager met de begroting van de kosten heeft ingestemd.
|
|
2.3.6.11
|
Vervallen
|
|
2.3.6.12
|
Vervallen
|
|
|
|
|
|
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit
|
|
2.3.7
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.7.1
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
|
€ 241,60
|
2.3.7.2
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking met reguliere procedure):
|
|
- a.
voor categorieën gevallen overeenkomstig bijlage II van de BOR, artikel 4, onderdeel 1 t/m 8 en 10:
|
€ 241,60
|
|
- b.
voor categorieën gevallen overeenkomstig onderdeel 9 en 11 van voornoemd artikel, danwel artikel 9.1.2 van het omgevingsplan Hoge Akker, Speelheide, De Leeuwerik, een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.7.3
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking met uitgebreide procedure) een bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager medegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die ter zake door of vanwege het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.7.4
|
Vervallen
|
|
2.3.7.5
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
|
€ 241,60
|
2.3.7.6
|
indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving):
|
€ 1.216,20
|
2.3.7.7
|
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving):
|
€ 1.216,20
|
2.3.7.8
|
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
|
€ 241,60
|
2.3.7.9
|
Voor de toepassing van het bepaalde in artikel 2.3.7.3 wordt de aanvraag in behandeling genomen na de dag waarop de aanvrager met de begroting van de kosten heeft ingestemd.
|
|
2.3.7.10
|
Vervallen
|
|
2.3.7.11
|
Vervallen
|
|
|
|
|
|
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
|
|
2.3.8
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 326,20
|
2.3.8.1
|
vermeerderd met een toeslag als hieronder aangegeven voor een bouwwerk met een gebruiksoppervlakte:
- •
tot en met 500 m2: € 2,00 per m2 met een minimum van € 200,00;
- •
van 501 m2 tot en met 2.000 m2: € 1.000,00 vermeerderd met € 0,50 per m2 voor elke m2 boven de 500 m2;
- •
van 2.001 m2 tot en met 5.000 m2: € 1.750,00 vermeerderd met € 0,13 per m2 voor elke m2 boven de 2.000 m2;
- •
van 5.001 m2 tot en met 50.000 m2: € 2.140,00 vermeerderd met € 0,05 per m2 voor elke m2 boven de 5.000 m2;
- •
van meer dan 50.000 m2: € 4.390,00 vermeerderd met € 0,02 per m2 voor elke m2 boven de 50.000 m2.
|
|
2.3.8.2
|
Indien een aanvraag om een vergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.8 betrekking heeft op het tijdelijk gebruik van een bouwwerk ten behoeve van een evenement (gebruiksduur maximaal 4 weken) bedraagt het tarief 10% van het legesbedrag vermeld in de onderdelen 2.3.8. en 2.3.8.1
|
|
2.3.8.3.
|
Indien een aanvraag betrekking heeft op een vergunning tot wijziging dan wel uitbreiding van een vergunning als bedoeld in onderdeel 2.3.8 bedraagt het tarief indien het betreft:
- a.
uitbreiding van het bouwwerk, met dien verstande dat de uitbreiding ten minste 10% van de oorspronkelijke gebruiksoppervlakte beslaat: het tarief vermeld in de onderdelen 2.3.8 en 2.3.8.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van de uitbreiding;
- b.
herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik van het gehele bouwwerk, met dien verstande dat deze herindeling, interne verbouwing of gewijzigd gebruik tenminste 10% van de gebruiksoppervlakte beslaat: 50% van het legestarief vermeld in de onderdelen 2.3.8 en 2.3.8.1, met dien verstande dat de toeslag uitsluitend wordt berekend over de oppervlakte van het gewijzigde gedeelte.
|
|
2.3.8.4
|
Een verklaring van overdracht van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.3.8 aan de nieuwe gebruiker
|
€ 70,55
|
|
|
|
|
Aanleggen of veranderen weg
|
|
2.3.9
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op van een weg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder d, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of het provinciaal wegenreglement of artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 1.235,75
|
|
|
|
|
Uitweg/inrit
|
|
2.3.10
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of het provinciaal wegenreglement of artikel 2:12 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 363,60
|
2.3.10.1
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg waarvan de kosten voor de gemeente in de grondprijs zijn/ worden zeker gesteld, wordt het tarief zoals genoemd onder 2.3.10 op het legesbedrag in mindering gebracht.
|
|
|
|
|
|
Kappen
|
|
2.3.11
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, danwel voor het indienen van een melding op grond van een omgevingsplan betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo in samenhang met artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 122,90
|
|
Indien de onder 2.3.11 genoemde vergunningsaanvraag betreft het rooien van een houtopstand die is opgenomen op de Lijst Bijzondere bomen, bedoeld in artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening:
|
gratis
|
|
|
|
|
Opslag van roerende zaken
|
|
2.3.12
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder j of k, van de Wabo in samenhang met de provinciale wegenverordening of de Algemene plaatselijke verordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.12.1
|
indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken,:
|
€ 241,60
|
2.3.12.2
|
indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:
|
€ 241,60
|
|
|
|
|
Natura 2000-activiteiten
|
|
2.3.13
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder a, van het Besluit omgevingsrecht (Natura 2000-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 309,00*
|
|
|
|
|
|
|
|
Flora- en fauna-activiteiten (bescherming van soorten)
|
|
2.3.14
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2aa, aanhef en onder b, van het Besluit omgevingsrecht (flora- en fauna-activiteit) bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 309,00*
|
|
|
|
|
Andere activiteiten
|
|
2.3.15
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
|
|
2.3.15.1
|
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 363,60
|
2.3.15.2
|
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
|
2.3.15.2.1
|
als het een gemeentelijke verordening betreft: het bedrag dat op grond van deze tarieventabel voor de betreffende vergunning of ontheffing verschuldigd is als de activiteit zou worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning. Als de activiteit in geen enkel geval kan worden uitgevoerd zonder omgevingsvergunning bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 363,60
|
2.3.15.2.2
|
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.15.3
|
Voor het indienen van een melding voor de realisatie van een warmte-koude-opslag op grond van een omgevingsplan:
|
€ 122,90
|
2.3.15.4
|
Voor het indienen van een melding voor de realisatie van een miniwindturbine op grond van een omgevingsplan:
|
€ 122,90
|
|
|
|
|
Beoordeling bodemrapport
|
|
2.3.16
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
|
|
2.3.16.1
|
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
|
€ 79,10
|
2.3.16.2
|
voor de verstrekking van informatie over de bodemkwaliteit respectievelijk gegevens ter bepaling van de geluidsbelasting bedraagt het tarief per half uur of gedeelte daarvan
|
€ 42,70
|
|
|
|
|
Archeologie
|
|
2.3.17
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van:
|
|
2.3.17.1
|
Een aanvraag voor het schriftelijk verstrekken van adviezen inzake archeologische waarden en verwachtingen op basis van uurtarief
|
€ 132,55
|
2.3.17.2
|
De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde Programma's van Eisen inzake archeologisch (voor)onderzoek, overeenkomstig het Protocol opstellen Programma van Eisen, KNA 3.1
|
€ 794,70
|
2.3.17.3
|
De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van aangeleverde Plannen van Aanpak inzake archeologisch (voor)onderzoek
|
€ 264,05
|
2.3.17.4
|
De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van offertes tot het doen van archeologisch (voor)onderzoek
|
€ 264,05
|
2.3.17.5
|
De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van rapporten die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek, ex art. 39 lid 2 MW, ex art. 40 lid 1, ex art. 41, lid 1:
|
|
|
- a.
voor archeologisch bureau- en/of booronderzoek
|
€ 809,70
|
|
- b.
voor proefsleuvenonderzoek en opgravingen
|
€ 1.080,30
|
|
|
€ 556,15
|
|
- d.
voor tweede beoordeling ongeacht het soort onderzoek
|
€ 274,85
|
2.3.17.6
|
De beoordeling, namens het bevoegd gezag, van tweede versies van rapporten die voortvloeien uit archeologisch (voor)onderzoek, ex art. 39 lid 2 MW, ex art. 40 lid 1, ex art. 41, lid 1 (ongeacht het soort archeologisch onderzoek)
|
€ 396,75
|
2.3.17.7
|
Het opstellen van archeologische voorwaarden en voorschriften voor fysiek behoud bij diverse vergunningen per uur; het aantal uren blijkt uit een vooraf opgestelde begroting als bedoeld in de onderdelen 2.3.19 en 2.3.19.1
|
€ 108,20
|
2.3.17.8
|
Toezicht houden op archeologisch veldonderzoek per uur; het aantal uren blijkt uit een vooraf opgestelde begroting als bedoeld in de onderdelen 2.3.19 en 2.3.19.1
|
€ 108,20
|
|
|
|
|
Handelsreclame
|
|
2.3.18
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning, danwel voor het indienen van een melding op grond van een omgevingsplan betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder h en i, van de Wabo in samenhang met de provinciale reclameverordening en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 363,60
|
|
|
|
|
Advies
|
|
2.3.19
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.19.1
|
Indien een begroting als bedoeld in subonderdeel 2.3.19.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
|
Verklaring van geen bedenkingen
|
|
2.3.20
|
Onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
|
|
2.3.20.1
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 241,60
|
2.3.20.2
|
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.3.20.3
|
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.20.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
2.3.20.4
|
In afwijking van het bepaalde in artikel 2.3.20.2 bedragen de kosten voor het behandelen van een aanvraag tot afgifte van een Verklaring van Geen Bedenkingen (Vvgb) in het kader van de Wet Natuurbescherming (Wnb) door de provincie Noord-Brabant:
|
|
2.3.20.4.1
|
- •
Indien het een aanvraag Gebiedsbescherming betreft:
|
€ 4.802,00
|
2.3.20.4.2
|
- •
Indien het een aanvraag wijzigingen Gebiedsbeschermingen betreft:
|
€ 3.954,00
|
2.3.20.4.3
|
- •
Indien het een intrekking van een aanvraag Gebiedsbescherming betreft:
|
€ 2.626,00
|
2.3.20.4.4
|
- •
Indien het een aanvraag Soortenbescherming door burgers betreft:
|
€ 2.116,00
|
2.3.20.4.5
|
- •
Indien het een aanvraag Soortenbescherming infrastructureel en gebiedsgericht betreft
|
€ 6.534,00
|
2.3.20.4.6
|
- •
Indien het een aanvraag Soortenbescherming overige betreft
|
€ 4.780,00
|
|
|
|
|
- •
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
|
|
2.3.21
|
- •
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een rijks-, provinciaal of gemeentelijk monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, of artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wabo in samenhang met de provinciale erfgoedverordening of de gemeentelijke erfgoedverordening, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
gratis
|
2.3.21.1
|
- •
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een rijksmonument, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, sub f van de Wabo, een gemeentelijk of provinciaal monument, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, sub b van de Wabo of op het slopen in beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, sub h van de Wabo of bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder c van de Wabo,bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 314,40
|
|
|
|
|
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
2.3.22
|
Indien de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere onderdelen van dit hoofdstuk indien tevens sprake is van de in die onderdelen bedoelde activiteiten:
|
€ 155,05
|
2.3.22.1
|
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.22 bedraagt het tarief, indien de daarin bedoelde aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk waarin asbest of een asbesthoudend product aanwezig is:
|
€ 127,20
|
|
|
|
|
Beoordeling Zorgvuldige Veehouderij
|
|
2.3.23
|
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van:
|
|
2.3.23.1
|
Een beoordeling Brabantse zorgvuldigheidsscore veehouderij (BZV)
|
€ 1.269,70
|
2.3.23.2
|
Beoordeling landschappelijk inpassing
|
€ 104,75
|