Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Venray houdende regels omtrent het verstrekken van subsidie (Besluit nadere regels subsidieverstrekking gemeente Venray 2021)

Het college van burgemeester en wethouders van Venray,

 

gelet op: het bepaalde in artikel 3, 4 en 9 van de Algemene subsidieverordening gemeente Venray 2020,

 

besluit: vast te stellen het Besluit nadere regels subsidieverstrekking gemeente Venray 2021.

 

 

Inhoudsopgave

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

 

Hoofdstuk 2. Kunst en cultuur

 

Hoofdstuk 3. Sport

 

Hoofdstuk 4. Jeugd en jongeren

 

Hoofdstuk 5. Participatie migranten

 

Hoofdstuk 6. Ouderen

 

Hoofdstuk 7. Maatschappelijke dienstverlening en belangenbehartiging

 

Hoofdstuk 8. Dorps- en wijkraden

 

Hoofdstuk 9. Verkeerseducatie

 

Hoofdstuk 10. Natuureducatie

 

Hoofdstuk 11. Economie

 

Toelichting

 

Hoofdstuk 1. Algemene Bepalingen

Artikel 1.1. Begripsbepalingen

  • 1.

    Begrippen die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Algemene wet bestuursrecht dan wel de ASV.

  • 2.

    In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      ASV: Algemene Subsidieverordening gemeente Venray 2020.

    • b.

      Besluit: Besluit nadere regels subsidieverstrekking gemeente Venray 2021.

    • c.

      BW: Burgerlijk Wetboek.

    • d.

      Controleverklaring: accountantsverklaring over een controle van zowel de getrouwheid van de jaarrekening van een gesubsidieerde rechtspersoon zonder winstoogmerk als de rechtmatige, doelmatige en doeltreffende besteding van de subsidie. Dit conform de standaarden van de NBA.

    • e.

      Beoordelingsverklaring: accountantsverklaring over een beoordeling van zowel de getrouwheid van de jaarrekening van de gesubsidieerde rechtspersoon zonder winstoogmerk als de rechtmatige, doelmatige en doeltreffende besteding van de subsidie. Dit conform de standaarden van de NBA.

    • f.

      Activiteit: De werkzaamheid die door een rechtspersoon zonder winstoogmerk wordt uitgevoerd en die door de gemeente kan worden gesubsidieerd.

    • g.

      Activiteitenplan: Het door de subsidieaanvrager opgesteld overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen, de te hanteren methoden en de benodigde personele, materiële en organisatorische middelen,

    • h.

      Activiteitenverslag: Verslag met daarin de in de betreffende subsidieperiode daadwerkelijk gerealiseerde activiteiten waarvoor subsidie is verleend, inclusief de hieraan verbonden uitgaven voor personeel, materiaal en organisatiekosten.

    • i.

      Openbaar optreden: Een programma dat toegankelijk is voor alle inwoners van de gemeente Venray,

    • j.

      Wijkactiviteit: Een speciaal georganiseerde activiteit voor inwoners van de gehele gemeente of van een wijk of dorp in de gemeente met als doel de leefbaarheid en de sociale samenhang te vergroten,

    • k.

      Kennismakingsactiviteit: Een speciaal georganiseerde activiteit voor inwoners van de gehele gemeente of van een wijk of dorp in de gemeente met als doel mensen blijvend te interesseren voor actieve deelname aan een vereniging. Hieronder wordt niet verstaan het openstellen van de reguliere repetities/trainingen voor geïnteresseerden,

    • l.

      Rechtspersoon zonder winstoogmerk: Een rechtspersoon die zich statutair ten doel stelt zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten, zoals verenigingen en stichtingen.

    • m.

      Vrijwilliger: De persoon die niet bij wijze van beroep arbeid verricht en die geen werknemer is in de zin van artikel 2 van de Wet op de loonbelasting van 1964.

    • n.

      Begroting: Een overzicht van de geraamde inkomsten en uitgaven van de subsidieaanvrager, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd,

    • o.

      Jaarverslag: Een door de algemene vergadering van een rechtspersoon zonder winstoogmerk vastgesteld inhoudelijk verslag over het voorafgaande boekjaar.

    • p.

      Jaarrekening: Een door de ledenvergadering of door het bestuur van een rechtspersoon zonder winstoogmerk vastgesteld financieel verslag over het voorafgaande boekjaar.

    • q.

      Balans: Overzicht van bezittingen en vorderingen enerzijds en schulden anderzijds, aan het eind van een bepaald tijdvak opgemaakt om de vermogenstoestand op zeker ogenblik vast te stellen.

    • r.

      De-minimisverklaring: een verklaring als bedoeld in de (EU) verordening met betrekking tot de-minimissteun, dat de aanvrager in de afgelopen drie belastingjaren niet meer dan € 200.000,- aan overheidssteun heeft ontvangen.

    • s.

      De-minimissteun: steun die wordt verstrekt op basis van Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352/1); Verordening (EU) nr. 2019/316 van de Commissie tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 51 I/1); Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector (PbEU L 190/45), of Verordening (EU) 2018/1923 van de Commissie van 7 december 2018 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (PbEU L 313/2), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving.

Artikel 1.2. Toepassingsbereik

Het bepaalde in dit besluit is alleen van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in hoofdstuk 2 tot en met 11 van dit besluit bedoelde activiteiten.

Artikel 1.3. Rechtsvorm

  • 1.

    Subsidie kan volgens artikel 6, eerste lid, onder a, van de ASV uitsluitend worden verstrekt aan een rechtspersoon zonder winstoogmerk.

  • 2.

    Een vereniging die statutair is gevestigd in de gemeente maar waarvan de leden in meerdere gemeenten woonachtig zijn, kan, mits voldaan wordt aan het geldende gemeentelijk beleid, in aanmerking komen voor subsidie, indien meer dan 25 % van de leden woonachtig is in de gemeente.

  • 3.

    Een rechtspersoon zonder winstoogmerk die statutair niet in de gemeente is gevestigd, kan onder voorwaarden in aanmerking komen voor subsidie.

  • 4.

    Een vereniging die statutair niet is gevestigd in de gemeente en waarvan meer dan 25% van de leden woonachtig is in de gemeente, kan, in afwijking van lid 1 van dit artikel, in aanmerking komen voor subsidie voor de leden die woonachtig zijn in Venray.

Artikel 1.4. De aanvraag

Aanvullend aan artikel 9 van de ASV wordt bepaald dat:

 

  • 1.

    De aanvraag voor een subsidie moet worden voorzien van een activiteitenplan, financiële onderbouwing en jaarrekening van voorafgaande jaar.

  • 2.

    Bij een eerste subsidieaanvraag moet een afschrift van de oprichtingsakte van de rechtspersoon zonder winstoogmerk dan wel van de statuten en reglementen zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd en een bewijs van inschrijving Kamer van Koophandel, worden overlegd.

  • 3.

    Als de aanvrager een onderneming is, moet deze bij de aanvraag ook overleggen:

    • a.

      Een opgave van subsidies, vergoedingen of tegemoetkomingen in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die al zijn of zullen worden ontvangen voor de activiteiten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd;

    • b.

      een de-minimisverklaring.

Artikel 1.5. Algemene voorwaarden voor incidentele en periodieke subsidies

  • 1.

    Per dorp of wijk wordt maximaal één rechtspersoon zonder winstoogmerk van hetzelfde type gesubsidieerd waarbij van belang is of sprake is van dezelfde statutaire doelstelling dan wel van gelijksoortige activiteiten.

  • 2.

    De rechtspersoon zonder winstoogmerk moet door middel van de activiteiten aantoonbaar een bijdrage leveren aan de leefbaarheid en saamhorigheid in dorp, wijk of gemeente, waarbij het volgende van belang is:

     

    • a.

      De activiteit moet openstaan voor iedereen;

    • b.

      het aantal deelnemers of toeschouwers (dat op de activiteit afkomt) en

    • c.

      de mate waarin het initiatief voortkomt uit de behoeften en wensen van de inwoners van de gemeente Venray of het betreffende dorp of de betreffende wijk.

  • 3.

    Indien voor de benodigde gelden een beroep kan worden gedaan op een andere (gemeentelijke) subsidieregeling, organisatie of fonds voor dezelfde activiteit, dan geldt dit als voorliggend en is subsidiering op grond van de ASV en dit besluit uitgesloten tenzij voor een beroep op een andere subsidieregeling, organisatie of fonds de voorwaarde van cofinanciering wordt gesteld.

Artikel 1.6. Financiën

  • 1.

    De rechtspersoon zonder winstoogmerk wordt in ieder geval geacht over voldoende middelen te kunnen beschikken indien uit de bij de aanvraag gevoegde, laatst opgemaakte jaarrekening als bedoeld in artikel 2:361 BW, dan wel uit de balans en de staat van baten en lasten, blijkt dat sprake is van hogere reserves dan toegestaan in dit artikel.

  • 2.

    Vorming van reserves is toegestaan voor de volgende onderdelen:

    • -

      een algemene bestemmingsreserve: maximaal 40 % van de omvang van de totale lasten exclusief mutatie op reserve van het boekjaar voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt gevraagd,

    • -

      een bestemmingsreserve innovatie/organisatie: maximaal 15% van de omvang van de totale lasten zoals blijkt uit de balans en de staat van baten en lasten.

    • -

      een voorziening onderhoud/huisvesting: gebaseerd op meerjarig onderhoudsplan voor de in bezit zijnde panden,

    • -

      een voorziening personeel: maximaal het bedrag dat overeenkomt met de primaire loonkosten van de instelling gedurende zes maanden zoals blijkt uit de balans en de staat van baten en lasten.

  • 3.

    Indien in 2020 een algemene reserve was toegestaan tot maximaal twee maal de omvang van de totale lasten van het jaar waarin de aanvraag wordt gedaan dan geldt een overgangsregeling met een afbouw van 40% per jaar (2020-200%, 2021-160%, 2022-120%, 2023-80%, 2024-40%)

  • 4.

    Tevens zijn geoormerkte reserves toegestaan voor de vervanging van uniformen of instrumenten (muziekvereniging), nieuwbouw of verbouwing van de accommodatie, voor aanschaf of vervanging van inrichting of inventaris en jubileumviering. De toegestane grootte van deze geoormerkte reserve is maximaal twee keer de omvang van de begroting van het jaar waarin de aanvraag wordt gedaan.

  • 5.

    Overschrijding van de in lid 2 en 3 genoemde maxima, dan wel het vormen van andere geoormerkte reserves kan worden toegestaan. Voorafgaande schriftelijke toestemming van het college is dan vereist.

Artikel 1.7. De verantwoording

  • 1.

    De rechtspersoon zonder winstoogmerk waaraan een incidentele subsidie is verstrekt van meer dan € 2.500,00 per subsidietijdvak, legt verantwoording af door middel van een activiteitenverslag en een overzicht van de aan de activiteiten verbonden inkomsten en uitgaven binnen 8 weken na afloop van de activiteit.

  • 2.

    De rechtspersoon zonder winstoogmerk waaraan een periodieke subsidie is verstrekt van € 10.000,00 of meer, moet deze voor 1 juni na afloop van het betreffende subsidietijdvak verantwoorden door middel van:

    • a.

      een inhoudelijk jaarverslag, jaarrekening, balans bij subsidies van € 10.000,00 tot € 50.000,00;

    • b.

      een inhoudelijk jaarverslag, jaarrekening, balans en beoordelingsverklaring bij subsidies van € 50.000,00 tot € 100.000;

    • c.

      een inhoudelijk jaarverslag, jaarrekening, balans en controleverklaring bij subsidies van € 100.000,00 of meer.

  • 3.

    Indien het subsidietijdvak niet gelijk is aan een kalenderjaar maar aan een periode van twaalf maanden dan dient voor 1 januari na afloop van het subsidietijdvak verantwoording te worden afgelegd over de besteding van de subsidie.

  • 4.

    Voor iedere week dat de in lid 1, 2, of 3 vermelde termijn wordt overschreden, bedraagt de verlaging van de subsidie op grond van artikel 4:48, lid 1, sub b, van de wet, 2% van de verleende subsidie, tot een maximum van 20%.

  • 5.

    Uit het activiteitenverslag moet in ieder geval blijken dat de gesubsidieerde activiteiten zijn verricht.

  • 6.

    Indien de subsidie is verleend dan geldt de indiening van de verantwoording tevens als een aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 1.8. Hardheidsclausule

Het college kan in individuele gevallen van een of meer bepalingen van dit besluit afwijken dan wel deze buiten toepassing laten, voor zover toepassing ervan voor een of meer belanghebbenden gevolgen heeft die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de bepaling(en) te dienen doelen, dan wel leidt tot onbillijkheden van zwaarwegende aard.

Artikel 1.9. Slotbepalingen

  • 1.

    Het Besluit nadere regels subsidieverstrekking 2020, door het college vastgesteld op 30 september 2019, wordt ingetrokken.

  • 2.

    Dit besluit treedt in werking na bekendmaking.

  • 3.

    Dit besluit wordt aangehaald als “Besluit nadere regels subsidieverstrekking gemeente Venray 2021”.

Hoofdstuk 2. Kunst en cultuur

Artikel 2.1. Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Amateurkunst: kunst die uit liefhebberij, dat wil zeggen niet beroepsmatig, wordt bedreven,

  • b.

    Amateurkunst en - cultuur: kunstuitingen door amateurorganisaties zoals bedoeld in de Kadernota Kunst en Cultuur,

  • c.

    Zangvereniging: een gezelschap van personen dat de zangkunst, zijnde vocale muziek, beoefent,

  • d.

    Muziekvereniging: een gezelschap van personen dat zich bezighoudt met instrumentale muziek.

  • e.

    Openbaar optreden: Een programma dat toegankelijk is voor alle inwoners van de gemeente Venray.

  • f.

    Lid: Persoon die op 1 januari van het kalenderjaar waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend, woonachtig is in de gemeente, deel uitmaakt van een vereniging en op grond hiervan contributie verschuldigd is, actief deelneemt aan de verenigingsactiviteiten en stemrecht heeft.

  • g.

    Jeugdlid: Lid van een vereniging die op 1 januari van het kalenderjaar waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend jonger dan 23 jaar is, actief deelneemt aan de verenigingsactiviteiten en stemrecht heeft.

  • h.

    Volwassen lid: Lid van een vereniging die op 1 januari van het kalenderjaar waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend 23 jaar of ouder is, actief deelneemt aan de verenigingsactiviteiten en stemrecht heeft.

Artikel 2.2. Beleid

Het beleid op het gebied van kunst en cultuur is opgenomen in de Kadernota Kunst en Cultuur in Venray. Dit vormt, tezamen met de bepalingen uit de ASV en de wet, het toetsingskader voor de beoordeling van subsidieaanvragen op het gebied van kunst en cultuur.

Artikel 2.3. Uitsluiting

Instellingen die hun diensten op het gebied van kunst en cultuur tegen een meer dan geringe vergoeding beschikbaar stellen dienen dit vooraf aan het college kenbaar te maken. De hoogte van de vergoeding kan aanleiding vormen de instelling van subsidiering uit te sluiten. Of er sprake is van een meer dan geringe vergoeding (die leidt tot uitsluiting) is ter beoordeling aan het college.

Artikel 2.3.bis. Uitbreiding

  • 1.

    In afwijking van artikel 1.3 van dit besluit geldt de eis van statutaire vestiging in Venray niet voor:

     

    • -

      de Stichting Mariakapel Holthees,

    • -

      Fanfare Onze Lieve Vrouwengilde,

    • -

      Schutterij Onze Lieve Vrouwengilde,

    • -

      Kamerkoor Contrast.

    • -

      Symfonieorkest Helmond Venray

  • 2.

    Voor Stichting Cultureel Centrum Venray geldt, in afwijking van artikel 9, lid 2, in samenhang met lid 5 van de ASV dat een aanvraag voor een periodieke subsidie schriftelijk moet worden ingediend vóór 31 december in het jaar voorafgaand aan het subsidietijdvak waarop de aanvraag betrekking heeft.

Artikel 2.4. Doel en beoogde effecten periodieke en incidentele subsidie

Het doel en de beoogde effecten van subsidiering van activiteiten op het gebied van amateurkunst en -cultuur zijn:

 

  • 1.

    Het ondersteunen van een breed aanbod van kunst en cultuur binnen de gemeente ter vergroting van de saamhorigheid, leefbaarheid en levendigheid in het dorp, de wijk of de gemeente.

  • 2.

    Stimuleren van de deelname van jeugd tot 23 jaar.

  • 3.

    Spreiding over de dorpen en wijken.

  • 4.

    Samenwerking tussen diverse vormen van kunst en cultuur.

Artikel 2.5. Bijzondere verplichtingen periodieke subsidie

  • 1.

    Muziek- en, zangverenigingen waaraan periodieke subsidie verstrekt wordt, dienen minimaal tweemaal per jaar een openbaar optreden te verzorgen.

  • 2.

    Toneelverenigingen waaraan periodieke subsidie verstrekt wordt, dienen minimaal een openbare voorstelling per 2 jaar te verzorgen.

Artikel 2.6. Normen periodieke subsidie

  • 1.

    Er is een subsidieplafond van toepassing dat jaarlijks wordt vastgesteld.

  • 2.

    Indien wordt voldaan aan de van toepassing zijnde voorwaarden en verplichtingen, vindt periodieke subsidiering van deze categorie instellingen plaats door middel van een vaste bijdrage en een variabel bedrag per lid.

  • 3.

    De vaste bijdrage is € 471,48 per jaar.

  • 4.

    Het variabel bedrag per jaar bedraagt voor:

    • a.

      Muziekverenigingen, met uitzondering van zangverenigingen:

      • 1.

        Per volwassen lid: € 65,26 per jaar,

      • 2.

        Per jeugdlid: € 86,40 per jaar,

    • b.

      Zangverenigingen:

      • 1.

        Per volwassen lid: € 34,72 per jaar,

      • 2.

        Per jeugdlid: € 47,11 per jaar,

    • c.

      Overige verenigingen:

      • 1.

        Per volwassen lid: € 7,76 per jaar,

      • 2.

        Per jeugdlid: € 10,37 per jaar.

  • 5.

    De maximaal te verstrekken periodieke subsidie per muziekvereniging bedraagt € 7.713,43 per jaar.

    De maximaal te verstrekken periodieke subsidie per zangvereniging bedraagt € 2.892,54 per jaar.

  • 6.

    In afwijking van lid 2 vindt, indien voldaan wordt aan de van toepassing zijnde voorwaarden en verplichtingen, periodieke subsidiering plaats van de Stichting Lokale Omroep Venray op basis van een bedrag van €1,36 per aansluiting per jaar.

  • 7.

    Voor de instellingen waarvan, naar het oordeel van het college, het ledenaantal niet relevant is maar de activiteiten, gezien de aard, het doel en de beoogde effecten, wel relevant zijn, zijn lid 2 en 4 niet van toepassing. Aan deze instellingen wordt, indien voldaan wordt aan de van toepassing zijnde voorwaarden en verplichtingen, een vaste periodieke subsidie van €471,48 per jaar verstrekt.

  • 8.

    Voor het Historisch Platform Venray zijn lid 2 t/m 7 niet van toepassing. Deze instelling ontvangt € 24.104,47 per jaar, indien voldaan wordt aan de van toepassing zijnde voorwaarden en verplichtingen. Deze periodieke subsidie is bestemd voor de bekostiging van de activiteiten ten behoeve van/door de aangesloten historische verenigingen.

  • 9.

    Instellingen kunnen een maal per drie jaar in aanmerking komen voor een incidentele subsidie van maximaal € 500,00 in het tekort van een "Promsconcert". Om hiervoor in aanmerking te komen dient het concert met tenminste een andere instelling uit de kunst- en/of cultuurwereld of andere beleidsterreinen te worden samengewerkt.

Hoofdstuk 3. Sport

Artikel 3.1. Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Sport: Een sport kan omschreven worden als een fysiek spel of denkspel dat op reglementaire wijze, in competitieverband gespeeld wordt,

  • b.

    Sportvereniging: Een bij een overkoepelende sportbond aangesloten amateurvereniging, die de leden in staat stelt sport te bedrijven. De overkoepelende sportbond is aangesloten bij NOC*NSF. Deze eis geldt niet voor de vereniging “Invaliden Sport- en Belangenvereniging Venray e.o.” met betrekking tot de in artikel 3.9 bedoelde periodieke subsidie voor gebruik van zwembad De Sprank.

  • c.

    Wijkactiviteit: Een speciaal georganiseerde activiteit voor inwoners van de gehele gemeente of van een wijk of dorp in de gemeente met als doel de leefbaarheid en de sociale samenhang te vergroten.

  • d.

    Lid: Persoon die op 1 januari van het kalenderjaar waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend, woonachtig is in de gemeente, deel uitmaakt van een vereniging en op grond hiervan contributie verschuldigd is, actief deelneemt aan de verenigingsactiviteiten en stemrecht heeft.

Artikel 3.2. Beleid

Het sportbeleid is neergelegd in de Kadernota 2008-2011: Sporten en Bewegen in Venray. Nieuw beleid op het gebied van sport en bewegen is momenteel nog in ontwikkeling. Er ligt een projectplan “Venray Beweegt”, waarin de inzet van de consulenten voor sport en bewegen in Venray wordt beschreven en dit besluit nadere regels. Dit vormt, tezamen met de bepalingen uit de ASV en de wet, het toetsingskader voor de beoordeling van subsidieaanvragen op het gebied van sport.

Artikel 3.3. Uitsluiting

Niet-amateurverenigingen zijn uitgesloten van subsidiering.

Artikel 3.4 Uitbreiding.

In afwijking van artikel 1.3 van dit besluit geldt de eis van statutaire vestiging in Venray niet voor VV Holthees-Smakt.

Artikel 3.5. Doel en beoogde effecten periodieke en incidentele subsidie

Het doel en de beoogde effecten van subsidiering van activiteiten op het gebied van sport zijn:

 

  • 1.

    Het in stand houden van een breed sportaanbod.

  • 2.

    Het stimuleren van de actieve sportdeelname binnen sportverenigingen van jeugdigen en doelgroepen die binnen de bestaande structuren onvoldoende aan bod komen.

  • 3.

    Het ondersteunen van een breed aanbod van sport binnen de gemeente ter vergroting van de saamhorigheid, leefbaarheid en levendigheid in het dorp, de wijk of de gemeente.

Artikel 3.6. Bijzondere voorwaarde periodieke en incidentele subsidie

De sportverenigingen die voor subsidie in aanmerking komen, hebben een actieve jeugdafdeling. De eis met betrekking tot de in artikel 3.9 bedoelde periodieke subsidie voor gebruik van zwembad De Sprank geldt niet voor de “Invaliden Sport- en Belangenvereniging Venray e.o.”.

Artikel 3.7. Bijzondere verplichtingen periodieke subsidie

Ter bevordering van de leefbaarheid dienen de sportverenigingen waaraan periodieke subsidie verstrekt wordt, minimaal eenmaal per jaar een kennismakings- of wijkactiviteit te verzorgen. De eis met betrekking tot de in artikel 3.9 bedoelde periodieke subsidie voor gebruik van zwembad De Sprank geldt niet voor de “Invaliden Sport- en Belangenvereniging Venray e.o.”.

Artikel 3.8. Normen periodieke subsidie

  • 1.

    Er is een subsidieplafond van toepassing dat jaarlijks wordt vastgesteld.

  • 2.

    In de subsidieperiode vindt, indien wordt voldaan aan de van toepassing zijnde voorwaarden en verplichtingen, periodieke subsidiering van instellingen plaats door middel van een vaste bijdrage per instelling en een variabel bedrag per lid.

  • 3.

    De vaste bijdrage is € 235,74 per jaar.

  • 4.

    Het variabel bedrag per jaar bedraagt voor jeugdleden € 9,43 per lid.

  • 5.

    Er is een vaste bijdrage van € 750,00 per jaar voor de Stichting Sportgala

Artikel 3.9 Normen periodieke subsidie gebruik zwembad De Sprank

  • 1.

    Indien wordt voldaan aan de van toepassing zijnde voorwaarden en verplichtingen, vindt periodieke subsidiering plaats aan de Venrayse zwemvereniging SPIO, Atletiek en Triatlon Vereniging Venray (triatlon) en Invaliden Sport- en Belangenvereniging Venray e.o. door middel van een bedrag per uur.

  • 2.

    Het bedrag bedraagt € 30,64 per uur dat daadwerkelijk wordt afgenomen.

  • 3.

    Indien de Venrayse zwemvereniging SPIO, Atletiek en Triatlon Vereniging Venray (triatlon) en Invaliden Sport- en Belangenvereniging Venray e.o. te maken krijgen met een huurverandering door een btw wijziging zal het subsidiebedrag naar rato worden aangepast.

  • 4.

    In afwijking van artikel 9 lid 2 uit de ASV dient de aanvraag voor het nieuwe zwemseizoen op 1 augustus schriftelijk bij het college ingediend te worden. De aanvraag wordt buiten behandeling gesteld indien deze termijn wordt overschreden.

  • 5.

    In afwijking van artikel 10 lid 2 uit de ASV neemt het college binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag een besluit.

  • 6.

    In afwijking van artikel 1.7 lid 2 overlegt de vereniging uiterlijk 15 augustus een bewijs van het aantal afgenomen uren en een betalingsbewijs van de werkelijke kosten van het afgelopen seizoen. Dit wordt aangemerkt als de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

  • 7.

    Binnen zes weken na ontvangst van deze bescheiden stelt het college de subsidie vast.

Hoofdstuk 4. Jeugd en jongeren

Artikel 4.1. Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Jeugd en jongeren: personen in de leeftijd van 4 tot 23 jaar,

  • b.

    Open jeugdwerk: breed aanbod van activiteiten van educatieve, sociale, creatieve en/of recreatieve aard, die een belangrijke bijdrage leveren aan het preventief lokaal jeugdbeleid door middel van een zinvolle vrije tijdsbesteding van jeugd en jongeren van 4 tot en met 23 jaar,

  • c.

    Soosorganisatie: instelling die door en voor jongeren is opgericht met als doel zinvolle vrije tijdsactiviteiten te organiseren door en voor jongeren in een dorp of wijk.

  • d.

    Wijkactiviteit: Een speciaal georganiseerde activiteit voor inwoners van de gehele gemeente of van een wijk of dorp in de gemeente met als doel de leefbaarheid en de sociale samenhang te vergroten.

  • e.

    Lid: Persoon die op 1 januari van het kalenderjaar waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend, woonachtig is in de gemeente, deel uitmaakt van een vereniging en op grond hiervan contributie verschuldigd is, actief deelneemt aan de verenigingsactiviteiten en stemrecht heeft.

Artikel 4.2. Beleid

Venray heeft geen specifiek beleid t.a.v. jeugd en jongeren. De ASV, de wet en dit besluit vormen het toetsingskader voor subsidieaanvragen op het gebied van jeugd en jongeren.

Artikel 4.3. Doel en beoogde effecten periodieke en incidentele subsidie

Het doel en de beoogde effecten van subsidiering van activiteiten op het gebied van jeugd en jongeren zijn:

 

  • 1.

    Bijdragen aan een gevarieerd aanbod van activiteiten binnen de gemeente voor jeugd en jongeren tot 23 jaar, dat voorziet in een, naar het oordeel van het college, zinvolle vrijetijdsbesteding en tegemoet komt aan de wensen en behoeften van de doelgroep.

  • 2.

    Stimuleren van het actief bezig zijn van de jeugd en jongeren tot 23 jaar. Daarbij wordt een beroep gedaan op zelfwerkzaamheid en creativiteit van jeugd en jongeren.

  • 3.

    Spreiding van activiteiten over de dorpen en wijken en over leeftijdsgroepen

  • 4.

    Stimuleren van sociale samenhang tussen jeugd- en jongerengroepen onderling of tussen verschillende bevolkingsgroepen, waardoor het wederzijds begrip en respect toeneemt.

  • 5.

    Jongeren dragen door hun actieve inzet bij aan de leefbaarheid voor jongeren in wijk, dorp en gemeente.

  • 6.

    Activiteiten zijn zowel gericht op meisjes en jongens als op allochtonen en autochtonen.

Artikel 4.4. Bijzondere voorwaarden periodieke en incidentele subsidie

  • 1.

    De instelling speelt in op de veranderende vraag naar activiteiten en betrekt jongeren bij de organisatie en opzet van de activiteiten.

  • 2.

    Het uitvoeren van activiteiten in de openbare ruimte neemt toe en daarbij is aantoonbaar aandacht voor het voorkomen van overlast.

Artikel 4.5. Bijzondere verplichting periodieke en incidentele subsidie

Bij de activiteiten zijn begeleiders aanwezig die in het bezit zijn van de voor deze activiteiten relevante en noodzakelijke diploma's op het gebied van hulpverlening.

Artikel 4.6. Bijzondere verplichtingen periodieke subsidie

  • 1.

    Instellingen, met uitzondering van instellingen voor kindervakantiewerk en jongerenfestivals, organiseren, bij voorkeur in samenwerking met instellingen werkzaam op andere beleidsterreinen, minimaal eenmaal per jaar een kennismakings- of wijkactiviteit voor de wijk of voor het dorp waar men doorgaans activiteiten organiseert.

  • 2.

    Ten aanzien van jeugdwerk gelden daarnaast de volgende verplichtingen:

    • a.

      De activiteiten van jeugdverenigingen worden zoveel als mogelijk wekelijks aangeboden.

    • b.

      De algemene instellingen met open jeugdwerk organiseren jaarlijks tenminste 5 activiteiten die voor ieder van deze doelgroep vrij toegankelijk zijn. Er is een gevarieerd aanbod: recreatief, informatief en vormend.

    • c.

      Voor jeugd- en jongerensozen geldt de verplichting dat de open soosactiviteiten minstens 20 keer per jaar worden aangeboden. Daarbij dient sprake te zijn van een gevarieerd aanbod, in redelijke mate verdeeld over de leeftijdsgroepen waarvoor subsidie wordt ontvangen.

Artikel 4.7. Normen periodieke subsidie

  • 1.

    Er is een subsidieplafond van toepassing dat jaarlijks wordt vastgesteld.

  • 2.

    In de subsidieperiode vindt, indien wordt voldaan aan de van toepassing zijnde voorwaarden en verplichtingen, periodieke subsidiering van deze categorie instellingen plaats door middel van een vaste bijdrage, een variabel bedrag per lid, dan wel per (deelnemend) kind behorend tot de doelgroep en een vergoeding voor huisvestingskosten.

  • 3.

    De vaste bijdrage voor jongerensozen is € 471,48 per jaar. De bijdrage voor alle overige jeugd en jongerenorganisaties is € 235,74 per jaar.

  • 4.

    Het variabel bedrag per jaar is voor:

    • a.

      Vereniging Scouting de Peelspeurders, Scouting Don Bosco, Stichting Jongerenwerk Machutus Oirlo, Stichting Jeugdbelangen/Jong Nederland, Stichting JUM Merselo, Stichting Jeugdcentrum De springplank, Stichting Speel-o-theek Venray, Scoutinggroep Meuleberg: per geregistreerde deelnemer: € 15,09.

    • b.

      instellingen voor open jeugdwerk in dorp of wijk: per kind in de leeftijd van 4 t/m 14 jaar woonachtig in het dorp of de wijk: € 5,76 indien het aantal deelnemende kinderen uit het dorp of de wijk aantoonbaar groter is dan 60% van het aantal in het betreffende dorp of wijk woonachtige kinderen in die leeftijdscategorie.

      Wanneer het percentage 30 of lager is, dan is het bedrag per in het dorp of wijk woonachtige kind € 1,35. Bij een percentage van meer dan 30 maar minder dan 60 is het bedrag per in het dorp of wijk woonachtige kind € 2,83.

    • c.

      voor jeugd- en jongerensozen met open activiteiten: een variabele bijdrage die is gelijk aan subsidiabele vaste huisvestingslasten in het jaar voorafgaand aan het jaar van aanvraag.

    • d.

      voor instellingen voor kindervakantiewerk:

      per deelnemend kind uit de Gemeente Venray: € 3,39

    • e.

      voor jongerenfestivals gelden aparte richtlijnen met een bijdrage.

    • f.

      De subsidie voor Stichting Jeugd en Jongerenwerk Wanssum is samengesteld uit een vaste bijdrage voor Tiener Plus, 't Zandkasteel en een variabele bijdrage (zie lid 4c) voor OJC Midgard.

    • g.

      Voor alle jongerenfestivals te samen geldt een subsidieplafond per jaar. leder festival wordt beoordeeld op basis van een aantal criteria, te weten: uitstraling, aantal bezoekers, promotie, cofinanciering, entree, doelgroep, aantal vrijwilligers gemeentelijk beleid(zie verder bijlage).

      De verdeling per festival wordt bepaald door de puntenscore van het betreffende festival te delen door de totaal puntenscore van alle festivals samen en dit vervolgens te vermenigvuldigen met het subsidieplafond ad € 15.813,48.

Hoofdstuk 5. Participatie migranten

Artikel 5.1. Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

Migranten: Personen die woonachtig zijn in de gemeente en waarvan de ouders of zelf geboren zijn in Turkije of in een van de landen in het Midden Oosten, Afrika, Latijns-Amerika of Azië.

Artikel 5.2. Beleid

Het beleid op het gebied van participatie van migranten bestaat uit de nota "Integratie= Participatie", de kadernota Wet maatschappelijke ondersteuning, de uitvoeringsnota Wet Inburgering en dit besluit. Dit vormt, tezamen met de bepalingen uit de ASV en de wet, het toetsingskader voor de beoordeling van subsidieaanvragen op het gebied van participatie van allochtonen.

Artikel 5.3. Doel en beoogde effecten periodieke en incidentele subsidie

  • 1.

    Het doel en beoogde effect van subsidiering van activiteiten op het gebied van participatie van migranten is om integratie en participatie van migranten te bevorderen waardoor zij, ieder afzonderlijk en als groep, een gelijkwaardige plaats in de Venrayse samenleving innemen en gelijke ontplooiingskansen hebben in vergelijking met autochtone inwoners van de gemeente.

  • 2.

    Stimuleren van sociale samenhang tussen de verschillende bevolkingsgroepen onderling waardoor het wederzijds begrip en respect toeneemt.

Artikel 5.4. Bijzondere voorwaarden periodieke en incidentele subsidie

  • 1.

    De vrijwilligersinstelling organiseert educatieve activiteiten gericht op integratie en participatie, in het bijzonder op de beleidsterreinen wonen, werken, onderwijs en welzijn.

  • 2.

    Middels het geven van voorlichting of het ter beschikking stellen van informatie wordt door de vrijwilligersinstelling kennis van de eigen cultuur aan de autochtone bevolking overgedragen.

Artikel 5.5. Bijzondere verplichtingen periodieke subsidie

  • 1.

    De vrijwilligersinstelling organiseert een activiteit in samenwerking met andere instellingen om op deze wijze integratie en participatie extra te stimuleren.

  • 2.

    Aan minimaal de helft van de te organiseren activiteiten dient door zowel autochtonen als migranten aantoonbaar te worden deelgenomen.

  • 3.

    De te organiseren activiteiten moeten, naar het oordeel van het college, in voldoende mate door en voor allochtone vrouwen georganiseerd worden. De inspanning wordt als voldoende beoordeeld als 50% van de activiteiten mede wordt georganiseerd door vrouwen, of als meer dan 50% van de deelnemers uit vrouwen bestaat.

Artikel 5.6. Normen periodieke subsidie

  • 1.

    Er is een subsidieplafond van toepassing dat jaarlijks wordt vastgesteld.

  • 2.

    Indien wordt voldaan aan de van toepassing zijnde voorwaarden en verplichtingen, vindt periodieke subsidiering plaats doormiddel van een vaste bijdrage.

    De subsidie bedraagt per jaar voor de Stichting Somalië Venray € 554,18, voor de Stichting Turkse Gemeenschap € 5.278,77 en voor de Stichting Injaz €22.676,86.

Hoofdstuk 6. Ouderen

Artikel 6.1. Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Ouderen: Een ieder die 65 jaar of ouder is en in Venray woont,

  • b.

    Serviceorganisatie: DOEN!,

  • c.

    Adviesorgaan: Centrale van ouderenverenigingen.

  • d.

    Lid: Persoon die op 1 januari van het kalenderjaar waarin de subsidieaanvraag wordt ingediend, woonachtig is in de gemeente, deel uitmaakt van een vereniging en op grond hiervan contributie verschuldigd is, actief deelneemt aan de verenigingsactiviteiten en stemrecht heeft.

  • e.

    Wmo 2015: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

Artikel 6.2. Beleid

Het beleid op het gebied van ouderen heeft betrekking op drie onderdelen, te weten:

 

  • 1.

    Ouderenverenigingen,

  • 2.

    Serviceorganisatie (DOEN!),

  • 3.

    Adviesorgaan (Centrale voor ouderenverenigingen).

Het beleid ten aanzien van deze drie onderdelen wordt behandeld in de Wmo 2015. Deze wet vormt samen met dit besluit, de bepalingen uit de ASV en de wet, het toetsingskader voor de beoordeling van subsidieaanvragen op het gebied van ouderen.

Artikel 6.2. bis. Uitbreiding.

In afwijking van artikel 1.3 van dit besluit geldt de eis van statutaire vestiging in Venray niet voor KBO Holthees-Smakt.

Artikel 6.3. Doel en beoogde effecten periodieke en incidentele subsidie

Het doel en de beoogde effecten van subsidiering van activiteiten op het gebied van ouderen zijn:

 

  • 1.

    Ouderen zijn in staat om zo lang mogelijk zelfstandig te kunnen functioneren,

  • 2.

    Ouderen nemen naar eigen keuze actief deel aan activiteiten die gericht zijn op ontplooiing, ontmoeting, ontspanning en beweging,

  • 3.

    Ouderen geven middels zelfwerkzaamheid en creativiteit zelf vorm aan deze activiteiten,

  • 4.

    Kennis en ervaring van ouderen blijft beschikbaar voor de Venrayse samenleving,

  • 5.

    Ouderen zijn op de hoogte van relevante informatie op het gebied van wonen, zorg en welzijn,

  • 6.

    Ouderen kunnen invloed uitoefenen op het gemeentelijk (ouderen)beleid.

  • 7.

    Ouderen proberen kwetsbare ouderen (degenen die niet actief zijn of niet meer zo goed mee kunnen) te betrekken bij activiteiten.

Artikel 6.4. Bijzondere voorwaarden periodieke subsidie

  • 1.

    Ouderenverenigingen ontwikkelen een aanbod van vrijetijdsbesteding dat aansluit bij de wensen en behoeften van de doelgroep/leden en betrekken de doelgroep zoveel mogelijk bij de organisatie van de activiteiten.

  • 2.

    Het adviesorgaan is, als spreekbuis voor de ouderen in de gemeente, te consulteren door derden.

  • 3.

    De serviceorganisatie ontwikkelt een aanbod van cursussen en activiteiten voor de doelgroep in het algemeen.

Artikel 6.5. Bijzondere verplichtingen periodieke subsidie

  • 1.

    De ouderenverenigingen betrekken de doelgroep zoveel mogelijk bij de organisatie van de activiteiten. Daarbij wordt een extra inspanning geleverd ten aanzien van allochtone ouderen. Daarnaast dienen de ouderenverenigingen twee activiteiten per jaar te organiseren voor niet-leden.

  • 2.

    De serviceorganisatie biedt jaarlijks een programma van cursussen aan en maakt bij het cursusaanbod gebruik van de vrijwillige inzet van ouderen. Ook dienen er activiteiten aangeboden te worden toegankelijk voor alle ouderen in de gemeente.

  • 3.

    Het adviesorgaan geeft gevraagd en ongevraagd advies aan het college met betrekking tot ouderen. Het verzorgt publicaties met belangrijke en actuele informatie voor de doelgroep ouderen.

Artikel 6.6. Normen periodieke subsidie

  • 1.

    Er is een subsidieplafond van toepassing dat jaarlijks wordt vastgesteld.

  • 2.

    In de subsidieperiode vindt, indien wordt voldaan aan de van toepassing zijnde voorwaarden en verplichtingen, periodieke subsidiering plaats door middel van een vaste bijdrage per jaar. De ouderenverenigingen ontvangen daarnaast een bedrag per jaar per lid.

  • 3.

    De vaste bijdrage voor de serviceorganisatie is € 22.987,53 per jaar. Het betreft een bijdrage in de huisvestingskosten.

  • 4.

    De vaste bijdrage voor het de Centrale voor ouderenverenigingen is € 7.987,47 per jaar. Het betreft een bijdrage in de organisatiekosten.

  • 5.

    De vaste bijdrage voor de ouderenverenigingen is € 235,74 per jaar. Het betreft een bijdrage in de organisatiekosten. Daarnaast wordt een bedrag per lid verstrekt. De hoogte daarvan is afhankelijk van het totale aantal leden en bedraagt per lid per jaar:

    • a.

      voor de leden 1 tot met 150 € 7,80

    • b.

      voor de leden 151 tot en verder € 2,36

Hoofdstuk 7. Maatschappelijke dienstverlening en belangenbehartiging

Artikel 7.1. Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

Geestelijke bedienaar: de door een instelling benoemde persoon die een geestelijk, godsdienstig of levensbeschouwelijk ambt bekleedt, arbeid verricht als geestelijk voorganger, godsdienstleraar of zendeling, dan wel ten behoeve van een kerkgenootschap of een ander genootschap op geestelijke of levensbeschouwelijke grondslag werkzaamheden van overwegend sociaal maatschappelijke, geestelijke of levensbeschouwelijke aard verricht.

Artikel 7.2. Vrijwilligersinstellingen

  • 1.

    In afwijking van artikel 1.1. lid 2 onder m in samenhang met artikel 1.1. lid 2 onder o van dit besluit worden in het kader van subsidiering van maatschappelijke dienstverlening en belangenbehartiging de volgende instellingen tot de vrijwilligersinstellingen gerekend, te weten:

    Geestelijk bedienaren, Algemene Hulpdienst Venray, EHBO vereniging, Reumavereniging, Gehandicapten Platform Venray, Platform Lage Inkomens Venray, Mondiaal platform Venray, Moedercentrum Eva, Steunpuntvrijwilligerswerk Match, Stichting Afasie Noord-Limburg, stichting Voedselbank, stichting Hard voor hart, Stichting Leergeld, Stichting Samen Leunen, inloop Schöpke, Inloop Stekske, Dorpservicepunt Oostrum, wijkinformatiepunten (Wanssum, Geijsteren, Blitterswijck), Stichting Jeugdsportfonds en Stichting Cultuurfonds, BNMO.

  • 2.

    Uitbreiding van het aantal in lid 1 vermelde instellingen is mogelijk nadat de levensvatbaarheid en duurzaamheid van de instelling is gebleken. Dit is het geval indien in het eerste jaar een incidentele subsidie is verkregen. Daarnaast is vereist dat voldaan wordt aan de relevante voorwaarden en verplichtingen.

Artikel 7.3. Beleid

Beleid op het gebied van maatschappelijke dienstverlening en belangenbehartiging staat in de kadernota sociaal domein met onderliggende nota’s. Deze beleidsnota's, de wet, de ASV en dit besluit vormen tezamen het toetsingskader voor de beoordeling van subsidieaanvragen op het gebied van maatschappelijke dienstverlening en belangenbehartiging.

Artikel 7.4. Doel en beoogde effecten van periodieke en incidentele subsidie.

Het doel en de beoogde effecten van subsidiering van activiteiten op het gebied van maatschappelijke dienstverlening en belangenbehartiging zijn:

 

  • 1.

    Burgers die daar behoefte aan hebben en hierin niet zelfstandig kunnen voorzien, kunnen gebruik maken van een aanbod van maatschappelijke dienstverlening en belangenbehartiging.

  • 2.

    Mensen met een arbeidsbeperking en/of afstand op de arbeidsmarkt worden actief betrokken bij de activiteiten, zodat deze doelgroep mee kan doen en (werk)ervaring kan op doen.

  • 3.

    Bij activiteiten spannen instellingen zich in om het aantal deelnemers met beperkingen te laten toenemen.

  • 5.

    Specifieke kennis van de bovengenoemde instellingen wordt verspreid, niet alleen onder de vrijwilligers maar ook onder alle inwoners van de gemeente.

  • 6.

    De instelling moet door middel van de activiteiten aantoonbaar een bijdrage leveren aan de leefbaarheid en saamhorigheid in dorp, wijk of gemeente, waarbij het uitgangspunt is dat de activiteit openstaat voor iedereen. Dit is ter beoordeling van het college. Afhankelijk van de activiteit is hierbij het aantal deelnemers of toeschouwers van belang alsmede de mate waarin het initiatief voortkomt uit de behoeften en wensen van de inwoners van de gemeente Venray of het betreffende dorp of wijk.

Artikel 7.5. Bijzondere voorwaarden periodieke en incidentele subsidie.

  • 1.

    Instellingen hebben een doelstelling gericht op maatschappelijk dienstverlening en/of belangenbehartiging en vervullen hun taak doormiddel van vrijwilligers.

  • 2.

    Voor de instellingen genoemd in artikel 7.7 lid 3 onder e en f geldt (Gehandicaptenplatform Venray en PLIV), naast de voorwaarden in lid 1:

    • a.

      zijn gesprekspartners voor de gemeente Venray en geven gevraagd en ongevraagd advies over gemeentelijk beleid en uitvoering,

    • b.

      hebben regelmatig contact met de groep belanghebbenden waarvoor het platform werkzaam is,

    • c.

      dragen zorg voor deskundigheidsbevordering ten behoeve van het eigen functioneren.

Artikel 7.6. Bijzondere verplichtingen periodieke subsidie.

  • 1.

    Voor de instellingen genoemd in artikel 7.7 lid 3 (met uitzondering van de instellingen vermeld onder a, b en d) geldt als bijzondere verplichting dat minimaal twee thema- of voorlichtingsbijeenkomsten per jaar georganiseerd worden voor de betreffende doelgroep.

  • 2.

    Voor de instellingen genoemd in artikel 7.7 lid 3 onder c en d gelden (daarnaast) de volgende bijzondere verplichtingen:

    • a.

      realiseren activiteiten ter versterking van de bewustwording van inwoners van de gemeente van hun gezondheid,

    • b.

      realiseren EHBO-cursussen en verwante activiteiten zoals reanimatiecursussen, omgaan met defibrillators etc.,

    • c.

      leveren een bijdrage aan de ondersteuning van diverse evenementen in de gemeente.

  • 3.

    Voor de instelling genoemd in artikel 7.7 lid 3 onder k geldt de volgende bijzondere verplichting:

     

    de organisatie beheert en onderhoudt het totale Venrayse netwerk van A.E.D.’s en draagt zorg voor voldoende opgeleide vrijwilligers om de A.E.D. in de wijken en dorpen te kunnen gebruiken.

Artikel 7.7. Normen periodieke subsidie.

  • 1.

    Er is een subsidieplafond van toepassing dat jaarlijks wordt vastgesteld.

  • 2.

    Indien wordt voldaan aan de van toepassing zijnde voorwaarden en verplichtingen, vindt periodieke subsidiering van instellingen plaats door middel van een maximale bijdrage per jaar.

  • 3.

    De maximale bijdrage bedraagt per jaar voor:

    a.

    Geestelijk bedienaren

    € 1.943,19 per bedienaar

    b.

    Algemene Hulpdienst Venray

    € 4.871,50

    c.

    EHBO vereniging Venray

    € 5.026,25

    d.

    Reumavereniging

    € 386,88

    e.

    Gehandicaptenplatform Venray

    € 5.032,02

    f.

    Platform Lage Inkomens Venray

    € 13.761,22

    g.

    Mondiaal platform Venray

    € 6.818,10

    h.

    Vrouwencentrum Eva

    € 19.088,70

    i.

    Stichting Afasie

    € 3.090,82

    j.

    Voedselbank

    € 7.334,15

    k.

    Stichting Hard voor Hart

    € 19.870,31

    l.

    BNMO

    € 265,60

  • 4.

    De subsidie voor Steunpunt vrijwilligerswerk Match, Stichting leergeld, stichting Slachtofferhulp, inloop- en dorps servicepunten, Stichting Jeugdsportfonds en Stichting Cultuurfonds worden jaarlijks bepaald.

Hoofdstuk 8. Dorps- en Wijkraden

Artikel 8.1. Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Leefbaarheid: activiteiten gericht op behoud en verbetering van leefomgeving,

  • b.

    Dorpsradenoverleg: het gezamenlijk overleg van dertien dorpsraden,

  • c.

    Wijkradenoverleg: het gezamenlijk overleg van twaalf wijkraden.

Artikel 8.2. Beleid

Het beleid op het gebied van dorps- en wijkraden bestaat uit de Participatienota 1982, de Beleidsnota subsidiering dorps- en wijkraden 2002, de nota burgerparticipatie 2007 en dit besluit. Dit vormt, tezamen met de bepalingen uit de ASV en de wet, het toetsingskader voor de beoordeling van subsidieaanvragen op het gebied van dorps- en wijkraden.

Artikel 8.3. Doel en beoogde effecten periodieke en incidentele subsidie

Het doel en de beoogde effecten van subsidiering van dorps- en wijkraden zijn dat burgers verantwoordelijkheid nemen voor het behouden of verbeteren van de leefbaarheid en daartoe op eigen initiatief actie ondernemen. Dorps- en wijkraden hebben daarin een verbindende en ondersteunende rol.

Artikel 8.3. bis. Uitbreiding.

  • 1.

    In afwijking van artikel 1.3 van dit besluit geldt de eis van statutaire vestiging in Venray niet voor de Dorpsraad Smakt-Holthees.

  • 2.

    Als uitzondering op artikel 1.6, lid 2 van dit besluit geldt voor dorps- en wijkraden(-overleg) dat vorming van een eigen vermogen is toegestaan tot maximaal tweemaal de omvang van de jaarlijkse gemeentelijke subsidie

Artikel 8.4. Bijzondere voorwaarden periodieke en incidentele subsidie

  • 1.

    De activiteiten of projecten gericht op leefbaarheid mogen niet in strijd zijn met het overheidsbeleid.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 1.7, tweede lid, van dit Besluit, vindt verantwoording van de aan dorps- en wijkraden verleende subsidie plaats door vaststelling van de jaarstukken van deze organisaties, waaronder de jaarrekening, door het bestuur in een openbare jaarlijkse vergadering waarin de dorps- of wijkraad inzicht geeft in de besteding van de verkregen subsidie, gevolgd door toezending van het verslag van deze jaarvergadering aan het college voor 1 juni, na afloop van het betreffende subsidietijdvak. Nadrukkelijk wordt in de openbare vergadering ook het eigen vermogen in beeld gebracht, met daarbij de beoogde bestemming van het beschikbaar eigen vermogen boven het toegestane bedrag van tweemaal de jaarlijkse gemeentelijke subsidie.

  • 2.

    Als het jaarverslag daartoe aanleiding geeft, kan het college alsnog de jaarstukken opvragen.

     

    Echter, op voorhand gaat de gemeente ervan uit dat dorps- en wijkraden de (voorgenomen) besteding van de gemeentelijke subsidie transparant met hun dorp of wijk bespreken en daarvan verslag doen.

Artikel 8.5. Bijzondere verplichtingen periodieke subsidie

  • 1.

    Iedere dorps- of wijkraad moet zich aantoonbaar inzetten voor het organiseren van activiteiten in samenwerking met Venrayse instellingen om op deze wijze integratie en participatie extra te stimuleren.

  • 2.

    Het bestuur van iedere dorps- of wijkraad dient zoveel mogelijk een afspiegeling te zijn van de bevolkingssamenstelling van betreffende wijk of dorp.

Artikel 8.6. Bijzondere verplichting incidentele subsidie

De activiteiten of projecten gericht op leefbaarheid, waarvoor de subsidie wordt gevraagd, dienen de leefbaarheid van het dorp c.q. de wijk te verbeteren. Het college toetst of in redelijkheid sprake is van verbetering van de leefbaarheid.

Artikel 8.7. Normen periodieke subsidie.

  • 1.

    Er is een subsidieplafond van toepassing dat jaarlijks wordt vastgesteld. De wijze van verdeling van de subsidiegelden wordt bepaald bij de vaststelling en bekendmaking van het subsidieplafond.

  • 2.

    De periodieke subsidie bestaat uit een bijdrage in de organisatie- en de overlegkosten en een bijdrage in de kosten van de activiteiten of projecten gericht op leefbaarheid. Daarbij gelden verschillende subsidienormen voor dorpsraden en voor wijkraden.

  • 3.

    Subsidiering van dorpsraden vindt plaats, indien voldaan wordt aan de van toepassing zijnde voorwaarden en verplichtingen, door een vaste bijdrage in de organisatiekosten van € 1.000,-per jaar plus een variabel bedrag van € 0,30 per inwoner per jaar te verstrekken (de peildatum voor het bepalen van het aantal inwoners per dorp is 1 januari van het jaar waarin de subsidie wordt toegekend) . Tevens vindt subsidiering van activiteiten op het gebied van leefbaarheid plaats door een vast bedrag van € 2.700,00 per jaar plus een variabel bedrag van € 1,26 per inwoner per jaar (peildatum is 1 januari van het jaar dat de subsidieaanvraag wordt toegekend). De vaste bijdrage voor overleg - en organisatiekosten van het dorpsradenoverleg is € 2.200,00 per jaar.

  • 4.

    Subsidiering van wijkraden vindt plaats, indien voldaan wordt aan de van toepassing zijnde voorwaarden en verplichtingen, door een vaste bijdrage in de organisatiekosten van € 1.000,00 per jaar plus een variabel bedrag van € 0,30 per inwoner per jaar te verstrekken (de peildatum voor het bepalen van het aantal inwoners per wijk is 1 januari van het jaar waarin de subsidie wordt toegekend) . Tevens vindt subsidiering van activiteiten op het gebied van leefbaarheid plaats door een vast bedrag van € 4.050,00 per jaar. De vaste bijdrage voor het wijkradenoverleg voor overleg - en organisatiekosten is € 1.400,00 per jaar.

  • 5.

    Voor een wijk- of dorpsraad in oprichting kan een incidentele subsidie ad € 1.000,00 verstrekt worden ter dekking van de aanloopkosten. Zodra de wijk- of dorpsraad is opgericht, heeft zij recht op subsidie conform resp. lid 4 of lid 3 van dit artikel. Het bepaalde in artikel 9. lid 2 uit ASV is hierbij niet van toepassing.

Hoofdstuk 9. Verkeerseducatie

Artikel 9.1. Begripsbepalingen

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

NSVE: Nadere Subsidieregels Verkeers Educatie

Artikel 9.2. Beleid

Het beleid op het gebied van mobiliteit en infrastructuur is beschreven binnen “Trendsportal”.

 

De doelstellingen van “Trendsportal” zijn vastgesteld in raadsvergadering Venray 30-01-2018, waaronder ‘Het verbeteren van de verkeersveiligheid: streven naar 0 slachtoffers’.

 

“Trendsportal”, tezamen met dit besluit, vormt, naast de bepalingen uit de ASV en de wet, het toetsingskader voor de beoordeling van subsidieaanvragen op het gebied van verkeersveiligheid.

Artikel 9.3. Doel en beoogde effecten periodieke en incidentele subsidie

Het doel en de beoogde effecten van subsidiering van activiteiten op het gebied van verkeer zijn:

 

  • 1.

    Door de activiteiten wordt aandacht geschonken aan verkeerseducatie/verkeersvoorlichting teneinde de verkeersveiligheid te bevorderen.

  • 2.

    De activiteiten dragen er aan bij dat de leeftijd waarop kinderen zelfstandig naar school gaan, niet hoger wordt.

  • 3.

    Gebruik van auto's voor vervoer van kinderen naar de basisschool blijft laag doordat het merendeel van de kinderen te voet of per fiets naar school gaat.

  • 4.

    Kinderen/leerlingen op een zo vroeg mogelijke leeftijd verkeerservaring laten opdoen.

Artikel 9.3. bis. Uitbreiding.

In afwijking van artikel 1.3 van dit besluit geldt de eis van statutaire vestiging in Venray niet voor Veilig Verkeer Nederland, Onderwijsgroep Buitengewoon en Dynamiek Scholengroep.

Artikel 9.4. Bijzondere voorwaarden periodiek en incidentele subsidie

  • 1.

    Instellingen kunnen in aanmerking komen voor subsidie indien ze activiteiten uitvoeren op het gebied van verkeersveiligheid en verkeerseducatie voor kwetsbare verkeersdeelnemers zoals fietsers en voetgangers in de gemeente Venray. De instellingen dienen door het college te zijn erkend.

  • 2.

    Scholen die in aanmerking willen komen voor een NSVE-subsidie dienen een verkeerseducatieconvenant af te sluiten met de gemeente.

Artikel 9.5. Normen periodieke subsidie

  • 1.

    Er is een subsidieplafond van toepassing dat jaarlijks wordt vastgesteld.

  • 2.

    Jaarlijks vindt, indien wordt voldaan aan de van toepassing zijnde voorwaarden en verplichtingen, subsidiering van instellingen plaats door middel van een vaste bijdrage.

  • 3.

    De bijdrage voor het jaar 2021 is voor:

    • a.

      Veilig Verkeer Nederland afd. Venray n.t.b.

    • b.

      NSVE basisonderwijs € 750,00 per school

    • c.

      NSVE voortgezet onderwijs € 1.000,00 per school

    • d.

      Smile Venray € 4.000,00

    • e.

      Verkeersbrigades n.t.b.

Hoofdstuk 10: Natuureducatie

Artikel 10.1 Begripsbepalingen

Natuureducatie: door educatieve activiteiten bevorderen van het milieubewustzijn en de bescherming van de natuur en het landschap.

Artikel 10.2 Beleid

De gemeente hecht veel waarde aan natuureducatie. De afgelopen jaren is er subsidie verstrekt aan verenigingen die zich hiervoor inzetten, daarnaast organiseert de gemeente zelf ook activiteiten. In het coalitieakkoord 2018-2022 is opgenomen dat de gemeente zich inzet om de biodiversiteit te beschermen en verbeteren. Natuureducatie kan hier onder andere een belangrijke rol in spelen. Door inwoners in een vroeg stadium te betrekken bij de natuur, wordt het natuurbelang nadrukkelijk onder de aandacht gebracht wat in een latere fase kan zorgen voor meer begrip en draagvlak. Aanvragen op dit terrein worden beoordeeld op basis van de ASV, dit besluit en de wet.

Artikel 10.3 Doel subsidie

Stimuleren van initiatieven vanuit verenigingen, stichtingen of andere organisaties zonder winstoogmerk om kennis en bewustwording onder de inwoners van Venray te vergroten op het gebied van natuur en milieu. Door het belang van natuur en milieu uit te dragen wordt een positieve houding gecreëerd onder jong en oud waardoor zorgvuldiger en op een andere manier wordt gekeken naar de natuur en het milieu in Venray. Daarnaast kunnen initiatieven, zowel in beheer en onderhoud als in educatie een positieve bijdrage leveren aan natuur, landschap en het milieu in Venray.

Artikel 10.4 Beoogde effecten subsidie

Het activiteitenaanbod op het gebied van natuureducatie leidt tot:

 

  • 1.

    In stand houden/verbeteren van natuurlijke, cultuurhistorische en landschappelijke waarden, waarbij identiteit, biodiversiteit en/of duurzaamheid centraal staan.

  • 2.

    Actieve en vrijwillige bijdragen van betrokken inwoners bij behoud en kwaliteitsverhoging van natuur, landschap en milieu.

  • 3.

    Draagvlak en respect creëren voor de leefomgeving. Het vergroten van het bewustzijn van de inwoners en van de jeugd in het bijzonder voor de relatie tussen eigen handelen en de (natuurlijke) omgeving.

Artikel 10.5 Beoordelingscriteria subsidie

  • 1.

    De subsidie is bestemd voor verenigingen, stichtingen of andere organisaties zonder winstoogmerk binnen de gemeentegrenzen van Venray. Door subsidie te verstrekken worden organisaties gestimuleerd om activiteiten te organiseren met als doel natuureducatie. Gestreefd wordt naar zelfredzaamheid bij activiteiten met een langdurig, repeterend karakter. Indien een activiteit in grote mate bijdraagt aan het maatschappelijk belang en zelfredzaamheid niet haalbaar is, kan hiervan worden afgeweken.

  • 2.

    De educatieve activiteiten van instellingen op dit terrein zijn gericht op behoud en verhogen van de kwaliteit van de Venrayse natuur en het landschap en/of bevorderen van milieubewustzijn.

  • 3.

    Per jaar wordt minimaal een educatieve activiteit georganiseerd waarbij de lokale bevolking, waaronder jeugd in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar, wordt betrokken. De minimale groepsgrootte bedraagt bij elke activiteit 10 personen.

  • 4.

    De natuurgebieden waar de educatieve activiteiten plaatsvinden dienen algemeen toegankelijk te zijn.

  • 5.

    Bij de aanvraag van subsidie wordt door de initiatiefnemer een plan van aanpak ingediend. Hierin wordt de aard van de activiteit beschreven en de eventuele kosten inzichtelijk gemaakt. Subsidie draagt bij, maar is niet kostendekkend. Inzet van vrijwilligersuren kunnen worden meegerekend als bijdrage vanuit het initiatief. Minimaal 50% van de financiering van een activiteit is afkomstig van eigen of andere bronnen dan de gemeentelijke subsidie.

  • 6.

    De activiteit heeft aantoonbaar meerwaarde voor de cultuurhistorie, biodiversiteit of duurzaamheid van natuur, landschap en/of milieu.

     

Er moet aan alle beoordelingscriteria worden voldaan om in aanmerking te komen voor een subsidie. Het subsidieplafond bedraagt € 4.854,-- per jaar (prijspeil 2020). Indien het plafond bereikt wordt, kunnen aanvragen niet meer in behandeling genomen worden. Aanvragen kunnen jaarrond worden ingediend en worden op basis van indieningsdatum afgehandeld.

Hoofdstuk 11: Economie

Artikel 11.1 Begripsbepaling

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

 

  • a.

    Economische activiteit: activiteit die leidt tot een toename of versterking van de (economische) bedrijvigheid waaronder begrepen toerisme en recreatie in Venray. Daarbij kan o.a. gedacht worden aan een toename van de werkgelegenheid, het ontstaan van nieuwe bedrijvigheid, een toename van het aantal bezoekers aan de gemeente of het vergroten van de naamsbekendheid van Venray;

  • b.

    Vestigingsklimaat: alle aspecten die voor een bedrijf van belang kunnen zijn bij de locatiekeuze. Daarbij kan o.a. gedacht worden aan beschikbaarheid vestigingsruimte, ontsluitingsinfrastructuur, grondprijs, lokale belastingdruk, lokaal voorzieningenniveau, beschikbaarheid woningen, recreatiemogelijkheden, imago.

Artikel 11.2 Beleid

Het beleid op het gebied van de economische ontwikkeling wordt gevormd door de Economische Visie Venray 2008-2020. Deze visie, tezamen met de bepalingen uit de wet, de ASV en dit Besluit, vormt het toetsingskader voor de beoordeling van subsidieaanvragen op het gebied van de economische ontwikkeling.

Artikel 11.3 Doel en beoogde effecten periodieke en incidentele subsidies

Het doel van de subsidiering van initiatieven is het bevorderen van de economische activiteit in Venray. De beoogde effecten zijn een of meerdere van de volgende:

 

  • -

    Behoud of toename van de werkgelegenheid;

  • -

    Versterking innovatieve ontwikkelingen bij bedrijven;

  • -

    Bijdrage leveren aan de promotie van Venray;

  • -

    Verbetering vestigingsklimaat voor bedrijven;

Artikel 11.4 Bijzondere voorwaarde periodieke en incidentele subsidies

In afwijking van artikel 1.5, lid 3 van dit Besluit kan subsidiering slechts plaatsvinden indien tevens financieel wordt bijgedragen door een andere organisatie of middels een ander fonds of regeling. Er kan daarom alleen maar sprake zijn van subsidiering in de vorm van cofinanciering.

Artikel 11.5 Bijzondere verplichting periodieke en incidentele subsidie

Bij promotionele activiteiten ten behoeve van de gesubsidieerde activiteit wordt vermeld dat de gemeente Venray optreedt als subsidiegever.

Artikel 11.6 Normen periodieke en incidentele subsidie

De periodieke subsidie per jaar bedraagt voor:

 

  • -

    Routebureau Noord-Limburg: € 0,41 per inwoner

  • -

    Instituut voor Midden-en en Kleinbedrijf: € 0,03 per inwoner

  • -

    Stichting Venrayse Ondernemersprijzen: maximaal € 4.000,00

  • -

    Stichting Kies Techniek: maximaal € 6.000,00

  • -

    VVV Venray: € 10.000 (plus eventueel exploitatie tekort)

  • -

    Toeristisch Platform Venray: € 30.000,00

  • -

    Limburg Marketing (vml Leisureport Noord Limburg): € 60.000 (op basis van 4 jarig businessplan)

  • -

    Vereniging Innovatief Platteland € 1.250

  • -

    Knowhouse € 5.000

  • -

    Stichting Limburg Paardensport € 2.000

  • -

    Stichting Ondernemersklankbord € 1.250

Naar boven