Verkeersbesluit voor een oplaadpunt voor elektrische voertuigen langs Burgemeester Middelberglaan te Zoetermeer

Namens burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

daartoe bevoegd op grond van:

  • artikel 18, lid 1, sub d, van de Wegenverkeerswet 1994,

  • het mandaatbesluit van burgemeester en wethouders waarbij die bevoegdheid is gemandateerd aan de directeur van de hoofdafdeling Stad en diens besluit tot het verlenen van ondermandaat,

de manager van de afdeling Stadsbeheer;

gehoord de verkeersadviseur van de Politie Eenheid Den Haag als lid van de verkeerscommissie waarmee is voldaan aan de instructie zoals opgenomen in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer;

gelet op hetgeen ten aanzien hiervan overigens in de Wegenverkeerswet 1994, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (verder RVV 1990 genoemd) en het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) is bepaald, alsmede op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet vervolgens op het gegeven dat de in dit besluit aan de orde komende wegen, straten of parkeervoorzieningen openbaar in de zin van de Wegenwet zijn en binnen de bebouwde kom van Zoetermeer als bedoeld in artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994 liggen;

BESLUIT:

  • 1.

    door plaatsing van bord of borden E4 met toepassing van onderbord OB19 (alleen voor elektrische voertuigen) van het RVV 1990 ter hoogte van de twee bestaande parkeervakken voor het opladen van elektrische voertuigen, twee extra parkeervakken in de rij parkeervakken aan de oostzijde van de Burgemeester Middelberglaan ter hoogte van nr. 57, aan te wijzen als parkeervakken voor uitsluitend het opladen van elektrische voertuigen;

  • 2.

    door toevoeging van een extra onderbord met de tekst ‘opgeladen voertuig verplaatsen tussen 8 en 22 h’ de verplaatsingsplicht voor opgeladen elektrische voertuigen niet van toepassing te laten zijn tijdens nachtelijke uren, conform het algemene besluit daartoe van 7 april 2020 met kenmerk 0637579969;

  • 3.

    bij sub 1 aan te tekenen dat het daarbij gaat om twee parkeervakken overeenkomstig de locatie met locatienummer 39 van de in mei 2017 door de Raad vastgestelde locatiekaart, waarmee het totaal aantal parkeervakken ten behoeve van het laden van elektrische voertuigen op deze locatie op vier komt;

aanleiding en verkeerskundige aspecten:

  • In 2017 is de Mobiliteitsvisie Zoetermeer 2030 vastgesteld;

  • In de Mobiliteitsvisie Zoetermeer 2030 is opgenomen dat de gemeente Zoetermeer bewoners stimuleert schone voertuigen te rijden, waaronder elektrische auto’s en geeft aan te investeren in het realiseren van meer laadpalen;

  • op 29 november 2019 is in een bijzondere algemene ledenvergadering van de VNG, ingestemd met het klimaatakkoord van 28 juni 2019;

  • in het kader van het Klimaatakkoord is door diverse partijen, waaronder gemeenten, een gezamenlijke Nationale Agenda Laadinfrastructuur opgesteld;

  • de afspraken in deze agenda leiden tot een landelijke dekking van (snel)laadpunten en voorzien in de laadbehoefte van het groeiende aantal elektrische voertuigen;

  • mede gelet op de doelstelling als bedoeld in artikel 2, lid 3, sub a, van de Wegenverkeerswet 1994, inhoudend het bevorderen van doelmatig en zuinig energiegebruik, is het daarom noodzakelijk te bewerkstelligen dat er op openbare locaties mogelijkheden aanwezig zijn om deze elektrische voertuigen op te laden; 

  • met behulp van een digitaal communicatiesysteem is in Zoetermeer informatie verstrekt en verkregen met betrekking tot mogelijke locaties voor het plaatsen van oplaadpalen;

  • voorts is er een registratie van mensen die een verzoek hebben gedaan voor het plaatsen van een oplaadpaal in de buurt van hun woning;

  • na een uitgebreid communicatietraject is de zogenaamde ‘locatiekaart’ vastgesteld met daarop, evenwichtig verdeeld over Zoetermeer, de huidige en toekomstige locaties waar elektrische voertuigen kunnen worden opgeladen;

  • er zijn destijds tijdens het communicatietraject geen reacties ontvangen;

  • de locatiekaart is openbaar gemaakt via de website van de gemeente;

  • de locatiekaart is derhalve uitgangspunt voor nieuw te realiseren laadpunten voor elektrische voertuigen;

  • per elektrische oplaadpaal kunnen twee elektrisch aangedreven voertuigen gelijktijdig worden opgeladen;

  • de aanvraag voor het realiseren van een laadpunt zoals onder sub 1 is beschreven, komt overeen met een locatie op locatiekaart;

  • het is nodig dat de betreffende parkeerplaatsen middels een verkeersbesluit worden aangewezen als zijnde parkeerplaatsen die als specifiek doel hebben het opladen van elektrische voertuigen;

  • met inachtneming van het bedoelde communicatiesysteem en de bedoelde registratie is het besluit genomen zoals in sub 1 is beschreven;

  • daarbij wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de wegenverkeerswetgeving in artikel 8, lid 2, sub a, sub b en sub d, van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer biedt;

  • aan de in sub 1 beschreven verkeersbesluiten is de aangehaalde doelstelling als bedoeld in artikel 2, lid 3, sub a, van de Wegenverkeerswet 1994 aan de orde, alsmede de doelstelling in artikel 2, lid 1, sub c, van deze wet, voor zover het gaat om de bruikbaarheid van de weg, in dit geval voor degenen die hun elektrische auto op de openbare weg willen en moeten opladen;

zorgvuldigheid:

  • de in sub 1 beschreven maatregelen zijn conform het advies van de verkeerscommissie;

  • de verkeerscommissie adviseert het college en/of de portefeuillehouder en/of het management en/of (medewerkers van) collega-afdelingen over verkeersvraagstukken met name op het gebied van beheer, uitvoering, regelgeving en handhaving;

  • in de commissie hebben personen zitting die door hun deskundigheid een goed oordeel ter zake kunnen geven en die – vanwege hun plaatselijke bekendheid, aangevuld met visuele waarnemingen ter plaatse – beschikken over de nodige kennis omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen;

  • aan het in sub 1 beschreven besluit is derhalve, conform de instructienorm in artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht een zorgvuldige voorbereiding voorafgegaan;

  • voorts is gelet op:

    • de parkeerdruk ter plaatse,

    • de bereikbaarheid en de toegankelijkheid van de parkeerplaatsen,

    • de verkeersveiligheid ter plaatse,

    • de zichtbaarheid van de elektrische oplaadpaal in verband met de vindbaarheid,

    • de sociale veiligheid (ter voorkoming van vernieling door vandalisme),

    • de kwetsbaarheid van de te plaatsen paal (hoe groot is de kans dat een parkeerder de paal aanrijdt als gevolg waarvan het oplaadpunt defect raakt) en

    • de technische mogelijkheden voor de aansluiting van de oplaadpaal op het stroomnet;

belangenafweging:

  • bij de afweging van de belangen gaat het om verkeerskundige aspecten, in dit geval de verkeersveiligheid en het beschermen van de weggebruikers, zoals geformuleerd in artikel 2, lid 1, sub a en b, van de Wegenverkeerswet 1994;

  • er zijn geen aanwijzingen voor opvattingen dat met de vaststelling van dit besluit sprake is van een besluit met onevenredig nadelige gevolgen als bedoeld in artikel 3:4, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht.

Zoetermeer, 9 november 2021

Namens burgemeester en wethouders van Zoetermeer,

de manager van de afdeling Stadsbeheer.

N.B. 1.

Als gevolg van de maatregelen m.b.t. het coronavirus kan dit besluit niet getekend worden. Dit besluit is zonder die ondertekening wel rechtsgeldig.

N.B.2.

Belanghebbenden die zich niet met dit besluit kunnen verenigen, kunnen op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht daartegen binnen zes weken na publicatie ervan een gemotiveerd bezwaar indienen bij het college van burgemeester en wethouders van Zoetermeer (postbus 15, 2700 AA Zoetermeer). Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van een besluit niet. Hiertoe kan op grond van het bepaalde in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend bij de voorzieningenrechter van de Rechtbank ’s Gravenhage (sector bestuursrecht, postbus 20302, 2500 EH Den Haag). In dat geval is het wel vereist dat de belanghebbende een bezwaarschrift tegen het betreffende besluit heeft ingediend en dat sprake is van een spoedeisend belang bij het treffen van die voorziening.

N.B. 3.

Desgevraagd kan aan belanghebbenden of belangstellenden een indicatieve tekening of afbeelding worden toegezonden. Aan die tekening of afbeelding kunnen geen rechten worden ontleend.

Naar boven